YAMAHA MAJESTY 125 2006 Instructieboekje (in Dutch)
Page 51 of 64
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
5. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
6. Monteer de lampeenheid voor
kentekenverlichting door de sch-
roeven aan te brengen.
DAUS1130
Vervangen van gloeilamp
voor remlicht/achterlicht of
van gloeilamp voor achterste
richtingaanwijzer.
1. Schroeven (x2)
Gloeilamp remlicht/achterlicht
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roeven los te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de
schroeven aan te brengen.
Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roeven los te draaien.
2. Verwijder de lamplens van de lin-
ker of rechter richtingaanwijzer
door deze naar achteren te trek-
ken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
4. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.5. Monteer de lamplens van de rich-
tingaanwijzer.
6. Monteer de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roeven vast te draaien.
DCA10680
LET OP
Zet de schroeven niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
11
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
5XL-F8199-D3.qxd 19/09/2005 16:27 Página 51
Page 52 of 64
DAU25880
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf
de fabriek op transport gaan, maar tij-
dens gebruik kunnen toch storingen
optreden. Problemen in de brandstof-,
compressie- of ontstekingssystemen
kunnen bijvoorbeeld de oorzaak zijn
van slecht starten of een afname in
motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s
is een snelle en gemakkelijke werkwij-
ze weergegeven om deze vitale syste-
men zelf te kunnen controleren. Ga
met uw scooter echter wel naar een
Yamaha dealer als reparaties nodig
zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de erva-
ring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de machine correct te
verrichten.Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-origine-
le onderdelen lijken misschien op
Yamaha onderdelen maar zijn toch
vaak van mindere kwaliteit en hebben
een kortere levensduur, zodat dan
later mogelijk toch dure reparaties
nodig zijn.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
5XL-F8199-D3.qxd 19/09/2005 16:27 Página 52
Page 53 of 64
DAU25962
StoringzoekschemaDWA10840
s s
WAARSCHUWING
Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
5XL-F8199-D3.qxd 19/09/2005 16:27 Página 53
Page 54 of 64
DAU26090
Verzorging
De open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zicht-
baar, maar de machine is hierdoor
ook meer kwetsbaar. Er kan sprake
zijn van roestvorming en corrosie, ook
al zijn hoogwaardige componenten
gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, bij een scoo-
ter is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist vol-
gens de garantiebepalingen, maar
verzekert ook een fraai uiterlijk van de
scooter, verlengt de levensduur en
verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af
met een plastic zak nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en
afdekpluggen, ook de bougie-
doppen, en alle elektrische stek-
kers en aansluitingen stevig zijn
bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling,
zoals verbrande olie op het car-
ter, met een ontvetter en eenborstel, maar gebruik dergelijke
producten nooit op afdichtingen,
pakkingen en wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met
water.
Reinigen
DCA10780
LET OP
Vermijd het gebruik van sterke
en bijtende wielreinigingsmid-
delen, vooral bij spaakwielen.
Als dergelijke producten toch
worden gebruikt om hardnek-
kig vuil los te maken, laat het
reinigingsmiddel dan niet lan-
ger inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel
het betreffende gebied grondig
schoon met water, laat direct
drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
Bij verkeerd reinigen kunnen
de kuipruit, de stroomlijnpane-
len, framepanelen en andere
kunststof delen worden bes-
chadigd. Gebruik alleen een
zachte, schone doek of een
spons met zachte zeep enwater om kunststof delen te
reinigen.
Gebruik geen bijtende chemis-
che reinigingsmiddelen op
kunststof delen. Vermijd het
gebruik van doeken of sponzen
die in contact zijn geweest met
bijtende of schurende reini-
gingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of
corrosieremmers, remvloeis-
tof, antivries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreini-
gers of stoomreinigers, omdat
dan op de volgende plaatsen
water kan doordringen en zo
schade kan ontstaan: afdich-
tingen (van wiel- en achterbru-
glagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers,
instrumenten, schakelaars en
verlichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.
Bij scooters met een kuipruit:
gebruik geen bijtende reini-
gingsmiddelen of harde spon-
zen, deze veroorzaken dofheid
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-1
5XL-F8199-D3.qxd 19/09/2005 16:27 Página 54
Page 55 of 64
en laten krasjes achter. Som-
mige reinigingsmiddelen voor
kunststof laten eveneens kras-
jes achter op de kuipruit. Test
het product op een klein, niet-
zichtbaar gedeelte van de kui-
pruit om zeker te zijn dat geen
sporen achterblijven op de kui-
pruit. Als de kuipruit krasjes
vertoont, breng dan na wassen
een hoogwaardige polish voor
gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, zachte
zeep en een zachte, schone spons en
spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of een
flessenborstel op moeilijk bereikbare
plekken. Hardnekkig vastzittend vuil
en insectenresten laten gemakkelijker
los als de bewuste plek alvorens te
reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in r
egen, aan de kust of op
bepekelde wegen
Zilte zeelucht en wegenzout waarmee
wegen ‘s winters worden bestrooid
hebben in combinatie met water eenzeer corrosieve werking; handel daa-
rom als volgt na een rit in een regen-
bui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.
OPMERKING:
‘s Winters gestrooid wegenzout kan
nog tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de scooter met koud
water en zachte zeep nadat de
machine is afgekoeld.
DCA10790
LET OP
Gebruik geen heet water, dit vers-
terkt de corrosieve werking van het
zout.
2. Breng met een spuitbus een
corrosiewerend middel aan op
alle metalen delen, ook op verch-
roomde en vernikkelde compo-
nenten, om zo corrosie te voor-
komen.
Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeem-
leren lap of een vochtabsorbe-
rende doek.
2. Gebruik een chroompolish om
verchroomde, aluminium enroestvrijstalen delen te doen
glanzen, ook het uitlaatsysteem.
(Zelfs thermische verkleuringen
op roestvrijstalen uitlaatsystemen
kunnen door oppoetsen worden
verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend
middel aan te brengen op alle
metalen delen, ook op verchro-
omde en vernikkelde componen-
ten, om zo corrosie te voorko-
men.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om eventue-
el nog achtergebleven vuil te ver-
wijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen
bij veroorzaakt door steenslag
e.d.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in
de was.
7. Laat de scooter volledig drogen
alvorens te stallen of af te dek-
ken.7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-2
5XL-F8199-D3.qxd 19/09/2005 16:27 Página 55
Page 56 of 64
DWA10940
s s
WAARSCHUWING
Controleer of er geen olie of
was op de wielen of de rem-
men zit. Reinig de remschijven
en remvoeringen indien nodig
met een normale remschijfrei-
niger of aceton en spoel de
banden schoon met lauw water
en een mild reinigingsmiddel.
Test voor u de scooter in
gebruik neemt eerst de rem-
werking en het weggedrag in
bochten.
DCA10800
LET OP
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwij-
der overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit
aan op rubber of kunststof
delen, behandel deze met een
daartoe bestemd verzorgings-
middel.
Vermijd het gebruik van schu-
rende poetsmiddelen, deze
tasten de lak aan.
OPMERKING:
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
DAU26300
Stalling
Korte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele
en droge plek en bescherm indien
nodig tegen stof met een luchtdoorla-
tende stallinghoes.
DCA10820
LET OP
Als de scooter wordt gestald in
een slecht geventileerde ruim-
te of in vochtige toestand
wordt afgedekt met een dek-
zeil, zal water en vocht kunnen
binnendringen en roestvorming
veroorzaken.
Voorkom corrosie door de
machine niet te stallen in een
vochtige kelder, een stal (i.v.m.
de aanwezigheid van ammo-
niakdamp) en in een opsla-
gruimte voor sterke chemica-
liën.
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende
meerdere maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de
paragraaf “Verzorging” in dit
hoofdstuk.
2. Leeg de vlotterkamer in de car-
burateur door de aftapplug los te
draaien; u voorkomt zo dat
neerslag uit de brandstof achter-
blijft. Giet de afgetapte brandstof
terug in de brandstoftank.
3. Vul de brandstoftank en voeg een
stabilisatoradditief (indien ver-
krijgbaar) toe om roestvorming in
de tank en achteruitgang van de
brandstof te voorkomen.
4. Voer de volgende stappen uit om
de cilinder, de zuigerveren etc. te
beschermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedop en de
bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in
het bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-3
5XL-F8199-D3.qxd 19/09/2005 16:27 Página 56
Page 57 of 64
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer
ronddraaien op de startmotor.
(De cilinderwand wordt zo geo-
lied.)
e. Haal de bougiedop los van de
bougie en breng dan de bougie
en de bougiedop weer aan.
DWA10950
s s
WAARSCHUWING
Om schade of letsel door vonkvor-
ming te voorkomen, moeten de
bougie-elektroden aan massa lig-
gen terwijl de motor wordt rondge-
draaid.
5. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels
en pedalen en van de zijstanda-
ard/middenbok.
6. Controleer de bandspanning en
corrigeer deze indien nodig en
breng dan de scooter omhoog
zodat beide wielen los van de
grond zijn. Een andere mogelijk-
heid is de wielen elke maand iets
te draaien, zodat de banden nietop één gedeelte sterker achte-
ruitgaan.
7. Dek de uitlaatdemper af met een
plastic zak om te voorkomen dat
vocht kan binnendringen.
8. Verwijder de accu en laad deze
volledig bij. Berg de accu op een
koele en droge plek op en laad
hem eens per maand bij. Berg de
accu niet op een zeer warme of
koude plek op (minder dan 0 °C
(30 °F) of meer dan 30 °C (90 °F)].
Zie pagina 6-18 voor meer infor-
matie over het opbergen van de
accu.
OPMERKING:
Verricht eventueel noodzakelijke
reparaties alvorens de scooter te sta-
llen.
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-4
5XL-F8199-D3.qxd 19/09/2005 16:27 Página 57
Page 58 of 64
AfmetingenTotale lengte
2030 m
Totale breedte
745 mm
Totale hoogte
1285 mm
Zadelhoogte
774 mm
Wielbasis
1480 mm
Grondspeling
102 mm
Kleinste draaicirkel
102 mm
GewichtIncl. olie en brandstof
142 kg
MotorType motor
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling
1-cilinder, vooroverhellend
Slagvolume
124.1 cm
3
175.6 cm3
Boring x slag
53.7 x 54.8 mm
62.2 x 57.8 mm
Compressieverhouding
11 : 1
11 : 1
Startsysteem
Elektrische startmotorSmeersysteem
Wet sump
MotorolieType
SAE10W30 of SAE10W40 type SE
Hoeveelheid motorolieZonder vervanging van oliefilterpatroon
1.30 L
VersnellingsbakolieType
YAMALUBE 4 (10W30) of SAE10W30
type SE motorolie
KoelsysteemInhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau)
0.60 L
LuchtfilterLuchtfilterelement
Droog element
BrandstofAanbevolen brandstof
Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank
10.5 L
CarburateurFabrikant
TEIKEI
Model x aantal
TK28 x 1
TK28 x 1
Bougie(s)Fabrikant/model
NGK/CR8EElektrodenafstand
0.7-0.8 mm
KoppelingType koppeling
Droog, automatisch centrifugaal
VersnellingsbakPrimair reductiesysteem
Schroeftandwiel
Primaire reductieverhouding
40/15 (2.666)
Secundair reductiesysteem
Schroeftandwiel
Secundaire reductieverhouding
44/12 (3.666)
Type versnellingbak
Automatisch, V-snaar
ChassisType frame
Stalen onderdraagbuis
Spoorhoek
28.00 graad
Naspoor
104.0 mm
VoorbandType
Tubeless
Maat
120/70-12 47L
Fabrikant/model
MICHELIN
CHENG SHIN
PIRELLI
8
SPECIFICATIES
8-1
5XL-F8199-D3.qxd 19/09/2005 16:27 Página 58
Page 59 of 64
AchterbandType
Tubeless
Maat
130/70-12 51L
Fabrikant/model
MICHELIN
GHENG SING
PIRELLI
BeladingMaximale belasting
183 kg
183 kg
Bandenspanning (gemeten aan koude
banden)
Voor
190 kPa
Achter
220 kPa
VoorwielType wiel
Gietwiel
Velgmaat
12 x MT3.50
AchterwielType wiel
Gietwiel
Velgmaat
12 x MT3.50
VoorremType
Enkele schijfrem
Bediening
Bediening met rechterhandAanbevolen remvloeistof
DOT 4
AchterremType
Enkele schijfrem
Bediening
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof
DOT 4
VoorwielophangingType
Telescoopvork
Veer/schokdempertype
Schroefveer/oliedemper
Veerweg
90.0 mm
AchterwielophangingType
Unit swing
Veer/schokdempertype
Schroefveer/oliedemper
Veerweg
90 mm
Elektrische installatieOntstekingssysteem
CDI
Laadsysteem
Wisselstroomdynamo met permanente
magneten
AccuModel
CB7L-B2
Voltage, capaciteit
12 V, 8 Ah
Gloeilampen voltage, wattage x aantalKoplamp
12 V, 35 W / 35 W x 2
Achterlicht/remlicht unit
12 V, 21 W / 5 W x 2
Voorste richtingaanwijzer
12 V, 21 W x 2
Achterste richtingaanwijzer
12 V, 10 W x 2
Instrumentenverlichting
12 V, 1.2 W x 2
Controlelampje grootlicht
12 V, 1.2 W x 1
Waarschuwingslampje olieniveau
LED
Controlelampje brandstofniveau
NONE
ZekeringenHoofdzekering
20 A
Zekering radiatorkoelvin
4 A
Backup-zekering
20 A
Backup-zekering
4 A
8
SPECIFICATIES
8-2
5XL-F8199-D3.qxd 19/09/2005 16:27 Página 59
Page 60 of 64
DAU26351
Identificatienummers
Noteer het sleutelnummer, het voer-
tuigidentificatienummer en de mode-
linformatiesticker in onderstaande
ruimtes. Deze nummers heeft u nodig
om reserveonderdelen bij een Yama-
ha dealer te bestellen of wanneer uw
machine is gestolen.
SLEUTELIDENTIFICATIE NUMMER:
VOERTUIGIDENTIFICATIE NUMMER:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26381
Sleutelnummer
1. Identificatienummer sleutel
Het sleutelnummer is ingeslagen op
het sleutelplaatje. Noteer dit nummer
in het daartoe bestemde vakje en
gebruik dit als referentie bij het beste-
llen van een nieuwe sleutel.
DAU26410
Voertuigidentificatienummer
1. Identificatienummer voertuig
Het voertuigidentificatienummer is
ingeslagen op het frame.
OPMERKING:
Het voertuigidentificatienummer is
bedoeld voor identificatie van uw
motorfiets en kan worden gebruikt om
uw motor in uw land aan te melden
voor kentekenregistratie.
1
9
GEBRUIKERSINFORMATIE
9-1
5XL-F8199-D3.qxd 19/09/2005 16:27 Página 60