reset YAMAHA MT-03 2020 Instructieboekje (in Dutch)

Page 17 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
3
WAARSCHUWING
DWA16043
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat als u een snelheid van 10 km/h (6
mi/h) hebt bereikt of als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat
branden:
Rijd extra voorzichtig om te voorko-
men dat de wielen blokkeren bij een
noodstop.
Laat de machine zo snel mogelijk
controleren door een Yamaha dea-
ler.
DAU67433Schakelcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje gaat branden als het tijd
is om naar een hogere versnelling te scha-
kelen. De motortoerentallen waarbij het
lampje aan- of uitgaat kunnen worden aan-
gepast.
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
DAU87090
Multifunctionele meter
De multifunctionele meter is ook voorzien
een regelmodus voor het schakelcontrole-
lampje.
WAARSCHUWING
DWA12423
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van de
multifunctionele meter gaat aanbren-
gen. Het aanbrengen van wijzigingen tij-
dens het rijden kan u afleiden en
vergroot het risico op een ongeval.
DAU87140De weergave-eenheden wisselen
U kunt de weergave-eenheden wisselen
tussen kilometers en mijlen. Houd om tus-
sen de weergave-eenheden te wisselen de
“SELECT”-toets ingedrukt totdat de een-
heid wordt gewijzigd.
DAU86831Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
1. “RESET”-toets
2. “SELECT”-toets
3. Klok
4. Temperatuurmeter koelvloeistof
5. Aanduiding ingeschakelde versnelling
6. Toerenteller
7. Snelheidsmeter
8. Schakelcontrolelampje “ ”
9. Brandstofniveaumeter
10.Multifunctioneel display
MPH
MPG mile
321 458910
67
UB6WD0D0.book Page 3 Friday, March 27, 2020 11:17 AM

Page 18 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-4
3
DAU87170Toerenteller
Met de toerenteller kan de bestuurder het
motortoerental controleren en dit binnen
het ideale bereik houden.
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 12500 tpm en hoger
DAU86841Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als er ongeveer 3.0 L (0.79 US gal,
0.66 Imp.gal) brandstof in de brandstoftank
over is, gaat het laatste segment knipperen.
Vul zo snel mogelijk brandstof bij.
OPMERKING
Als er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit, gaan de segmenten
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Als dit zich voordoet, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren.
DAU87290Klok
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
De klok instellen
1. Houd de “SELECT”-toets en de “RE-
SET”-toets ingedrukt totdat de uren-
aanduiding begint te knipperen.
2. Gebruik de “RESET”-toets om de uren
in te stellen.
3. Druk op de “SELECT”-toets en de mi-
nutenaanduiding begint te knipperen.
4. Gebruik de “RESET”-toets om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets om de in-
stelling te bevestigen.
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1. Brandstofniveaumeter
MPH
MPG mile
12
MPH
MPG mile
1
1. Klok
MPH
MPG mile
1
UB6WD0D0.book Page 4 Friday, March 27, 2020 11:17 AM

Page 20 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-6
3
OPMERKING
De kilometerteller wordt vergrendeld bij
999999 en kan niet worden teruggesteld.
DAU88050Rittellers
De rittellers tonen de afgelegde afstand
sinds de tellers voor het laatst werden te-
ruggesteld.
Stel om een ritteller terug te stellen het dis-
play in op de betreffende ritteller en houd
dan de “RESET”-toets ingedrukt totdat de
teller is teruggesteld.
OPMERKING
De rittellers worden teruggesteld en blijven
tellen nadat 9999.9 is bereikt.
DAU87600Ritteller brandstofreserve
Als het laatste segment van de brandstofni-
veaumeter begint te knipperen, wisselt de
weergave automatisch naar de brandstof-
reserve-ritteller “TRIP F” en wordt de afge-
legde afstand vanaf dat punt aangegeven.
Houd om de brandstofreserve-ritteller te-
rug te stellen de “RESET”-toets ingedrukt
totdat de teller is teruggesteld.
OPMERKING
Als u de brandstofreserve-ritteller niet
handmatig terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld en verdwijnt deze van
het display zodra u na het tanken 5 km (3
mi) hebt gereden.
DAU87680Ritteller olieverversing
Deze ritteller toont de afgelegde afstand
sinds de motorolie voor het laatst werd ver-
verst. De indicator olieverversing “OIL”
knippert zodra de eerste 1000 km (600 mi)
zijn afgelegd en daarna na 4000 km (2500
mi). Vervolgens gaat de indicator om de
5000 km (3000 mi) knipperen.
Selecteer om de ritteller olieverversing en
indicator olieverversing terug te stellen de
ritteller olieverversing en houd dan de “RE-
SET”-toets ingedrukt totdat “OIL” en de rit-
teller beginnen te knipperen. Houd terwijl
“OIL” en de ritteller knipperen de “RESET”-
toets ingedrukt totdat de ritteller is terugge-
steld.
OPMERKING
Nadat de motorolie is ververst, moeten de
ritteller olieverversing en de indicator olie-
verversing worden teruggesteld. Anders zal
de indicator olieverversing niet op het juiste
moment gaan branden.
1.
2. Ritteller olieverversing
MPH
21
UB6WD0D0.book Page 6 Friday, March 27, 2020 11:17 AM

Page 21 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-7
3
DAU87771Weergave huidig brandstofverbruik
Deze weergave toont het brandstofverbruik
onder de huidige rijomstandigheden. De
weergave kan worden ingesteld op “km/L”
of “L/100 km”, of “MPG” wanneer mijlen
worden gebruikt. Houd om te wisselen tus-
sen de eenheden voor het brandstofver-
bruik de “SELECT”-toets ingedrukt totdat
de eenheid wordt gewijzigd.
“km/L”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 L brandstof.
“L/100 km”: de hoeveelheid brandstof
die nodig is om 100 km af te leggen.
“MPG”: de afstand die kan worden af-
gelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.
OPMERKING
Bij snelheden onder 10 km/h (6 mi/h) wordt

DAU87860Weergave gemiddeld brandstofverbruikDeze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op
nul is teruggezet. De weergave van het ge-
middelde brandstofverbruik kan worden in-
gesteld op “AVE_ _._ km/L” of “AVE_ _._
L/100 km”, of “AVE_ _._ MPG” wanneer
mijlen worden gebruikt. Houd om te wisse-
len tussen de eenheden voor het brand-
stofverbruik de “SELECT”-toets ingedrukt
totdat de eenheid wordt gewijzigd.
“AVE_ _._ km/L”: de gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op 1.0
L brandstof.
“AVE_ _._ L/100 km”: de gemiddelde
hoeveelheid brandstof die nodig is om
100 km af te leggen.
“AVE_ _._ MPG”: de gemiddelde af-
stand die kan worden afgelegd op 1.0
Imp.gal brandstof.
OPMERKING
Houd om de weergave terug te stellen
de “RESET”-toets ingedrukt totdat de
weergave is teruggesteld.
Nadat de weergave is teruggesteld,
wordt “_ _._” weergegeven totdat eni-
ge afstand met de machine is gere-
den.
DAU87960Regelmodus schakelcontrolelampje
1. Weergave huidig brandstofverbruik
1. Weergave gemiddeld brandstofverbruik
MPH
1
MPH
1
1. Schakelcontrolelampje “ ”
2. Weergave helderheidsniveau
MPH
1
2
UB6WD0D0.book Page 7 Friday, March 27, 2020 11:17 AM

Page 22 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-8
3
In deze modus kan tussen 4 regelfuncties
worden gewisseld in de onderstaande
volgorde.
Schakelcontrolelampje aan / knippe-
ren / uit
Toerental voor activering van schakel-
controlelampje
Toerental voor deactivering van scha-
kelcontrolelampje
Helderheid van schakelcontrolelamp-
je
Schakelcontrolelampje aan / knipperen / uit
instellen
1. Zet de machine uit.
2. Druk de “SELECT”-toets in en houd
deze ingedrukt.
3. Schakel de machine in en laat dan na
5 seconden de “SELECT”-toets los.
4. Druk op de “RESET”-toets om een
van de volgende knipperpatroonin-
stellingen te kiezen:
Aan: het schakelcontrolelampje
gaat branden als het ingestelde
motortoerental wordt bereikt.
Deze instelling wordt geselec-
teerd wanneer het schakelcon-
trolelampje aan moet blijven.
Knipperen: het schakelcontrole-
lampje gaat knipperen als het in-
gestelde motortoerental wordt
bereikt. Deze instelling wordt ge-
selecteerd wanneer het schakel-
controlelampje 4 keer per
seconde moet knipperen.
Uit: het schakelcontrolelampje is
gedeactiveerd. Deze instelling
wordt geselecteerd wanneer het
schakelcontrolelampje één keer
per 2 seconden moet knipperen.
5. Druk op de “SELECT”-toets om de in-
stelling te bevestigen. De regelmodus
gaat over naar de functie toerental
voor activering van het schakelcontro-
lelampje.Om het toerental voor activering van het
schakelcontrolelampje in te stellen
Het schakelcontrolelampje kan worden in-
gesteld tussen 7000 tpm en 13500 tpm.
Van 7000 tpm tot 12000 tpm kan het con-
trolelampje worden ingesteld in stappen
van 500 tpm. Van 12000 tpm tot 13500 tpm
kan het controlelampje worden ingesteld in
stappen van 200 tpm.
1. Druk op de “RESET”-toets om het
motortoerental in te stellen waarbij u
het schakelcontrolelampje wilt laten
activeren.
2. Druk op de “SELECT”-toets om het
geselecteerde motortoerental te be-
vestigen. De regelmodus gaat over
naar de functie toerental voor deacti-
vering van het schakelcontrolelampje.
Om het toerental voor deactivering van het
schakelcontrolelampje in te stellen
Het schakelcontrolelampje kan worden in-
gesteld tussen 7000 tpm en 13500 tpm.
Van 7000 tpm tot 12000 tpm kan het con-
trolelampje worden ingesteld in stappen
van 500 tpm. Van 12000 tpm tot 13500 tpm
kan het controlelampje worden ingesteld in
stappen van 200 tpm.
Denk eraan dat het deactiveringspunt op
een hoger toerental moet worden ingesteld
dan het activeringspunt, anders zal het
schakelcontrolelampje niet gaan branden.
1. Druk op de “RESET”-toets om het
motortoerental in te stellen waarbij u
het schakelcontrolelampje wilt laten
deactiveren.
2. Druk op de “SELECT”-toets om het
geselecteerde motortoerental te be-
vestigen. De regelmodus gaat over
naar de functie helderheid van het
schakelcontrolelampje.
UB6WD0D0.book Page 8 Friday, March 27, 2020 11:17 AM

Page 23 of 96

Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-9
3
Om de helderheid van het schakelcontrole-
lampje in te stellen
1. Druk op de “RESET”-toets om de ge-
wenste helderheid van het schakel-
controlelampje te kiezen.
2. Druk op de “SELECT”-toets om het
geselecteerde helderheidsniveau te
bevestigen en de regelmodus te verla-
ten.
DAU1234M
Stuurschakelaars
Links
Rechts
DAU12362Lichtsignaalschakelaar “PASS”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
OPMERKING
Als de dimlichtschakelaar is ingesteld
op Ž, heeft de lichtsignaalschakelaar
geen effect.
DAU12402Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
1. Lichtsignaalschakelaar “PASS”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
1. Startschakelaar/noodstopschakelaar
“//”
2. Schakelaar alarmverlichting “ ”
1
2
3
4
1
2
/
UB6WD0D0.book Page 9 Friday, March 27, 2020 11:17 AM