YAMAHA TDM 900 2002 Instructieboekje (in Dutch)

Page 31 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-16
3
Inveerdemping
Draai om de inveerdemping te verhogen
voor een hardere inveerdemping de stel-
schroef in de richting
a. Draai om de in-
veerdemping te verlagen voor een zachtere
inveerdemping de stelschroef in de
richting
b.CI-03D
OPMERKING:_ Door geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen. _
DAU00315
WAARSCHUWING
_ Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en be-
grijp de volgende informatie alvorens de
schokdemper te gebruiken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld
voor schade aan eigendommen of voor
persoonlijk letsel als dit voortvloeit uit
verkeerd gebruik.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.

Stel de schokdemper niet bloot aan
open vuur of aan andere hittebron-
nen, anders kan deze door de op-
lopende druk exploderen.

Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan
achteruitgaan.

Laat onderhoud aan de schokdem-
per altijd uitvoeren door een
Yamaha dealer.
_
1. Stelknop voor inveerdempingMinimum (zacht) 12 klikstanden ingedraaid b
*
Standaard 11 klikstanden ingedraaid b
*
Maximum (hard) 1 klikstand ingedraaid b
*
* Met de stelknop volledig in de richting a
gedraaid
D_5ps.book Page 16 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM

Page 32 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
DAU00324
Bagageriembevestiging Onder het duozadel zijn vier bagageriem-
bevestigingspunten aangebracht, twee
hiervan kunnen worden gedraaid om ze ge-
makkelijker toegankelijk te maken.
DAU00330
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de motorfiets verticaal houdt.OPMERKING:_ De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitleg
over het startspersysteem.) _
DW000044
WAARSCHUWING
_ Met de motorfiets mag nooit worden ge-
reden terwijl de zijstandaard omlaag
staat of niet behoorlijk kan worden op-
getrokken (of niet omhoog blijft), anders
kan de zijstandaard de grond raken en
zo de motorrijder afleiden, waardoor u
de macht over het stuur verliest. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de motorrijder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer als
de werking niet naar behoren is. _
1. Bagageriembevestiging (× 4)D_5ps.book Page 17 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM

Page 33 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
DAU03720
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de
sperschakelaar voor de zijstandaard, de
sperschakelaar voor de koppelingshendel
en de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.

Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.

Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig, hanteer daarbij de volgen-
de werkwijze.
DW000045
WAARSCHUWING
_ Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha
dealer het systeem te controleren. _
D_5ps.book Page 18 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM

Page 34 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
3
CD-01D
Met afgezette motor:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar in “” staat.
3. Draai de sleutel naar “ON”.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de
vrijstandschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
Terwijl de motor nog draait:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
12. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.Er is mogelijk iets mis met de
koppelingsschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
NEE
OPMERKING:Deze controle is het meest betrouwbaar bij
een warme motor.
JAJA NEE
Alles in orde.
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEE
D_5ps.book Page 19 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM

Page 35 of 110

CONTROLES VOOR HET STARTEN
4
Controlelijst voor gebruik ................................................................... 4-1
D_5ps.book Page 1 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM

Page 36 of 110

4-1
4
DAU01114
4-CONTROLES VOOR HET STARTENDe eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van de machine. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind
vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van
de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie uit te voeren
en bovendien de volgende punten te controleren.
DAU03439
Controlelijst voor gebruik
CO-01D
ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul zo nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-9–3-10
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul zo nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-9
KoelvloeistofControleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul zo nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer het koelsysteem op lekkage.6-12–6-13
VoorremControleer de werking.
Als de voorrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-24–6-26
AchterremControleer de werking.
Als de achterrem zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul zo nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-23–6-26
D_5ps.book Page 1 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM

Page 37 of 110

CONTROLES VOOR HET STARTEN4-2
4
KoppelingControleer de werking.
Smeer de kabel als dat nodig is.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel zo nodig bij.6-22
GasgreepControleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag.
Vraag zo nodig de Yamaha dealer om af te stellen of te smeren.6-18
BedieningskabelsControleer of de werking soepel is.
Smeer als dat nodig is.6-28
AandrijfkettingControleer of de ketting correct is aangespannen.
Stel zo nodig bij.
Controleer de conditie van de ketting.
Smeer als dat nodig is.6-26
Wielen en bandenControleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer als dat nodig is.6-19–6-21
Rem- en schakelpedalenControleer of de werking soepel is.
Smeer de pedaalscharnierpunten als dat nodig is.6-29
Rem- en koppelingshendelsControleer of de werking soepel is.
Smeer zo nodig de hendelscharnierpunten.6-29
ZijstandaardControleer of de werking soepel is.
Smeer zo nodig het scharnierpunt.6-30
FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet zo nodig vast.—
Instrumenten, verlichting,
signaleringssysteem en
schakelaarsControleer de werking.
Corrigeer als dat nodig is.—
ZijstandaardschakelaarControleer de werking van het startspersysteem.
Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de machine na te kijken.3-17 ONDERDEEL CONTROLES PAGINA
D_5ps.book Page 2 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM

Page 38 of 110

CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-3
4
OPMERKING:_ Voordat de motorfiets wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijd
in beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard. _
DWA00033
WAARSCHUWING
_ Wanneer functies vermeld in de Controlelijst voor Gebruik niet naar behoren werken, laat dan een inspectie uitvoeren en even-
tueel repareren voordat u de machine gebruikt. _D_5ps.book Page 3 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM

Page 39 of 110

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
Starten van de motor ......................................................................... 5-1
Schakelen van versnellingen ............................................................. 5-3
Aanbevolen schakelpunten (alleen voor Zwitserland) ....................... 5-3
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ............................................. 5-4
Inrijperiode ........................................................................................ 5-4
Parkeren ............................................................................................ 5-5
D_5ps.book Page 1 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM

Page 40 of 110

5-1
5
DAU00372
5-GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU00373
WAARSCHUWING
_ 
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.

Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.

Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest.
_
DAU03951
Starten van de motor Het startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voorwaar-
den is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.

De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
WAARSCHUWING
_ 
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-19.

Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
_1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “” is gezet.
DCA00083
LET OP:_ De waarschuwingslampjes voor olieni-
veau en motorstoring moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. Als
een controlelampje niet uitgaat, zie dan
pagina’s 3-2 en 3-3 voor een controle
van circuit voor het betreffende lampje. _2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKING:_ Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. _3. Start de motor door de startknop in te
drukken.
D_5ps.book Page 1 Wednesday, December 12, 2001 10:34 AM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 110 next >