YAMAHA VERSITY 300 2003 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAUM0100
Multifunctioneel display Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand tonen sinds deze voor het laatst
op nul zijn gezet, de tijd die is verlopen
sinds de rittellers op nul zijn gezet en
de gemiddelde gereden snelheid ge-
durende deze tijd)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afgelegde afstand aangeeft sinds
het waarschuwingslampje brand-
stofreserve aan ging)
een klok
een omgevingstemperatuurweergave
een controlelampje olieverversingster-
mijn (dat gaat branden wanneer perio-
diek onderhoud en doorsmering nodig
zijn)
OPMERKING:_
Voor het Verenigd Koninkrijk wordt de
afgelegde afstand aangegeven in mij-
len en wordt de temperatuur aangege-
ven in °F.
Voor andere landen wordt de afgeleg-
de afstand aangegeven in kilometers
en wordt de temperatuur aangegeven
in °C.
_
Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de “MODE”-toets wis-
selt de weergave volgens onderstaande
volgorde tussen kilometerteller “Total” en
ritteller “Trip”:
1. Mode-toets
2. Digitale weergave
3. Insteltoets
1
23
ZAUM0390
1. Total
2. Trip 1
3. Trip 2
4. Trip/FuelTotal
→ Trip 1
→ Trip 2
→ Trip/Fuel
→
Total"Mode"
"Mode"
"Mode"
"Mode"1
2
3
4
ZAUM0391
Page 22 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
OPMERKING:_
De kilometerteller “Trip/Fuel” wordt al-
leen geactiveerd wanneer het waar-
schuwingslampje brandstofniveau
gaat branden.
De kilometerteller “Trip 2” wordt auto-
matisch op nul teruggesteld nadat de
sleutel naar “” is gedraaid.
_Door indrukken van de “SET”-toets in de ki-
lometertellermodus wisselt de weergave
volgens onderstaande volgorde tussen de
verschillende kilometertellerfuncties:Als het waarschuwingslampje brandstofni-
veau gaat branden (zie pagina 3-3 voor
meer informatie), wisselt de weergave au-
tomatisch naar brandstofreserve-ritteller
“Trip/Fuel”-weergave en wordt de afgeleg-
de afstand vanaf dat punt aangegeven. In
dat geval wordt door indrukken van de
“SET”-toets gewisseld tussen de diverse
weergaven van rittellers en kilometerteller,
volgens onderstaande volgorde:Om de ritteller op nul terug te stellen, selec-
teert u deze met een druk op de “MODE”-
toets, waarna u de “SET”-toets minstens 1
seconde lang ingedrukt houdt. Wanneer u
de brandstofreserve-ritteller niet zelf met de
hand op nul terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld zodra na het tanken 5 km
is gereden en verschijnt de vorige weerga-
vemode weer.1. Afstand
2. Tijd
3. Gemiddelde snelheidAfstand
→ Tijd
→ Gemiddelde snelheid
→ Afstand
"Set"
"Set""Set"
12
3
ZAUM0392
Trip/Fuel
→ Trip 1
→ Trip 2
→ Total
→
Trip/FuelZAUM0393
Page 23 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
Klokweergave
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SET”-toets minstens 2 se-
conden lang ingedrukt terwijl de
“Total”-weergave actief is.
2. Zodra de urenaanduiding begint te
knipperen, drukt u op de “SET”-toets
om de uren in te stellen.3. Druk op de “MODE”-toets en de minu-
tenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de “SET”-toets om de minu-
ten in te stellen.
5. Druk op de “MODE”-toets en laat deze
dan los om de klok te starten. De
weergave keert weer terug naar de
“Total”-modus.Omgevingstemperatuurweergave
Deze weergave toont de omgevingstempe-
ratuur van -30 °C tot 50 °C.
Het waarschuwingslampje vorst “” gaat
automatisch branden als de temperatuur la-
ger is dan 3 °C.ZAUM0394
ZAUM0395
1. Waarschuwingslampje vorst “”
2. Min-item
3. Temperatuur1
2
3ZAUM0396
Page 24 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
Controlelampje olieverversingstermijn
Wanneer periodiek onderhoud en door-
smering nodig zijn (zie het periodieke
smeer- en onderhoudsschema op pagina
6-2), verschijnt “Service” op de weergave
tot het controlelampje olieverversingster-
mijn weer is teruggesteld.
Het controlelampje olieverversingstermijnterugstellen:1. Draai de sleutel naar “” terwijl u de
“MODE”-toets en de “SET”-toets twee
tot vijf seconden lang ingedrukt houdt.
2. Laat de toetsen los en het controle-
lampje olieverversingstermijn gaat uit.
OPMERKING:_
Het controlelampje olieverversingster-
mijn gaat branden na de eerste
1.000 km en daarna om de 3.000 km
wanneer de terugstellingsprocedure is
gebruikt.
Als periodiek onderhoud en doorsme-
ring worden uitgevoerd voordat het
controlelampje olieverversingstermijn
gaat branden, moet het lampje zo snel
mogelijk worden teruggesteld zodat
het gaat branden voor de eerstvolgen-
de periodiek onderhoud- en doorsme-
ringsintervalperiode.
_
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere infor-
matie.
1. Controlelampje olieverversingstermijn
1
ZAUM0397
1. Controlelampje alarm
Page 25 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor groot-
licht en op “” voor dimlicht.
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar
“/”
Druk deze schakelaar naar “” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00129
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU03890
Noodstopschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU03801
Startknop “”
Druk bij ingetrokken zijstandaard en be-
krachtigde voor- of achterrem deze knop in
om de motor via de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
1. Lichtsignaalschakelaar “”
2. Dimlichtschakelaar “/”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
4. Claxonschakelaar “”
1234
ZAUM0407
1. Noodstopschakelaar “/”
2. Schakelaar alarmverlichting “/”
3. Startknop “”
1
2
3
ZAUM0408
Page 26 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAUM0111
Schakelaar alarmverlichting
“”, “”
Met de contactsleutel in de stand “” zet
u deze schakelaar op “” voor het in-
schakelen van de alarmverlichting (gelijktij-
dig knipperen van alle richtingaanwijzers).
Om de alarmverlichting uit te schakelen, zet
u deze schakelaar op “” en zet u de con-
tactsleutel vervolgens in de stand “”.OPMERKING:_ Zelfs als de sleutel van de stand “” in de
stand “” wordt gezet met ingeschakelde
alarmverlichting, blijft deze verlichting knip-
peren, ongeacht de positie van de schake-
laar. Om de alarmverlichting uit te
schakelen, moet de sleutel weer in de stand
“” worden gezet en moet de schakelaar
alarmverlichting op “” worden gezet. _De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw scooter stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
DC000006
LET OP:_ Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. _
DAU03882
Voorremhendel De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
DAU00163
Achterremhendel De achterremhendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de achterrem te bekrachti-
gen.
1. Voorremhendel
1
ZAUM0084
1. Achterremhendel
1
ZAUM0085
Page 27 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU00176*
Tankdop Verwijderen van de tankdop
1. Open het zadel. (Zie pagina 3-12 voor
openen en sluiten van het zadel.)
2. Steek de sleutel in het slot en draai
een kwartslag rechtsom.
3. Het slot wordt ontgrendeld en de
tankdop kan worden verwijderd.Aanbrengen van de tankdop
1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank, met de
merktekens op de dop en de tank te-
genover elkaar.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie en neem hem dan
uit.
OPMERKING:Vergeet niet om de sleutel te verwijderen
voordat u het zadel aanbrengt.3. Breng het zadel aan.OPMERKING:_ De tankdop kan alleen worden aangebracht
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct aangebracht en ver-
grendeld is. _
DW000023
WAARSCHUWING
_ Controleer of de tankdop correct is afge-
sloten en vergrendeld alvorens te gaan
rijden. _
DAU03753
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals ge-
toond.
DW000130
WAARSCHUWING
_
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
_
1. Tankdop
1
ZAUM0409
1. Vulpijp
2. Brandstofniveau
1
2
ZAUM0020
Page 28 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU00185
LET OP:_ Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof onderde-
len. _
DAU04284
DCA00104
LET OP:_ Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt
ernstige schade aan inwendige motor-
onderdelen als kleppen en zuigerveren
en ook aan het uitlaatsysteem. _
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van RON 91 of hoger. Als
de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door lood-
vrije benzine te gebruiken gaan bougies
langer mee en blijven de onderhoudskos-
ten beperkt.
DAU03098
Uitlaatkatalysator Deze scooter heeft een uitlaatkatalysator
die gemonteerd is in de uitlaatdemper.
DW000128
WAARSCHUWING
_ Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Controleer of het uit-
laatsysteem is afgekoeld alvorens
onderhoudswerkzaamheden uit te voe-
ren. _
DC000114
LET OP:_ De volgende voorzorgsmaatregelen
moeten worden genomen om brand of
andere schaderisico’s te voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Bij gebruik van loodhoudende
benzine zal onherstelbare schade
worden toegebracht aan de uitlaat-
katalysator.
Parkeer de scooter nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang aaneen
stationair draaien.
_
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
11,8 L
Reservehoeveelheid:
2,7 L
Page 29 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
DAU03802
Zadel Openen van het zadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contactslot en
draai hem dan linksom.OPMERKING:_ Druk de sleutel niet in terwijl u deze draait. _3. Klap het zadel omhoog.Sluiten van het zadel
1. Klap het zadel omlaag en druk dan
aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contactslot als
de scooter onbeheerd wordt achterge-
laten.
OPMERKING:_ Controleer of het zadel stevig is vergren-
deld alvorens te gaan rijden. _
DAUM0096*
OpbergcompartimentenOpbergcompartiment A voorzijde
Om het opbergcompartiment te ontgrende-len Steek de sleutel in het slot en draai deze
een kwartslag rechtsom.
Om het opbergcompartiment te openenwanneer deze ontgrendeld is Draai de knop een kwartslag rechtsom. De
knop keert automatisch terug naar de oor-
spronkelijke positie zodra deze wordt losge-
laten.
Om het opbergcompartiment te sluiten Duw het deksel in de oorspronkelijke positie
a. Open
PUSHOPEN
a
ZAUM0410
1. Vergrendelen
2. Opbergcompartiment A voorzijde
OPEN
OPEN
UNLOCKLOCK
OPEN
OPEN
UNLOCKLOCK
OPEN
OPEN
UNLOCKLOCK
1
2
ZAUM0411
Page 30 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
Om het opbergcompartiment te vergrende-len Steek de sleutel in het slot en draai deze
een kwartslag linksom. Verwijder vervol-
gens de sleutel.
DWA00005
WAARSCHUWING
_
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 1 kg voor de bagagedra-
ger niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 202 kg voor de machine
niet.
_
DAUM0101*
Opbergcompartiment B voorzijde
Om het opbergcompartiment te openenDruk op het teken “” op het deksel van
het opbergcompartiment.
Om het opbergcompartiment te sluitenDuw het deksel in de oorspronkelijke posi-
tie.
DWA00034
WAARSCHUWING
_ Berg in dit compartiment geen zware
spullen op. _
DAUM0061*
Achterste opbergcompartiment
Onder het zadel is een opbergcomparti-
ment aanwezig. (Zie pagina 3-12 voor ope-
nen en sluiten van het zadel.)
DWA00005
WAARSCHUWING
_
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 5 kg voor de bagagedra-
ger niet.
Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 202 kg voor de machine
niet.
_
1. Opbergcompartiment B voorzijde
1
ZAUM0412
1. Achterste opbergcompartiment
1
ZAUM0413