YAMAHA NMAX 150 2017 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 94

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-11
6
4. Als het motorolieniveau niet tussen
het uiteinde van de peilstok en de
merkstreep voor maximumniveau ligt,
vul dan voldoende olie, van de aanbe-
volen soort, bij tot het correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulopening en
draai dan de olievuldop vast.
Motorolie verversen en olie-aanzui gzeef
reini gen
1. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap- pluggen A en B om de olie uit het car-
ter te laten stromen. LET OP: Bij het
verwij deren van d e olieaftapplu g B
vallen de O-rin g, compressieveer
en oliezeef naar buiten. Zor g ervoor
d at u d eze on der delen niet kwijt-
raakt.
[DCAT1022]
4. Reinig de motorolie-aanzuigzeef in
oplosmiddel, controleer hem op scha-
de en vervang indien nodig.
5. Bevestig de motorolie-aanzuigzeef,
compressieveer, nieuwe O-ring en
olieaftapplug B.
OPMERKING
Zorg dat de O-ring correct aanligt.
6. Bevestig olieaftapplug A met eennieuwe pakking en zet beide aftap-
pluggen vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
7. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
1. Olievuldop
2. Motoroliepeilstok
3. Merkstreep maximumniveau
4. Uiteinde van de motoroliepeilstok
1
2
3
4
1. Olieaftapplug A
2. Pakking
3. Olieaanzuigzeef
4. Drukveer
5. O-ring
6. Olieaftapplug B
Aanhaalmoment:Olieaftapplug A: 20 N·m (2.0 kgf·m, 14 lb·ft)
Olieaftapplug B: 32 N·m (3.2 kgf·m, 23 lb·ft)
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelhei d:
0.90 L (0.95 US qt, 0.79 Imp.qt)
1
3
4
5
6
2
UBV3D0D0.book Page 11 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM

Page 52 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-12
6
OPMERKING
Veeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11621
z Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook de koppelin g) mo gen
g een chemische additieven wor den
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hog ere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
z Zor g d at er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
8. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
9. Zet de motor af, controleer dan het olieniveau en corrigeer indien nodig.
10. Reset de ritteller voor olieverversing
en de indicator olieverversing “OIL”.
(Zie pagina 3-6 voor het terugstellen.)
DAU20067
Eind overbren gin gsolie
Het eindoverbrengingshuis moet voor elke
rit worden gecontroleerd op olielekkage. In
geval van lekkage dient u de scooter door
een Yamaha dealer te laten nakijken en re-
pareren. Bovendien dient de eindoverbren-
gingsolie als volgt te worden ververst op de
tijdstippen vermeld in het periodieke onder-
houds- en smeerschema.
1. Start de motor, warm de eindover-
brengingsolie op door enkele minuten
te rijden en zet dan de motor af.
2. Zet de scooter op de middenbok.
3. Plaats een olieopvangbak onder het
eindoverbrengingshuis om de ge-
bruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de vuldop van de eindover- brengingsolie met de o-ring uit het
eindoverbrengingshuis.
5. Verwijder de aftapplug van de eind- overbrengingsolie met de pakking om
de olie uit het eindoverbrengingshuis
te laten stromen.
1. Vuldop versnellingsbakolie
2. O-ring
1
2
UBV3D0D0.book Page 12 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM

Page 53 of 94

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-13
6
6. Monteer de aftapplug van de eind-
overbrengingsolie met de nieuwe pak-
king en zet de bout vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
7. Vul met de aangegeven hoeveelheid van de aanbevolen eindoverbren-
gingsolie. WAARSCHUWING! Zor g
ervoor dat geen vreem de materia-
len in het ein dover bren gin gshuis te-
rechtkomen. Zor g ervoor dat geen
olie op de ban d of het wiel terecht-
komt.
[DWA11312]
8. Plaats de vuldop van de eindover- brengingsolie met de nieuwe o-ring en
draai de vuldop vast.
9. Controleer het eindoverbrengingshuis op olielekkage. Zoek in geval van lek-
kage naar de oorzaak.
DAU20071
Koelvloeistof
Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAUN1090Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op de middenbok.
OPMERKING
z Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
z Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau via
het kijkglas.
OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
1. Aftapplug versnellingsbakolie
2. Pakking
Aanhaalmoment:Aftapplug eindoverbrengingsolie:20 N·m (2.0 kgf·m, 14 lb·ft)
Aan bevolen ein dover bren gin gsolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelhei d:
0.15 L (0.16 US qt, 0.13 Imp.qt)
12
1. Kijkglas koelvloeistofniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1
2
3
UBV3D0D0.book Page 13 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM

Page 54 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-14
6
3. Als de koelvloeistof op of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de voetplaatmat
aan de rechterzijde door deze om-
hoog te trekken.
4. Verwijder de afdekking van het koel- vloeistofreservoir.
5. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir, vul koelvloeistof bij tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau, en breng dan de dop van het
koelvloeistofreservoir weer aan.
WAARSCHUWING! Verwij der alleen
d e dop van het koelvloeistofreser-
voir. Pro beer nooit om de ra diator-
vul dop te verwij deren als d e motor
kou d is.
[DWA15162] LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezi g is, geb ruik
d an in plaats daarvan ged istilleer d
water of onthar d lei din gwater. Ge-
b ruik geen har d water of zout wa-
ter, dit is scha delijk voor de motor. Als er in plaats van koelvloeistof
water is g
eb ruikt, vervan g d it dan
zo snel mo gelijk door koelvloeistof,
an ders is het systeem niet be-
scherm d te gen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toe gevoe gd, laat d an een Yamaha
d ealer zo snel mo gelijk het anti-
vries gehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
d e effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
6. Breng de afdekking van het koelvloei- stofreservoir aan.
7. Plaats de voetplaatmat rechts in de oorspronkelijke positie en druk deze
omlaag vast.
DAU67280Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder de panelen A en B. (Zie pa-
gina 6-7.)
3. Verwijder de radiatorkap door de bou- ten los te halen.
1. Mat op de voetplaat
1. Kap koelvloeistofreservoir
1
11. Dop koelvloeistofreservoir
Inhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1
UBV3D0D0.book Page 14 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM

Page 55 of 94

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-15
6
4. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
5. Verwijder de radiatorvuldop. WAARSCHUWING! Pro beer nooit
om de rad iatorvul dop te verwijd e-
ren als d e motor warm is.
[DWA10382]
6. Verwijder de aftapschroef voor koel-
vloeistof en de o-ring om het koelsy-
steem af te tappen. 7. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof en de pakking om het koelsy-
steem af te tappen.
8. Verwijder het koelvloeistofreservoir door de bout los te halen.
1. Radiatorkap
2. Bout
1. Radiatorvuldop
1
2
1
1. Aftapschroef koelvloeistof
2. O-ring
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Pakking
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Bout
1
2
1
2
1
2
3
UBV3D0D0.book Page 15 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM

Page 56 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-16
6
9. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koel-
vloeistofreservoir ondersteboven om
het leeg te maken.
10. Spoel het koelsysteem nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd grondig
door met schoon leidingwater.
11. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bout aan te brengen.
12. Monteer de aftapplug voor koelvloei- stof met een nieuwe pakking en zet de
plug dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
13. Breng de aftapschroef voor koelvloei- stof en de nieuwe o-ring aan.
14. Giet de aanbevolen koelvloeistof in het reservoir tot aan de merkstreep
voor maximumniveau en breng dan de
dop van het koelvloeistofreservoir
aan.
15. Giet de aanbevolen koelvloeistof in de radiator totdat deze vol is.
16. Breng de radiatorvuldop aan, start de motor, laat deze een paar minuten
stationair draaien en zet hem dan uit.
17. Verwijder de radiatorvuldop om het koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koel- vloeistof bij tot het niveau boven in de
radiator staat en breng dan de radia-
torvuldop aan.
18. Start de motor en controleer dan of er- gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
19. Monteer de radiatorkap door de bou-
ten aan te brengen.
20. Monteer de panelen.
Aanhaalmoment: Aftapplug koelvloeistof:10 N·m (1.0 kgf·m, 7.2 lb·ft)
Men gverhou din g antivries/water:
1:1
Aan bevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Radiator (inclusief alle leidingen): 0.46 L (0.49 US qt, 0.40 Imp.qt)
Koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
UBV3D0D0.book Page 16 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM

Page 57 of 94

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-17
6
DAU67174
Luchtfilterelementen van luchtfil-
ter en V-snaar behuizin g
Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen en het luchtfilterelement in de V-snaar-
behuizing moet worden gereinigd volgens
de intervalperioden vermeld in het periodie-
ke smeer- en onderhoudsschema. Reinig
de luchtfilterelementen vaker als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt. De af-
tapslang van het luchtfilter en de aftapslang
van het luchtfilter van de V-snaarbehuizing
moeten regelmatig worden nagekeken en
waar nodig worden gereinigd.
Reinigen van de luchtfilteraftapslan g
1. Controleer of zich in de slang aan de achterkant van het luchtfilterhuis geen
water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los van de klem als er vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.
OPMERKING
Als vuil of water werd aangetroffen in de af-
tapslang, controleer dan het luchtfilterele-
ment op overmatig vuil of beschadiging en
vervang het indien nodig.
Het luchtfilterelement vervan gen
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen. 3. Trek het luchtfilterelement uit.
4. Breng een nieuw luchtfilterelement
aan in het luchtfilterhuis. LET OP:
Zor g ervoor dat het filterelement
g oe d aanli gt in het luchtfilterhuis.
Laat de motor nooit draaien met het
luchtfilterelement uit genomen,
hier door kunnen de zui ger(s) en/of
cilin der(s) overmati g versleten ra-
ken.
[DCA10482]
LET OP
DCA21220
z Het luchtfilterelement moet wor den
vervan gen vol gens de intervalperio-
d en vermel d in het perio dieke
smeer- en on derhou dsschema.
z Het luchtfilterelement d ient vaker te
wor den vervan gen wanneer u in
een extreem vochti ge of stoffi ge
om gevin g rij dt.
1. Aftapslang luchtfilter
1
1. Luchtfilterdeksel
2. Schroef
1. Luchtfilterelement
2
21
1
UBV3D0D0.book Page 17 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM

Page 58 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
z Reini g het luchtfilterelement niet
met perslucht.
5. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.
Reini gen van d e aftapslan g van d e V-
snaar behuizin g
1. Controleer of zich in de slang aan de achterkant van de V-snaarbehuizing
geen water of vuil heeft verzameld.
2. Haal de slang los van de klem als er
vuil of water in zit, reinig hem grondig
en breng opnieuw aan.
OPMERKING
Als vuil of water werd aangetroffen in de af-
tapslang, controleer dan het luchtfilterele-
ment van de V-snaarbehuizing op
overmatig vuil of beschadiging en vervang
het indien nodig.
Reini gen van het luchtfilterelement in d e
V-snaar behuizin g
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder de schroeven en trek vervol- gens het deksel van het luchtfilterele-
ment in de V-snaarbehuizing naar
buiten en weg van de V-snaarbehui-
zing. 3. Haal het luchtfilterelement van de V-
snaarbehuizing eruit en reinig het met
oplosmiddel. Verwijder na het reinigen
het achtergebleven oplosmiddel door
het element uit te wringen.
WAARSCHUWING! Ge bruik alleen
een speciaal reini gin gsmi ddel voor
on der delen. Ge bruik geen benzine
of oplosmi ddelen met een laa g ont-
vlammin gspunt om het risico op
b ran d of explosie te vermijd en.
[DWA10432] LET OP: Spring voorzichti g
om met het filterelement en ver-
d raai het niet om bescha dig in g te
voorkomen.
[DCA10522]
1. Aftapslang v-snaarbehuizing
1
1. Deksel luchtfilterelement in V-snaarbehui- zing
2. Schroef
1. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing
2
2
1
1
UBV3D0D0.book Page 18 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM

Page 59 of 94

Periodiek on derhou d en afstellin g
6-19
6
4. Breng olie van de aanbevolen soort
aan op het hele oppervlak van de fil-
terspons en wring dan de overtollige
olie uit.
OPMERKING
zHet luchtfilterelement moet nat zijn
maar mag niet druipen.
z Controleer het luchtfilterelement op
beschadiging en sterke vervuiling en
vervang het indien nodig.
5. Plaats het element in de V-snaarbe-
huizing.
6. Monteer het deksel van het luchtfilte- relement door de schroeven aan te
brengen.
DAU21386
De vrije sla g van d e gas greep
controleren
Meet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
Aan bevolen olie:
Yamaha olie voor schuimrubberen
luchtfilterelementen of een vergelijk-
baar product
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije sla g van gas greep:
3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in)
1
UBV3D0D0.book Page 19 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM

Page 60 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-20
6
DAU21402
Klepspelin g
De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU69760
Banden
Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met deze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
z De ban dspannin g moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e omg evingstemperatuur).
z De ban dspannin g moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires d at
voor dit
mo del is vast gestel d.
UBV3D0D0.book Page 20 Thursday, October 13, 2016 1:54 PM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 100 next >