YAMAHA MT07 TRACER 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Page 61 of 98
Periodiek on derhoud  en afstelling
6-13
6
LET OP
DCA20860
Zet de motor  direct af als het waarschu-
win gslampje olie druk knippert of  blijft
b ran den en laat het voertui g controleren
d oor een Yamaha- dealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.13. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten om de olie tot rust te laten ko-
men voor een correcte aflezing.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
DAU85450
Waarom Yamalu beYAMALUBE olie is een origineel YAMAHA
onderdeel dat is ontwikkeld vanuit de over-
tuiging dat motorolie een belangrijke vloei-
bare component van de motor is. Wij
stellen teams samen van specialisten op
technisch, chemisch, elektronisch en race-
testgebied die samen de motor en de daar-
in te gebruiken olie ontwikkelen. Yamalube
oliën bestaan uit hoogwaardige basisoliën
die zijn aangevuld met specifieke additie-
ven die verzekeren dat het eindproduct aan
onze prestatienormen voldoet. Hierdoor
hebben de minerale, semisynthetische en
synthetische oliën van Yamalube hun eigen
karakter en toepassingsgebied. Dankzij de
enorme ervaring die Yamaha sinds de jaren
zestig met de ontwikkeling van oliën heeft
opgedaan, is Yamalube de beste keus voor
uw Yamaha motor.
DAUS1203
KoelvloeistofHet koelvloeistofniveau moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verder moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema.OPMERKINGAls er geen originele Yamaha koelvloeistof
beschikbaar is, gebruik dan een ethyleen-
glycol antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren en meng deze met ge-
destilleerd water in een verhouding van 1:1.
DAU20097
Controleren van het koelvloeistofniveau
Aangezien het koelvloeistofniveau varieert
met de motortemperatuur, moet het wor-
den gecontroleerd met een koude motor.
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
Aan bevolen koelvloeistof:
YAMALUBE-koelvloeistof
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Koelvloeistofreservoir (merkstreep 
voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 1.60 L (1.69 US qt, 1.41 Imp.qt)
UB4TD0D0.book  Page 13  Monday, December 2, 2019  3:57 PM 
Page 62 of 98
Periodiek on derhou d en afstelling
6-14
6
2. Houd de machine rechtop en contro-
leer het koelvloeistofniveau in het re-
servoir.
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop.  WAARSCHUWING!
Verwij der alleen  de  dop van het
koelvloeistofreservoir. Pro beer
nooit om  de rad iatorvul dop te ver-
wij deren als d e motor warm is.
[DWA15162]
4. Vul koelvloeistof bij tot de merkstreep
voor maximumniveau.  LET OP: Als er
g een koelvloeistof aanwezi g is,  ge-
b ruik  dan in plaats  daarvan  ged istil-
leer d water of onthard  leidingwater.
Ge bruik  geen har d water of zout
water,  dit is scha delijk voor  de mo-
tor. Als er in plaats van koelvloeistof
water is g eb ruikt, vervan g d it  dan
zo snel mo gelijk  door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet  be-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan d e koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat  dan een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van  de koelvloeistof
controleren om te voorkomen  dat
d e effectiviteit van  de koelvloeistof
afneemt.
 [DCA10473]
5. Breng de dop van het koelvloeistofre- servoir aan.
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer.  WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om  de rad iatorvuld op te ver-
wij deren als  de motor warm is.
 [DWA10382]
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
123
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
UB4TD0D0.book  Page 14  Monday, December 2, 2019  3:57 PM 
Page 63 of 98
Periodiek on derhoud  en afstelling
6-15
6
DAU60451
Vervangen van het luchtfilterele-
ment en reini gen van  de aftap-
slan gHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Laat uw Yamaha-dealer het luchtfilte-
relement vaker vervangen als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt. De
luchtfilteraftapslang is echter makkelijk be-
reikbaar en moet regelmatig worden ge-
controleerd en indien nodig gereinigd.
Reini gen van  de luchtfilteraftapslan g
1. Verwijder de luchtfilteraftapslang on-
der het luchtfilterdeksel.
2. Reinig de slang en installeer de slang vervolgens.
DAU21386
De vrije slag  van de gas greep 
controlerenMeet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
DAU21403
Klepspelin gDe kleppen zijn een belangrijke motorcom-
ponent, en aangezien de klepspeling bij ge-
bruik verandert moeten ze worden
gecontroleerd en afgesteld volgens de in-
tervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema. Niet-afgestelde klep-
pen kunnen resulteren in een onjuist lucht-
brandstofmengsel, motorgeluid en uitein-
delijk motorschade. Laat om dit te voorko-
men de klepspeling regelmatig controleren
en afstellen door uw Yamaha dealer.OPMERKINGDit onderhoud moet worden uitgevoerd bij
een koude motor.
1. Aftapslang luchtfilter
1
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije slag van  gas greep:
3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in)
1
UB4TD0D0.book  Page 15  Monday, December 2, 2019  3:57 PM 
Page 64 of 98
Periodiek onderhoud en afstelling
6-16
6
DAU64412
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk ern-
stig letsel of overlijden tot gevolg. De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is aan
de omgevingstemperatuur).
 De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
Bandenspanning bij koude banden:
1 persoon:
Voor:225 kPa (2.25 kgf/cm², 33 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
2 personen: Voor:
225 kPa (2.25 kgf/cm², 33 psi)
Achter: 250 kPa (2.50 kgf/cm², 36 psi)
Maximale belasting: Vo e r t u i g :181 kg (399 lb)
De maximale belasting van het 
voertuig is het gecombineerde ge-
wicht van de bestuurder, de passa-
gier, de bagage en eventuele 
accessoires.1. Wang van band
2. BandprofieldiepteMinimale bandprofieldiepte (voor en 
achter): 1.6 mm (0.06 in)
UB4TD0D0.book  Page 16  Tuesday, December 10, 2019  11:25 AM 
Page 65 of 98
Periodiek on derhoud  en afstelling
6-17
6
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten  ban den  door
een Yamaha  dealer vervan gen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar  dit heeft ook een averechts
effect op  de rijstab iliteit, waar door
u  de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
 De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief b an-
d en,  dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over d e
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om d it te doen.
 Rijd niet te snel  direct na het ver-
wisselen van een  ban d. Het  ban d-
oppervlak  dient eerst te zijn
in gere den v
 oordat het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10902
 Monteer altij d voor- en achter ban-
d en van hetzelf de merk en type.
Verschillen de  ban den kunnen het we
gge dra g van  de machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een on ge-
val.
 Controleer altij d of d e ventiel dopjes
stevig  zijn bevesti gd om zo lucht-
lekka ge te voorkomen.
 Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de  ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om te voorkomen  dat  de
b an den on der het rij den lee glopen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
Voor ban d:
Maat: 120/70 ZR 17 M/C (58W)
Fabrikant/model: MICHELIN/PILOT ROAD 4
Achter ban d:
Maat: 180/55 ZR 17 M/C (73W)
Fabrikant/model:
MICHELIN/PILOT ROAD 4 R TL
VOOR en ACHTER: Bandventiel:
TR412
Luchtventielbuis: #9100 (origineel)
UB4TD0D0.book  Page 17  Monday, December 2, 2019  3:57 PM 
Page 66 of 98
Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uit gerust met specia-
le  ban den  die  geschikt voor zeer ho ge
rijsnelhe den. Let op het vol gen de om
d eze  ban den zo effectief mo gelijk te
kunnen  geb ruiken.
 Gebruik  bij vervan gin g uitsluiten d
het voor geschreven type  ban den.
Bij an dere  ban den is het risico op
een klap ban d b ij zeer ho ge rijsnel-
he den niet  denkb eeldig .
 Gloe dnieuwe  ban den  bie den op
sommi ge typen we gdek relatief
weini g g rip tot dat
 ze zijn “in gere-
d en”. Het is  dan ook verstan dig  d e
eerste 100 km (60 mi) na dat een
nieuwe  ban d is aan geb racht rusti g
te  blijven rij den en pas  daarna  de
rijsnelhei d te verho gen.
 Voor dat met ho ge snelhei d wor dt
g ered en moeten  de  ban den zijn op-
g ewarm d.
 Pas  de  ban dspanning  steeds aan
vol gens  de rijomstan dig he den.
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
 Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
 Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAU33893
Vrije sla g van koppelin gshen del 
afstellenMeet de vrije slag van de koppelingshendel
zoals getoond.
Controleer de vrije slag van de koppelings-
hendel regelmatig en stel indien nodig als
volgt af.
Draai de stelbout van de koppelingsspeling
op de koppelingshendel richting (a) voor
meer vrije slag van de koppelingshendel.
Draai de stelbout richting (b) voor minder
vrije slag van de koppelingshendel.1. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
2. Vrije slag van koppelingshendelVri je sl a g van koppeling shendel:
5.0–10.0 mm (0.20–0.39 in)2
1
(b)(a)
UB4TD0D0.book  Page 18  Monday, December 2, 2019  3:57 PM 
Page 67 of 98
Periodiek on derhoud  en afstelling
6-19
6
OPMERKINGGa als volgt te werk als op de hierboven be-
schreven werkwijze de voorgeschreven
vrije slag van de koppelingshendel niet
wordt gehaald.1. Draai de stelbout bij de koppelings-
hendel richting (a) om de koppelings-
kabel losser te stellen.
2. Draai de borgmoer bij het carter los.
3. Draai de stelmoer van de koppelings- speling richting (a) voor meer vrije slag
van de koppelingshendel. Draai de
stelmoer richting (b) voor minder vrije
slag van de koppelingshendel.
4. Draai de borgmoer aan.
DAU37914
Vrije slag  van remhen del contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in d e rem-
hend el kan  betekenen  dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem d oor een Yamaha dea-
ler ontluchten voord at de machine word t
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een ne gatief effect op  de remwerkin
g, waar door u  de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als  gevol g.
1. Borgmoer
2. Stelmoer voor vrije slag van de koppelings-
hendel
1
2
(a)(b)
1. Geen vrije slag remhendel
1
UB4TD0D0.book  Page 19  Monday, December 2, 2019  3:57 PM 
Page 68 of 98
Periodiek on derhou d en afstelling
6-20
6
DAU36505
Remlichtschakelaars Het remlicht moet gaan branden net voor-
dat de remwerking intreedt. Het remlicht
wordt geactiveerd door schakelaars die zijn
verbonden met de remhendel en het rem-
pedaal. Aangezien de remlichtschakelaars
onderdelen zijn van het Yamaha ABS (Anti-
lock Brake System), mogen ze alleen wor-
den onderhouden door een Yamaha dea-
ler.
DAU22393
Controleren van voor- en achter-
rem blokkenDe remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU36891
Rem blokken voorrem
Elk voorremblok heeft een eigen slijtage-in-
dicator, zodat het remblok kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Bekrachtig de rem en let op
de stand van de slijtage-indicator om de
remblokslijtage te controleren. Wanneer
een remblok zover is afgesleten dat de slij- tage-indicator de remschijf bijna raakt,
vraag dan een Yamaha dealer de remblok-
ken als set te vervangen.
DAU46292
Rem
blokken achterrem
Elk achterremblok is voorzien van slijtage-
indicatorgroeven, zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te
hoeven demonteren. Let op de slijtage-in-
dicatorgroeven om de remblokslijtage te
controleren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat een slijtage-indicatorgroef
bijna zichtbaar is, vraag dan een Yamaha-
dealer de remblokken als set te vervangen.
1. Slijtage-indicator remblok
1
1
1. Slijtage-indicatorgroef remblokZAUM1417 
1
1
UB4TD0D0.book  Page 20  Monday, December 2, 2019  3:57 PM 
Page 69 of 98
Periodiek on derhoud  en afstelling
6-21
6
DAU40262
Controleren van remvloeistofni-
veauControleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
Voorrem Achterrem
WAARSCHUWING
DWA16011
Onjuist uit
gevoer d on derhou d kan resul-
teren in verlies van remvermo gen. Neem
d e vol gen de voorzor gsmaatre gelen in
acht:  Bij een te laa g remvloeistofniveau
kan lucht  binnen drin gen in het rem-
systeem, waar door  de rempresta-
ties afnemen.
 Reini g  de reservoir dop alvorens
d eze te verwij deren. Ge bruik uit-
sluiten d DOT 4 remvloeistof uit een
onaan geb roken verpakkin g. 
Gebruik uitsluiten d d e aan bevolen
remvloeistof, an ders kunnen  de
ru bberaf dichtin gen  bescha digd ra-
ken met lekka ge tot g evolg.
 Vul  bij
 met hetzelf de type remvloei-
stof. Toevoe gin g van een and er
type remvloeistof  dan DOT 4 kan re-
sulteren in een scha delijke chemi-
sche reactie.
 Pas op en zor g d at tij dens het b ij-
vullen  geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir  binnen drin gen.
Water zal het kookpunt van  de rem-
vloeistof aanzienlijk verlag en zodat
d amp belvormin g kan optred en en
vuil  de hy draulisch  bed ien de klep-
pen van  de ABS eenhei d kan ver-
stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan  gelakte of kunststof
on der delen  beschad ig en. Vee g g emors-
te remvloeistof stee ds  direct af.Naarmate de remblokke n afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
1. Merkstreep minimumniveau
1
1. Merkstreep minimumniveau
Aan bevolen remvloeistof:
DOT 4
1
UB4TD0D0.book  Page 21  Monday, December 2, 2019  3:57 PM 
Page 70 of 98
Periodiek on derhou d en afstelling
6-22
6
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
DAU22734
De remvloeistof verversenLaat de remvloeistof elke 2 jaar verversen
door een Yamaha dealer. Laat bovendien
de keerringen van de hoofdremcilinders en
remklauwen en de remslangen vervangen
volgens de hieronder vermelde intervalperi-
oden of eerder als ze lek of beschadigd zijn.
 Remkeerringen: elke 2 jaar
 Remslangen: elke 4 jaar
DAU22762
Spannin g aan drijfkettin gDe spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU60046
Aandrijfkettin g controleren op spannin g
1. Zet de motorfiets op de zijstandaard.OPMERKINGBij het controleren en instellen van de span-
ning van de aandrijfketting mag er geen ge-
wicht op de motorfiets rusten.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij- stand.
3. Duw omlaag op de aandrijfketting on- der het uiteinde van de kettingbe-
schermer.
4. Meet afstand A tussen de kettingbe- schermer en het midden van de ket-
ting zoals getoond.
UB4TD0D0.book  Page 22  Monday, December 2, 2019  3:57 PM