YAMAHA FZ8 N 2015 Instructieboekje (in Dutch)

Page 81 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
4. Controleer na installatie of de accuka-bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu steed s opgela den. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
DAU49825
Zekerin gen vervan genDe hoofdzekering, de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem en
de kastjes met zekeringen voor de afzon-
derlijke circuits bevinden zich onder het be-
stuurderszadel. (Zie pagina 3-17.)
FZ8-N FZ8-NA1. Hoofdzekering
2. Zekeringenkastje
3. Zekering brandstofinjectiesysteem
4. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1
2
3
4
1. Zekeringenkastje
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
4. Hoofdzekering
4
1
2
3
U2SHD1D0.book Page 33 Monday, July 7, 2014 2:25 PM

Page 82 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
FZ8-NFZ8-NAFZ8-NA
OPMERKINGOm toegang te krijgen tot de zekering van
het brandstofinspuitsysteem verwijdert u
de kap van het startmotorrelais door deze
omhoog te trekken.
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering achterlichtcircuit
4. Backup-zekering (voor klok en startblok-
keersysteem)
5. Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
6. Zekering linker radiatorkoelvinmotor
7. Koplampzekering
8. Reservezekering
18
7
2
3
4
5
6
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Backup-zekering (voor klok en startblok- keersysteem)
5. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
6. Zekering ABS-motor
7. Reservezekering
8. Zekering ABS-regeleenheid
9. Zekering rechter radiatorkoelvinmotor
1
8
92
3
4
5
6
7
7
1. Zekering linker radiatorkoelvinmotor
2. Zekering achterlichtcircuit
3. Reservezekering
1
2
3
U2SHD1D0.book Page 34 Monday, July 7, 2014 2:25 PM

Page 83 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Ge bruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe-
ra ge dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU49654
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
 Koplampg loeilamp
Raak het g las van de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan d e doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en d e le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het gloeilamp glas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
 Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e kopl

amplens.
Ge bruik geen koplampg loeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Kap van startmotorrelais
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
1
23
Voor geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 10.0 A × 2
Zekering ABS-motor:
FZ8-NA 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
FZ8-NA 20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: FZ8-NA 7.5 A
Backup-zekering:
10.0 A
U2SHD1D0.book Page 35 Monday, July 7, 2014 2:25 PM

Page 84 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
1. Verwijder de bovenkap van de kop-lampunit door de bouten los te halen.
2. Verwijder de bout achter de koplam- punit zoals getoond. 3. Verwijder de bouten van de koplam-
punit.
4. Maak de stekker los en verwijder dan de koplampunit uit de machine. 5. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
6. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Bovenkap koplampunit
2. Bout
2
1
1. Bout
1. Bout
1
1
1. Kabelaansluiting
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1
1
2
U2SHD1D0.book Page 36 Monday, July 7, 2014 2:25 PM

Page 85 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
7. Breng een nieuwe koplampgloeilampaan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
8. Bevestig de gloeilampkap en sluit dan de koplampstekker aan.
9. Sluit de stekker aan en steek dan het uitsteeksel op de koplampunit in de
uitsparing op de machine om de kop-
lampunit in de oorspronkelijke positie
te plaatsen.
10. Breng bouten van de koplampunitaan.
11. Breng de bout achter de koplampunit aan.
12. Plaats de bovenkap in de oorspronke-
lijke positie en breng dan de bouten
aan. 13. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.1. Gloeilamphouder
2. Koplampgloeilamp
1
2
1. Uitsteeksel
2. Doorvoer
2
1
U2SHD1D0.book Page 37 Monday, July 7, 2014 2:25 PM

Page 86 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
6
DAU50771
Parkeerlichtgloeilamp vervan genVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-35.)
2. Verwijder de parkeerlichtstekker (sa- men met de fitting en de gloeilamp)
door deze linksom te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken. 4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Sluit de stekker (samen met de fitting en de gloeilamp) aan door deze
rechtsom te draaien.
6. Breng de koplampunit aan.
DAU24116
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervan gen1. Verwijder het duozadel. (Zie pagina
3-17.)
2. Verwijder de gloeilampfitting van het remlicht/achterlic ht (samen met de
gloeilamp) door deze linksom te draai-
en.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Installeer het duozadel.
1. Parkeerlichtstekker
1
1. Parkeerlichtgloeilamp
2. Fitting parkeerlichtgloeilamp
3. Parkeerlichtstekker
1
2
3
1. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
1
U2SHD1D0.book Page 38 Monday, July 7, 2014 2:25 PM

Page 87 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-39
6
DAU24205
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai d e
schroef niet te vast, hier door kan de
lens breken.
[DCA11192] DAU24314
Gloeilamp in kentekenverlichtin
g
vervan gen1. Verwijder de lamp eenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken.
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
1. Schroef
2. Kentekenverlichtingsunit
U2SHD1D0.book Page 39 Monday, July 7, 2014 2:25 PM

Page 88 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-40
6
3. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
DAU24351
Ondersteunen van de motorfietsDit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de mo-
torfiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
On derhou d aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of,
als geen andere standaard voorhan-
den is, door een krik te plaatsen onder
het frame aan de voorzijde van het
achterwiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwij deren van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen
onder beide zijden van het frame aan de
voorzijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
DAU44792
Voorwiel (voor mo dellen zon der
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mod ellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en g e-
monteer d wor den.
DAU56330
Om het voorwiel te verwij deren
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt ond er-
steun d, zod at deze niet kan omvallen.1. Draai de klembout van de voorwielas
los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los.
1. Gloeilamp kentekenverlichting
2. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1
2
U2SHD1D0.book Page 40 Monday, July 7, 2014 2:25 PM

Page 89 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-41
6
2. Licht het voorwiel van de grond vol-gens de werkwijze in de vorige para-
graaf “Ondersteunen van de
motorfiets”.
3. Verwijder aan beide zijden de rem- slanghouders door de bout en de
moer los te halen. 4. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachti g d e rem niet na-
d at de remklauwen zijn verwij der d,
hier door wor den de rem blokken te-
g en elkaar geknepen.
[DCA11052]
5. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
Aan bren gen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Laat het voorwiel tot op de grond zak- ken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
4. Monteer de remklauwen door de bou- ten aan te brengen.OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.5. Monteer de remslanghouders door de
bout en moer aan te brengen.
6. Zet de remklauwbouten en de rem- slanghouderbouten vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
1. Klembout voorwielas
2. Wielas
3. Remklauwbout
3
2
1
1. Remslanghouder
2. Bout en moer
1. Remklauwbout
2. Remklauw
1
2
1
2
Aanhaalmomenten: Remklauwbout:
40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
Remslanghouderbout: 6 Nm (0.6 m·kgf, 4.3 ft·lbf)
U2SHD1D0.book Page 41 Monday, July 7, 2014 2:25 PM

Page 90 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-42
6
7. Zet de wielas en vervolgens de wielas-klembout vast met de voorgeschreven
aanhaalmomenten.
8. Duw het stuur enkele malen stevig op en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
DAU44802
Achterwiel (voor mo dellen zon-
d er ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mod ellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en ge-
monteer d wor den.
DAU56701
Verwij deren van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt ond er-
steun d, zod at deze niet kan omvallen.1. Draai de wielasmoer los. 2. Licht het achterwiel van de grond vol-
gens de werkwijze op pagina 6-40.
3. Verwijder de wielasmoer.
4. Draai de borgmoer volledig los aan beide zijden van de achterbrug.
5. Draai de stelbouten van de aandrijf- ketting volledig in richting (a) en druk
het wiel naar voren.
6. Haal de aandrijfketting van het achter- tandwiel.
OPMERKINGAls het verwijderen van de aandrijfket-
ting problemen oplevert, verwijder
dan eerst de wielas en breng het wiel
voldoende omhoog om de ketting van
het achtertandwiel te kunnen halen.
Aanhaalmomenten:
Wielas:
65 Nm (6.5 m·kgf, 47 ft·lbf)
Klembout voorwielas: 23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
1. Wielasmoer
1
1. Stelbout spanning aandrijfketting
2. Borgmoer
2
(a)
1
U2SHD1D0.book Page 42 Monday, July 7, 2014 2:25 PM

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 next >