YAMAHA MAJESTY 125 2008 Instructieboekje (in Dutch)
Page 11 of 84
den opgetild of bij zijwind ins-
tabiel worden. Zulke accessoi-
res kunnen ook instabiliteit
veroorzaken terwijl u grote
voertuigen inhaalt of door deze
wordt ingehaald.
• Sommige accessoires noodza-
ken de bestuurder om een
andere dan de normale zitposi-
tie in te nemen. Zo’n verkeerde
zitpositie beperkt de bewe-
gingsvrijheid van de bestuur-
der en kan een comfortabele
bediening hinderen, zodat we
dergelijke accessoires sterk
afraden.
Wees voorzichtig bij het aanbren-
gen van elektrische accessoires.
Als elektrische accessoires de
capaciteit van het elektrisch sys-
teem van de scooter te boven
gaan, kan zich een gevaarlijke
elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de
motor uitvalt.
Benzine en uitlaatgassen
BENZINE IS ZEER GEMAKKE-
LIJK ONTVLAMBAAR:• Zet de motor altijd af als u ben-
zine tankt.
• Pas op en mors tijdens het tan-
ken geen benzine op de motor
of op het uitlaatsysteem.
• Tank niet terwijl u rookt of in de
nabijheid bent van open vuur.
Start de motor nooit in een afges-
loten ruimte en laat hem dan niet
draaien. De uitlaatgassen zijn gif-
tig en kunnen al heel snel bewus-
teloosheid of dodelijk letsel vero-
orzaken. Start de motor alleen in
de open lucht of in een ruimte die
voldoende ventilatie heeft.
Zet de motor altijd uit voordat u
de scooter onbeheerd achterlaat
en neem de sleutel uit het con-
tactslot. Let op het volgende als
u de scooter gaat parkeren:
• De motor en het uitlaatsysteem
kunnen heet zijn, dus parkeer
de scooter op een plek waar
voetgangers of kinderen hier-
van geen hinder hebben.
• Parkeer de scooter niet op een
helling of op een zachte onder-
grond, om omvallen te voorko-
men.• Parkeer de scooter niet nabij
een brandend toestel (bijv. een
petroleumkachel) of bij open
vuur, hij zou zo vlam kunnen
vatten.
Roep onmiddellijk medische hulp
in als u benzine heeft ingeslikt,
veel benzinedamp heeft ingea-
demd of benzine in uw ogen is
terechtgekomen. Morst u benzi-
ne op uw huid of kleding, spoel
de bewuste plek dan direct met
zeepwater en trek andere kleding
aan.
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-4
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:31 Página 11
Page 12 of 84
DAU10371
Andere aandachtspunten
voor veilig motorrijden
Geef duidelijk richting aan wan-
neer u een bocht neemt.
Op een nat wegdek kan remmen
uiterst lastig zijn. Vermijd te hard
remmen, de scooter zou kunnen
slippen. Bedien de remmen rus-
tig wanneer u op een nat wegdek
wilt stoppen.
Minder snelheid bij het naderen
van een bocht of een afslag. Trek
langzaam op nadat u de bocht
hebt genomen.
Wees voorzichtig bij het passeren
van geparkeerde auto’s. Een bes-
tuurder merkt u mogelijk niet op
en kan het portier openslaan in
uw rijrichting.
Spoorwegovergangen, tramrails,
ijzeren platen gebruikt in de
wegenbouw en putdeksels wor-
den in natte toestand zeer glad.
Minder snelheid en passeer ze
voorzichtig. Houd de scooter
recht, anders kan hij gaan schui-
ven.
De remvoeringen kunnen nat
worden bij het wassen van de
scooter. Controleer de remmen
na het wassen van de scooter,
voordat u gaat rijden.
Draag steeds een helm, hands-
choenen, een lange broek (taps
toelopend bij de enkel/omslag,
om flapperen te voorkomen), en
een felgekleurd jack.
Vervoer op uw scooter niet te
veel bagage. Een overbeladen
scooter is onstabiel.
1
tVEILIGHEIDSINFORMATIE
1-5
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:31 Página 12
Page 13 of 84
DAU10410
Aanzicht linkerzijde
2
BESCHRIJVING
2-1
@ @ @ @
123 4
5 6 7 8
1. Dop koelvloeistofreservoir (pagina 6-12)
2. Accu (pagina 6-25)
3. Handschoenen kastje (pagina 3-11)
4. Tankdop (pagina 3-7)5. Luchtfilterelement (pagina 6-14)
6. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing (pagina 6-14)
7. Olieaftapplug (pagina 6-9)
8. Zijstandaard (pagina 3-13)
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 13
Page 14 of 84
DAU10420
Aanzicht rechterzijde
2
BESCHRIJVING
2-2
Å
@Å@Å
@Å@
12345
6
7 8
1. Handgreep
2. Duozadel
3. Bestuurderszadel (pagina 3-10)
4. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)5. Zekeringen (pagina 6-27)
6. Koplamp (pagina 6-28)
7. Radiator
8. Middenbok (pagina 6-23)
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 14
Page 15 of 84
DAU10430
Bedieningen en instrumenten
2
BESCHRIJVING
2-3
12 345 6 7
8 9 10 11
1. Achterremhendel (pagina 3-7)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-5)
3. Multifunctioneel display (pagina 3-2)
4. Snelheidsmeter (pagina 3-2)
5. Brandstofniveaumeter (pagina 3-4)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-5)7. Voorremhendel (pagina 3-6)
8. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
9. Accuspanningsmeter (pagina 3-4)
10. Peilglas voor het koelvloeistof niveau (pagina 6-12)
11. Voorste opbergcompartiment (pagina 3-11)
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 15
Page 16 of 84
DAU10460
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden
het ontstekingssysteem en de verlich-
tingssystemen bediend en wordt het
stuur vergrendeld. De diverse standen
worden hierna beschreven.
DAU34121
ON “f”
Alle elektrische circuits worden voor-
zien van stroom; de instrumentenver-
lichting, het achterlicht, de kenteken-
verlichting en de parkeerlichten gaan
branden en de motor kan worden
gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKING:
De koplampen gaan automatisch
branden wanneer de motor wordt
gestart en blijven aan totdat de sleu-
tel naar “
e” wordt gedraaid of de
zijstandaard omlaag wordt bewogen.
DAU10660
OFF “e”
Alle elektrische systemen zijn uitges-
chakeld. De sleutel kan worden uitge-
nomen.
DAUM1020
“h”
Het waarschuwingslampje voor de
koelvloeistoftemperatuur moet gaan
branden als de sleutel naar “
h” wordt
gedraaid. (Zie pagina 3-2.)
DAU10680
LOCK “m”
Het stuur is vergrendeld en alle elek-
trische systemen zijn uitgeschakeld.
De sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te ver
grendelen
1. Draai het stuur helemaal naar
links.
2. Druk de sleutel in de “
e”-stand
in en draai hem dan naar de “
m”-stand. Houd de sleutel hierbij
ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgr
endelen
Druk de sleutel in en draai hem dan
naar “
e”terwijl de sleutel ingedrukt
wordt gehouden.
DWA10060
s s
WAARSCHUWING
Draai de contactsleutel nooit naar
“
e” of naar “m” terwijl de machine
rijdt; elektrische systemen worden
dan afgeschakeld en mogelijk zult
u zo de macht over het stuur verlie-
zen of een ongeval veroorzaken.
Zorg altijd dat de machine stilstaat
voordat u de sleutel naar “
e” of
naar “
m” draait.
ON
OFF
LOCK
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-1
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 16
Page 17 of 84
DAU10980
Controlelampjes
1. Controlelampjes Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
2. Controlelampje linker richtingaanwijzers “
c”
3. Controlelampje grootlicht “j”
4. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe-
ratuur “
y”
5. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
“
d”
DAU11030
Controlelampjes
richtingaanwijzers“
c” en “d”
Het bijbehorende controlelampje
knippert terwijl de schakelaar voor
richtingaanwijzers naar de linker- of
rechterstand is gedrukt.
DAU11080
Controlelampje grootlicht “j”
Dit controlelampje brandt terwijl de
koplamp is ingeschakeld voor groo-
tlicht.
DAUM1070
Indicator olieverversing
Na de eerste 500 km (300 mi) en
daarna om de 3000 km (1800 mi)
verschijnt de melding “CHnGE OIL” in
de kilometerteller-/klokweergave om
aan te geven dat de motorolie moet
worden ververst. (Zie pagina 6-9.)
DAUM1080
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “
y”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den als de motor oververhit raakt. Zet
in zo’n geval de motor onmiddellijk af
en geef deze de tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit van het waars-
chuwingslampje kan volgens de vol-
gende procedure worden gecontrole-
erd.
1. Draai de sleutel naar “h”.2. Als het waarschuwingslampje
niet gaat branden, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch cir-
cuit te testen.
DCA10020
LET OP:
Laat de motor niet draaien terwijl
deze oververhit is.y
12345
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 17
Page 18 of 84
DAUS1361
Snelheidsmeterunit
1. “TRIP"-toets
2. Multifunctioneel display
3. Snelheidsmeter
4. Rode zone
De snelheidsmeterunit is voorzien van
het volgende:
een snelheidsmeter (die de
actuele rijsnelheid aangeeft)
DCAS0010
LET OP:
Gebruik de scooter niet wanneer
de snelheidsmeter zich in de rode
zone bevindt. Rode zone: 120 km/h
(75 mph) en hoger
een kilometerteller (die de totale
afgelegde afstand toont)
een ritteller (die de afgelegde afs-tand toont sinds de teller het
laatst werd teruggesteld op nul)
Door het indrukken van de “TRIP”-
toets wisselt de weergave tussen kilo-
meterteller “ODO” en ritteller “TRIP”.
Om de ritteller terug te stellen scha-
kelt u over naar de “TRIP”-modus,
waarna u de “TRIP”-toets minstens 1
seconde lang ingedrukt houdt. De rit-
teller kan samen met de brandstofni-
veaumeter worden gebruikt om de
afstand te schatten die met een volle
brandstoftank kan worden afgelegd.
Deze informatie stelt u in staat de vol-
gende tankstops te plannen.
Instellen van de
kilometerteller/rittellerweergave
U kunt de kilometerteller en de ritteller
als volgt de afstand laten weergeven
in kilometers of in mijlen.
1. Draai de sleutel naar “
f”terwijl
u de terugstelknop ingedrukt
houdt.
2. Laat de terugstelknop los zodra
het display oplicht.3. De actuele weergave wordt op
het display getoond: “CONT”
(continentaal) voor kilometerwe-
ergave en “EnGL” (Engels) voor
mijlenweergave.
4. Druk de terugstelknop in om de
weergave te wijzigen.
5. Druk de terugstelknop twee
seconden lang in om de instelling
te bevestigen.
OPMERKING:
De kilometerteller/ritteller-weer-
gave kan een onbeperkt aantal
keren worden gewijzigd zolang
de kilometerteller beneden 10
(km/h of MPH) aanduidt, maar
wijzigen is niet meer mogelijk als
10 (km/h of MPH) of hoger wordt
aangeduid.
Wisselen tussen de kilometer- en
mijlenweergave heeft geen invlo-
ed op de huidige kilometerte-
ller/ritteller-weergave.
12 3
y
4
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 18
Page 19 of 84
DAUM1100
Brandstofniveaumeter
1. Brandstofniveaumeter
2. Accuspanningsmeter
Wanneer de sleutel naar "e" wordt
gedraaid geeft deze meter het accus-
panningsniveau aan voordat de motor
werd uitgeschakeld.
OPMERKING:
Als de naald daalt naar het merkteken
10 V, moet u een MBK dealer vragen
de accu te controleren.
Wanneer de sleutel naar "f" de
brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is.
De naald beweegt naar "E" (leegte)
naarmate het brandstofniveau daalt.Wanneer de brandstof in de tank onge-
veer "E" snel mogelijk brandstof bij.
OPMERKING:
Voorkom dat de brandstoftank geheel
droog komt te staan.
DAUS1210
Klok
Om de klok op tijd te zetten
1. Draai de sleutel naar “
f”.
2. Druk twee seconden op de
“TRIP”-toets. De uuraanduiding
zal gaan knipperen.
3. Druk op de “TRIP”-toets om de
uren in te stellen.
Total/Trip
TOTAL TRIP
Total/Trip
TOTAL TRIP
1
2
y3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 19
Page 20 of 84
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
4. Druk twee seconden op de
“TRIP”-toets. Het eerste cijfer
van de minutenaanduiding zal
gaan knipperen.
5. Druk op de “TRIP”-toets om het
eerste cijfer van de minutenaan-
duiding in te stellen.
6. Druk nog eens twee seconden op
de “TRIP”-toets. Het tweede cij-
fer van de minutenaanduiding zal
gaan knipperen.
7. Druk op de “TRIP”-toets om het
tweede cijfer van de minutenaan-
duiding in te stellen.
8. Druk twee seconden op de
“TRIP”-toets om de klok in te ste-
llen.DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
Dit model kan door een Yamaha dea-
ler worden uitgerust met een optione-
el antidiefstal-alarmsysteem. Neem
contact op met een Yamaha dealer
voor nadere informatie.
HAU12347
Stuurschakelaars
1. Dimlichtschakelaar “j/k”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “c/d”
3. Claxonschakelaar “a”
1. Startknop
“ ”2. Schakelaar alarmverlichting “g”
1
2
1
2
3
Total/Trip
TOTAL TRIP
5D8-F819D-D0.qxd 2/6/07 10:32 Página 20