YAMAHA CYGNUS 125 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-16
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAUT2142
BandenLet ten aanzien van de voorgeschreven
banden op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking
van uw voertuig.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit
worden gecontroleerd en indien nodig wor-
den bijgesteld.
DWA10503
WAARSCHUWING
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk
ernstig letsel of overlijden tot gevolg.● De bandspanning moet worden
gecontroleerd en afgesteld terwijl
de banden koud zijn (wanneer de
temperatuur van de banden gelijk
is aan de omgevingstemperatuur).● De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en
het totale gewicht van rijder, pas-
sagier, bagage en accessoires dat
voor dit model is vastgesteld.
Bandenspanning (gemeten op kou-
de banden):
Tot 90 kg (198 lb):
Voor:
175 kPa (1.75 kgf/cm
2, 25 psi)
Achter:
200 kPa (2.00 kgf/cm2, 29 psi)
90 kg (198 lb) - maximale:
Voor:
200 kPa (2.00 kgf/cm2, 29 psi)
Achter:
225 kPa (2.25 kgf/cm2, 33 psi)
Maximale belasting*:
157 kg (346 lb)
*Totaal gewicht van bestuurder,
passagier, bagage en accessoires
DWA10511
WAARSCHUWING
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van bandenZAUM00**
1
2
1. Bandprofi eldiepte
2. Wang van bandVoor elke rit moeten de banden worden
gecontroleerd. Als de bandprofieldiepte
op het midden van de band de vermelde
limiet heeft bereikt, de band spijkers of
stukjes glas bevat of wanneer de wang
van de band scheurtjes vertoont, moet de
band onmiddellijk door een Yamaha dea-
ler worden vervangen.Minimale bandprofieldiepte (voor
en achter):
0.8 mm (0.03 in)OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofi eldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem
4P9-F819D-D5_CS.indd 6-164P9-F819D-D5_CS.indd 6-16
2011/08/22 13:48:312011/08/22 13:48:31
Process BlackProcess Black

Page 52 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-17
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGENaltijd de lokale voorschriften in acht.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless ban-
den.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden voor dit model goed-
gekeurd door Yamaha Motor Co., Ltd.Voorband:
Maat:
110/70-12 47L
Fabrikant/model:
CHENG SHIN/C-922N
Achterband:
Maat:
120/70-12 58L
Fabrikant/model:
CHENG SHIN/C-6007
DWA10470
WAARSCHUWING
● Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstabiliteit, waardoor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.● De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over
de nodige vakkundige kennis en
ervaring beschikt.
DAU21962
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking
van uw voertuig.● Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repa-
reren, hoe klein de reparatie ook is.
Vervang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.● Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren
of kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
4P9-F819D-D5_CS.indd 6-174P9-F819D-D5_CS.indd 6-17
2011/08/22 13:48:312011/08/22 13:48:31
Process BlackProcess Black

Page 53 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-18
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU22170
Vrije slag van achterremhendel
afstellenZAUM00**
1
1. Vrije slag achterremhendelDe vrije slag van de remhendel dient 10 ~
20 mm (0.039 ~ 0.079 in) te bedragen, zo-
als weergegeven. Controleer de vrije slag
van de remhendel regelmatig en stel deze
indien nodig als volgt af.
Draai de stelmoer op de remankerplaat
richting (a) voor meer vrije slag van de
remhendel. Draai de stelmoer richting (b)
voor minder vrije slag van de remhendel.
ZAUM00**
1
(a)(b)
1. Stelmoer
DWA10650
WAARSCHUWING
Vraag een Yamaha dealer de afstelling
te doen als de juiste afstelling niet haal-
baar is volgens de beschreven werk-
wijze.
DAU37913
Vrije slag van remhendel contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha
dealer het remsysteem inspecteren.
DWA14211
WAARSCHUWING
Een zacht of sponzig gevoel in de rem-
hendel kan betekenen dat er lucht in
het hydraulisch systeem aanwezig is.
Als er lucht in het hydraulisch systeem
zit, laat dan het systeem door een
Yamaha dealer ontluchten voordat de
machine wordt gebruikt. Lucht in het
hydraulisch systeem heeft een negatief
effect op de remwerking, waardoor u de
macht over het stuur zou kunnen ver-
liezen met een ongeluk als gevolg.
4P9-F819D-D5_CS.indd 6-184P9-F819D-D5_CS.indd 6-18
2011/08/22 13:48:312011/08/22 13:48:31
Process BlackProcess Black

Page 54 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-19
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU22380
Controleren van voorremblok-
ken en achterremschoenenDe voorremblokken en achterremschoe-
nen moeten worden gecontroleerd op
slijtage volgens de intervalperioden voor-
geschreven in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
DAU22420
Remblokken voorremZAUM00**
1
1. Slijtage-indicatorgroef remblokElk voorremblok heeft een eigen slijtage-
indicatorgroef, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
demonteren. Let op de slijtage-indicator-
groef om de remblokslijtage te controleren.
Wanneer een remblok zover is afgesleten
dat de slijtage-indicatorgroef vrijwel is ver-
dwenen, vraag dan een Yamaha-dealer de
remblokken als set te vervangen.
DAU22540
Remschoenen achterremZAUM00**
2
1
1. Slijtage-indicator
2. SlijtagelimietDe achterrem heeft een slijtage-indicator
zodat de remschoenslijtage kan worden
gecontroleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Bekrachtig de rem en let op
de stand van de slijtage-indicator om de
remschoenslijtage te controleren. Wan-
neer een remschoen zover is afgesleten
dat de slijtage-indicator bij de slijtagelimiet
komt, vraag dan een Yamaha dealer de
remblokken als set te vervangen.
DAU32345
Controleren van remvloeistofni-
veauZAUM00**
1
1. Merkstreep minimumniveauControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
DWA15990
WAARSCHUWING
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan re-
sulteren in verlies van remvermogen.
Neem de volgende voorzorgsmaatrege-
len in acht:● Bij een te laag remvloeistofniveau
4P9-F819D-D5_CS.indd 6-194P9-F819D-D5_CS.indd 6-19
2011/08/22 13:48:312011/08/22 13:48:31
Process BlackProcess Black

Page 55 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-20
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
kan lucht binnendringen in het
remsysteem, waardoor de rem-
prestaties afnemen.
● Reinig de reservoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uit-
sluitend DOT 4 remvloeistof uit
een onaangebroken verpakking.● Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.● Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan
resulteren in een schadelijke che-
mische reactie.● Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water het remvloeistofreser-
voir kan binnendringen. Water zal
het kookpunt van de remvloeistof
aanzienlijk verlagen zodat damp-
belvorming kan optreden.
DCA17640
LET OPRemvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-
te remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen. Een laag remvloeistofniveau kan
duiden op versleten remblokken en/of
lekkage in het remsysteem. Controleer
daarom de remblokken op slijtage en het
remsysteem op lekkage. Vraag als het
remvloeistofniveau plotseling sterk is ge-
daald een Yamaha dealer om een inspec-
tie alvorens verder te rijden.
DAU22721
Remvloeistof verversenVraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven onder OPMERKING in
het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. Laat bovendien de oliekeerringen
van de hoofdremcilinder, de remklauwen
en de remslang vervangen volgens de in-
tervalperioden of wanneer ze lekken of zijn
beschadigd.● Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.● Remslang: Vervang elke vier jaar.
4P9-F819D-D5_CS.indd 6-204P9-F819D-D5_CS.indd 6-20
2011/08/22 13:48:312011/08/22 13:48:31
Process BlackProcess Black

Page 56 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-21
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU43641
Smeren van voor- en achterrem-
hendelsZAUM00**ZAUM00**
De scharnierpunten van de voor- en ach-
terremhendels moeten worden gesmeerd
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU23095
Kabels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd
en de kabel en kabeleinden moeten in-
dien nodig worden gesmeerd. Vraag een
Yamaha dealer een kabel te controleren of
te vervangen wanneer deze is beschadigd
of niet soepel beweegt. WAARSCHU-
WING! Schade aan de buitenbehuizing
van kabels kan leiden tot interne roest-
vorming en storing veroorzaken met de
beweging van kabels. Vervang bescha-
digde kabels zo snel mogelijk om on-
veilige omstandigheden te voorkomen.[DWA10711]Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha Chain and Cable Lube of
motorolie
DAU23114
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabelDe werking van de gasgreep hoort voor-
afgaand aan elke rit te worden gecontro-
leerd. Daarnaast moet de kabel door een
Yamaha dealer worden gesmeerd volgens
de intervalperioden vermeld in het perio-
dieke onderhoudsschema.
De gaskabel is voorzien van een rubber
afdekking. Zorg ervoor dat de afdekking
stevig is aangebracht. Zelfs als de afdek-
king correct is aangebracht, is de kabel
niet volledig beschermd tegen binnendrin-
gend water. Let er daarom op dat er geen
water direct op de afdekking of kabel komt
bij het wassen van de machine. Als de ka-
bel of de afdekking vies wordt, wrijf deze
dan schoon met een vochtige doek.
4P9-F819D-D5_CS.indd 6-214P9-F819D-D5_CS.indd 6-21
2011/08/22 13:48:312011/08/22 13:48:31
Process BlackProcess Black

Page 57 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-22
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
Aanbevolen smeermiddelen:
Voorremhendel:
Siliconenvet
Achterremhendel:
Lithiumvet
DAU23213
Middenbok en zijstandaard con-
troleren en smerenZAUM00**De werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnier-
punten en de metaal-op-metaal contact-
vlakken moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
DWA10741
WAARSCHUWING
Als de middenbok of de zijstandaard
niet soepel omhoog en omlaag be-
weegt, vraag dan een Yamaha dealer
deze te controleren of te repareren. Een
slecht functionerende middenbok of
zijstandaard kan het wegdek raken en
u a eiden, waardoor u de controle over
de machine kunt verliezen.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
4P9-F819D-D5_CS.indd 6-224P9-F819D-D5_CS.indd 6-22
2011/08/22 13:48:312011/08/22 13:48:31
Process BlackProcess Black

Page 58 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-23
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
DAU23272
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke on-
dergrond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
ZAUM00**
DCA10590
LET OPAls schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan
een Yamaha dealer te repareren of te
controleren.
DAU45511
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur-
systeem moet als volgt worden gecontro-
leerd volgens de intervalperioden vermeld
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on-
derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
4P9-F819D-D5_CS.indd 6-234P9-F819D-D5_CS.indd 6-23
2011/08/22 13:48:312011/08/22 13:48:31
Process BlackProcess Black

Page 59 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-24
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
ZAUM00**
DAUT1858
AccuZAUM00**
1
1. AccuDit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de
accukabelverbindingen te controleren en,
indien nodig, vast te zetten.OPMERKINGDe accu bevindt zich achter paneel D. (Zie
pagina 6-8.)
DWA10760
WAARSCHUWING
● Elektrolyt is giftig en gevaarlijk
omdat het zwavelzuur bevat, een
stof die ernstige brandwonden ver-
DAU23291
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalpe-
rioden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de
wielnaaf speling vertoont of het wiel niet
soepel draait, vraag dan een Yamaha dea-
ler de wiellagers te controleren.
4P9-F819D-D5_CS.indd 6-244P9-F819D-D5_CS.indd 6-24
2011/08/22 13:48:312011/08/22 13:48:31
Process BlackProcess Black

Page 60 of 80

1
2
3
4
5
6
7
8
9
6-25
DAU1722A
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
oorzaakt. Vermijd contact met de
huid, ogen of kleding en bescherm
uw ogen altijd bij werkzaamheden
nabij accu’s. Voer als volgt EER-
STE HULP uit als er lichamelijk
contact is geweest met elektrolyt.
• UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
• INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
• OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
● Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.● HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S
BUITEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dea-
ler de accu te laden als deze ontladen lijkt
te zijn. Vergeet niet dat de accu sneller
ontladen raakt als de machine is uitgerust
met optionele elektrische accessoires.
DCA16521
LET OPVoor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een
speciale acculader (met constante
spanning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig
langer dan een maand niet wordt
gebruikt, laad hem volledig bij en zet
dan weg op een koele en droge plek.
LET OP:
Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “OFF” en
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand worden
gecontroleerd; laad de accu dan in-
dien nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
LET OP:
Draai voordat
u de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16840]
4. Controleer voor installatie of de ac-
cukabels correct op de accupolen zijn
aangesloten.
DCAT1053
LET OP● Houd de accu steeds opgeladen.
Stallen van een ontladen accu kan
leiden tot permanente accuschade.● Na het installeren van de accu,
dient u het contactslot in interval-
len van 3 seconden drie keer van
“ON” op “OFF” te draaien om het
stationairregelingssysteem te initi-
aliseren.
4P9-F819D-D5_CS.indd 6-254P9-F819D-D5_CS.indd 6-25
2011/08/22 13:48:312011/08/22 13:48:31
Process BlackProcess Black

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 next >