audio TOYOTA YARIS HATCHBACK 2021 Instructieboekje (in Dutch)

Page 102 of 568

102
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
2-1. Instrumentenpaneel
ECO-indicator
Toont de ECO-zone en de mate van milieu-
vriendelijk rijden op basis van de acceleratie.
De mate van milieuvriendelijk rijden
op basis van acceleratie
Als de acceleratie de bovengrens van de
ECO-zone overschrijdt, gaat de rechterzijde
van de ECO-indicator branden.
Op dat moment dooft het ECO-controle-
lampje.
ECO-zone
 Actieradius
Geeft de actieradius weer met de resterende
hoeveelheid brandstof. Gebruik de weerge-
geven waarden slechts ter referentie.
Deze afstand wordt berekend op basis van
het gemiddelde brandstofverbruik. Hierdoor
kan de werkelijke afstand die nog kan wor-
den gereden, afwijken van de weergegeven
afstand.
Als er een kleine hoeveelheid brandstof
wordt getankt, wordt de weergave mogelijk
niet bijgewerkt.
Zet bij het tanken het contact UIT. Als brand-
stof wordt getankt terwijl het contact niet UIT
staat, wordt het display mogelijk niet bijge-
werkt.
■ECO-indicator
In de volgende gevallen werkt de ECO-indi-
cator niet:
●De selectiehendel staat in een andere
stand dan D.
●Een paddle shift-schakelaar wordt
gebruikt. (indien aanwezig)
●De rijmodus is ingesteld op POWER-
modus.
●De rijsnelheid is ongeveer 130 km/h of
hoger.
■Informatie ondersteunend sys-
teem
Hiermee kan de werkingsstatus van de
volgende systemen worden weergege-
ven:
 LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) ( →Blz. 202)
 Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig) ( →Blz. 212)
■Aan navigatiesysteem gekop-
pelde weergave (indien aanwezig)
Hiermee kan de volgende aan het navi-
gatiesysteem gekoppelde informatie
worden weergegeven:
 Routebegeleiding naar bestemming
 Kompasdisplay (weergave rijrichting
boven)
■Weergave routebegeleiding naar
bestemming
Wanneer de weergave van de routebegelei-
ding naar de bestemming is ingeschakeld op
het head-up display, wordt deze niet op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
( → Blz. 105)
Hiermee kunt u een audiobron of num-
mer selecteren op het instrumentenpa-
neel met behulp van de
bedieningstoetsen van het instrumen-
tenpaneel.
Het wel of niet weergeven van dit menu-
icoon kan worden ingesteld in .
Weergave informatie
ondersteunend systeem
Aan audiosysteem gekoppelde
weergave (indien aanwezig)
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 102 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 103 of 568

103
2
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■Rij-informatie
2 items die worden geselecteerd met
behulp van de instelling van de “Drive
Info Items” (rij-informatie-items) (gemid-
delde rijsnelheid, afstand en totale tijd)
kunnen verticaal worden weergegeven.
De weergegeven informatie wijzigt
overeenkomstig de instelling van “Drive
Info Type” (rij-informa tietype) (sinds het
starten van het systeem of tussen
resets). ( →Blz. 103)
Gebruik de weergegeven informatie slechts
ter referentie.
De volgende items worden weergegeven.
“Trip” (rit)
• “Average Speed” (gemiddelde rijsnel-
heid): Geeft de gemiddelde rijsnelheid
sinds het starten van de motor weer
*
• “Distance” (afstand): Geeft de gereden afstand sinds het starten van de motor
weer
*
• “Total Time” (totale tijd): Geeft de verstre-ken tijd sinds het starten van de motor
weer
*
*
: Deze items worden telkens wanneer de motor wordt uitgeschakeld gereset.
 “Total” (totaal)
• “Average Speed” (gemiddelde rijsnel-
heid): Geeft de gemiddelde rijsnelheid
sinds het resetten van de weergave weer
*
• “Distance” (afstand): Geeft de afgelegde afstand sinds het resetten van het display
weer
*
• “Total Time” (totale tijd): Geeft de verstre-
ken tijd sinds het resetten van het display
weer
*
*
: Geef om te resetten het gewenste item weer en houd van de bedie-
ningstoetsen van het instrumentenpaneel
ingedrukt.
■Instellingen voor de weergave van
het instrumentenpaneel die u kunt
wijzigen
 Instellen van de klok (auto's zonder
navigatie-/mult imediasysteem)
→Blz. 92
 Ta a l
Hiermee kan de weergegeven taal worden
gewijzigd.
Eenheden
Hiermee kunnen de weergegeven meeteen-
heden worden gewijzigd.
ECO-controlelampje (indien aanwe-
zig)
Hiermee kunt u het ECO-controlelampje in-
en uitschakelen.

• Weergave brandstofverbruik
Hiermee kunt u de weergave van het gemid-
delde brandstofverbruik sinds starten/sinds
resetten/sinds t anken wijzigen. ( →Blz. 101)
 (indien aanwezig)
Hiermee kunt u het audiosysteemgekop-
pelde display wel of niet laten weergeven.

Hiermee kunt u de weergegeven inhoud van
het volgende wijzigen:
• Type rij-informatie
Hiermee kunt u de weergave van het rij-
informatietype wijzigen na starten/na reset-
ten.
• Rij-informatie-items
Hiermee kunt u het eerste en tweede item
van de weergave van de rij-informatie instel-
len op een van de volgende onderwerpen:
gemiddelde rijsnelheid/afstand/verstreken
tijd.
Weergave voertuiginformatieWeergave instellingen
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 103 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 107 of 568

107
2
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■Wijzigen van de instellingen van
het head-up display
Houd van de bedieningstoetsen
van het instrumentenpaneel ingedrukt
om de volgende instellingen te wijzigen:
 Helderheid en verticale positie van
het head-up display
Hiermee kunnen de helderheid en de verti-
cale positie van het head-up display worden
ingesteld.
Informatie op het display
Hiermee kunt u de weergave wijzigen tussen
de onderwerpen:
• Geen inhoud
• ECO-indicator (indien aanwezig)
• Toerenteller
Hiermee kan de weergave van de
volgende onderwerpen worden in- of
uitgeschakeld:
• Routebegeleiding naar bestemming
(indien aanwezig)
• Weergave ondersteunend systeem (indien aanwezig)
• Kompas (weergave met rijrichting boven) (indien aanwezig)
• Status bediening audiosysteem (indien aanwezig)
 Hoek display
Hiermee kan de hoek van het head-up dis-
play worden ingesteld.
■Inschakelen/uitschakelen van het head-
up display
Als het head-up display is uitgeschakeld, blijft
het uitgeschakeld als het contact UIT en ver-
volgens weer AAN wordt gezet.
■Helderheid display
De helderheid van het head-up display kan
worden ingesteld via op het multi-infor-
matiedisplay. Bovendien wordt de helderheid
automatisch aangepast aan de lichtsterkte
van de omgeving.
■Weergave status ondersteunend
systeem
Hiermee wordt de status van de vol-
gende systemen weergegeven:
 Dynamic Radar Cruise Control
(indien aanwezig) ( →Blz. 212)
 LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) ( →Blz. 202)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
WAARSCHUWING
■Waarschuwing met betrekking tot het
instellen van het head-up display
Als de motor draait tijd ens het wijzigen van
de display-instellingen, dient de auto te
worden geparkeerd op een plaats met vol-
doende ventilatie. In een afgesloten
ruimte, zoals een garage, kunnen uitlaat-
gassen die het schadelijke koolmonoxide
(CO) bevatten, zich ophopen en in de auto
terechtkomen. Dit kan zeer schadelijk zijn
voor de gezondheid.
OPMERKING
■Bij het wijzigen van de instellingen
van het head-up display
Zorg ervoor dat de motor tijdens het instel-
len van het head-up display draait, om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Status ondersteunend
systeem/aan navigatiesysteem
gekoppelde displayzone
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 107 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 108 of 568

108
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
2-1. Instrumentenpaneel
■Aan navigatiesysteem gekop-
pelde displayzone (indien aanwe-
zig)
De volgende gegevens van het naviga-
tiesysteem worden weergegeven:
 Straatnaam
 Routebegeleiding naar bestemming
 Kompas (weergave rijrichting boven)
Pop-updisplays voor de onderstaande
systemen worden indi en nodig weerge-
geven:
■Ondersteunende systemen
Geeft een waarschuwing/melding/tip of
de bedrijfsstatus van een relevant sys-
teem weer.
 PCS (Pre-Crash Safety-systeem)
(indien aanwezig) ( →Blz. 192)
 LTA (Lane Tracing Assist) (indien
aanwezig) ( →Blz. 202)
 PKSB (Parking Support Brake)
(indien aanwezig) ( →Blz. 250)
 Brake Override-systeem
(→Blz. 145)
 Wegrijregeling (indien aanwezig)
(→Blz. 145)
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display. Zie de beschrijving van de
desbetreffende systemen voor meer infor-
matie.
■Icoon
Wordt weergegeven als op het multi-
informatiedisplay een waarschuwings-
melding wordt weergegeven.
(→Blz. 377)
■Waarschuwingsmelding
Sommige waarschuwingsmeldingen
worden indien nodig weergegeven,
overeenkomstig bepaalde voorwaar-
den.
Gedetailleerde inhoud die op het head-up
display wordt weergegeven verschilt moge-
lijk van de weergave op het multi-informatie-
display.
■Status bediening audiosysteem
(indien aanwezig)
Wordt weergegeven wanneer de bedie-
ningstoetsen voor het audiosysteem op
het stuurwiel worden bediend.
■Status handsfree-systeem (indien
aanwezig)
Wordt weergegeven als het handsfree-
systeem wordt bediend.
■Wanneer er een pop-updisplay wordt
weergegeven
Wanneer er een pop-updisplay wordt weer-
gegeven, wordt het actuele display mogelijk
niet langer weergegeven. In dat geval keert
het display terug zodra het pop-updisplay is
verdwenen.
■Toerenteller
Geeft het motortoerental aan in
omwentelingen per minuut.
Pop-updisplay
Weergave toerenteller/
ECO-indicator (indien
aanwezig)/buitentemperatuur
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 108 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 109 of 568

109
2
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
■ECO-indicator (indien aanwezig)ECO-indicator
De mate van milieuvriendelijk rijden
op basis van acceleratie
ECO-zone
Er wordt dezelfde informatie weergegeven
als op het multi-informatiedisplay (ECO-indi-
cator). Zie Blz. 96, 101 voor meer informatie.
■Weergave buitentemperatuur
Weergegeven als het contact AAN
staat of als het controlelampje lage bui-
tentemperatuur knippert.
■Weergave buitentemperatuur
●Wanneer de omgevingstemperatuur onge-
veer 3°C of lager is, gaat het controle-
lampje lage buitentemperatuur gedurende
ongeveer 10 seconden knipperen en dooft
de weergave van de buitentemperatuur. In
dit geval wordt het display opnieuw weer-
gegeven wanneer de buitentemperatuur
ongeveer 5°C of hoger wordt.
●Onder de volgende omstandigheden wordt
mogelijk niet de juiste buitentemperatuur
weergegeven of duurt het langer voordat
de weergave wordt gewijzigd:
• Wanneer de auto stilstaat of met lage snel- heid rijdt (lager dan 25 km/h)
• Wanneer de buitentemperatuur plotseling verandert (bijvoorbeeld bij het in- of uitrij-
den van een garage of tunnel)
●Wanneer -- of E wordt weergegeven, zit er
mogelijk een storing in het systeem. Laat
de auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en
uitgeruste deskundige.
*: Indien aanwezig
■Ritinformatie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm
“Menu”.
Als een ander scherm dan “Ritinformatie”
wordt weergegeven, selecteert u “Ritinfor-
matie”.
Het brandstofverbruik gedurende de
laatste 15 minuten
Actueel brandstofverbruik
Resetten van de verbruiksgegevens
De gemiddelde rijsnelheid sinds het
starten van de motor.
De verstreken tijd sinds het starten
van de motor.
Informatie over
brandstofverbruik*
De informatie ov er het brandstof-
verbruik kan worden weergegeven
op het scherm van het audiosys-
teem.
Ve rb r u i k
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 109 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 113 of 568

113
3
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
●Houd, om de levensduur van de batterij
niet nodeloos te bekorten, de elektronische
sleutel op een afstand van minimaal 1 m
van de volgende elektrische apparaten
met een magnetisch veld:
• Televisietoestellen
• Computers
• Mobiele telefoons, draadloze telefoons en batterijladers
• Oplaadapparatuur voor draadloze en mobiele telefoons
• Tafellampen
• Inductiekookplaten
●Als de elektronische sleutel zich langer
dan noodzakelijk is in de buurt van de auto
bevindt, kan, zelfs als het Smart entry-sys-
teem met startknop niet bediend wordt, de
sleutelbatterij sneller dan normaal ontladen
raken.
■Batterij vervangen
→ Blz. 345
■Als “A New Key has been Registered
Contact Your Dealer for Details” (Er is
een nieuwe sleutel geregistreerd. Neem
voor meer informatie contact op met uw
dealer) wordt weergegeven op het
multi-informatiedisplay (auto's met
Smart entry-systeem en startknop)
Deze melding wordt weergegeven elke keer
dat het bestuurdersportier wordt geopend als
de portieren van buitenaf worden ontgren-
deld gedurende ongeveer 10 dagen nadat er
een nieuwe elektronische sleutel is geregis-
treerd.
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige als de melding wordt weergege-
ven, maar u geen nieuwe elektronische sleu-
tel hebt geregistreerd, om te controleren of er
een onbekende elektronische sleutel (anders
dan de sleutels die u in uw bezit hebt) is
geregistreerd.
■Als een verkeerde sleutel wordt
gebruikt
De slotcilinder zal vrij kunnen draaien.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de
sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet
bloot aan sterke schokken en buig ze
niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan
hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en
reinig ze niet in een ultrasoon reini-
gingsbad of iets dergelijks.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Bevestig geen metalen of
magnetische voorwerpen aan de sleu-
tels en houd de sleutels uit de buurt van
dergelijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Bevestig geen stickers en dergelijke op
de sleutel.
●Auto's met Smart entry-systeem en
startknop: Houd de sleutels uit de buurt
van apparaten die magnetische velden
opwekken (bijvoorbeeld televisietoestel-
len, audiosystemen, inductiekookplaten
en medische apparatuur zoals laagfre-
quente therapeutische apparatuur).
■De elektronische sleutel bij u dragen
(auto's met Smart entry-systeem en
startknop)
Houd de elektronische sleutel altijd ten
minste 10 cm uit de buurt van ingescha-
kelde elektrische apparaten. Radiogolven
die worden uitgezonden door elektrische
apparaten die zich minder dan 10 cm van
de elektronische sleutel vandaan bevin-
den, kunnen de correcte werking van de
sleutel hinderen.
■Wat te doen bij een storing in het
Smart entry-systeem met startknop
of bij andere problemen met betrek-
king tot de sleutels (auto's met Smart
entry-systeem en startknop)
→ Blz. 399
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 113 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 125 of 568

125
3
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
●Als u de elektronische sleutel bij u draagt
samen met de volgende apparaten die
radiogolven uitzenden
• De elektronische sleutel of een afstands- bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de
buurt van een batterijlader of elektronische
apparaten wordt gehouden
●Wanneer de auto op een parkeerplaats
voor betaald parkeren staat waar radiogol-
ven worden verzonden
Vergrendel/ontgrendel de portieren op een
van de volgende manieren als de portieren
niet vergrendeld/ontgrendeld kunnen worden
met het Smart entry-systeem met startknop:
●Houd de elektronische sleutel dicht bij een
van de voorportiergrepen en activeer de
instapfunctie.
●Bedien de afstandsbediening.
Gebruik de mechanische sleutel als de por-
tieren niet kunnen worden vergrendeld/ont-
grendeld met de bovenstaande methoden.
( → Blz. 400)
Raadpleeg Blz. 400 als de motor niet kan
worden gestart met het Smart entry-systeem
met startknop.
■Aanwijzing voor de instapfunctie
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het
systeem in de volgende gevallen mogelijk
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, de bagageafdekking of de vloer, of
in een portiervak of het dashboardkastje
als de motor wordt gestart of de stand van
de startknop wordt gewijzigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van de ontvangst van de
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten
de auto bevindt en kunnen de portieren
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde,
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisch e sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de
portieren door een willekeurige persoon
worden vergrendeld en ontgrendeld. De
auto kan echter alleen worden ontgrendeld
via de portieren die de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronische sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan de motor mogelijk
gestart worden als de elektronische sleutel
zich in de buurt van de ruit bevindt.
●Als de sleutel zich binnen het ontvangstge-
bied bevindt en er een grote hoeveelheid
water op de portiergreep terechtkomt (bij-
voorbeeld tijdens een zware regenbui of
het wassen van de auto), kunnen de por-
tieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
(Als de portieren niet worden geopend en
gesloten, worden deze na ongeveer 30
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt
om de portieren te vergrendelen terwijl de
elektronische sleutel zich in de nabijheid
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendel- of ontgrendel-
sensor aanraakt terwijl u handschoenen
draagt, worden de portieren mogelijk niet
vergrendeld of ontgrendeld.
●Wanneer de vergrendelactie is uitgevoerd
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden
geen identificatiesignalen gegeven.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 125 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 158 of 568

158
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-2. Rijprocedures
4-2.Rijprocedures
1Controleer of de parkeerrem is
geactiveerd.
2 Controleer of de selectiehendel in
stand P (Multidrive CVT) of de neu-
traalstand (handgeschakelde trans-
missie) staat.
3 Trap het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) stevig in.
4 Zet het contact in stand START om
de motor te starten.
■Als de motor niet aanslaat
De startblokkering is mogelijk niet uitgescha-
keld. ( →Blz. 76) Neem contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Wanneer het stuurslot niet kan worden
ontgrendeld
Soms kan de sleutel bij het starten moeilijk
vanuit UIT worden gedraaid. Draai het stuur-
wiel enigszins naar links of naar rechts om
het stuurslot te ontgrendelen.
1 UIT (stand LOCK)
Het stuurwiel is geblokkeerd en de sleutel
kan worden verwijderd. (Auto's met Mul-
tidrive CVT: de sleutel kan alleen worden
verwijderd als de selectiehendel in stand P
staat.)
2ACC (stand ACC)
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
Contactslot (auto's zonder
Smar t entr y-systeem en
startknop)
Starten van de motor
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuur-
dersstoel zit. Trap het gaspedaal nooit in
tijdens het starten. Als u dat wel doet, kan
dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig
letsel kan ontstaan.
OPMERKING
■Bij het starten van de motor
●Laat de startmotor niet langer dan 30
seconden onafgebroken werken.
Anders kunnen de startmotor en de
bedrading oververhit raken.
●Jaag een nog koude motor nooit op toe-
ren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of
vaak afslaat, laat uw auto dan onmiddel-
lijk controleren door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
Veranderen van de standen
van het contact
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 158 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 162 of 568

162
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-2. Rijprocedures
De stand kan worden gewijzigd door op
de startknop te drukken zonder het
rempedaal (Multidrive CVT) of het kop-
pelingspedaal (handgeschakelde trans-
missie) in te trappen. (De stand
verandert iedere keer dat op de knop
wordt gedrukt.) ACCESSORY (stand ACC)
IGNITION ON (contact AAN)
1 UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen worden
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Auto's met Multidrive CVT: Als de selectie-
hendel in een andere stand dan stand P
staat als de motor uit wordt gezet, gaat
het contact naar stand ACC en niet UIT.
■Auto power off-functie
Multidrive CVT: Als het contact gedurende
meer dan 20 minuten in stand ACC of AAN
staat (zonder dat de motor draait) met de
selectiehendel in stand P, schakelt het sys-
teem het contact automatisch UIT. Deze
functie kan echter niet geheel uitsluiten dat
de accu ontladen kan raken. Laat het contact
niet gedurende langere tijd in stand ACC of
AAN staan zonder dat de motor draait.
WAARSCHUWING
■Uitzetten van de motor in noodgeval-
len
●Als u in noodgevallen de motor tijdens
het rijden af wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 2
seconden ingedrukt of druk hem ten
minste driemaal achter elkaar kort in.
( → Blz. 360)
Bedien de startknop tijdens het rijden
echter uitsluitend in noodgevallen. Door
de motor tijdens het rijden uit te zetten,
verliest u niet de controle over het stuur-
wiel of de remmen, maar werkt de
bekrachtiging van deze systemen niet
meer. Hierdoor zullen het remmen en
sturen veel zwaarder gaan dan nor-
maal. Zet in dat geval de auto aan de
kant zodra dit veilig kan.
●Als de startknop wordt bediend terwijl
de auto rijdt, verschijnt er een waar-
schuwingsmelding op het multi-informa-
tiedisplay en klinkt er een zoemer.
●Auto's met Multidrive CVT: Zet om de
motor opnieuw te starten nadat dit ten
gevolge van een noodsituatie tijdens het
rijden is uitgeschakeld de selectiehen-
del in stand N en druk de startknop in.
●Auto's met handgeschakelde transmis-
sie: Trap om de motor opnieuw te star-
ten nadat dit ten gevolge van een
noodsituatie tijdens het rijden is uitge-
schakeld het koppelingspedaal in en
druk de startknop in.
Wijzigen van de stand van
het contact
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 162 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page 234 of 568

234
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt ingeschakeld of gebruikt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
“Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→ De motor wordt herstart om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Nadat de
motor gedurende een bepaalde periode heeft
gedraaid, wordt het systeem weer geacti-
veerd. (auto's met handgeschakelde trans-
missie)
→ Het systeem wordt ingeschakeld als de
motor draait om de accu voldoende op te
laden. (auto's met Multidrive CVT)
●Wanneer de motor niet weer kan worden
gestart door het Stop & Start-systeem
“Shift to N and Press Clutch to Restart”
*
(schakel naar N en trap koppeling in om
opnieuw te starten)
→ Terwijl de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem, wordt de selectiehen-
del in een andere stand dan de neutraalstand
gezet zonder dat het koppelingspedaal is
ingetrapt.
*: Auto's met handgeschakelde transmissie
■Wanneer er een zoemer klinkt (auto's
met Multidrive CVT)
Als het bestuurdersportier wordt geopend ter-
wijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de selectiehendel in D
staat, klinkt er een zoemer en gaat het con-
trolelampje Stop & Start knipperen. Sluit het
bestuurdersportier om de zoemer te stoppen.
■Beveiligingsfunctie van het Stop &
Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog
staat, wordt het geluid van het audiosys-
teem mogelijk plotseli ng uitgeschakeld om
het stroomverbruik te beperken. Stel het
volume van het audiosysteem op een
gematigd niveau in om te voorkomen dat
het audiosysteem wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitgescha-
keld, het contact UIT, wacht gedurende ten
minste 3 seconden en zet vervolgens het
contact in stand ACC of AAN om het
audiosysteem weer in te schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit
gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het
audiosysteem normaal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
→ Blz. 403
■Als het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem continu knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Stop & Start System Malfunction
Visit Your Dealer” (storing Stop & Start-
systeem, ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 234 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 next >