YAMAHA CYGNUS 125 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-5
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
1000 km (600 mi) op nul wordt terug-
gesteld, is de interval voor periodieke
olieverversing daarna steeds om de
3000 km (1800 mi).

Als de olieverversingskilometerteller
“-----” weergeeft, laat dan een Yama-
ha dealer het multifunctioneel display
nakijken, aangezien dit defect kan
zijn.
Klok
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SELECT”-toets en de
“RESET”-toets tegelijkertijd minstens
twee seconden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knip-
peren, drukt u op de “SELECT”-toets
om de uren in te stellen.
3. Druk op de toets “RESET”: het eerste
cijfer van de minutenaanduiding be-
gint te knipperen.
4. Druk op de toets “SELECT” om het
eerste cijfer van de minutenaandui-
ding in te stellen.
5. Druk op de toets “RESET”: het twee-
de cijfer van de minutenaanduiding
begint te knipperen.
6. Druk op de toets “SELECT” om het
tweede cijfer van de minutenaandui-
ding in te stellen.
7. Druk op de “RESET”-toets en laat deze dan los om de klok te starten.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofni-
veaumeter verdwijnen richting “E” (leeg)
naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als “
” begint te knipperen, dient u
zo snel mogelijk te gaan tanken. Wanneer
de sleutel naar “ON” wordt gedraaid, gaan
eerst alle displaysegmenten kort branden
en wordt daarna het huidige brandstofni-
veau weergegeven.
DAU12349
StuurschakelaarsLinksZAUM00**
3 1
2
1. Dimlichtschakelaar “%/&”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
3. Claxonschakelaar “*”RechtsZAUM00**
1
1. Startknop “,”
4P9-F819D-D5_CS.indd 3-54P9-F819D-D5_CS.indd 3-5
2011/08/22 13:48:292011/08/22 13:48:29
Process BlackProcess Black

Page 22 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-6
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAU12400
Dimlichtschakelaar “&/%”
Zet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
Druk deze schakelaar naar “6” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “4” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand.
Om de richtingaanwijzers uit te schakelen
wordt de schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “*”
Claxonschakelaar
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAU12721
Startknop “,”
Druk met de zijstandaard omhoog op
deze knop terwijl u de voor- of achterrem
bekrachtigt om de motor te starten met
de startmotor. Zie pagina 5-1 voor startin-
structies voordat u de motor start.
DAU12900
VoorremhendelZAUM00**
1
1. VoorremhendelDe voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
DAU12950
AchterremhendelZAUM00**
1
1. AchterremhendelDe achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de achterrem te bekrach-
tigen.
4P9-F819D-D5_CS.indd 3-64P9-F819D-D5_CS.indd 3-6
2011/08/22 13:48:292011/08/22 13:48:29
Process BlackProcess Black

Page 23 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-7
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGENDAU13074
TankdopOpenen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.ZAUM00**
1
1. Slotplaatje tankdopSluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de
sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan
de sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-
deld is.
DWA11091
WAARSCHUWING
Na het tanken moet de tankdop goed
worden aangedraaid. Door brandstof-
lekkage ontstaat brandgevaar.
DAU13221
BrandstofZAUM00**
1
2
1. Vulpijp brandstoftank
2. BrandstofniveauControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
DWA10881
WAARSCHUWING
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens
het tanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
4P9-F819D-D5_CS.indd 3-74P9-F819D-D5_CS.indd 3-7
2011/08/22 13:48:292011/08/22 13:48:29
Process BlackProcess Black

Page 24 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-8
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vul-
hals heeft bereikt. Omdat brandstof
uitzet als deze warm wordt, kan
de warmte van de motor of de zon
ervoor zorgen dat brandstof uit de
brandstoftank stroomt.
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af.
LET OP:
Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aan-
gezien de brandstof de gelakte op-
pervlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10071]
4. Draai de tankdop stevig vast.
DWA15151
WAARSCHUWING
Benzine is giftig en kan letsel of over-
lijden veroorzaken. Spring zorgvuldig
om met benzine. Probeer nooit om ben-
zine via de mond over te hevelen. Roep
onmiddellijk medische hulp in nadat u
benzine heeft ingeslikt, veel benzine-
damp heeft ingeademd of benzine in uw
ogen heeft gekregen. Als benzine op
uw huid terechtkomt, was deze dan af
met water en zeep. Als u benzine op uw
kleding morst, trek dan andere kleding
aan.
DAU33520
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOOD-
VRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
7.4 L (1.96 US gal) (1.63 Imp.gal)
DCA11400
LET OPGebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
4P9-F819D-D5_CS.indd 3-84P9-F819D-D5_CS.indd 3-8
2011/08/22 13:48:292011/08/22 13:48:29
Process BlackProcess Black

Page 25 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-9
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGENDAU13445
UitlaatkatalysatorenDit voertuig is uitgerust met uitlaatkataly-
satoren in het uitlaatsysteem.
DWA10862
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:● Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.● Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.● Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.● Laat de motor niet langer dan en-
kele minuten stationair draaien.
Lang stationair draaien kan leiden
tot oververhitting.
DCA10701
LET OPGebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Bij gebruik van loodhoudende benzine
zal onherstelbare schade worden toe-
gebracht aan de uitlaatkatalysator.
DAU13680
KickstarterZAUM00**
1
1. KickstarterKlap om de motor te starten het kick-
startpedaal uit, beweeg dit met uw voet
iets naar beneden totdat de tandwielen
aangrijpen en trap het pedaal dan soepel
maar krachtig omlaag.
4P9-F819D-D5_CS.indd 3-94P9-F819D-D5_CS.indd 3-9
2011/08/22 13:48:292011/08/22 13:48:29
Process BlackProcess Black

Page 26 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-10
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAUT1503
ZadelOpenen van het zadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en
draai deze dan linksom naar de eer-
ste stand “OPEN”. Als het contactslot
in de stand “LOCK” staat, moet de
sleutel linksom naar de tweede stand
“OPEN” worden gedraaid.ZAUM00**OPMERKINGDruk de sleutel bij het draaien van “OFF”
naar “OPEN” of van “LOCK” naar “OPEN”
niet naar binnen.
3. Klap het zadel omhoog.
Sluiten van het zadel
1. Klap het zadel omlaag en druk dan
aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contactslot
als de scooter onbeheerd wordt ach-
tergelaten.OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAUT1713
OpbergcompartimentenOpbergcompartiment voorzijdeZAUM00**
1
1. Opbergcompartiment voorzijde
DWA11191
WAARSCHUWING
● Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 1.5 kg (3.3 lb) voor het
voorste opbergcompartiment niet.● Overschrijd het maximumgewicht
van 157 kg (346 lb) voor het voer-
tuig niet.
4P9-F819D-D5_CS.indd 3-104P9-F819D-D5_CS.indd 3-10
2011/08/22 13:48:292011/08/22 13:48:29
Process BlackProcess Black

Page 27 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-11
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Achterste opbergcompartimentZAUM00**
1
1. Achterste opbergcompartimentHet achterste opbergcompartiment bevindt
zich onder het zadel. (Zie pagina 3-10.)
DCAT1031
LET OPLet op het volgende bij het gebruik van
het opbergcompartiment.● Het opbergcompartiment wordt
warm bij blootstelling aan zon en/
of warmte van de motor, dus be-
waar er geen etenswaren of voor-
werpen in die slecht tegen warmte
kunnen of die ontvlambaar zijn.● Stop natte voorwerpen in een plas-
tic zak alvorens deze in het op-
bergcompartiment mee te nemen
om te voorkomen dat het vocht
zich door het opbergcompartiment
verspreidt.
● Het opbergcompartiment kan nat
worden als de scooter wordt gerei-
nigd, dus stop voorwerpen die u
wilt meenemen ter bescherming in
een plastic zak.● Bewaar geen waardevolle of breek-
bare voorwerpen in het opberg-
compartiment.
DWAT1051
WAARSCHUWING
● Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 5 kg (11 lb) voor het ach-
terste opbergcompartiment niet.● Overschrijd het maximumgewicht
van 157 kg (346 lb) voor het voer-
tuig niet.
DAU15305
ZijstandaardZAUM00**
1
1. ZijstandaardDe zijstandaard bevindt zich aan de lin-
kerzijde van het frame. Trek of druk de zij-
standaard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de
zijstandaard maakt deel uit van het starts-
persysteem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
DWA10241
WAARSCHUWING
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
4P9-F819D-D5_CS.indd 3-114P9-F819D-D5_CS.indd 3-11
2011/08/22 13:48:302011/08/22 13:48:30
Process BlackProcess Black

Page 28 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
3-12
DAU1044E
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGENof niet behoorlijk kan worden opge-
trokken (of niet omhoog blijft), anders
kan de zijstandaard de grond raken en
zo de bestuurder afleiden, waardoor
de machine mogelijk onbestuurbaar
wordt. Het Yamaha startspersysteem is
ontworpen om de bestuurder te helpen
bij zijn verantwoordelijkheid de zijstan-
daard op te trekken alvorens weg te
rijden. Controleer dit systeem daarom
regelmatig en laat het repareren door
een Yamaha dealer als de werking niet
naar behoren is.
DAUT1095
StartspersysteemControleer de werking van de sperschake-
laar van de zijstandaard als volgt.Draai de sleutel naar aan.
Trek de zijstandaard op.Druk de startknop in terwijl een der
remhendels is aangetrokken. De motor
start.
Duw de zijstandaard omlaag.Als de motor afslaat:
De sperschakelaar voor de
zijstandaard is in orde.
WAARSCHUWING
● Bij deze inspectie moet de machi-
ne op de middenbok worden gezet.● Als zich een storing voordoet,
vraag dan alvorens te gaan rijden
een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
4P9-F819D-D5_CS.indd 3-124P9-F819D-D5_CS.indd 3-12
2011/08/22 13:48:302011/08/22 13:48:30
Process BlackProcess Black

Page 29 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
4-1
DAU15582
VOOR UW VEILIGHEID - CONTROLES VOOR HET RIJDEN
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en pro-
cedures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
DWA11151
WAARSCHUWING
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als
u een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de
machine dan nazien door een Yamaha dealer.
DAU15582
VOOR UW VEILIGHEID - CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4P9-F819D-D5_CS.indd 4-14P9-F819D-D5_CS.indd 4-1
2011/08/22 13:48:302011/08/22 13:48:30
Process BlackProcess Black

Page 30 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
4-2
DAU15582
VOOR UW VEILIGHEID - CONTROLES VOOR HET RIJDENControleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Brandstof• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofl eiding op lekkage.3-7
Motorolie• Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage.6-10
Versnellingsbakolie• Controleer de machine op olielekkage. 6-12
Voorrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-18~6-20
Achterrem• Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.6-18, 6-19
Gasgreep• Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te
stellen en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-15, 6-21
Wielen en banden• Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profi eldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.6-16, 6-17
Remhendels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-21
4P9-F819D-D5_CS.indd 4-24P9-F819D-D5_CS.indd 4-2
2011/08/22 13:48:302011/08/22 13:48:30
Process BlackProcess Black

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 80 next >