YAMAHA MT-01 2005 Instructieboekje (in Dutch)

Page 61 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
LET OP:
DCA11110
Gebruik geen motorolie of andere
smeermidelen voor de aandrijfketting,
deze bevatten mogelijk toevoegingendie de o-ringen kunnen beschadigen.
DAU23100
Controleren en smeren van
kabels De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt.
WAARSCHUWING
DWA10720
Bij schade aan de buitenkabel kan de
goede werking van de kabel worden be-
lemmerd en kan de binnenkabel gaan
roesten. Vervang een beschadigde kabel
zo snel mogelijk om onveilige conditieste voorkomen.
DAU23111
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Smeer ook de gaskabel volgens de interval-
tijden gespecificeerd in het periodiek onder-
houdsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
U5YUD0D0.book Page 20 Friday, November 12, 2004 1:36 PM

Page 62 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
DAU23131
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen De werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden gesmeerd.
DAU23140
Controleren en smeren van rem-
en koppelingshendels Remhendel
Koppelingshendel
De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten indien nodig worden ge-
smeerd. Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
U5YUD0D0.book Page 21 Friday, November 12, 2004 1:36 PM

Page 63 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-22
6
DAU23200
Controleren en smeren van
zijstandaard De werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10730
Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of terepareren.
DAU23271
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
Om de conditie te controleren
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de motorfiets veilig wordt on-dersteund, zodat hij niet kan omvallen.
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP:
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro-leren.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
U5YUD0D0.book Page 22 Friday, November 12, 2004 1:36 PM

Page 64 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
DAU23280
Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de motorfiets veilig wordt on-dersteund, zodat hij niet kan omvallen.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het on-
dereinde en probeer ze naar voren en
achteren te bewegen. Als speling kan
worden gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te
testen.
DAU23290
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU23440
Accu Dit model is uitgerust met een permanent-
dichte accu (onderhoudsvrij type) waarvoor
geen onderhoud vereist is. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.1. Positieve accupool
2. Accu
3. Negatieve accupool
U5YUD0D0.book Page 23 Friday, November 12, 2004 1:36 PM

Page 65 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
WAARSCHUWING
DWA10760

Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.

Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.

HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de motorfiets
langer dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad volledig bij en zet dan weg
op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.
LET OP:
DCA10630

Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen toe-
stand weg te bergen kan permanen-
te accuschade ontstaan.

Om een permanent-dichte accu (on-
derhoudsvrij type) te laden, is een
speciale acculader (met constante
laadspanning) vereist. Bij gebruik
van een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd. Wanneer
u niet beschikt over een speciale
acculader voor permanent-dichteaccu’s (onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw accu op
te laden.
U5YUD0D0.book Page 24 Friday, November 12, 2004 1:36 PM

Page 66 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
DAU23624
Zekeringen vervangen
De hoofdzekeringhouder en het kastje met
zekeringen voor afzonderlijke circuits bevin-
den zich onder het zadel. (Zie pagina 3-14.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
1. Hoofdzekering
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
4. Zekeringenkastje
1. Zekeringenkastje
2. Koplampzekering
3. Zekering signaleringssysteem
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering koelvin voor uitlaatdemperkap
6. Backup-zekering (voor kilometerteller, klok
en startblokkeersysteem)
7. Auto-decompressiezekering
8. Zekering elektronische regeleenheid
9. Zekering parkeerlichten
10.Reservezekering
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
25.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10.0 A
Zekering koelvin voor uitlaatdemper-
kap:
15.0 A
Zekering ECU-circuit:
10.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
Zekering automatisch decompressie-
systeem:
15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
U5YUD0D0.book Page 25 Friday, November 12, 2004 1:36 PM

Page 67 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-den.
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU36820
Koplampgloeilamp vervangen De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is doorgebrand.
Koplampgloeilamp vervangen
1. Verwijder de koplampunit door de bou-
ten aan beide zijden los te halen.Koplampgloeilamp voor grootlicht ver-
vangena. Verwijder de kap van de fitting door
deze linksom te draaien.
b. Maak de koplampstekker los en
verwijder dan de fitting.
1. Gloeilamp voor dimlicht
2. Gloeilamp voor grootlicht
1. Bout
1. Gloeilampkap
U5YUD0D0.book Page 26 Friday, November 12, 2004 1:36 PM

Page 68 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
c. Verwijder de defecte gloeilamp.WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
d. Breng een nieuwe koplampgloei-
lamp aan en zet deze dan vast met
de gloeilamphouder.LET OP:
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:

Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.

Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-geschreven.e. Sluit de stekker aan en plaats de
kap van de fitting door deze rechts-
om te draaien.
Koplampgloeilamp voor dimlicht ver-
vangena. Maak de stekker los en verwijder
de defecte gloeilamp door deze
linksom te draaien.WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
b. Plaats de gloeilamp door deze
rechtsom te draaien.
1. Koplampstekker
2. Gloeilamphouder
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Koplampstekker
2. Koplampgloeilamp
U5YUD0D0.book Page 27 Friday, November 12, 2004 1:36 PM

Page 69 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
LET OP:
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.

Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-geschreven.c. Sluit de koplampstekker aan.
2. Monteer de koplampunit door de bou-
ten aan te brengen.
3. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24180
Achterlicht/remlicht unit Dit model is uitgerust met een LED type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
U5YUD0D0.book Page 28 Friday, November 12, 2004 1:36 PM

Page 70 of 88

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
6
DAU24201
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven te ver-
wijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen.LET OP:
DCA11190
Zet de schroef niet overdreven strakvast, anders kan de lamplens breken.
DAU36810
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen 1. Verwijder het kapje over de kenteken-
verlichting door de schroeven los te
draaien.
2. Verwijder de lamplens van de kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit de fitting te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Monteer de lens van de kentekenver-
lichting door de schroeven aan te
brengen.
1. Schroef
1. Schroef
2. Afdekking van kentekenverlichting
1. Schroef
2. Lamplens kentekenverlichting
1. Gloeilamp kentekenverlichting
U5YUD0D0.book Page 29 Friday, November 12, 2004 1:36 PM

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 next >