YAMAHA TRICITY 2017 Instructieboekje (in Dutch)

Page 81 of 92

Verzorging en stalling van de machine
7-1
7
DAU37834
Matkleur, let op
LET OP
DCA15193
Sommige modellen zijn uitgerust met
matkleurige onderdelen. Raadpleeg een
Yamaha dealer voor advies over wat
voor producten gebruikt moeten worden
om het voertuig te reinigen. Het gebruik
van een borsteltje, chemische produc-
ten of reinigingsmiddelen tijdens het rei-
nigen van deze onderdelen kan het
oppervlak bekrassen of beschadigen.
Ook was moet niet worden aangebracht
op een van de matkleurige onderdelen.
DAUU1740
Verzorging
De open constructie van deze machine
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige com-
ponenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp
valt bij een auto niet zo op, maar doet bij
een machine als deze afbreuk aan het alge-
hele uiterlijk. Regelmatige en correcte ver-
zorging is niet alleen vereist volgens de
garantiebepalingen, maar zorgt ook dat de
machine er langer mooi uit blijft zien, langer
meegaat en beter presteert.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is af-
gekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen en alle elektrische stekkers
en aansluitingen, inclusief de bougie-
doppen, stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen en wielassen.
Spoel vuil en ontvetter altijd af met
water.
Reinigen
LET OP
DCA20970
zVermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ver-
volgens grondig na met water, laat
direct drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
UBR7D0D0.book Page 1 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM

Page 82 of 92

Verzorging en stalling van de machine
7-2
7
zBij verkeerd reinigen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, kop-
lamplenzen, lenzen van de instru-
mentenverlichting enz.) en de
uitlaatdempers beschadigd raken.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met water om
kunststof delen te reinigen. Als de
kunststof delen met water niet af-
doende kunnen worden gereinigd,
kan een mild reinigingsmiddel met
water worden gebruikt. Spoel reini-
gingsmiddelresten zorgvuldig af
met grote hoeveelheden water,
aangezien ze de kunststof delen
kunnen beschadigen.
zGeb
ruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
zGebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bru
glagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.
zBij machines met een kuipruit: Ge-
bruik geen bijtende reinigingsmid-
delen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op eenklein, niet-zichtbaar gedeelte van
de kuipruit om zeker te zijn dat
geen sporen achterblijven op de
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, breng dan na wassen een
hoogwaardige polish voor gebruik
op kunststof aan.
LET OP
DCAU0061
Ga voorzichtig te werk bij het reinigen
van de radiator. Het gebruik van een ho-
gedrukreiniger kan de radiatorvinnen
beschadigen. Spuit niet onder een hoek
tegen de radiatorvinnen en houd het
spuitmondstuk altijd op een minimale af-
stand van 50 cm (20 in) van de radiator.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-
kelde wegen
Zeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.
OPMERKING
In de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de machine met koud water en
een mild reinigingsmiddel nadat de
motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik
UBR7D0D0.book Page 2 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM

Page 83 of 92

Verzorging en stalling van de machine
7-3
7
geen warm water, dit versnelt de
corrosieve werking van het zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen
delen, ook op verchroomde en vernik-
kelde componenten, om zo corrosie
te voorkomen.
De kuipruit reinigen
Vermijd alkalische of zuurhoudende reini-
gingsmiddelen, benzine, remvloeistof of
enig ander oplosmiddel. Reinig de kuipruit
met een doek of spons die is bevochtigd
met een mild reinigingsmiddel en was de
ruit vervolgens grondig af met water. Ge-
bruik voor extra reiniging Yamaha reini-
gingsmiddel voor kuipruiten of een ander
hoogwaardig reinigingsmiddel voor kuip-
ruiten. Sommige reinigingsmiddelen voor
kunststoffen laten eveneens krasjes achter
op de kuipruit. Voer voordat u dergelijk rei-
nigingsmiddel gebruikt eerst een test uit op
een gedeelte van de kuipruit dat het zicht
niet beïnvloedt en dat niet opvalt.
Na reiniging
1. Droog de machine met een zeemleren
lap of een vochtabsorberende doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Ter voorkoming van corrosie wordt
aanbevolen om een corrosiewerende
spray aan te brengen op alle metalen
delen, inclusief verchroomde en ver-
nikkelde oppervlakken.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag e.d. bij.6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de machine volledig drogen alvo-
rens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA17830
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de controle
over de machine.
zControleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit. Reinig de
remschijven en remvoeringen in-
dien nodig met een normale rem-
schijfreiniger of aceton en spoel de
banden schoon met lauw water en
een mild reinigingsmiddel.
zTest voordat u de machine in ge-
bruik neemt de remwerking en het
weggedrag in bochten.
LET OP
DCAU0022
zBreng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
zBreng nooit olie of was aan op rub-
ber onderdelen, kunststof onderde-
len of lenzen van koplamp,
achterlicht en meter, maar behan-
del deze met een daartoe bestemd
verzorgingsmiddel.
zVermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
OPMERKING
zVraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
zDoor wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
UBR7D0D0.book Page 3 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM

Page 84 of 92

Verzorging en stalling van de machine
7-4
7
DAU60721
Stalling
Korte termijn
Stal uw machine steeds op een koele en
droge plek en bescherm deze indien nodig
tegen stof met een luchtdoorlatende stal-
linghoes. Zorg ervoor dat de motor en het
uitlaatsysteem zijn afgekoeld alvorens de
machine af te dekken.
LET OP
DCA21170
zAls het voertuig wordt gestald in
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt afge-
dekt met een hoes of een dekzeil,
zullen water en vocht kunnen bin-
nendringen en roestvorming ver-
oorzaken.
zVoorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-
liën.
Lange termijn
Alvorens uw machine gedurende meerdere
maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf
“Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om de
cilinder, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedop en de
bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in het
bougiegat.c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie zoda-
nig op de cilinderkop dat de elek-
troden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond-
draaien op de startmotor. (De cilin-
derwand wordt zo geolied.)
e. Haal de bougiedop los van de
bougie en breng dan de bougie en
de bougiedop weer aan.
WAARSCHUWING! Verbind de
bougie-elektrodes met de mas-
sa bij het ronddraaien van de
motor om schade of letsel door
vonkvorming te voorkomen.
[DWA10952]
4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandenspanning, corri-
geer deze indien nodig en breng dan
de machine omhoog zodat beide wie-
len los van de grond zijn. Een andere
mogelijkheid is de wielen elke maand
iets te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achteruit-
gaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een plas-
tic zak om te voorkomen dat vocht
kan binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C (90
°F)]. Zie pagina 6-29 voor meer infor-
matie over het opbergen van de accu.
OPMERKING
Voer eventueel benodigde reparaties uit
voordat u uw machine stalt.
UBR7D0D0.book Page 4 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM

Page 85 of 92

Specificaties
8-1
8
Afmetingen:
Totale lengte:
1980 mm (78.0 in)
Totale breedte:
750 mm (29.5 in)
Totale hoogte:
1210 mm (47.6 in)
Zadelhoogte:
780 mm (30.7 in)
Wielbasis:
1350 mm (53.1 in)
Grondspeling:
125 mm (4.92 in)
Kleinste draaicirkel:
2.5 m (8.20 ft)
Gewicht:
Rijklaar gewicht:
159 kg (351 lb) (MWS125-C)
164 kg (362 lb) (MWS125-A)
Motor:
Verbrandingscyclus:
4-takt
Koelsysteem:
Vloeistofgekoeld
Kleppenmechanisme:
SOHC
Aantal cilinders:
1-cilinder
Slagvolume:
125 cm³
Boring × slag:
52.0 × 58.7 mm (2.05 × 2.31 in)
Compressieverhouding:
11.2 : 1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:
Aanbevolen merk:
YAMALUBE
SAE-viscositeitsklassen:
10W-40
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
A P I s e r v i c e t y p e S G o f h o g e r , J A S O M A - o f
MB-norm
Hoeveelheid motorolie:
Olieverversing:
0.90 L (0.95 US qt, 0.79 Imp.qt)
Eindoverbrengingsolie:
Type:
Motorolie SAE 10W-30 type SE of hoger of
cardanolie SAE 85W GL-3
Hoeveelheid:
0.15 L (0.16 US qt, 0.13 Imp.qt)
Hoeveelheid koelvloeistof:
Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep
voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen):
0.46 L (0.49 US qt, 0.40 Imp.qt)
Luchtfilter:
Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoating
Brandstof:
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine (gasohol [E10]
acceptabel)
Inhoud brandstoftank:
7.2 L (1.9 US gal, 1.6 Imp.gal)
Brandstofinjectie:
Gasklephuis:
Het teken van identificatie:
BR71 00
Bougie(s):
Fabrikant/model:
NGK/CPR8EA-9
Elektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Koppeling:
Type koppeling:
Droog, centrifugaal, schoen
Aandrijflijn:
Primaire reductieverhouding:
1.000
Eindoverbrenging:
Tandwiel
Secundaire reductieverhouding:
10.208 (56/16 x 35/12)
Type versnellingbak:
Automatisch, V-snaar
Chassis:
Type frame:
Underbone
Spoorhoek:
20.0 graden
Naspoor:
67 mm (2.6 in)
UBR7D0D0.book Page 1 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM

Page 86 of 92

Specificaties
8-2
8
Spoorbreedte:
385 mm (15.2 in)
Voorband:
Type:
Tubeless
Maat:
90/80-14M/C 43P
Fabrikant/model:
IRC/SCT-003
Achterband:
Type:
Tubeless
Maat:
130/70-13M/C 63P
Fabrikant/model:
IRC/SCT-003
Belading:
Maximale belasting:
167 kg (368 lb)
(Totaalgewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)
Bandenspanning (gemeten aan koude
banden):
1 persoon:
Voor:
200 kPa (2.00 kgf/cm², 29 psi)
Achter:
225 kPa (2.25 kgf/cm², 33 psi)
2 personen:
Voor:
200 kPa (2.00 kgf/cm², 29 psi)
Achter:
225 kPa (2.25 kgf/cm², 33 psi)
Voorwiel:
Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat:
14M/C x MT2.15
Achterwiel:
Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat:
13M/C x MT3.50
Gekoppeld remsysteem:
Bediening:
Geactiveerd door achterrem
Voorrem:
Type:
Hydraulische schijfremAanbevolen remvloeistof:
DOT 4
Achterrem:
Type:
Hydraulische schijfrem
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
Voorwielophanging:
Type:
Telescoopvork
Veer:
Schroefveer
Schokdemper:
Hydraulische schokdemper
Veerweg:
90 mm (3.5 in)
Achterwielophanging:
Type:
Unit swing
Veer:
Schroefveer
Schokdemper:
Hydraulische schokdemper
Veerweg:
90 mm (3.5 in)
Elektrische installatie:
Systeemspanning:
12 V
Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magneten
Accu:
Model:
YTZ7V
Voltage, capaciteit:
12 V, 6.0 Ah (10 HR)
Wattage gloeilamp:
Koplamp:
LED
Remlicht/achterlicht unit:
LED
Voorste richtingaanwijzer:
10.0 W
Achterste richtingaanwijzer:
10.0 W
Parkeerlicht:
LED
UBR7D0D0.book Page 2 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM

Page 87 of 92

Specificaties
8-3
8
Kentekenverlichting:
5.0 W
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
ABS-waarschuwingslampje:
LED (MWS125-A)
Zekering:
Hoofdzekering:
15.0 A
Hoofdzekering 2:
7.5 A
Aansluitzekering 1:
2.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A (MWS125-A)
Zekering ABS-motor:
30.0 A (MWS125-A)
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
30.0 A (MWS125-A)
UBR7D0D0.book Page 3 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM

Page 88 of 92

Gebruikersinformatie
9-1
9
DAU53562
Identificatienummers
Noteer het voertuigidentificatienummer,
het serienummer van het motorblok en de
gegevens op de modelinformatiesticker in
onderstaande ruimtes. Deze identificatie-
nummers zijn nodig voor de kentekenregi-
stratie van het voertuig in uw land en voor
het bestellen van reserveonderdelen bij een
Yamaha dealer.
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:
SERIENUMMER MOTOR:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26411Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is ingesla-
gen op het frame.
OPMERKING
Het voertuigidentificatienummer is bedoeld
voor identificatie van uw machine en kan
worden gebruikt om deze in uw land aan te
melden voor kentekenregistratie.
DAUU1221Serienummer motorblok
Het serienummer van de motor is linkson-
der in het carter ingeslagen.
DAUT1441Modelinformatiesticker
De modelinformatiesticker is bevestigd aan
de binnenzijde van het opbergcomparti-
ment. (Zie pagina 3-16.) Noteer de informa-
tie op deze sticker in het daartoe bestemde
vakje. Deze informatie is nodig om reserve-
onderdelen te bestellen bij een Yamaha
dealer.
1. Voertuigidentificatienummer
1
1. Serienummer motorblok
1. Modelinformatiesticker
1
1
UBR7D0D0.book Page 1 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM

Page 89 of 92

Gebruikersinformatie
9-2
9
DAU69910
Diagnosestekker
De diagnosestekker bevindt zich op de
aangegeven plaats.
DAU74701
Voertuiggegevens registreren
De ECU van dit model slaat bepaalde voer-
tuiggegevens op voor ondersteuning bij de
storingsdiagnose en voor onderzoeks- en
ontwikkelingsdoeleinden. Deze gegevens
worden alleen geüpload wanneer een spe-
ciaal diagnosegereedschap van Yamaha
op de machine wordt aangesloten, bijvoor-
beeld bij de uitvoering van controles of on-
derhoudsprocedures.
Hoewel de sensors en geregistreerde ge-
gevens van model tot model verschillen,
zijn de belangrijkste gegevenspunten:
zInformatie over de voertuigstatus en
motorprestaties
zInformatie over brandstofinspuiting en
emissie
Yamaha deelt deze gegevens niet met an-
dere partijen, behalve:
zMet toestemming van de voertuigei-
genaar
zAls dat wettelijk verplicht is
zVoor gebruik door Yamaha bij juridi-
sche procedures
zVoor algemeen onderzoek door
Yamaha waarbij de gegevens niet
kunnen worden herleid tot een indivi-
duele machine of eigenaar
1. Diagnosestekker
1
UBR7D0D0.book Page 2 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM

Page 90 of 92

10-1
10
Index
A
Aandachtspunten voor veilig rijden ........ 1-5
ABS (voor modellen met ABS) .............. 3-11
ABS-waarschuwingslampje
(voor modellen met ABS)...................... 3-4
Accessoirebox ...................................... 3-17
Accu ...................................................... 6-29
Afdekplaatje van het sleutelgat............... 3-2
B
Bagagehaak .......................................... 3-18
Banden ................................................. 6-18
Bougie, controleren ................................ 6-9
Brandstof .............................................. 3-12
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-4
C
Claxonschakelaar ................................... 3-9
Contactslot/stuurslot .............................. 3-1
Controlelampje grootlicht ....................... 3-3
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................ 3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
D
De motor starten ..................................... 5-1
Diagnosestekker ..................................... 9-2
Dimlichtschakelaar.................................. 3-9
E
Eco-controlelampje................................. 3-3
Eindoverbrengingsolie .......................... 6-12
G
Gasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-25
Gegevensregistratie, voertuig ................. 9-2
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires......................................... 3-21
Gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires......................................... 3-22
Gereedschapsset.................................... 6-2
Gloeilamp richtingaanwijzer .................. 6-34
Gloeilamp van kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-34
I
Identificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-4
K
Kabels, controleren en smeren ............. 6-25
Klepspeling ........................................... 6-18
Koelvloeistof ......................................... 6-13
Koplamp ............................................... 6-32
L
Leunsysteem, controleren .................... 6-29
Luchtfilterelementen van luchtfilter
en V-snaarbehuizing .......................... 6-15
M
Matkleur, let op ...................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ....................... 6-26
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie en olie-aanzuigzeef .............. 6-10
Multifunctionele meter ............................ 3-5
O
Onderhoud en smering, periodiek.......... 6-4
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Opbergcompartiment ........................... 3-16
P
Paneel, verwijderen en aanbrengen ....... 6-8
Parkeerlichten ...................................... 6-33
Parkeren ................................................. 5-5
Plaats van de onderdelen....................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-35
R
Remhendel, achterrem ......................... 3-10
Remhendels, smeren ........................... 6-26
Remlicht/achterlicht ............................. 6-33
Remmen ................................................. 5-3
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-23
Remvloeistof, verversen ....................... 6-24
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-9
S
Serienummer motorblok......................... 9-1
Sneller en langzamer rijden .................... 5-3
Specificaties ........................................... 8-1
Spoorstang, controleren....................... 6-28
Stalling.................................................... 7-4
Startknop................................................ 3-9
Startspersysteem ................................. 3-19
Storingzoekschema’s ........................... 6-36
Stuurschakelaars .................................... 3-9
Stuursysteem, controleren ................... 6-27
T
Tankdop ............................................... 3-12
Tankoverloopslang ............................... 3-14
U
Uitlaatkatalysator.................................. 3-14
V
Veiligheidsinformatie .............................. 1-1
Verzorging .............................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer .................. 9-1
Voetsteun passagier ............................. 3-15
UBR7D0D0.book Page 1 Tuesday, October 25, 2016 2:40 PM

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 next >