display YAMAHA TMAX 2021 Instructieboekje (in Dutch)

Page 8 of 122

Inhoudsopg aveVeilighei dsinformatie ....................... 1-1
Andere aandachtspunten voor veilig rijden .................................. 1-5
Beschrijvin g...................................... 2-1
Aanzicht linkerzijde ......................... 2-1
Aanzicht rechterzijde ...................... 2-2
Bedieningen en instrumenten......... 2-3
Smart-sleutelsysteem ..................... 3-1
Smart-sleutelsysteem..................... 3-1
Bereik van het
Smart-sleutelsysteem ................. 3-2
De Smart-sleutel en mechanische
sleutel gebruiken ......................... 3-3
Smart-sleutel .................................. 3-5
De batterij van de Smart-sleutel vervangen.................................... 3-6
Machinevoeding inschakelen ......... 3-7
Machinevoeding uitschakelen ........ 3-8
Het stuurslot vergrendelen ............. 3-9
De middenbok vergrendelen ........ 3-10
Toegang tot opbergcompartimenten en
brandstoftank ............................ 3-10
Parkeermodus .............................. 3-12
Speciale kenmerken ....................... 4-1
Cruise control ................................. 4-1
D-mode (rijmodus) .......................... 4-3
Tractieregeling ................................ 4-4 Functies van instrumenten en
b
ed ienin gselementen ....................... 5-1
Stuurschakelaars ............................ 5-1
Controlelampjes en waarschu- wingslampjes ............................... 5-2
Snelheidsmeter ............................... 5-4
Toerenteller ..................................... 5-5
Multifunctioneel display .................. 5-5
Voorremhendel.............................. 5-18
Achterremhendel........................... 5-18
Achterremblokkeerhendel ............. 5-18
Anti-blokkeervoorziening remsysteem (ABS) ..................... 5-19
Tankdop ........................................ 5-20
Brandstof ...................................... 5-21
Tankoverloopslang........................ 5-22
Uitlaatkatalysator .......................... 5-22
Opbergcompartimenten................ 5-23
Achteruitkijkspiegels ..................... 5-24
Schokdemperunit.......................... 5-25
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires ....................... 5-26
Zijstandaard .................................. 5-27
Startspersysteem .......................... 5-27
Voor uw veili ghei d – controles
voor het rij den ................................... 6-1
Ge bruik en belan grijke
rij-informatie ..................................... 7-1
Inrijperiode ...................................... 7-1 De motor starten............................. 7-2
Wegrijden........................................ 7-3
Sneller en langzamer rijden ............ 7-3
Remmen ......................................... 7-3
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 7-4
Parkeren ......................................... 7-4
Perio diek on derhou d en
afstellin g............................................ 8-1
Gereedschapsset ........................... 8-2
Periodieke onderhoudsschema’s ... 8-3
Periodiek onderhoudsschema voor het
uitstootcontrolesysteem.............. 8-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema .................... 8-5
Panelen verwijderen en aanbrengen ................................. 8-9
Controleren van de bougies ......... 8-11
Filterbus ........................................ 8-12
M o
t

orolie en oliefilterpatroon........ 8-12
Waarom Yamalube ....................... 8-15
Koelvloeistof ................................. 8-15
Motorluchtfilterelement vervangen en aftapslang
reinigen...................................... 8-17
Luchtfilterelementen V-snaar........ 8-17
Stationair toerental controleren .... 8-18
De vrije slag van de gasgreep controleren ................................ 8-18
UB3TD1D0.book Page 1 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM

Page 17 of 122

Beschrijving
2-3
2
DAU10431
Bedienin gen en instrumenten
1
2
3
4
5
6
7
8
910,1112
12
1. Achterremhendel (pagina 5-18)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 5-1)
3. Achterremblokkeerhe ndel (pagina 5-18)
4. Snelheidsmeter (pagina 5-4)
5. Multifunctioneel display (pagina 5-5)
6. Toerenteller (pagina 5-5)
7. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 5-1)
8. Voorremhendel (pagina 5-18) 9. Gasgreep (pagina 8-18)
10.Voorste opbergcompartiment (pagina 5-23)
11.Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires (pagina 5-26)
12.Schakelaars Smart-sleutelsysteem (pagina 3-1)
UB3TD1D0.book Page 3 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM

Page 25 of 122

Smart-sleutelsysteem
3-8
3
Als het stuur nog steeds vergrendeld
is en niet wordt losgezet, knippert het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem langzaam. Draai het stuur
voorzichtig naar links en rechts om het
loszetten van het stuurslot te verge-
makkelijken en druk weer op de scha-
kelaar “ON/ ”.
 Als het slot van de middenbok zichzelf
niet automatisch kan ontgrendelen,
gaat het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem knipperen. Be-
weeg de machine voorzichtig naar vo-
ren of achteren en druk dan nogmaals
op de schakelaar “ON/ ”.
 Als de middenbok nog steeds ver-
grendeld is en niet wordt losgezet,
knippert het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem langzaam. Be-
weeg de machine naar voren en ach-
teren zodat het middenbokslot
loskomt en druk dan nogmaals op de
schakelaar “ON/ ”.
LET OP
DCA15826
Als het stuurslot of mi ddenbokslot niet
kan wor den ont gren del d en het contro-
lelampje van het Smart-sleutelsysteem
knippert, laat dan een Yamaha d ealer
het Smart-sleutelsysteem controleren.3. De machinevoeding wordt ingescha-
keld wanneer alle sloten zijn ontgren-
deld. Het multifunctionele display
wordt ingeschakeld.
4. De motor kan nu worden gestart. (Zie pagina 7-2.)OPMERKINGZie pagina 8-38 voor informatie over de
noodmodus en hoe de machinevoeding
kan worden ingeschakeld zonder de
Smart-sleutel.
DAU78033
Machinevoe din g uitschakelenOm de machinevoeding uit te schakelen en
de motor af te zetten als deze draait, drukt
u op de schakelaar “OFF/LOCK”.
Na verificatie van de Smart-sleutel klinkt de
zoemer eenmaal om te bevestigen dat de
machinevoeding is uitgeschakeld, en de
sloten van opbergcompartimenten en tank-
dop worden ontgrendeld.OPMERKING De bestuurder moet de machinevoe-
ding handmatig uitschakelen.
 De machinevoeding zal niet automa-
tisch worden uitgeschakeld, zelfs niet
als de Smart-sleutel buiten het bereik
van het Smart-sleutelsysteem wordt
gebracht.1. Schakelaar “OFF/LOCK”
1
UB3TD1D0.book Page 8 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM

Page 36 of 122

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-2
5
len in een noodgeval, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
DAU77291
Aan-uitschakelaar/startknop “ON/ ”
Druk met de Smart-schakelaar ingescha-
keld en binnen het bereik op deze schake-
laar om de machinevoeding in te
schakelen. Druk met de zijstandaard om-
hoog en terwijl u de voor- of achterrem be-
krachtigt op deze schakelaar om de motor
te starten met de startmotor. Zie pagina 7-2
voor startinstructies voordat u de motor
start.
DAU79601
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de voertuigvoeding aan of in de par-
keermodus kan deze schakelaar worden
gebruikt voor het inschakelen van de
alarmverlichting (gelij ktijdig knipperen van
alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU73952
Cruise-controlschakelaars
Zie pagina 4-1 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU77301
Menuschakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in het multifunctionele display te wij-
zigen. (Zie pagina 5-5.)
DAU77311
Selectieschakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in het multifunctionele display te wij-
zigen. (Zie pagina 5-5.)
DAU73931
Rijmo dusschakelaar “MODE”
Zie pagina 4-3 voor uitleg over de rijmodus.
DAU77123
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU88680
Controlelampjes richtin gaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.1. Controlelampje grootlicht “ ”
2. Controlelampje tractieregeling “ ”
3. Controlelampjes richtingaanwijzers “ ” en “”
4. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “”
5. ABS-waarschuwingslampje “ ”
6. Storingsindicatielampje “ ”
7. Controlelampjes cruise control
1 2 4 5 6
3
712 45 6
3
7
UB3TD1D0.book Page 2 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM

Page 39 of 122

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-5
5
DAU77141
ToerentellerDe toerenteller geeft het motortoerental
weer in aantal toeren per minuut (tpm) van
de krukas.
Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, slaat de naald van de toerenteller uit
tot het maximum en keert daarna weer te-
rug naar nul om het elektrische circuit te
testen.LET OP
DCA23050
Laat de motor niet draaien in d e hoge-
toerenzone van de toerenteller.
Ho getoerenzone: 8250 tpm en ho ger
DAU91510
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12313
Zet de machine stil voor dat u wijzi gin-
g en aan bren gt in de instellin gen van het
multifunctionele display. Het aan bren-
g en van wijzi gin gen tij dens het rij den
kan u aflei den en ver groot het risico op
een on geval.OPMERKINGBepaalde weergave-items van het multi-
functionele display kunnen worden aange-
past via de instelmodus. (Zie pagina 5-11.)
1. Toerenteller
2. Hogetoerenzone
1 1
2 2
1. Informatieweergave
2. Functieselectiepictogram
3. Brandstofniveaumeter
4. Klok
5. Pictogrammen handvatverwarming/zadel-verwarming
6. Rijmodusweergave
7. Temperatuurmeter koelvloeistof
1 2 3 4 5
6
7
1.
2.
3.
1 2
3
UB3TD1D0.book Page 5 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM

Page 40 of 122

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-6
5
Bran dstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de brandstoftank aanwe-
zig is. De displaysegmenten van de
brandstofniveaumeter verdwijnen van “F”
(vol) naar “E” (leeg) naarmate het brand-
stofniveau verder daalt. Als het laatste seg-
ment begint te knipperen, dient u zo snel
mogelijk te tanken.OPMERKINGAls er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit van de brandstofni-
veaumeter, gaat de brandstofniveaumeter
knipperen. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Temperatuurmeter koelvloeistofDe koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk
van de weersomstandigheden en de motor-
belasting. Als het bovenste segment begint
te knipperen, schakelt de informatieweer-
gave automatisch naar “C-TEMP” en knip-
pert “Hi”. Stop het voertuig en laat de motor
afkoelen.
(Zie pagina 8-37.)
OPMERKINGU kunt de informatieweergave niet wijzigen
tijdens oververhitting van de motor.LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.OPMERKINGHierna volgen enkele tips om het brand-
stofverbruik te verlagen:  Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
 Rijd met een constante snelheid.
1. Brandstofniveaumeter
1
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
1
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
UB3TD1D0.book Page 6 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM

Page 43 of 122

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-9
5
LET OP
DCA23980
 Zor g d at u beschermen de kle din g
d raa gt die uw heupen en benen be-
d ekt wanneer u d e zadelverwar-
min g g eb ruikt.
 Als de om gevin gstemperatuur
20 °C (68 °F) of ho ger bed raa gt,
moet u d e zadelverwarmin g niet op
d e hoo gste stan d zetten.
 Als het za del versleten of b escha-
d igd is, geb ruik de za delverwar-
min g d an niet meer en vervan g het
za del.De informatieweergave wijzigenDe items van de informatieweergave zijn
gegroepeerd op 3 displaypagina’s. Druk op de “ ”- of “ ”-zijde van de se-
lectieschakelaar om tussen de 3 displaypa-
gina’s te wisselen.
OPMERKINGDe items voor elke displaypagina kunnen
worden aangepast. (Zie pagina 5-15.)Kilometerteller:De kilometerteller toont de totale afstand
die door de machine is afgelegd.
Rittellers:
stand sinds de tellers voor het laatst wer-
den teruggesteld op nul. Als u een ritteller op nul wilt terugstellen,
gebruikt u de selectieschakelaar om de in-
formatieweergavepagina te selecteren die
de gewenste ritteller bevat. Houd de Ž-
zijde van de selectieschakelaar een secon-
de lang ingedrukt zodat de ritteller knippert,
en houd vervolgens de Ž-zijde van de
selectieschakelaar opnieuw een seconde
lang ingedrukt terwijl de ritteller knippert.
OPMERKING
De kilometerteller wordt vergrendeld
bij 999999.
 De rittellers worden teruggesteld en
blijven tellen nadat 9999.9 is bereikt.Wanneer ongeveer 3.0 L (0.79 US gal,
0.66 Imp.gal) van de brandstof resteert in
de brandstoftank, gaat het laatste segment
van de brandstofniveaumeter knipperen.
Daarnaast schakelt de informatieweergave
automatisch naar de brandstofreserve-rit-
tellermodus “F-TRIP” en wordt de afgeleg-
de afstand vanaf dat punt aangegeven.
UB3TD1D0.book Page 9 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM

Page 44 of 122

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-10
5
Druk in dat geval op de selectieschakelaar
om de weergave te wisselen in de onder-
staande volgorde:
F-TRIP Weergave–1 Weergave–2
Weergave–3 F-TRIP
Als u de brandstofreserve-ritteller niet
handmatig terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld zodra u na het tanken
5 km (3 mi) hebt gereden.OPMERKINGDe instelmodus (pagina 5-11) is niet toe-
Geschatte actieradius:De geschatte afstand die u onder de huidi-
ge rijomstandigheden kunt afleggen met de
resterende brandstof wordt weergegeven.
Omgevingstemperatuur:
Dit display toont de omgevingstemperatuur
van …9 °C tot 50 °C in stappen van 1 °C. De
weergegeven temperatuur kan afwijken
van de werkelijke omgevingstemperatuur.OPMERKING Ook als de gedetecteerde tempera-
tuur lager is, wordt –9 °C weergege-
ven.
 Ook als de gedetecteerde tempera-
tuur hoger is, wordt 50 °C weergege-
ven.
 De nauwkeurigheid van de tempera-
tuuraflezing kan worden beïnvloed
door rijden onder 20 km/h (12 mi/h) of
door het oponthoud bij verkeerslich-
ten, spoorwegovergangen etc.Gemiddeld brandstofverbruik:De weergave van het gemiddelde brand-
stofverbruik “F.AVE” kan worden ingesteld
op “km/L” of “L/100km”. Bij machines voor
het Verenigd Koninkrijk: “MPG”. (Zie pagi-
na 5-14.) Als u het gemiddelde brandstofverbruik op
nul wilt terugzetten, gebruikt u de selectie-
schakelaar om de informatieweergavepagi-
na te selecteren die de weergave
gemiddeld brandstofverbruik bevat. Druk
op de “ ”-zijde van de selectieschakelaar
zodat de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik knippert, en houd vervol-
gens de “ ”-zijde van de selectieschake-
laar opnieuw 1 seconde lang ingedrukt
terwijl de weergave knippert.
OPMERKINGNadat u de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik hebt teruggesteld, wordt

met de machine is afgelegd.LET OP
DCA15474
Bij storin
gen wor dt continu “– –.–” weer-
g eg even. Vraag een Yamaha d ealer de
machine te controleren.Huidig brandstofverbruik:
UB3TD1D0.book Page 10 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM

Page 49 of 122

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
5-15
5
4. Druk op de schakelaar “MENU” om
het gewenste item te selecteren en te-
rug te keren naar het menuscherm.
De weer gave-items selecteren
1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Display Change” te markeren. 2. Druk op de schakelaar “MENU”, ge-
bruik de selectieschakelaar om de
weergave te markeren die u wilt wijzi-
gen en druk vervolgens opnieuw op
de schakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om het item te markeren dat u wilt wijzigen en
druk vervolgens op de schakelaar
“MENU”.
OPMERKINGDe volgorde van de weergave-items is als
volgt.4. Gebruik de selectieschakelaar om hetitem te selecteren dat u wilt weerge-
ven en druk vervolgens op de schake-
A.TEMP TRIP-1 TRIP-2
ODO
CRNT.F F.AVG RANGE
UB3TD1D0.book Page 15 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM

Page 118 of 122

12-1
12
IndexAAandachtspunten voor veilig rijden ........ 1-5
Aandrijfriem........................................... 8-26
Aan-uitschakelaar/startknop................... 5-2
ABS-waarschuwingslampje .................... 5-3
Accu ...................................................... 8-30
Achterremblokkeerhendel..................... 5-18
Achterremblokkeerkabel, afstellen ....... 8-22
Achterremblokkering, controleren ........ 8-23
Achteruitkijkspiegels ............................. 5-24
Anti-blokkeervoorziening
remsysteem (ABS) .............................. 5-19BBanden ................................................. 8-19
Batterij van Smart-sleutel, vervangen ..... 3-6
Bereik van het Smart-sleutelsysteem ..... 3-2
Bougies, controleren............................. 8-11
Brandstof .............................................. 5-21
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 7-4CClaxonschakelaar ................................... 5-1
Controlelampje grootlicht ....................... 5-3
Controlelampjes cruise control ............... 5-3
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ........................ 5-2
Controlelampje Smart-sleutelsysteem.... 5-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 5-2
Controlelampje tractieregeling................ 5-4
Cruise control ......................................... 4-1
Cruise-controlschakelaars ...................... 5-2DDe middenbok vergrendelen ................ 3-10
De motor starten ..................................... 7-2 Diagnosestekker ................................... 11-2
Dimlichtschakelaar/
lichtsignaalschakelaar .......................... 5-1
D-mode (rijmodus).................................. 4-3
FFilterbus ................................................ 8-12GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren .......................................... 8-27
Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires ........................................ 5-26
Gereedschapsset ................................... 8-2
Gloeilamp van kentekenverlichting, vervangen........................................... 8-34HHet stuurslot vergrendelen ..................... 3-9IIdentificatienummers ............................ 11-1
Inrijperiode.............................................. 7-1KKabels, controleren en smeren ............ 8-26
Klepspeling ........................................... 8-18
Koelvloeistof ......................................... 8-15LLuchtfilterelement en aftapslang, vervangen en reinigen ........................ 8-17
Luchtfilterelement, V-snaar .................. 8-17MMachinevoeding inschakelen ................. 3-7
Machinevoeding uitschakelen ................ 3-8
Matkleur, let op ...................................... 9-1
Menuschakelaar ..................................... 5-2
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ....................... 8-28 Modelinformatiesticker .........................11-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................8-12
Motor raakt oververhit...........................8-37
Multifunctioneel display ..........................5-5
NNoodmodus ..........................................8-38
Noodstopschakelaar ...............................5-1OOnderhoud ..............................................9-1
Onderhoud en smering, periodiek ..........8-5
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem .....8-3
Opbergcompartimenten........................5-23PPanelen, verwijderen en aanbrengen ......8-9
Parkeermodus.......................................3-12
Parkeren ..................................................7-4
Plaats van de onderdelen .......................2-1
Problemen oplossen .............................8-34RRegistratie van gegevens, voertuig .......11-2
Remhendel, achter ................................5-18
Remhendels, smeren ............................8-27
Remhendel, voor ...................................5-18
Remmen..................................................7-3
Remvloeistofniveau, controleren ..........8-24
Remvloeistof, verversen........................8-25
Richtingaanwijzerschakelaar...................5-1
Rijmodusschakelaar................................5-2SSchakelaar alarmverlichting ....................5-2
Schokdemperunit..................................5-25
Selectieschakelaar ..................................5-2
Serienummer motorblok .......................11-1
UB3TD1D0.book Page 1 Tuesday, September 1, 2020 8:47 AM