YAMAHA TRACER 7 2022 Instructieboekje (in Dutch)

Page 31 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-14
3
DAU12876
Schakelped aalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor. Beweeg het scha-
kelpedaal omhoog om te schakelen naar
een hogere versnelling. Beweeg het scha-
kelpedaal omlaag om te schakelen naar
een lagere versnelling. (Zie pagina 5-3.)
DAU26827
RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, drukt u de remhendel
iets van de gasgreep af en draait u het stel-
wiel. Zorg dat het nummer van de instelling
op het stelwiel is uitgelijnd met het merkte-
ken op de remhendel.
DAU12944
Rempe daalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
1. SchakelpedaalZAUM1342
1
1. Remhendel
2. Afstand tussen remhendel en gasgreep
3. Stelwiel afstelpositie remhendel
4. Referentiemerkteken
1
2
43
1. Rempedaal
1
UB4TDAD0.book Page 14 Wednesd ay, October 20, 2021 10:17 AM

Page 32 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-15
3
DAU63041
ABSHet Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertui g is uitg erust
met ABS.  Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remwe gen.
 Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte weg en of grin dwe gen, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn d an zonder ABS-
systeem.Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en de machine een
rijsnelheid bereikt van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid en wanneer u de rem-
hendel of het rempedaal licht bedient,
kan een trilling in de hendel of het pe-
daal voelbaar zijn. Dit duidt niet op een
storing.
 Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-
tact op met uw Yamaha dealer.LET OP
DCA20100
Let op d at de wielsensor en d e rotor van
d e wielsensor niet beschad igd raken,
an ders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
1. Voorwielsensor
2. Opneemring voorwielsensor
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensor
1
2
12
UB4TDAD0.book Page 15 Wednesd ay, October 20, 2021 10:17 AM

Page 33 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-16
3
DAU13077
Tank dopOpenen van de tankd op
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in en draai deze dan 1/4 slag
rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld en de
tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van d e tankdop
Duw de brandstoftankdop omlaag met de
sleutel nog ingestoken. Draai de sleutel 1/4
slag linksom, neem de sleutel uit en sluit
dan het slotplaatje.
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de tank-
dop niet correct gesloten en vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet de tankd op goe d
wor den aan ged raai d. Door b randstof-
lekka ge ontstaat b randgevaar.
DAU13222
Bran dstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en b enzinedampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om b rand en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1
2
UB4TDAD0.book Page 16 Wednesd
ay, October 20, 2021 10:17 AM

Page 34 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-17
3
3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte doek, aan ge-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof d elen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is gifti g en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om benzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u b en-
zine heeft in geslikt, veel benzined amp
heeft in gead emd of b enzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als b enzine op uw hui dterechtkomt, was
deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kled ing aan.
DAU86072
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van 90 of hoger. Als de
motor gaat kloppen (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of met een ho-
ger octaangetal.
OPMERKING Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
 Controleer of het vulpistool van de
brandstofpomp dezelfde markering
heeft.Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
2
1
Aan bevolen bran dstof:
Loodvrije benzine (E10 acceptabel)
Octaan getal (RON):
90
Inhou d b ran dstoftank:
17.0 L (4.49 US gal, 3.74 Imp.gal)
Bran dstofreserve:
3.5 L (0.92 US gal, 0.77 Imp.gal)
E5
E10
UB4TDAD0.book Page 17 Wednesd ay, October 20, 2021 10:17 AM

Page 35 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-18
3
DAU86240
Tank beluchtin gsslan g en over-
loopslan gDe beluchtingsslang voorkomt het ont-
staan van een vacuüm in de brandstoftank.
De overloopslang voert overtollige brand-
stof af en leidt deze veilig weg van de ma-
chine.
Voordat u de machine gaat gebruiken:
 Controleer alle slangaansluitingen.
 Controleer alle slangen op scheuren
of beschadiging en vervang indien no-
dig.
 Controleer voor alle slangen of het uit-
einde ervan niet is verstopt en reinig
indien nodig. 
Controleer of elke slang is geplaatst
zoals afgebeeld.
DAU13435
UitlaatkatalysatorHet uitlaatsysteem bevat een of meer uit-
laatkatalysatoren om schadelijke uitlaate-
missies te verminderen.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet na dat de mo-
tor heeft ged raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of bran dwon den te
voorkomen:  Parkeer de machine nooit na bij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
 Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
 Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhe den uit te voeren.
 Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair draaien. Lan g
stationair draaien kan lei den tot
oververhittin g.
1. Overloopslang brandstoftank
2. Tankbeluchtingsslang
3. Klem
4. Oorspronkelijke positie (verfmerkteken)ZAUM1343
1
2
3
4
UB4TDAD0.book Page 18 Wednesd ay, October 20, 2021 10:17 AM

Page 36 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-19
3
DAUM3740
Za delVerwij deren van het za del
Steek de sleutel in het zadelslot, draai hem
dan linksom en neem het zadel los.
Aan bren gen van het za del
Steek het uitsteeksel aan de voorzijde van
het zadel in de zadelbevestiging en plaats
de zadelsteun boven het zadelslot. Druk de
achterzijde van het zadel omlaag om het
zadel op zijn plaats te vergrendelen en ver-
wijder dan de sleutel.
OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden.
DAUM3800
Helmb orgka belDe helmbevestiging bevindt zich onder het
zadel. De boordgereedschapsset bevat
een helmborgkabel waarmee een helm aan
de helmbevestiging kan worden bevestigd.
Een helm met d e helmbor gkab el vast-
zetten
1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-19.)
2. Haal zoals afgebeeld de helmborgka- bel door de gesp aan de helmriem en
haak dan de kabellussen over de
helmbevestiging.
3. Plaats de helm aan de linker- of rech- terzijde van de machine of boven op
de brandstoftank en breng vervolgens
het zadel aan. WAARSCHUWING! Ga
1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
1
2
ZAUM1406
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
3. Zadelsteun
4. ZadelslotZAUM1407
1
1
2
4 3
1. Gesp van helmkinband
2. Helmborgkabel
3. Helmbevestiging2 1 3 ZAUM1408
UB4TDAD0.book Page 19 Wednesd ay, October 20, 2021 10:17 AM

Page 37 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-20
3
nooit rij den met een helm vast ge-
maakt aan d e helmbevesti gin g,
aan gezien de helm o bjecten kan ra-
ken met mo gelijk verlies van de
controle over de machine en een
on geval tot g evolg.
[DWA10162]
De helm losmaken van de helm bor gka-
b el
Verwijder het zadel, haal de helmborgkabel
los van de helmbevestiging en de helm, en
breng het zadel weer aan.
DAU14465
Op ber gcompartimentHet opbergcompartiment bevindt zich on-
der het duozadel.
Als documenten of andere voorwerpen in
het opbergcompartiment worden opgebor-
gen, doe ze dan in een plastic zak om nat
worden te voorkomen. Zorg bij het wassen
van de machine dat geen water het op-
bergcompartiment kan binnendringen.
WAARSCHUWING
DWA10962
 Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 1.5 k g (3.3 l b) van het op-
b er gcompartiment niet.
 Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 181 k g (399 l b) voor de
machine niet.
DAUM4230
Kuipruit Dit model is voorzien van een verstelbare
kuipruit.
Om de stand van de kuipruit te wijzigen,
beweegt u de blokkeerhendel van de kuip-
ruit omhoog en schuift u de kuipruit om-
hoog of omlaag. Druk de blokkeerhendel
omhoog als u klaar bent.OPMERKINGControleer of de kuipruit en de blokkeer-
hendel goed zijn vastgezet alvorens te gaan
rijden.
1. OpbergcompartimentZAUM1425
1
1. Kuipruitvergrendeling
1
UB4TDAD0.book Page 20 Wednesd ay, October 20, 2021 10:17 AM

Page 38 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-21
3
DAUM4450
De voorvork afstellenDe rechtervoorvorkpoot is voorzien van een
stelbout voor veervoorspanning en een
stelschroef voor uitgaande demping.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspannin g
Draai de stelbout in de richting (a) om de
veervoorspanning te verhogen.
Draai de stelbout in de richting (b) om de
veervoorspanning te verlagen. De afstelling voor veervoorspanning wordt
gecontroleerd door de afstand A te meten,
zoals getoond in de afbeelding. Hoe korter
de afstand A, hoe hoger de veervoorspan-
ning; hoe langer de afstand A, hoe lager de
veervoorspanning.
Uit
gaan de dempin g
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
uitgaande demping te verhogen.
Draai de stelschroef in de r ichting (b) om de
uitgaande demping te verlagen. Draai om de uitgaande demping in te stel-
len de versteller in de richting (a) tot deze
niet meer verder kan, en tel vervolgens het
aantal klikken in de richting (b).
OPMERKING
Wanneer u de versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
1. Stelbout veervoorspanning
1
(a)
(b)
1. Afstand AAfstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht): Afstand A = 20.0 mm (0.79 in)
Standaard:
Afstand A = 15.0 mm (0.59 in)
Maximum (hard): Afstand A = 5.0 mm (0.20 in)
1
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstellin g uit gaan de dempin g:
Minimum (zacht):
10 klik(ken) in de richting (b)
Standaard: 6 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard): 0 klik(ken) in de richting (b)
1
(a)
(b)
UB4TDAD0.book Page 21 Wednesd ay, October 20, 2021 10:17 AM

Page 39 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-22
3
 Als de versteller voor de veerdemping
in de richting (b) wordt gedraaid kan
deze mogelijk voorbij de aangegeven
specificaties klikken, maar zo’n instel-
ling is niet effectief en kan schade aan
de vering veroorzaken.
DAU57944
Afstellen van de schokd em-
perunitDeze schokdemperunit is voorzien van een
stelring voor veervoorspanning en een stel-
schroef voor uitgaande demping.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te draaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspannin g
Draai de stelring in de richting (a) om de
veervoorspanning te verhogen.
Draai de stelring in de richting (b) om de
veervoorspanning te verlagen.
Zet de gewenste inkeping in de stelring te-
genover de positie-indicator op de schok-
demper.
OPMERKINGVerricht de afstelling met de speciale sleu-
tel en het verlengstuk in de boordgereed-
schapsset.Uit gaan de dempin g
Draai de stelschroef in de richting (a) om de
uitgaande demping te verhogen.1. Verlengstuk
2. Speciale sleutel
3. Stelring veervoorspanning
4. Positie-indicator
Afstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht): 1
Standaard:
4
Maximum (hard): 7
7
6
5
4
3
2
1
3
(a)(b)
2
1
4
UB4TDAD0.book Page 22 Wednesd
ay, October 20, 2021 10:17 AM

Page 40 of 100

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-23
3
Draai de stelschroef in de r ichting (b) om de
uitgaande demping te verlagen.
Draai om de uitgaande demping in te stel-
len de versteller in de richting (a) tot deze
niet meer verder kan, en tel vervolgens het
aantal slagen in de richting (b).
OPMERKINGAls de versteller voor de veerdemping in de
richting (b) wordt gedraaid kan deze moge-
lijk voorbij de aangegeven specificaties
draaien, maar zo’n instelling is niet effectief
en kan schade aan de vering veroorzaken.
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schok demperunit is gevul d met
stikstof gas on der ho ge druk. Lees de
on derstaan de informatie zor gvul dig
d oor alvorens werkzaamhe den uit te
voeren aan de schok demperunit.
 Pro beer de gascilin der niet te ope-
nen en b lijf er verder vanaf.
 Stel de schokd emperunit niet bloot
aan open vuur of een an dere hitte-
b ron. Hier door kan de gas druk zo
hoo g oplopen dat de unit explo-
d eert.
 Voorkom vervormin g of b eschad i-
g in g van de cilin der. Scha de aan d e
ci

lin ders zal resulteren in slechte
d empin gsprestaties.
 Werp een bescha digde of versleten
schok demperunit niet zelf we g.
Bren g d e schok demperunit voor elk
on derhou d naar een Yamaha- dea-
ler.
DAU84680
Ba gag eb an dhou dersGebruik de aangegeven bevestigingspun-
ten om bagagebanden aan de machine
vast te maken.
1. Stelschroef uitgaande dempingAfstellin g uit gaan de dempin g:
Minimum (zacht): 2.5 slag(en) in de richting (b)
Standaard:
1 1/4 slag(en) in de richting (b)
Maximum (hard): 0 slag(en) in de richting (b)
1. Bagageriembevestiging
1
ZAUM1410
UB4TDAD0.book Page 23 Wednesd ay, October 20, 2021 10:17 AM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 100 next >