YAMAHA TZR50 2012 Instructieboekje (in Dutch)

Page 1 of 92

TZR50
HANDLEIDING
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze
machine gaat gebruiken.
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 1
2AS-F819D-D0.indd 131/07/12 11:38

Page 2 of 92

DAU46090
Lees deze handleiding aandachtig door voordat u deze machine gaat gebruiken. Deze handleiding dient bij de machine\
te blijven als deze wordt verkocht.
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 2
2AS-F819D-D0.indd 231/07/12 11:38

Page 3 of 92

DAU10102
Welkom in de wereld van Yamaha!
Als eigenaar van de TZR50 profiteert u van de enorme ervaring en technische kennis van Yamaha op het gebied van het ontwerpen
en fabriceren van hoogwaardige producten, waarmee Yamaha zijn reputatie van betrouwbaarheid heeft verworven.
Neem rustig de tijd om deze handleiding aandachtig door te lezen, zodat \
u plezier zult hebben van alle functies van uw TZR50. De
Gebruikershandleiding geeft instructies voor de bediening, inspectie en \
het onderhoud van de machine en beschrijft hoe u uzelf en
anderen kunt beschermen tegen persoonlijk letsel of schade.
Verder helpen allerlei tips in deze handleiding om uw machine in optimale c\
onditie te houden. Als er ten slotte toch nog vragen zijn,
aarzel dan niet en neem contact op met de Yamaha dealer.
Het Yamaha team wenst u veilig en plezierig rijden toe. En vergeet niet, veiligheid voor alles!
Yamaha werkt voortdurend aan verbeteringen ten aanzien van productontwerp en kwaliteit. Om deze reden kan soms sprake zijn van
kleine tegenstrijdigheden tussen uw machine en de beschrijving ervan in \
deze handleiding, ook al bevat de handleiding de meest
recente productinformatie ten tijde van publicatie. Als u vragen hebt over deze ha\
ndleiding, neem dan contact op met uw Yamaha
dealer.
DWA10031
Lees deze handleiding aandachtig helemaal door voordat u deze machine gaat gebruiken.
WAARSCHUWING
INLEIDING
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 3
2AS-F819D-D0.indd 331/07/12 11:38

Page 4 of 92

DAU10132
Bijzonder belangrijke informatie is in deze handleiding gemarkeerd met de volgende aanduidingen:Dit is het Safety Alert-symbool. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor risico’s op
persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen bij dit symbool op om mogelijk letsel of
overlijden te voorkomen.
Een WAARSCHUWING duidt een gevaarlijke situatie aan die, indien niet vermeden\
, kan resul-
teren in ernstig letsel of overlijden.
De aanduiding LET OP staat bij speciale voorzorgen die moeten worden genomen om scha-
de aan de machine of andere eigendommen te voorkomen.
De aanduiding OPMERKING staat bij belangrijke informatie die procedures kan vergemakkelijken
of verhelderen.
OPMERKING
LET OP
WAARSCHUWING
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 4
2AS-F819D-D0.indd 431/07/12 11:38

Page 5 of 92

DAUS1172
TZR50
HANDLEIDING
©2012 door MBK INDUSTRIE 1e uitgave, April 2012
Alle rechten voorbehouden. Elke vorm van herdruk of onbevoegd gebruik
zonder schriftelijke toestemming van MBK INDUSTRIE is uitdrukkelijk verboden. Gedrukt in Nederland.
BELANGRIJKE INFORMATIE IN DE HANDLEIDING
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 5
©2012 door mbk inDUSTRiE 1e uitgave, April 2012
mbk inDUSTRiE
2AS-F819D-D0.indd 531/07/12 11:38

Page 6 of 92

VEILIGHEIDSINFORMATIE ................1-1
BESCHRIJVING ..................................2-1Aanzicht linkerzijde ...........................2-1
Aanzicht rechterzijde ........................2-2
Bedieningen en instrumenten ...........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN
BEDIENINGEN ....................................3-1 Contactslot/stuurslot ........................3-1
Controle- en waarschuwingslampjes .................3-2
Controlelampje richtingaanwijzers ...3-2
Vrijstandcontrolelampje ...................3-2
Waarschuwingslampje olieniveau ....3-2
Waarschuwingslampje koelvloeistoftemperatuur ..............3-3
Waarschuwingslampje motorstoring .................................3-3
Snelheidsmeterunit ...........................3-3
Toerenteller .......................................3-4
Stuurschakelaars ..............................3-4
Lichtsignaalschakelaar ....................3-5
Dimlichtschakelaar ..........................3-5
Richtingaanwijzerschakelaar ...........3-5
Claxonschakelaar ............................3-5
Noodstopschakelaar ........................3-5
Startknop .........................................3-5
Koppelingshendel .............................3-5
Schakelpedaal ..................................3-6
Remhendel ........................................3-6 Rempedaal........................................3-6
Tankdop ............................................3-7
Brandstof ..........................................3-8
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang ................................3-9
Uitlaatkatalysator ..............................3-9
2-takt injectiesmering .....................3-10
Brandstofkraan ...............................3-11
Chokehendel ..................................3-12
Zadel ...............................................3-12
Slotcompartiment ...........................3-13
Achteruitkijkspiegels .......................3-13
Zijstandaard ....................................3-14
Startspersysteem ............................3-14
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES
VOOR HET RIJDEN ............................4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-
INFORMATIE .......................................5-1 Starten van een koude motor ...........5-1
Starten van een warme motor ..........5-2
Schakelen .........................................5-2
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ..........................5-3
Inrijperiode ........................................5-3
Parkeren............................................5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN ..................................6-1 Boordgereedschapsset.....................6-1 Periodiek onderhoudsschema voor
het uitstootcontrolesysteem ..........6-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema.......................6-4
Stroomlijn- en framepanelen verwijderen en aanbrengen ...........6-8
Bougie controleren .........................6-11
Versnellingsbakolie .........................6-13
Koelvloeistof ...................................6-14
Luchtfilterelement ...........................6-17
Afstellen van de carburateur ..........6-17
Afstellen van het stationair toerental ......................................6-18
Vrije slag van de gasgreep afstellen .......................................6-18
Banden ...........................................6-19
Gietwielen .......................................6-21
Vrije slag van koppelingshendel afstellen .......................................6-21
Vrije slag van voorremhendel controleren ..................................6-22
Vrije slag van rempedaal afstellen .......................................6-22
De stand van het schakelpedaal afstellen .......................................6-22
Remlichtschakelaars .......................6-23
Controleren van voor- en achterremblokken........................6-23
Controleren van remvloeistofniveau ......................6-24
Remvloeistof verversen ..................6-25
INHOUDSOPGAVE
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 6
2AS-F819D-D0.indd 631/07/12 11:38

Page 7 of 92

Spanning aandrijfketting .................6-25
Aandrijfketting reinigen en smeren .........................................6-27
Kabels controleren en smeren ........6-28
Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel .................6-28
Afstellen van de Autolube pomp ...........................................6-28
Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen ......................6-29
Controleren en smeren van rem- en koppelingshendels .................6-29
Zijstandaard controleren en smeren .........................................6-30
Voorvork controleren ......................6-31
Stuursysteem controleren...............6-31
Controleren van wiellagers .............6-32
Accu ................................................6-32
Zekering vervangen ........................6-33
Koplampgloeilamp vervangen ........6-34
Gloeilamp in remlicht/achterlicht vervangen ....................................6-35
Gloeilamp in voorste richtingaanwijzer vervangen ........6-35
Gloeilamp achterste richtingaanwijzer vervangen ........6-36
Gloeilamp in kentekenverlichting vervangen ....................................6-36
Problemen oplossen .......................6-37
Storingzoekschema’s......................6-38 VERZORGING EN STALLING VAN DE
MOTORFIETS......................................7-1
Matkleur, let op .................................7-1
Verzorging .........................................7-1
Stalling ..............................................7-3
SPECIFICATIES...................................8-1
GEBRUIKERSINFORMATIE ...............9-1 Identificatienummers ........................9-1
Voertuigidentificatienummer .............9-1
Modelinformatiesticker .....................9-1
INHOUDSOPGAVE
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 7
2AS-F819D-D0.indd 731/07/12 11:38

Page 8 of 92

DAU10289
Wees een verantwoordelijke eigenaar
Als eigenaar van de machine bent u ver-
antwoordelijk voor de veilige en juiste
bediening ervan.
Motorfietsen zijn tweewielige voertuigen.
Voor een veilig gebruik zijn de toepassing
van de juiste rijtechnieken en de ervaring
van de bestuurder van belang. Elke
bestuurder moet bekend zijn met de vol-
gende vereisten alvorens met deze motor-
fiets te gaan rijden.
Hij of zij moet:
Door een competente informatiebron
grondig zijn ingelicht over alle aspec-
ten van het motorrijden.
Zich houden aan de waarschuwin-
gen en onderhoudseisen zoals ver-
meld in deze Gebruikershandleiding.
Grondig getraind zijn in veilige en
correcte rijtechnieken.
Gebruikmaken van professionele
technische service, zoals aangege-
ven in deze Gebruikershandleiding
en/of wanneer de mechanische con-
dities dit vereisen.
Veilig rijden
Voer vóór elke rit de controles voor het rij-
den uit om u ervan te verzekeren dat de
machine in veilige staat verkeert. Onvol- doende inspectie of onderhoud van de
machine vergroot het risico op ongeval of
schade. Zie pagina 4-1 voor een lijst met
controles voor het rijden.
Deze motorfiets is gebouwd voor het
vervoer van de bestuurder plus een
passagier.
Het niet opmerken en herkennen van
motorfietsen door andere wegge-
bruikers vormt de belangrijkste oor-
zaak van auto-/motorongevallen.
Vaak worden ongevallen veroorzaakt
doordat een autobestuurder de
motor niet heeft gezien. Zorg dat u
opvalt, dat blijkt het meest effectief
om het risico op een dergelijk type
ongeval te verminderen.
Dus:
• Draag een jack in felle kleuren.
• Wees extra voorzichtig bij het naderen en passeren van kruisin-
gen, daar doen ongelukken met
motorfietsen zich namelijk het
meest voor.
• Ga daar rijden waar andere weg- gebruikers u kunnen zien. Ga niet
rijden in de dode zichthoek van
een andere weggebruiker.
Bij veel ongevallen zijn onervaren
bestuurders betrokken. Veelal zijn
bestuurders die bij een ongeval betrokken waren zelfs niet in het
bezit van een geldig motorrijbewijs.
• Zorg dat u bekwaam bent om te rijden en leen uw motorfiets alleen
uit aan ervaren motorrijders.
• Weet wat u wel en niet aankunt. Door rekening te houden met uw
beperkingen helpt u ongelukken
voorkomen.
• We raden aan om het motorrijden te oefenen op plekken waar geen
verkeer is, totdat u grondig
bekend bent met de motor en zijn
bediening.
Ongelukken worden vaak veroor-
zaakt door een fout van de motorbe-
stuurder. Veel bestuurders houden bij
het ingaan van een bocht een te
hoge rijsnelheid aan of gaan onvol-
doende schuinliggen voor de rijsnel-
heid, waardoor ze wijd uit de bocht
komen.
• Neem altijd de maximumsnelheid in acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
• Geef altijd richting aan voordat u afslaat of van rijstrook wisselt.
Zorg dat andere weggebruikers u
kunnen zien.
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-1
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 8
2AS-F819D-D0.indd 831/07/12 11:38

Page 9 of 92

De zithouding van de bestuurder en
de passagier is belangrijk voor een
goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het rij- den beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de
bestuurdersvoetsteunen, om zo
de macht over het stuur te behou-
den.
• De passagier hoort steeds de bestuurder, de zadelband of de
handgreep, indien aanwezig, met
beide handen vast te houden en
beide voeten op de passagiersvoet-
steunen te houden. Neem nooit een
passagier mee die niet in staat is
om beide voeten stevig op de pas-
sagiersvoetsteunen te zetten.
Rijd nooit onder invloed van alcohol
of andere drugs.
Deze motorfiets is uitsluitend ont-
worpen voor gebruik op verharde
wegen. De machine is niet bedoeld
voor off-roadgebruik.
Beschermende uitrusting
Motorongelukken met dodelijke afloop
betreffen meestal hoofdletsel. Het dragen
van een helm is de belangrijkste factor bij
het voorkomen of reduceren van hoofdlet-
sel.
Draag altijd een goedgekeurde helm.
Draag ook een vizier of een veilig-
heidsbril. Zonder oogbescherming
kan uw zicht door de rijwind ver-
slechteren, waardoor u gevaren
mogelijk te laat opmerkt.
Door een jack, stevige schoenen,
een lange broek, handschoenen e.d.
te dragen verkleint u de kans op
schaafwonden of ontvellingen.
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan bedienings-
handgrepen of door de wielen wor-
den gegrepen en zo een ongeval of
letsel veroorzaken.
Draag altijd beschermende kleding
die uw benen, enkels en voeten
bedekt. De motor en het uitlaatsys-
teem kunnen tijdens en na het rijden
zeer heet zijn en brandwonden ver-
oorzaken.
De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxidevergiftiging
De uitlaatgassen van verbrandingsmoto-
ren bevatten koolmonoxide, een dodelijk
gas. Inademing van koolmonoxide kan
hoofdpijn, duizeligheid, sufheid, misselijk-
heid, verwarring en uiteindelijk de dood
veroorzaken. Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,
smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel oplo-
pen, waardoor u het bewustzijn kunt ver-
liezen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-
noxide dagenlang blijven hangen. Als u
symptomen van koolmonoxidevergiftiging
ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddel-
lijk, ga naar de open lucht en ROEP MEDI-
SCHE HULP IN.
Laat de motor niet binnen draaien.
Zelfs als u ventileert met ventilatoren
of open ramen en deuren kan de
hoeveelheid koolmonoxide snel
oplopen tot gevaarlijke niveaus.
Laat de motor niet draaien in slecht
geventileerde of deels afgesloten
ruimtes zoals schuren of garages.
Laat de motor niet buiten draaien op
plaatsen waar de uitlaatgassen in
een gebouw kunnen worden getrok-
ken via openingen zoals ramen en
deuren.
Beladen
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het wegge-
drag als hierdoor de gewichtsverdeling
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-2
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 9
2AS-F819D-D0.indd 931/07/12 11:38

Page 10 of 92

van de motor verandert. Wees uiterst
voorzichtig bij het monteren van accessoi-
res of het beladen van uw motor, om zo
mogelijke ongevallen te vermijden. Pas
extra op wanneer u op een motor rijdt die
beladen is of waaraan accessoires zijn
gemonteerd. Hieronder volgen naast de
informatie over accessoires enkele richtlij-
nen voor het beladen van uw motorfiets:
Het totale gewicht van de bestuurder,
passagier, accessoires en bagage mag de
maximale gewichtslimiet niet overschrij-
den. Rijden met een te zwaar belaste
machine kan leiden tot een ongeval.
Let op het volgende wanneer u tot deze
gewichtslimiet belaadt:
Het zwaartepunt van bagage en
accessoires moet zo laag mogelijk
liggen en zo dicht mogelijk bij de
motor. Bevestig zware goederen zo
dicht mogelijk bij het midden van de
machine en verdeel het gewicht zo
gelijkmatig mogelijk over beide zij-
den om onbalans of instabiliteit te
minimaliseren.
Als gewicht gaat schuiven kan zich
een plotselinge onbalans voordoen.
Controleer voordat u gaat rijden of
accessoires en bagage stevig aan de
motor zijn bevestigd. Controleer de
bevestigingspunten voor accessoires
en bagage regelmatig.
• Pas de vering aan de te vervoeren bagage aan (alleen voor modellen
met instelbare vering) en contro-
leer de toestand en spanning van
uw banden.
• Bevestig nooit omvangrijke of zware goederen aan het stuur, de
voorvork of het voorwielspatbord.
Dergelijke voorwerpen, inclusief
bagage als slaapzakken, plunje-
zakken of tenten, kunnen een
instabiel weggedrag of een te tra-
ge reactie op het stuur veroorza-
ken.
Deze machine is niet ontworpen
voor het trekken van een aanhan-
ger of bevestiging van een zijspan.
Originele Yamaha accessoires
De keuze van accessoires voor uw machi-
ne vormt een belangrijke beslissing. Origi-
nele Yamaha accessoires, die alleen ver-
krijgbaar zijn bij de Yamaha dealer, zijn
door Yamaha ontwikkeld, getest en goed- gekeurd voor gebruik op uw machine.
Veel bedrijven die niet zijn gelieerd aan
Yamaha produceren onderdelen en
accessoires of bieden aanpassingssets
voor Yamaha voertuigen. Yamaha kan niet
alle producten testen die deze bedrijven
produceren. Om die reden kan Yamaha
accessoires die niet door Yamaha zijn ver-
kocht of wijzigingen die niet door zijn
Yamaha zijn aangeraden niet goedkeuren
of aanbevelen, zelfs niet als deze zijn ver-
kocht en geïnstalleerd door een Yamaha
dealer.
In de handel verkrijgbare onderdelen,
accessoires en aanpassingssets
Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die
qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op
originele Yamaha accessoires, dient u te
beseffen dat sommige in de handel ver-
krijgbare accessoires of aanpassingssets
niet geschikt zijn vanwege mogelijke vei-
ligheidsrisico’s voor uzelf of anderen. Het
monteren van in de handel verkrijgbare
producten of het verrichten van aanpass-
ingen die de ontwerp- of bedieningsken-
merken van uw machine wijzigen kan het
risico op ernstig letsel of overlijden van
uzelf of anderen vergroten. U bent verant-
woordelijk voor letsel dat voortvloeit uit
wijzigingen aan de machine.
Maximale belasting:
196 kg (432 lb)
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-3
1HD-F819D-D0 6/3/11 15:44 Página 10
2AS-F819D-D0.indd 1031/07/12 11:38

Page:   1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 ... 100 next >