ECO mode YAMAHA FZ8 N 2011 Instructieboekje (in Dutch)
Page 2 of 108
DAU70250
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. Deze handleiding dient bij de
machine te blijven als deze wordt verkocht.
Date of issue:
Signature of Responsible Person: January 12, 2015
Product: IMMOBILIZER 
Model: 39P-00
Supplied by
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS 
CO.,LTD. 
1450-6 Mori, Mori-machi Shuchi-gun 
Shizuoka 437-0292 Japan
EN 60950-1: 2006 + Amd.11:2009 + Amd.1:2010 + 
Amd.12: 2011 
EN 62479: 2010
Kazuhide Takasugi
GENERAL MANAGER
QUALITY ASSURANCE  DIV. 97/24/EC from 17.06.1997
EN 300 330-1 V1.7.1: 2010 
EN 300 330-2 V1.5.1: 2010
Technical Construction File held by
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS 
CO.,LTD. 
1450-6     Mori,     Mori-machi     Shuchi-gun 
Shizuoka 437-0292 Japan
R&TTE Directive 
(Article 3.1(a) Safety)
R&TTE Directive 
(Article 3.1(b) EMC)
R&TTE Directive 
(Article 3.2 Spectrum)DECLARATION of CONFORMITY  For
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.
1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan
Standard used for comply
Means of Conformity
We declare under our sole responsibility that the Product (s) is confor\
mity with the essential  requirements and other relevant requirements of the 
Radio and Telecommunication Terminal Equipment (R&TTE) Directive (1999/5/EC).
Datum van afgifte:
Handtekening van verantwoordelijke persoon: 12 januari 2015
Product: STARTBLOKKERING 
Model: 39P-00
Geleverd door
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS 
CO.,LTD. 
1450-6 Mori, Mori-machi Shuchi-gun 
Shizuoka 437-0292 Japan
EN 60950-1: 2006 + Amd.11:2009 + Amd.1:2010 + 
Amd.12: 2011 
EN 62479: 2010
Kazuhide Takasugi
GENERAL MANAGER 
QUALITY ASSURANCE  DIV. 97/24/EG van 17.06.1997
EN 300 330-1 V1.7.1: 2010 
EN 300 330-2 V1.5.1: 2010
Technisch constructiedossier bewaard door
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS 
CO.,LTD. 
1450-6 Mori, Mori-machi Shuchi-gun 
Shizuoka 437-0292 Japan
R&TTE-richtlijn 
(Artikel 3.1(a) Veiligheid)
R&TTE-richtlijn 
(Artikel 3.1(b) EMC)
R&TTE-richtlijn 
(Artikel 3.2 Spectrum)CONFORMITEITSVERKLARING  Voor
YAMAHA MOTOR ELECTRONICS CO., LTD.
1450-6, Mori, Mori-machi, Shuchi-gun, Shizuoka-ken, 437-0292 Japan
Norm waarop beoordeling is gebaseerd
Conformiteitsbeoordeling
Wij verklaren geheel voor eigen verantwoordelijkheid dat het/de product(en) voldoen aan de  essentiële vereisten en andere toepasselijke vereisten van de richtlijn betreffende radioapparatuur en telecommunicatie-eindapparatuur (R&TTE) (1999/5/EG\
).
U2SHDGD0.book  Page 1  Thursday, May 28, 2015  1:06 PM 
Page 21 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-4
3
DAU11061
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081
Controlelampje  grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11255
Waarschuwin gslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.OPMERKING Bij een voldoende hoog olieniveau kan
het waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij rijden op een helling of
bij plotseling afremmen of optrekken,
er is dan echter geen sprake van een
storing. 
Dit model is ook uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het circuit
van het waarschuwingslampje olieni-
veau. Als het waarschuwingscircuit
voor het olieniveau een probleem aan-
geeft, wordt de volgende cyclus her-
haald totdat de storing is opgeheven:
Het waarschuwingslampje olieniveau
knippert tien keer en dooft dan gedu-
rende 2.5 seconden. Als dit zich voor-
doet, vraag dan een Yamaha dealer
de machine te controleren.
DAU1142D
Waarschuwin gslampje 
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Verminder als dit
gebeurt onmiddellijk de belasting van de
motor. Als de melding “HI” knippert in de
weergave koelvloeistoftemperatuur, stop
de machine dan, stop vervolgens de motor
en laat de motor afkoelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan. Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
LET OP
DCA10022
Laat 
de motor niet  draaien terwijl d eze
oververhit is.OPMERKING Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
 Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-46 nadere instructies ver-
meld.
U2SHD1D0.book  Page 4  Monday, July 7, 2014  2:25 PM 
Page 26 of 108
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-9
3
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het laatste segment links begint te knippe-
ren, ga dan zo snel mogelijk tanken.OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als een storing
wordt gedetecteerd in het elektrische cir-
cuit, wordt de volgende cyclus herhaald
totdat de storing is verholpen: de segmen-
ten van de brandstofmeter en het
symbool “ ” knipperen acht keer en gaan
dan gedurende ongeveer 3 seconden uit.
Vraag in dat geval een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
Weergave koelvloeistoftemperatuur
De weergave koelvloeistoftemperatuur
geeft de temperatuur van de koelvloeistof
aan.LET OP
DCA10022
Laat  de motor niet  draaien terwijl  deze
oververhit is.
Zelf dia gnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en
geeft het display een foutcode weer.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in de circuits van het startblokkeersy-
steem een storing wordt gedetecteerd,
gaat het controlelampje startblokkering
knipperen en geeft het display een foutco-
de weer.
1. Weergave koelvloeistoftemperatuur
1
1. Weergave foutcode
2. Controlelampje startblokkering
3. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
ABS
1
3
2
U2SHD1D0.book  Page 9  Monday, July 7, 2014  2:25 PM 
Page 45 of 108
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te  maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met  de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAU48712
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
 een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dit geval
geeft het display foutcode 30 weer,
maar dit is geen storing. Draai de sleu-
tel naar “OFF” en vervolgens naar
“ON” om de foutcode te wissen. Als u
dat niet doet zal de motor niet starten,
ondanks dat de motor wordt aange-
zwengeld als u op de startknop drukt.
 een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
DAU51792
De motor starten Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
 De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
 De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-23 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en het controlelampje moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
 Waarschuwingslampje olieni-
veau
 Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
 Waarschuwingslampje motor-
storing
 Controlelampje startblokkeringLET OP
DCA17671
Als  de  boven genoem de waarschu-
win gs- of controlelampjes niet g aan
b ran den wanneer d e sleutel naar “ON”
wor dt  ged raai d, of als een waarschu-
U2SHD1D0.book  Page 1  Monday, July 7, 2014  2:25 PM 
Page 46 of 108
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
wings- of controlelampje niet uit gaat, zie
d an pa gina 3-3 voor een controle van het
circuit van het  betreffen de waarschu-
win gs- of controlelampje.
Voor modellen met ABS:Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als het contactslot op
“ON” wordt gezet en weer uitgaan zo-
dra met een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) of hoger wordt gereden.
LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
g aat  bran den en weer uit gaat zoals hier-
b oven  beschreven, zie d an pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
waarschuwin gslampje.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort mo- gelijk duren om de accu te sparen.
Laat de startmotor nooit langer dan 10
seconden achtereen draaien.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl 
de motor no g
kou d is, d it verkort  de levens duur van d e
motor!
DAU16673
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1
N
2 3
4
5
6
1
2
U2SHD1D0.book  Page 2  Monday, July 7, 2014  2:25 PM 
Page 68 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten  ban den  door
een Yamaha d ealer vervangen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar  dit heeft ook een averechts
effect op d e rijstabiliteit, waar door
u  de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
 De vervang ing van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en,  dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha  dealer,  die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
 Rijd niet te snel d irect na het ver-
wisselen van een  ban d. Het b and-
oppervlak  dient eerst te zijn
in ger e
d e
n voor dat het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10482
 Monteer altij d voor- en achter ban-
d en van hetzelf de merk en type.
Verschillen de  ban den kunnen het wegge
dra g van  de machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een on ge-
val.
 Controleer altij d of d e ventiel dopjes
stevi g zijn b evestigd om zo lucht-
lekka ge te voorkomen.
 Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de  ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om  bij ho ge rijsnelhe den
een te lag e ban dspanning  te voor-
komen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
Voor ban d:
Maat: 120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT021F BB
Achter ban d:
Maat:
180/55 ZR17M/C (73W)
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BT021R BB
VOOR en ACHTER: Bandventiel:TR412
Luchtventielbuis: #9100 (origineel)
U2SHD1D0.book  Page 20  Monday, July 7, 2014  2:25 PM 
Page 71 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAU57070
RemlichtschakelaarsVoor modellen zon der ABS
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Stel de remlichtschakelaar achter indien
nodig als volgt af. De remlichtschakelaar
voor dient te worden afgesteld door een
Yamaha dealer. Verdraai de stelmoer van de achterste rem-
lichtschakelaar en houd daarbij de rem-
lichtschakelaar vast. Draai de stelmoer in
de richting (a) om het remlicht eerder te la-
ten branden. Draai de stelmoer in de rich-
ting (b) om het remlicht later te laten
branden. Voor mo
dellen met ABS
Het remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Laat de remlichtschakelaars indien nodig
door een Yamaha dealer afstellen.
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
remb lokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU36891
Remblokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicator, zodat het remblok kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Bekrachtig de rem en let op
de stand van de slijtage-indicator om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij-
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
1
2(b)
(a)
1. Slijtage-indicator remblok
1
1
U2SHD1D0.book  Page 23  Monday, July 7, 2014  2:25 PM 
Page 80 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
DAU50211
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-17.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is g iftig en  gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur b evat, een stof
d ie ernsti ge  bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met  de hui d,
o gen of kle din g en b escherm uw o
gen altij d b ij werkzaamhe den na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is  geweest met elektrolyt.
 UITWENDIG: Spoel overvloe dig
met water.
 INWENDIG: Drink  grote hoeveel-
he den water of melk en roep  di-
rect  de hulp in van een arts.
 OGEN: Spoel g ed urend e 15 mi-
nuten met water en roep  direct
me dische hulp in.
 Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d  daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e  buur t van d
e acc
 u en zorg voor
vol doen de ventilatie  bij accula den
in een af gesloten ruimte.
 HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om  de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Acid )-accu is een speci-
ale accula der (met constante spannin g)
vereist. Bij  geb ruik van een conventione-
le accula der raakt  de accu b eschadigd .Om  de accu op te  ber gen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek.  LET
OP:  Draai voor dat u d e accu verwij-
d ert  de sleutel naar “OFF” en haal
d an eerst  de ne gatieve ka bel en
d aarna  de positieve ka bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren.  LET OP: Draai voor dat u
d e accu plaatst d e sleutel naar
“OFF” en sluit vervol gens eerst  de
positieve ka bel en  daarna  de neg a-
tieve kab el aan.
 [DCA16841]
1. Accu
2. Positieve accukabel (rood)
3. Negatieve accukabel (zwart)
1
2
3
U2SHD1D0.book  Page 32  Monday, July 7, 2014  2:25 PM 
Page 99 of 108
SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2140 mm (84.3 in)
Totale breedte:
770 mm (30.3 in)
Totale hoogte: 1065 mm (41.9 in)
Zadelhoogte: 815 mm (32.1 in)
Wielbasis:
1460 mm (57.5 in)
Grondspeling: 140 mm (5.51 in)
Kleinste draaicirkel: 3000 mm (118.1 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:FZ8-N 211 kg (465 lb)
FZ8-NA 216 kg (476 lb)Motor:Type motor:Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
4-cilinder lijnmotor
Slagvolume: 779 cm3
Boring  × slag:
68.0  × 53.6 mm (2.68  × 2.11 in)
Compressieverhouding:
12.0 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem: Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
Type:
SAE 10W-30, 10W-40, 10W-50, 15W-40, 
20W-40 of 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA 
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:2.90 L (3.07 US qt, 2.55 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
3.10 L (3.28 US qt, 2.73 Imp.qt)Hoeveelhei d koelvloeistof:Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep 
voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 2.25 L (2.38 US qt, 1.98 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoating
Bran dstof:Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol (E10) 
acceptabel)
Inhoud brandstoftank: 17.0 L (4.49 US gal, 3.74 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
3.4 L (0.90 US gal, 0.75 Imp.gal)Bran dstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:39PL 20Bou gie(s):Fabrikant/model:
NGK/CR9E
Elektrodenafstand: 0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)Koppelin g:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellin gsb ak:Primaire reductieverhouding:
1.512 (65/43)
Eindoverbrenging:
Ketting
Secundaire reductieverhouding: 2.875 (46/16)
Type versnellingbak: Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen: 1e:
2.692 (35/13)
–20 –10 0 1020 30 40 50  C
10 30 50 70 90 110
0 130  F
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U2SHD1D0.book  Page 1  Monday, July 7, 2014  2:25 PM