YAMAHA TZR50 2008 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 82

DAU26001
Verzorging
De open constructie van een motor-
fiets maakt de fraaie techniek beter
zichtbaar, maar de machine is hierdo-
or ook meer kwetsbaar. Er kan sprake
zijn van roestvorming en corrosie, ook
al zijn hoogwaardige componenten
gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, bij een motor-
fiets is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist vol-
gens de garantiebepalingen, maar
verzekert ook een fraai uiterlijk van de
machine, verlengt de levensduur en
verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af
met een plastic zak nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en
afdekpluggen, ook de bougie-
doppen, en alle elektrische stek-
kers en aansluitingen stevig zijn
bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling,
zoals verbrande olie op het car-
ter, met een ontvetter en eenborstel, maar gebruik dergelijke
producten nooit op afdichtingen,
pakkingen, tandwielen, de aan-
drijfketting en de wielassen. Spo-
el vuil en ontvetter altijd af met
water.
Reinigen
DCA10770
LET OP:
Vermijd het gebruik van sterke
en bijtende wielreinigingsmid-
delen, vooral bij spaakwielen.
Als dergelijke producten toch
worden gebruikt om hardnek-
kig vuil los te maken, laat het
reinigingsmiddel dan niet lan-
ger inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel
het betreffende gebied grondig
schoon met water, laat direct
drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
Bij verkeerd reinigen kunnen
de kuipruit, de stroomlijnpane-
len, framepanelen en andere
kunststof delen worden bes-
chadigd. Gebruik alleen een
zachte, schone doek of een
spons met zachte zeep enwater om kunststof delen te
reinigen.
Gebruik geen bijtende chemis-
che reinigingsmiddelen op
kunststof delen. Vermijd het
gebruik van doeken of sponzen
die in contact zijn geweest met
bijtende of schurende reini-
gingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of
corrosieremmers, remvloeis-
tof, antivries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreini-
gers of stoomreinigers, omdat
dan op de volgende plaatsen
water kan doordringen en zo
schade kan ontstaan: afdich-
tingen (van wiel- en achterbru-
glagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers,
instrumenten, schakelaars en
verlichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.
Bij motorfietsen met een kui-
pruit: gebruik geen bijtende
reinigingsmiddelen of harde
sponzen, deze veroorzaken
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-1
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 71

Page 72 of 82

dofheid en laten krasjes achter.
Sommige reinigingsmiddelen
voor kunststof laten eveneens
krasjes achter op de kuipruit.
Test het product op een klein,
niet-zichtbaar gedeelte van de
kuipruit om zeker te zijn dat
geen sporen achterblijven op
de kuipruit. Als de kuipruit
krasjes vertoont, breng dan na
wassen een hoogwaardige
polish voor gebruik op kunsts-
tof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, zachte
zeep en een zachte, schone spons en
spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of een
flessenborstel op moeilijk bereikbare
plekken. Hardnekkig vastzittend vuil
en insectenresten laten gemakkelijker
los als de bewuste plek alvorens te
reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in r
egen, aan de kust of op
bepekelde wegen
Zeelucht en wegenzout waarmee
wegen ‘s winters worden bestrooidhebben in combinatie met water een
zeer corrosieve werking; handel daa-
rom als volgt na een rit in een regen-
bui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.
OPMERKING:
‘s Winters gestrooid wegenzout kan
nog tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud
water en zachte zeep nadat de
machine is afgekoeld.
DCA10790
LET OP:
Gebruik geen heet water, dit vers-
terkt de corrosieve werking van het
zout.
2. Breng met een spuitbus een
corrosiewerend middel aan op
alle metalen delen, ook op verch-
roomde en vernikkelde compo-
nenten, om zo corrosie te voor-
komen.
Na reiniging
1. Droog de motorfiets met een
zeemleren lap of een vochtabsor-
berende doek.2. Laat de aandrijfketting direct dro-
gen en smeer hem om roestvor-
ming te voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om
verchroomde, aluminium en
roestvrijstalen delen te doen
glanzen, ook het uitlaatsysteem.
(Zelfs thermische verkleuringen
op roestvrijstalen uitlaatsystemen
kunnen door oppoetsen worden
verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend
middel aan te brengen op alle
metalen delen, ook op verchro-
omde en vernikkelde componen-
ten, om zo corrosie te voorko-
men.
5. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om eventue-
el nog achtergebleven vuil te ver-
wijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen
bij veroorzaakt door steenslag
e.d.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in
de was.7
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 72

Page 73 of 82

8. Laat de motorfiets volledig dro-
gen alvorens te stallen of af te
dekken.
DWA11130
s s
WAARSCHUWING
Controleer of er geen olie of
was op de wielen of de rem-
men zit.
Reinig de remschijven en rem-
voeringen indien nodig met een
normale remschijfreiniger of
aceton en spoel de banden
schoon met lauw water en een
mild reinigingsmiddel. Test de
remwerking en het weggedrag
van de motorfiets in bochten
voordat u de snelheid opvoert.
DCA10800
LET OP:
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwij-
der overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit
aan op rubber of kunststof
delen, behandel deze met een
daartoe bestemd verzorgings-
middel.
Vermijd het gebruik van schu-
rende poetsmiddelen, deze
tasten de lak aan.
OPMERKING:
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
DAU37220
Stalling
Korte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koe-
le en droge plek en bescherm indien
nodig tegen stof met een luchtdoorla-
tende stallinghoes.
DCA10810
LET OP:
Als de motorfiets wordt gestald
in een slecht geventileerde
ruimte of in vochtige toestand
wordt afgedekt met een hoes
of een dekzeil, zal water en
vocht kunnen binnendringen
en roestvorming veroorzaken.
Voorkom corrosie door de
machine niet te stallen in een
vochtige kelder, een stal (i.v.m.
de aanwezigheid van ammo-
niakdamp) en in een opsla-
gruimte voor sterke chemica-
liën.
Lange termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende
meerdere maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de
paragraaf “Verzorging” in dit
hoofdstuk.
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 73

Page 74 of 82

2. Draai de hendel van de brands-
tofkraan naar “OFF”.
3. Leeg de vlotterkamer in de car-
burateur door de aftapplug los te
draaien; u voorkomt zo dat
neerslag uit de brandstof achter-
blijft. Giet de afgetapte brandstof
terug in de brandstoftank.
4. Vul de brandstoftank en voeg een
stabilisatoradditief (indien ver-
krijgbaar) toe om roestvorming in
de tank en achteruitgang van de
brandstof te voorkomen.
5. Voer de volgende stappen uit om
de cilinder, de zuigerveren etc. te
beschermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedop en de
bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in
het bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond-
draaien op de startmotor. (De
cilinderwand wordt zo geolied.)e. Haal de bougiedop los van de
bougie en breng dan de bougie
en de bougiedop weer aan.
DWA10950
s s
WAARSCHUWING
Om schade of letsel door vonkvor-
ming te voorkomen, moeten de
bougie-elektroden aan massa lig-
gen terwijl de motor wordt rondge-
draaid.
6. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels
en pedalen en van de zijstanda-
ard/middenbok.
7. Controleer de bandspanning en
corrigeer deze indien nodig en
breng dan de motorfiets omhoog,
zodat beide wielen los van de
grond zijn. Een andere mogelijk-
heid is de wielen elke maand iets
te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achte-
ruitgaan.
8. Dek de uitlaatdemper af met een
plastic zak om te voorkomen dat
vocht kan binnendringen.
9. Verwijder de accu en laad deze
volledig bij. Berg de accu op een
koele en droge plek op en laadhem eens per maand bij. Berg de
accu niet op een zeer warme of
koude plek op [minder dan 0 °C
(30 °F) of meer dan 30 °C (90 °F)].
Zie pagina 6-28 voor meer infor-
matie over het opbergen van de
accu.
OPMERKING:
Voer eventueel benodigde reparaties
uit voordat u uw motorfiets stalt.
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 74

Page 75 of 82

AfmetingenTotale lengte
2202 mm (86,7 in)
Totale breedte
689 mm (27,1 in)
Totale hoogte
1175 mm (46,3 in)
Zadelhoogte
820 mm (32,3 in)
Wielbasis
1341 mm (52,8 in)
Grondspeling
151 mm (5,94 in)
Kleinste draaicirkel
2900 mm (114,2 in)
GewichtIncl. olie en brandstof
124 kg (273 lb)
MotorType motor
Vloeistofgekoeld, 2-takt
Cilinderopstelling
1-cilinder, vooroverhellend
Slagvolume
49,7 cm
3(3,03 cu*in)
Boring x slag
40,3 x 39,0 mm (1,58 x 1,53 in)
Compressieverhouding
11,5:1
Startsysteem
Elektrische startmotor
Smeersysteem
Wet sump
MotorolieAanbevolen kwaliteit motorolie
SAE10W30 type SE motorolie
KoelsysteemInhoud radiator (inclusief alle leidingen)
0,70 L (0,75 US qt) (0,62 Imp qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau)
0,29L (0,31 US qt) ( 0,26 Imp qt)
LuchtfilterLuchtfilterelement
Nat element
BrandstofAanbevolen brandstof
Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank
13,8 L (3,65 US gal) (3,04 Imp gal)
Hoeveelheid reservebrandstof
2,2 L (0,58 US gal) (0,48 Imp gal)
Elektronisch geregelde
brandstofinspuiting
Fabrikant
Dell’Orto
Model x aantal
PHBN 16 x 1
Bougie(s)Fabrikant/model
NGK/BR 9 ES
Elektrodenafstand
0,6 ~ 0,7 mm (0,023 ~ 0,027 in)
KoppelingType koppeling
Nat, meervoudige plaat
VersnellingsbakPrimair reductiesysteem
Schroeftandwiel
Primaire reductieverhouding
71 x 20 (3,55)
Secundair reductiesysteem
Aandrijfketting
Secundaire reductieverhouding
60 X 11 (5,45)
Type versnellingbakConstant mesh, 6 versnellingen
Bediening
Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen
1-
36 x 12 (3,00)
2-
33 x 16 (2,062)
3-
29 x 19 (1,526)
4-
27 x 22 (1,227)
5-
25 x 24 (1,041)
6-
24 x 25 (0,960)
ChassisType frame
Dubbel wiegframe
Spoorhoek
25 º
Naspoor
90 mm (3,54 in)
8
SPECIFICATIES
8-1
5WX-F8199-D2.qxd 13/9/06 16:30 Página 75

Page 76 of 82

VoorbandType
Tubeless
Maat
100/80-17 52H
Fabrikant/model
Pirelli / Sport Demon
Continental/Conti-Twist SM
AchterbandType
Tubeless
Maat
130/70-17 62H
Fabrikant/model
Pirelli / Sport Demon
Continental/Conti-Twist SM
BeladingMaximale belasting
196 kg (432.18 lb)
Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires
Bandenspanning (gemeten aan koude
banden)
Gewichtsverdeling
0–90 kg (0–198 lb)
Voor
180 kPa (26 psi) (1,8 kgf/cm
2)
Achter
200 kPa (28 psi) (2,0 kgf/cm
2)
Gewichtsverdeling
90 kg (198 lb)–Maximale belasting
Front
190 kPa (27 psi) (1,9 kgf/cm
2)Rear
230 kPa (33 psi) (2,3 kgf/cm
2)
VoorwielType wiel
Gietwiel
Velgmaat
17 x MT2,75
AchterwielType wiel
Gietwiel
Velgmaat
17 x MT3,50
VoorremType
Enkele schijfrem
Bediening
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof
DOT 4
AchterremType
Enkele schijfrem
Bediening
Bediening met rechtervoet
Aanbevolen remvloeistof
DOT 4
VoorwielophangingType
Telescoopvork
Veer/schokdempertype
Schroefveer/oliedemper
Veerweg
108 mm (4,25 in)
AchterwielophangingType
Unit swing
Veer/schokdempertype
Schroefveer/oliedemper
Veerweg
89,2 mm (3,51 in)
Elektrische installatieOntstekingssysteem
MORIC
Laadsysteem
Transistor
AccuFabrikant/model:
TIAJIN TONG YEE INDUSTRIAL
CO. LTD. / GS GT4L-BS
Voltage, capaciteit
12V-3Ah
Gloeilampen voltage, wattage x aantalKoplamp
12 V, 25,0 W / 25,0 W x 2
Achterlicht/remlicht unit
12 V, 21,0 W / 5,0 W x 2
Voorste richtingaanwijzer
12 V, 16,0 W x 2
Achterste richtingaanwijzer
12 V, 10,0 W x 2
Kentekenverlichting
12 V, 5,0 W x 1
Instrumentenverlichting
LED
Controlelampje grootlicht
LED
8
SPECIFICATIES
8-2
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 76

Page 77 of 82

Controlelampje brandstofniveau
LED
Waarschuwingslampje motorstoring
LED
Waarschuwingslampje olieniveau
LED
ZekeringenHoofdzekering
10 A
8
SPECIFICATIES
8-3
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 77

Page 78 of 82

DAU26351
Identificatienummers
Noteer het sleutelnummer, het voer-
tuigidentificatienummer en de mode-
linformatiesticker in onderstaande
ruimtes. Deze nummers heeft u nodig
om reserveonderdelen bij een Yama-
ha dealer te bestellen of wanneer uw
machine is gestolen.
SLEUTELIDENTIFICATIE NUMMER:
VOERTUIGIDENTIFICATIE NUMMER:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26381
Sleutelnummer
1. Sleutelnummer
Het sleutelnummer is ingeslagen op
het sleutelplaatje. Noteer dit nummer
in het daartoe bestemde vakje en
gebruik dit als referentie bij het beste-
llen van een nieuwe sleutel.
DAU26400
Voertuigidentificatienummer
1. Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is
ingeslagen op de balhoofdbuis. Note-
er dit nummer in het daartoe bestem-
de vakje.
OPMERKING:
Het voertuigidentificatienummer is
bedoeld voor identificatie van uw
motorfiets en kan worden gebruikt om
uw motor in uw land aan te melden
voor kentekenregistratie.
1
9
GEBRUIKERSINFORMATIE
9-1
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 78

Page 79 of 82

DAU26480
Modelinformatiesticker
1. Modelinformatiesticker
De modelinformatiesticker is onder
het zadel bevestigd aan het frame.
(Zie pagina 3-10.) Noteer de informa-
tie op deze sticker in het daartoe bes-
temde vakje. Deze informatie is nodig
om reserve-onderdelen te bestellen
bij een Yamaha dealer.
1
9
GEBRUIKERSINFORMATIE
9-2
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 79

Page 80 of 82

2-takt injectiesmering ................................3-8
AAandrijfketting, reinigen en smeren .........6-23
Accu .........................................................6-28
Achteruitkijkspiegels ................................3-11
Afstelling remlichtschakelaar ...................6-18
Autolube pomp, afstellen .........................6-24
BBanden .....................................................6-14
Bougie, controleren....................................6-7
Brandstof ...................................................3-6
Brandstofkraan ..........................................3-9
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .....5-3
CCarburateur, afstellen ...............................6-12
Chokehendel ............................................3-10
Claxonschakelaar.......................................3-4
Contactslot/stuurslot .................................3-1
Controle- en waarschuwingslampjes.........3-2
Controlelampje richtingaanwijzers .............3-2
Controlelijst voor gebruik ...........................4-2
DDimlichtschakelaar .....................................3-4
GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ...................................................6-24
Gereedschapsset .......................................6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ..............................................6-31
Gloeilamp richtingaanwijzer (voor),
vervangen ..............................................6-32
IIdentificatienummers..................................9-1
Inrijperiode .................................................5-4
KKabels, controleren en smeren ................6-24
Koelvloeistof.............................................6-10
Koplampgloeilamp, vervangen ................6-30
Koppelingshendel ......................................3-5
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .....6-16
LLichtsignaalschakelaar ...............................3-4
Luchtfilterelement ....................................6-12
MModelinformatiesticker ..............................9-2
Motor, warm starten ...................................5-2
NNoodstopschakelaar ..................................3-4
PParkeren .....................................................5-4
Periodiek smeer- en onderhoudsschema ..6-2
Problemen oplossen ................................6-33
RRem- en koppelingshendels, controleren en
smeren ...................................................6-25
Rem- en schakelpedalen, controleren en
smeren ...................................................6-25
Remhendel .................................................3-5
Rempedaal .................................................3-6
Remvloeistof, verversen...........................6-21
Remvloeistofniveau, controleren..............6-20
Richtingaanwijzergloeilamp of gloeilamp in
remlicht/achterlicht vervangen ..............6-31
Richtingaanwijzerschakelaar......................3-4
SSchakelen ..................................................5-3
Schakelpedaal............................................3-5
Schakelpedaal, stand afstellen ................6-18Sleutelnummer ...........................................9-1
Slotcompartiment ....................................3-11
Snelheidsmeterunit ....................................3-3
Spanning aandrijfketting ..........................6-21
Stalling .......................................................7-3
Starten van een koude motor ....................5-1
Startknop ...................................................3-4
Startspersysteem .....................................3-12
Stationair toerental ...................................6-13
Storingzoekschema’s ...............................6-34
Stroomlijn- en framepanelen, verwijderen en
aanbrengen ..............................................6-5
Stuurschakelaars .......................................3-4
Stuursysteem, controleren .......................6-27
T
Tankbeluchtingsslang/overloopslang .........3-8
Tankdop .....................................................3-7
Toerenteller .................................................3-3
UUitlaatkatalysator .......................................3-7
VVeiligheidsinformatie ..................................1-1
Versnellingsbakolie.....................................6-8
Verzorging ..................................................7-1
Voertuigidentificatienummer ......................9-1
Voor- en achterremblokken controleren ..6-19
Voorremhendel, controleren van
vrije slag .................................................6-17
Voorvork, controleren ...............................6-26
Vrije slag gaskabel, afstellen....................6-13
Vrije slag van rempedaal, afstellen ..........6-17
Vrijstandcontrolelampje..............................3-2
INHOUDSOPGAVE
5WX-F8199-D2.qxd 30/05/2006 16:01 Página 80

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 next >