YAMAHA FJR1300AS 2006 Instructieboekje (in Dutch)
Page 71 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-17
6
WAARSCHUWING
DWA10470
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts ef-
fect op de rijstabiliteit, waardoor u
de macht over het stuur zou kunnen
verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-ring beschikt.Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met gietwielen
en tubeless banden met bandventielen.
WAARSCHUWING
DWA10480
De banden op de voor- en achter-
wielen dienen van hetzelfde merk
en dezelfde constructie te zijn, an-
ders is het weggedrag van de motor
mogelijk niet normaal.
Na uitgebreide tests zijn alleen de
hieronder vermelde banden voor dit
model goedgekeurd door Yamaha
Motor Co., Ltd.
Controleer altijd of de ventieldopjes
stevig zijn bevestigd om zo lucht-
lekkage te voorkomen.
Gebruik uitsluitend de hierna ver-
melde bandventielen en luchtven-
tielbuisjes om bij hoge rijsnelheden
een te lage bandspanning te voor-komen.WAARSCHUWING
DWA10600
Deze motorfiets is uitgerust met speciale
banden die geschikt voor zeer hoge rij-
snelheden. Let op het volgende om deze
banden zo effectief mogelijk te kunnen
gebruiken.
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
Voorband:
Maat:
120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model:
METZELER/Roadtec Z6G
BRIDGESTONE/BT020F
Achterband:
Maat:
180/55 ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model:
METZELER/Roadtec Z6C
BRIDGESTONE/BT020R
VOOR en ACHTER:
Bandventiel:
TR412
Luchtventielbuis:
#9100 (origineel)
U2D2DAD0.book Page 17 Wednesday, June 28, 2006 11:31 AM
Page 72 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-18
6
Gebruik bij vervanging uitsluitend
het voorgeschreven type banden.
Bij andere banden is het risico op
een klapband bij zeer hoge rijsnel-
heden niet denkbeeldig.
Gloednieuwe banden bieden op
sommige typen wegdek relatief wei-
nig grip totdat ze zijn “ingereden”.
Het is dan ook verstandig de eerste
100 km (60 mi) nadat een nieuwe
band is aangebracht rustig te blij-
ven rijden en pas daarna de rijsnel-
heid te verhogen.
Voordat met hoge snelheid wordt
gereden moeten de banden zijn op-
gewarmd.
Pas de bandspanning steeds aanvolgens de rijomstandigheden.
DAU21960
Gietwielen Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw motorfiets.
Controleer de velgen voor iedere rit op
scheurtjes, verbuiging of kromtrekken.
Laat ingeval van schade het wiel door
een Yamaha dealer vervangen. Pro-
beer het wiel nooit zelf te repareren,
hoe klein de reparatie ook is. Vervang
een wiel dat vervormd is of haar-
scheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of band
moet het wiel worden uitgebalanceerd.
Een niet uitgebalanceerd wiel zal mo-
gelijk slecht functioneren, of kan een
slechte wegligging en een verkorte le-
vensduur van de banden tot gevolg
hebben.
Rijd niet te snel direct na het verwisse-
len van een band. Het bandoppervlak
dient eerst te zijn ingereden voordat
het zijn optimale eigenschappen ver-
krijgt.
DAU40620
YCC-S-koppeling Dit model heeft een hydraulische koppeling,
zodat het nodig is om voor elke rit het vloei-
stofniveau van de YCC-S-koppeling te con-
troleren en het hydraulisch systeem op
lekkage te controleren. Als de YCC-S-kop-
pelingsplaten versleten raken, verloopt het
schakelen abrupt of gaat de koppeling slip-
pen waardoor de acceleratie vermindert.
Doet één van deze effecten zich voor, laat
dan een Yamaha dealer de YCC-S-koppe-
ling inspecteren.
U2D2DAD0.book Page 18 Wednesday, June 28, 2006 11:31 AM
Page 73 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-19
6
DAU36500
Remlichtschakelaar afstellen De remlichtschakelaar, die wordt geacti-
veerd door het rempedaal, is correct afge-
steld wanneer het remlicht gaat branden
vlak voordat de remwerking intreedt. Laat
de remlichtschakelaar zo nodig door een
Yamaha dealer afstellen.
DAU22390
Controleren van voor- en achter-
remblokken De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22420
Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicatorgroef, zodat het remblok kan worden
gecontroleerd zonder de rem te demonte-
ren. Let op de slijtage-indicatorgroef om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij-
tage-indicatorgroef vrijwel is verdwenen,
vraag dan een Yamaha-dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
DAU22500
Remblokken achterrem
Controleer elk achterremblok op schade en
meet de remvoeringsdikte. Als een remblok
beschadigd is of als de remvoeringsdikte
minder is dan 0.8 mm (0.03 in), vraag dan
een Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1. Remvoeringdikte
U2D2DAD0.book Page 19 Wednesday, June 28, 2006 11:31 AM
Page 74 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
DAU40591
De vloeistofniveaus van rem en
YCC-S-koppeling controleren Voorrem
AchterremYCC-S-koppeling
Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht het
rem- of YCC-S-koppelingsysteem binnen-
dringen, waardoor de werking hiervan mo-
gelijk minder effectief wordt.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat en vul indien nodig bij.
Een laag remvloeistofniveau wijst mogelijk
op verregaande remblokslijtage en/of lekka-
ge in het remsysteem. Als het remvloeistof-
niveau laag is, controleer dan de
remblokken op slijtage en het remsysteem
op lekkage.
OPMERKING:
Het remvloeistofreservoir voor de ach-
terrem bevindt zich achter paneel C.
(Zie pagina 6-6.)
Het vloeistofreservoir voor de YCC-S-
koppeling bevindt zich achter paneelB. (Zie pagina 6-6.)
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht:
Als u het niveau controleert, zorg dan
dat de bovenzijde van de vloeistofre-
servoirs voor rem en YCC-S-koppeling
waterpas zijn.
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven
kwaliteit remvloeistof, anders kunnen
de rubber afdichtingen verslechteren
waardoor lekkage en slechte werking
van rem of YCC-S-koppeling ontstaat.
Vul bij met hetzelfde type remvloeistof.
Vermengen van verschillende typen
remvloeistof kan schadelijke chemi-
sche reacties veroorzaken en de wer-
king van rem of YCC-S-koppeling
verslechteren.
De membranen van de vloeistofreser-
voirs voor rem en YCC-S-koppeling
verliezen hun vorm door de onderdruk
als het vloeistofniveau te ver zakt.
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Voorgeschreven vloeistof voor rem
en YCC-S-koppeling:
DOT 4 remvloeistof
U2D2DAD0.book Page 20 Wednesday, June 28, 2006 11:31 AM
Page 75 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
Breng de membranen terug in hun
oorspronkelijke vorm voordat u ze te-
rugplaatst.
Let erop dat tijdens het bijvullen geen
water of stof terechtkomt in de vloei-
stofreservoirs voor rem en YCC-S-
koppeling. Water zal het kookpunt van
de remvloeistof aanzienlijk verlagen
zodat dampbelvorming kan optreden
en vuil de hydraulisch bediende klep-
pen van de ABS eenheid kan verstop-
pen.
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen aantasten. Veeg gemorste
remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk ver-
der dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling sterk
is gedaald.
DAU40600
De vloeistof voor rem en YCC-S-
koppeling verversen Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
en de YCC-S-koppelingsvloeistof te verver-
sen volgens de intervallen onder OPMER-
KING na het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van hoofdremcilinder en
YCC-S-koppelingshoofdcilinder, de rem-
klauwen en de rem- en YCC-S-koppelings-
slangen vervangen volgens de hierna
vermelde intervallen of wanneer ze lekken
of zijn beschadigd.
Oliekeerringen: Vervang elke twee
jaar.
Rem- en YCC-S-koppelingsslangen:
Vervang elke vier jaar.
DAU23100
Controleren en smeren van ka-
bels De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt.
WAARSCHUWING
DWA10720
Bij schade aan de buitenkabel kan de
goede werking van de kabel worden be-
lemmerd en kan de binnenkabel gaan
roesten. Vervang een beschadigde kabel
zo snel mogelijk om onveilige conditieste voorkomen.Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
U2D2DAD0.book Page 21 Wednesday, June 28, 2006 11:31 AM
Page 76 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
6
DAU23111
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Smeer ook de gaskabel volgens de interval-
tijden gespecificeerd in het periodiek onder-
houdsschema.
DAU23131
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen De werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden gesmeerd.
DAU23152
De remhendel controleren en
smeren De werking van de remhendel moet voor
elke rit worden gecontroleerd en de hendel-
scharnierpunten moeten indien nodig wor-
den gesmeerd.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
U2D2DAD0.book Page 22 Wednesday, June 28, 2006 11:31 AM
Page 77 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
DAU23211
Controleren en smeren van mid-
denbok en zijstandaard De werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnierpun-
ten en de metaal-op-metaal contactvlakken
moeten indien nodig worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10740
Als de middenbok of de zijstandaard niet
soepel omhoog en omlaag beweegt,
vraag dan een Yamaha dealer deze tecontroleren of te repareren.
DAUM1650
De achterbrugscharnierpunten
smeren Het achterbrugscharnierpunt moet worden
gesmeerd volgens de intervalperioden ver-
meld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU23250
Smeren van de achterwielophan-
ging De scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U2D2DAD0.book Page 23 Wednesday, June 28, 2006 11:31 AM
Page 78 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
DAU23271
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
Om de conditie te controleren
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de motorfiets veilig wordt on-dersteund, zodat hij niet kan omvallen.
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP:
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro-leren.
DAU23280
Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de motorfiets veilig wordt on-dersteund, zodat hij niet kan omvallen.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het on-
dereinde en probeer ze naar voren en
achteren te bewegen. Als speling kan
worden gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te
testen.
U2D2DAD0.book Page 24 Wednesday, June 28, 2006 11:31 AM
Page 79 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
DAU23290
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU39520
Accu De accu bevindt zich achter paneel A. (Zie
pagina 6-6.)
Deze machine is uitgerust met een perma-
nent-dichte accu (onderhoudsvrij type)
waarvoor geen onderhoud vereist is. De
elektrolyt hoeft niet te worden gecontroleerd
en er hoeft geen gedistilleerd water te wor-
den bijgevuld.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.
1. Accu
2. Positieve accupool
3. Negatieve accupool
U2D2DAD0.book Page 25 Wednesday, June 28, 2006 11:31 AM
Page 80 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP:
DCA10630
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen toe-
stand weg te bergen kan permanen-
te accuschade ontstaan.
Om een permanent-dichte accu (on-
derhoudsvrij type) te laden, is een
speciale acculader (met constante
laadspanning) vereist. Bij gebruik
van een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd. Wanneer
u niet beschikt over een speciale
acculader voor permanent-dichteaccu’s (onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw accu op
te laden.
DAU23657
Zekeringen vervangen De hoofdzekering, de zekeringenkastjes en
de zekering van de ABS-motor bevinden
zich achter paneel A. (Zie pagina 6-6.)1. Hoofdzekering
2. Zekeringenkastje
3. Zekering ABS-pompmotor
4. Reservezekering ABS-pompmotor
U2D2DAD0.book Page 26 Wednesday, June 28, 2006 11:31 AM