YAMAHA FJR1300AE 2014 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
6
6*Luchtinlaatsysteem • Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op
beschadiging.
• Vervang beschadigde onderde- len indien nodig. √√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U2PDD0D0.book Page 4 Monday, July 15, 2013 3:21 PM

Page 72 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
6
DAU1770G
Algemeen smeer- en on derhou dsschemaNR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 Luchtfilterelement • Reinigen.
√√
• Vervangen. √√
2 *Koppelin g • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√
3 *Voorrem • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
4 *Achterrem • Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage. √√√√√√
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5 *Remslan gen • Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
• Zorg voor een correcte plaatsing van slang(en) en klem(men). √√√√√
• Vervangen. Elke 4 jaar
6 *Remvloeistof • Vervangen. Elke 2 jaar
7 *Wielen • Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen. √√√√
U2PDD0D0.book Page 5 Monday, July 15, 2013 3:21 PM

Page 73 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
8*Ban den • Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
• Vervang indien nodig.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. √√√√√
9 *Wiella gers • Controleer op speling of bescha-
digingen. √√√√
10 *Achter bru g • Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling. √√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
11 *Balhoof dla gers • Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid. √√√√√
• Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
12 *Frame
bevesti gin-
g en • Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet. √√√√√
13 Scharnieras van
remhen
del • Smeren met siliconenvet.
√√√√√
14 Scharnieras van
rempe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
15 Scharnieras van
koppelin
gshen del • Smeren met siliconenvet.
√√√√√
16 Scharnieras van
schakelpe
daal • Smeren met lithiumvet.
√√√√√
17 Zijstan
daar d, mi d-
d en bok • Controleer de werking.
• Smeren met lithiumvet.
√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km

(

600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U2PDD0D0.book Page 6 Monday, July 15, 2013 3:21 PM

Page 74 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
6
18*Zijstan
daar dscha-
kelaar • Controleer de werking.
√√√√√√
19 *Voorvork • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
20 *Schok demperunit • Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage. √√√√
21 *Relaisarm achter-
wielophan
gin g en
scharnierpunten
ver bin din gsarm • Controleer de werking.
√√√√
• Smeren met lithiumvet. √√
22 Motorolie • Verversen.
• Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge. √√√√√√
23 Oliefilterpatroon • Vervangen. √√√
24 *Koelsysteem • Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage. √√√√√
• Vervang koelvloeistof. Elke 3 jaar
25 Car danolie • Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge.
• Verversen. √√√√√
26 *Voor- en achterrem-
schakelaar • Controleer de werking.
√√√√√√
27 Bewe
gen de delen
en ka bels •Smeren.
√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)U2PDD0D0.book Page 7 Monday, July 15, 2013 3:21 PM

Page 75 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
6
DAU55251
OPMERKINGHet luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
 Onderhoud aan hydraulisch rem- en koppelingssysteem
• Controleer regelmatig het rem- en koppelingsvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
• Vervang de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en remklauwen en van de koppelingshoofdcilinder en -werkcilinder
na elke twee jaar en ververs dan ook de rem- en de koppelingsvloeistof.
• Vervang de rem- en koppelingsslangen na elke vier jaar of als ze zijn gescheurd of beschadigd.28 *Gas greep • Controleer de werking.
• Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien no-
dig af.
• Smeer de kabel en het kabelhuis. √√√√√
29 *Lampen, richtin
g-
aanwijzers en scha-
kelaars • Controleer de werking.
• Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDERHOUDS-
BEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U2PDD0D0.book Page 8 Monday, July 15, 2013 3:21 PM

Page 76 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
DAU18772
Panelen verwijderen en aan bren-
g enBij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeel-
de panelen worden verwijderd. Neem deze
paragraaf telkens door om een paneel te
verwijderen of aan te brengen.
DAU54133
Paneel A
Om het paneel te verwijderen1. Verwijder de bouten en de drukclips. 2. Haal de sleuf aan de achterzijde van
het paneel los van het uitsteeksel op
het rechter stroomlijnpaneel.
1. Paneel A
1
1. Paneel B
1. Paneel C
11
1. Paneel A
2. Bout
3. Drukclip
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
1
2
3
12
U2PDD0D0.book Page 9 Monday, July 15, 2013 3:21 PM

Page 77 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
3. Haal de sleuf aan de voorzijde van hetpaneel los van het uitsteeksel op het
voorste stroomlijnpaneel, en verwijder
vervolgens het paneel zoals getoond.
Om het paneel aan te brengen1. Plaats de sleuf aan de voorzijde van het paneel onder het uitsteeksel op
het voorste stroomlijnpaneel, en be-
vestig vervolgens de sleuf aan de ach-
terzijde van het paneel op het
uitsteeksel op het rechter stroomlijn-
paneel zoals getoond.
OPMERKINGZorg ervoor dat de zekeringen afgedekt zijn
en zich aan de binnenzijde van de paneellip
bevinden.
2. Breng de bouten en de drukclips aan.
Panelen B en C
Verwijderen van een paneel1. Verwijder de zadels. (Zie pagina 3-31.)
2. Verwijder de bouten en de snelsluit- schroeven.
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
2
1
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
1. Sleuf
2. Uitsteeksel2
1
1
2
1. Zekering
1
U2PDD0D0.book Page 10 Monday, July 15, 2013 3:21 PM

Page 78 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-11
6
3. Trek de onderzijde van het paneelnaar buiten, trek de voorzijde van het
paneel naar beneden en schuif het pa- neel dan naar voren om het aan de
achterzijde los te maken zoals ge-
toond.
Aanbrengen van een paneel
1. Plaats het paneel in de oorspronkelij- ke positie en breng dan de bouten en
snelsluitschroeven aan. 2. Breng de zadels aan.
1. Paneel B
2. Snelsluitschroef
3. Bout
1. Paneel C
2. Snelsluitschroef
3. Bout
1
2
2
3
3
2
3
1
2 2
2 3
3
1. Paneel B
1. Paneel B
11
U2PDD0D0.book Page 11 Monday, July 15, 2013 3:21 PM

Page 79 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
DAU19653
Controleren van de bou giesBougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
LET OP
DCA10841
Ge
bruik geen gereed schap om de bou-
g ie dop te verwij deren of aan te b rengen,
om de bob ineka bel niet te bescha dig en.
De bou gie dop is mog elijk lastig te ver-
wij deren omd at de ru bber af dichtin g aan
het uitein de stevi g vastzit. Haal de bou-
g ie dop los door hem heen en weer te
d raaien en te gelijkertij d los te trekken;
b ren g d e bou gie dop aan door heen en
weer te d raaien en te gelijkertij d aa n

te
d rukken.
Voo r geschreven bou gie:
NGK/CPR8EA-9
1. Elektrodenafstand
Elektro denafstan d:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie:13 Nm (1.3 m·kgf, 9.4 ft·lbf)
U2PDD0D0.book Page 12 Monday, July 15, 2013 3:21 PM

Page 80 of 118

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
DAU19887
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren1. Zet de machine op de middenbok. Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen en controleer dan het
olieniveau via het kijkglas linksonder in
het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
Om de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van oliefilterpatroon)
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
OPMERKINGSla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.5. Verwijder de oliefilterpatroon met eenoliefiltersleutel.
1. Kijkglas olieniveau
2. Olievuldop
3. Merkstreep maximumniveau
4. Merkstreep minimumniveau
31
4
2
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
12
12
U2PDD0D0.book Page 13 Monday, July 15, 2013 3:21 PM

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 111-120 ... 120 next >