YAMAHA FJR1300A 2006 Instructieboekje (in Dutch)

Page 31 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
DAU13070
Tankdop Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan een
kwartslag rechtsom. Het slot wordt ontgren-
deld en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de sleu-
tel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:De tankdop kan alleen worden gesloten met
de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-deld is.
WAARSCHUWING
DWA11090
Controleer voor u gaat rijden of detankdop correct is afgesloten.
DAU13220
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Steek om te tan-
ken het mondstuk van de pompslang in de
vulopening van de brandstoftank en vul tot
onderaan de vulpijp, zoals getoond in de af-
beelding.
WAARSCHUWING
DWA10880

Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.

Mors geen brandstof op een heetmotorblok.
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
U3P6D0D0.book Page 17 Monday, January 23, 2006 5:26 PM

Page 32 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
LET OP:
DCA10070
Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-len.
DAU13320
LET OP:
DCA11400
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan benzine van een ander merk ofgebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskosten
beperkt.
DAU39450
Tankbeluchtingsslang/overloop
slang Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang.

Controleer de tankbeluchtings-
slang/overloopslang op scheuren of
beschadiging en vervang indien nodig.

Controleer of het uiteinde van de tank-
beluchtingsslang/overloopslang niet
verstopt is en reinig indien nodig. Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOOD-
VRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
25.0 L (6.61 US gal) (5.50 Imp.gal)
Brandstofreserve:
5.5 L (1.45 US gal) (1.21 Imp.gal)
1. Tankbeluchtingsslang/overloopslang
U3P6D0D0.book Page 18 Monday, January 23, 2006 5:26 PM

Page 33 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
3
DAU13441
Uitlaatkatalysator Deze machine is uitgerust met uitlaatkataly-
satoren.
WAARSCHUWING
DWA10860
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Controleer of het uit-
laatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-ren.LET OP:
DCA10700
De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisico’s te voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Bij gebruik van loodhoudende
benzine zal onherstelbare schade
worden toegebracht aan de uitlaat-
katalysator.

Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlamvat.

Laat de motor niet te lang aaneenstationair draaien.
DAU39491
Zadels Duozadel
Verwijderen van het duozadel1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai linksom.
2. Trek de voorzijde van het duozadel
omhoog en trek het zadel naar voren.
Aanbrengen van het duozadel1. Steek de uitsteeksels aan de achterzij-
de van het duozadel in de zadelbeves-
tiging zoals afgebeeld, en druk dan de
voorzijde van het zadel omlaag om het
duozadel te vergrendelen.2. Neem de sleutel uit.
Bestuurderszadel
Verwijderen van het bestuurderszadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Druk de hendel van het bestuurders-
zadel onder de achterzijde van het be-
stuurderszadel naar links zoals
getoond en verwijder dan het zadel.
1. Vergrendeling duozadel
2. Ontgrendelen.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
U3P6D0D0.book Page 19 Monday, January 23, 2006 5:26 PM

Page 34 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
3
Aanbrengen van het bestuurderszadel1. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in de zadel-
bevestiging zoals getoond, en druk
dan de achterzijde van het zadel om-
laag om te vergrendelen.2. Installeer het duozadel.
OPMERKING:
Controleer of de zadels stevig zijn ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.

De hoogte van het bestuurderszadel
kan worden versteld om de rijpositieaan te passen. (Zie pagina 3-20.)
DAU39632
De hoogte van het
bestuurderszadel verstellen Het bestuurderszadel kan in twee verschil-
lende standen worden gezet, al naar gelang
de voorkeur van de bestuurder.
Bij aflevering staat het bestuurderszadel in
de lage stand.
Het bestuurderszadel in de hoge stand
zetten
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-19.)
2. Verwijder de afsteller voor de zadel-
hoogte door deze omhoog te trekken.
1. Vergrendelingshendel bestuurderszadel
2. Bestuurderszadel
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Lage stand
2. Hoge stand
U3P6D0D0.book Page 20 Monday, January 23, 2006 5:26 PM

Page 35 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-21
3
3. Beweeg de afdekking van de houder
van het bestuurderszadel naar de lage
stand zoals getoond.
4. Plaats de afsteller voor de zadelhoog-
te zo dat het merkteken “H” is uitgelijnd
met het referentiemerkteken.5. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in zadelbe-
vestiging B zoals getoond.6. Lijn het uitsteeksel aan de onderzijde
van het bestuurderszadel uit met sleuf
“H” en druk dan zoals getoond de ach-
terzijde van het zadel omlaag om te
vergrendelen.
7. Installeer het duozadel.
Het bestuurderszadel in de lage stand
zetten
1. Verwijder het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-19.)
2. Verwijder de afsteller voor de zadel-
hoogte door deze omhoog te trekken.
3. Beweeg de afdekking van de houder
van het bestuurderszadel naar de
hoge stand.
4. Plaats de afsteller voor de zadelhoog-
te zo dat het merkteken “L” is uitgelijnd
met het referentiemerkteken.1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
1. Afdekpaneel zadelbevestiging
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
2. Merkteken “H”
3. Referentiemerkteken
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging B (voor hoge stand)
3. Afdekpaneel zadelbevestiging
1. Sleuf “H”
U3P6D0D0.book Page 21 Monday, January 23, 2006 5:26 PM

Page 36 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-22
3
5. Steek het uitsteeksel aan de voorzijde
van het bestuurderszadel in zadelbe-
vestiging A zoals getoond.6. Lijn het uitsteeksel aan de onderzijde
van het bestuurderszadel uit met sleuf
“L” en druk dan zoals getoond de ach-
terzijde van het zadel omlaag om te
vergrendelen.
7. Installeer het duozadel.
OPMERKIN
G:
Controleer of de zadels stevig zijn vergren-deld alvorens te gaan rijden.
DAU39471
Opbergcompartimenten Dit model is voorzien van twee opbergcom-
partimenten.
Opbergcompartiment A
Opbergcompartiment A bevindt zich onder
het bestuurderszadel. (Zie pagina 3-19.)
Als de handleiding of andere documentatie
in het opbergcompartiment wordt opgebor-
gen, doe deze dan in een plastic zak om nat
worden te voorkomen. Zorg bij het wassen
van de motorfiets dat geen water het op-
bergcompartiment kan binnendringen.
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
2. Merkteken “L”
3. Referentiemerkteken
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging A (voor lage stand)
3. Afdekpaneel zadelbevestiging
1. Sleuf “L”
1. Opbergcompartiment A
U3P6D0D0.book Page 22 Monday, January 23, 2006 5:26 PM

Page 37 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-23
3
Opbergcompartiment B
Opbergcompartiment B bevindt zich onder
het duozadel. (Zie pagina 3-19.)
Dit opbergcompartiment is bedoeld voor het
opbergen van een origineel Yamaha U-slot.
(Andere typen sloten passen mogelijk niet.)
Bij het opbergen van een U-slot in het op-
bergcompartiment moet dit stevig met de
riemen worden bevestigd. Als het U-slot
niet in het opbergcompartiment is opgebor-
gen, maak dan de riemen vast om deze niet
te verliezen.
WAARSCHUWING
DWA14420

Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 1 kg (2 lb) voor opberg-
compartiment A niet.

Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3 kg (7 lb) voor opberg-
compartiment B niet.

Overschrijd het maximumgewicht
van 212 kg (467 lb) voor het voertuigniet.
DAU39480
Accessoirebox De accessoirebox bevindt zich naast het in-
strumentenpaneel.
Om de accessoirebox te openen
1. Steek de sleutel in het contactslot en
draai deze naar “ON”.
2. Druk op de knop van de accessoire-
box en open dan het deksel.
3. Draai de sleutel naar “OFF” om de
accu te sparen.
Om de accessoirebox te sluiten
1. Klap het deksel van de accessoirebox
omlaag.
2. Neem de sleutel uit.
1. Opbergcompartiment B
2. Yamaha U-slot (optie)
1. Accessoirebox
2. Knop accessoirebox
U3P6D0D0.book Page 23 Monday, January 23, 2006 5:26 PM

Page 38 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-24
3
LET OP:
DCA11800
Plaats geen hittegevoelige voorwerpen
in de accessoirebox. De accessoirebox
kan zeer heet worden, vooral wanneerde motor draait of warm is.
WAARSCHUWING
DWA11421

Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 0.3 kg (0.66 lb) voor de ac-
cessoirebox niet.

Overschrijd het maximumgewicht
van 212 kg (467 lb) voor het voertuigniet.
DAU39610
Aanpassen van de
koplamphoogte De koplamp is voorzien van afstelknoppen
voor het hoger of lager richten van de licht-
bundels. Het aanpassen van de koplamp-
hoogte kan nodig zijn om het zicht te
verbeteren en om te voorkomen dat tegen-
liggers worden verblind wanneer het voer-
tuig zwaarder of minder zwaar beladen is
dan gebruikelijk. Houd u bij het afstellen van
de koplampen aan de plaatselijke wet- en
regelgeving.
Draai de knoppen in richting (a) om de kop-
lampen hoger te zetten. Draai de knoppen
in richting (b) om de koplampen lager te zet-
ten.
DAU39641
Stand van het stuur Het stuur kan in drie verschillende standen
worden gezet, al naar gelang de voorkeur
van de bestuurder. Laat de stand van het
stuur aanpassen bij een Yamaha-dealer.
1. Knop koplamphoogteverstelling
1. Stuur
U3P6D0D0.book Page 24 Monday, January 23, 2006 5:26 PM

Page 39 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-25
3
DAU39621
Openen en sluiten van de
stroomlijnpanelen De stroomlijnpanelen kunnen 30 mm (1.18
in) worden opengezet voor extra ventilatie
al naar gelang de rijomstandigheden.
Een stroomlijnpaneel openzetten
1. Verwijder de snelsluitschroeven.2. Trek het stroomlijnpaneel in de geo-
pende stand en breng de snelsluit-
schroeven weer aan.
Een stroomlijnpaneel sluiten
1. Verwijder de snelsluitschroeven.2. Druk het stroomlijnpaneel in de geslo-
ten stand en breng de snelsluitschroe-
ven weer aan.
OPMERKING:Controleer voordat u gaat rijden of destroomlijnpanelen goed vastzitten.
1. Gesloten stand
2. Geopende stand
3. Stroomlijnpaneel
1. Snelsluitschroef
1. Geopende stand
1. Snelsluitschroef
1. Gesloten stand
U3P6D0D0.book Page 25 Monday, January 23, 2006 5:26 PM

Page 40 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-26
3
DAU39671
Achteruitkijkspiegels De achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren worden
ingeklapt om het parkeren in smalle ruimten
te vergemakkelijken. Klap de spiegels terug
in hun oorspronkelijke stand voordat u gaat
rijden.
WAARSCHUWING
DWA14371
Vergeet niet de achteruitkijkspiegels in
hun oorspronkelijk stand terug te klap-pen alvorens weg te rijden.
DAU14731
Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor veervoorspanning, stelknoppen voor
uitveerdemping en stelschroeven voor in-
veerdemping.
WAARSCHUWING
DWA10180
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
OPMERKING:Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de vork-plug.
1. Rijstand
2. Parkeerstand
1. Stelbout veervoorspanning
1. Huidige instelling
2. VorkplugAfstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
6
Standaard:
4
Maximum (hard):
1
U3P6D0D0.book Page 26 Monday, January 23, 2006 5:26 PM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 110 next >