TOYOTA YARIS 2015 Instructieboekje (in Dutch)

Page 241 of 512

2414-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
WAARSCHUWING
■Uitlaatpijp
Raak de uitlaatpijp tijdens het reinigen niet aan, aangezien de uitlaatpijp en
de uitlaatgassen erg warm kunnen worden. Zorg dat er zich geen personen
of ontvlambare materialen in de buurt van de uitlaatpijp bevinden wanneer
de auto stilstaat.
Het niet in acht nemen van de voorzorgsmaatregelen kan brandwonden of
brand veroorzaken.
OPMERKING
■Storingen in het roetfiltersysteem voorkomen
●Gebruik geen andere brandstof dan het aangegeven type brandstof
●Gebruik geen andere motorolie dan het aanbevolen type motorolie
●Breng geen wijzigingen aan de uitlaatpijp aan

Page 242 of 512

2424-6. Rijtips
YARIS_F_WE_52D53E
Rijden in de winter
●Gebruik vloeistoffen die geschikt zijn voor winterse omstandighe-
den.
• Motorolie
• Koelvloeistof
• Ruitensproeiervloeistof
●Laat de toestand van de accu controleren door een monteur.
●Laat winterbanden onder uw auto monteren of schaf een set
sneeuwkettingen voor de voorwielen aan.
Zorg ervoor dat alle banden dezelfde maat hebben, van hetzelfde merk
zijn en een niet veel van elkaar verschillend slijtagepatroon hebben. Zorg
er ook voor dat de sneeuwkettingen bij het formaat van de banden passen.
Voer, afhankelijk van de omstandigheden, de volgende handelingen
uit:
●Probeer een vastgevroren ruit niet met kracht te openen en zet de
ruitenwissers niet aan als deze vastgevroren zijn. Giet warm water
over het bevroren gedeelte om het ijs te laten smelten. Veeg het
water direct weg om te voorkomen dat het bevriest.
●Verwijder de eventueel aanwezige sneeuw van de luchtinlaten voor
de voorruit om zeker te kunnen zijn van een juiste werking van de
aanjager van het airconditioningsysteem.
●Controleer of er sprake is van ijs- of sneeuwophopingen op de ver-
lichting aan de buitenzijde, op het dak, op het chassis, rond de ban-
den of op de remmen, en verwijder deze indien dat het geval is.
●Verwijder sneeuw en modder van de onderzijde van uw schoenen
voordat u in de auto stapt.
Tref voor het aanbreken van de winter de noodzakelijke voorbe-
reidingen en voer de benodigde controles uit. Pas uw rijgedrag
altijd aan de actuele weersomstandigheden aan.
Voorbereiding voor de winter
Voordat u met de auto gaat rijden

Page 243 of 512

2434-6. Rijtips
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Verhoog de snelheid geleidelijk, houd afstand tot uw voorganger en
pas de snelheid aan aan de conditie van de weg.
Parkeer de auto en zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT),
de eerste versnelling of R (handgeschakelde transmissie), maar acti-
veer de parkeerrem niet. De parkeerrem kan vastvriezen en bij het
deactiveren niet vrij komen. Blokkeer de wielen indien nodig, om weg-
glijden of kruipen te voorkomen.
Gebruik de juiste maat sneeuwkettingen.
De maat van de sneeuwkettingen is afgestemd op de bandenmaat.
Zijketting
Behalve 175/65R14 banden:
diameter 3 mm
175/65R14 banden:
diameter 4 mm
Dwarsketting
Behalve 175/65R14 banden:
diameter 4 mm
175/65R14 banden:
diameter 5 mm
De wetgeving met betrekking tot het gebruik van sneeuwkettingen
verschilt per land en per soort weg. Stel u op de hoogte van deze
voorschriften alvorens sneeuwkettingen te monteren.
Tijdens het rijden
Bij het parkeren
Keuze van sneeuwkettingen
1
2
Wetgeving met betrekking tot gebruik van sneeuwkettingen

Page 244 of 512

2444-6. Rijtips
YARIS_F_WE_52D53E
■Monteren van sneeuwkettingen
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht bij het monteren en verwij-
deren van sneeuwkettingen:
●Monteer en verwijder de sneeuwkettingen op een veilige locatie.
●Monteer de sneeuwkettingen uitsluitend op de voorwielen. Gebruik geen
sneeuwkettingen om de achterwielen.
●Plaats de sneeuwkettingen zo strak mogelijk om de voorwielen. Zet de
sneeuwkettingen na 0,5  1,0 km opnieuw vast.
●Monteer de sneeuwkettingen volgens de meegeleverde gebruiksaanwijzing.
●Verwijder de eventueel aanwezige wieldoppen voordat u de sneeuwkettin-
gen monteert, om beschadigingen te voorkomen. (Blz. 423)
WAARSCHUWING
■Rijden met winterbanden
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Als u dat niet doet, kunt u de macht over het stuur verliezen, waardoor ern-
stig letsel kan ontstaan.
●Gebruik winterbanden met de voorgeschreven maat.
●Zorg ervoor dat de bandenspanning aan de specificatie voldoet.
●Rijd niet harder dan de toegestane snelheid of harder dan de snelheidsli-
miet die geldt voor de gebruikte winterbanden.
●Monteer winterbanden op alle wielen.
●Gebruik geen banden met verschillende slijtagepatronen.
■Rijden met sneeuwkettingen
Neem om de kans op ongevallen te beperken de volgende voorzorgsmaat-
regelen in acht.
Anders kunnen een aanrijding en ernstig letsel het gevolg zijn.
●Rijd niet harder dan de maximaal toegestane snelheid voor de gebruikte
sneeuwkettingen of niet harder dan 50 km/h, afhankelijk van welke snel-
heid de laagste is.
●Vermijd het rijden over slechte wegdekken en over gaten.
●Vermijd plotseling accelereren, abrupte stuuracties, plotseling remmen en
schakelhandelingen die een plotselinge motorremwerking veroorzaken.
●Minder uw snelheid alvorens een bocht aan te snijden zodanig, dat u
zeker weet dat de auto bestuurbaar blijft.

Page 245 of 512

245
5Audiosysteem
YARIS_F_WE_52D53E5-1. Basishandelingen
Soorten audiosystemen ..... 246
Stuurwieltoetsen
audiosysteem .................. 248
USB-aansluiting ................. 249
5-2. Gebruik van het
audiosysteem
Optimaal gebruikmaken
van het audiosysteem...... 250
5-3. Gebruik van de radio
Bediening radio .................. 252
5-4. Afspelen van audio-CD's
en discs met MP3-/WMA-
bestanden
Bediening CD-speler.......... 257
5-5. Gebruik van een extern
apparaat
Afspelen van bestanden
op een iPod ..................... 266
Afspelen van bestanden
op een USB-geheugen .... 273

Page 246 of 512

2465-1. Basishandelingen
YARIS_F_WE_52D53E
Soorten audiosystemen
Auto's met navigatie-/multimediasysteem
Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem
voor meer informatie indien uw auto is uitgerust met een navigatie-/
multimediasysteem.
: Indien aanwezig

Page 247 of 512

2475-1. Basishandelingen
5
Audiosysteem
YARIS_F_WE_52D53E
Auto's zonder navigatie-/multimediasysteem
CD-speler met AM/FM-radio
Onderstaande afbeelding heeft betrekking op auto's met linkse bestu-
ring. Voor auto's met rechtse besturing is de positie van de knoppen
omgekeerd.
■Gebruik van mobiele telefoons
Mobiele telefoons kunnen storingen veroorzaken die hoorbaar zijn via de
luidsprekers als het audiosysteem ingeschakeld is.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat het audiosysteem niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als de
motor niet draait.
■Voorkomen van schade aan het audiosysteem
Mors geen drank of andere vloeistof over het audiosysteem.

Page 248 of 512

2485-1. Basishandelingen
YARIS_F_WE_52D53E
Stuurwieltoetsen audiosysteem
Vo l u m e t o e ts :
• Indrukken: verhogen/verla-
gen van het volume
• Ingedrukt houden: blijft het
volume verhogen/verlagen
Radio geselecteerd:
• Indrukken: selecteren van
een radiozender
• Ingedrukt houden: omhoog/
omlaag zoeken
CD-, MP3/WMA-disc-, iPod- of USB-modus:
• Indrukken: selecteren van een nummer/bestand/muziekstuk
• Ingedrukt houden: selecteren van een map of album (MP3/
WMA-disc, iPod of USB)
Toets MODE
• Indrukken: inschakelen van het systeem, selecteren van een
audiobron
• Ingedrukt houden: het geluid van de actuele weergave wordt
gedempt of de actuele weergave wordt onderbroken.
Houd de toets nogmaals ingedrukt om het dempen of onderbre-
ken ongedaan te maken.
: Indien aanwezig
Sommige functies van het audiosysteem kunnen worden
bediend met behulp van de toetsen op het stuurwiel.
De werking kan verschillen afhankelijk van het type audio- of
navigatiesysteem. Raadpleeg de handleiding van het audio- of
navigatiesysteem voor meer informatie.
Bedienen van het audiosysteem met de stuurwieltoetsen
1
2
WAARSCHUWING
■Beperk de kans op ongevallen
Neem bij het bedienen van de toetsen op het stuurwiel de nodige voorzich-
tigheid in acht.
3

Page 249 of 512

249
5
5-1. Basishandelingen
Audiosysteem
YARIS_F_WE_52D53E
USB-aansluiting
■iPod
Open het afdekkapje en sluit
een iPod aan met behulp van
een iPod-kabel.
Als de iPod niet is ingeschakeld,
schakel deze dan alsnog in.

USB-geheugen
Open het afdekkapje en sluit het USB-geheugen aan.
Als het USB-geheugen niet is ingeschakeld, schakel dit dan alsnog in.

Draagbare audiospeler
Open het afdekkapje en sluit de draagbare audiospeler aan.
Als de draagbare audiospeler niet is ingeschakeld, schakel deze dan
alsnog in.
: Indien aanwezig
Sluit een iPod, USB-geheugen of draagbare audiospeler aan op
de USB-aansluiting zoals hieronder aangegeven. Druk op
om de “iPod” of “USB” te selecteren.
Aansluiten met behulp van de USB-aansluiting
WAARSCHUWING
■Tijdens het rijden
Sluit geen apparaat aan en bedien het apparaat niet.

Page 250 of 512

2505-2. Gebruik van het audiosysteem
YARIS_F_WE_52D53E
Optimaal gebruikmaken van het
audiosysteem

Weergeven van de actuele
modus
Wijzigen van de volgende
instellingen
• Geluidskwaliteit en balans
(Blz. 251)
Voor een optimaal geluid kun-
nen de geluidskwaliteit en
balans worden gewijzigd.
• Automatische geluidsrege-
ling aan/uit (Blz. 251)
Selecteren van de modus
■Wijzigen van geluidskwaliteitsinstellingen
Druk op .
Draai aan om “Sound Setting” (geluidsinstelling) te selec-
teren.
Druk op .
Draai naar de gewenste stand.
BASS, TREBLE, FADER, BALANCE of ASL
Druk op .
: Indien aanwezig
De geluidskwaliteit (hoge tonen/bas) en balans kunnen worden
afgesteld.
STO51AP005
1
2
3
Gebruik van toonregeling en geluidsverdeling
1
2
3
4
5

Page:   < prev 1-10 ... 201-210 211-220 221-230 231-240 241-250 251-260 261-270 271-280 281-290 ... 520 next >