YAMAHA VERSITY 300 2005 Instructieboekje (in Dutch)

Page 61 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-23
6
DAU23100
Controleren en smeren van
kabels De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt.
WAARSCHUWING
DWA10720
Bij schade aan de buitenkabel kan de
goede werking van de kabel worden be-
lemmerd en kan de binnenkabel gaan
roesten. Vervang een beschadigde kabel
zo snel mogelijk om onveilige conditieste voorkomen.
DAU23110
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Smeer of vervang ook de gaskabel volgens
de intervaltijden gespecificeerd in het perio-
diek onderhoudsschema.
DAU23170
Smeren van voor- en
achterremhendels De scharnierpunten van de voor- en achter-
remhendels moeten worden gesmeerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)ZAUM0061

Page 62 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
6
DAU23210
Controleren en smeren van
middenbok en zijstandaard De werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnierpun-
ten en de metaal-op-metaal contactvlakken
moeten indien nodig worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10740
Als de middenbok of de zijstandaard niet
soepel omhoog en omlaag beweegt,
vraag dan een Yamaha dealer deze tecontroleren of te repareren.
DAU23271
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
Om de conditie te controleren
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de scooter veilig wordt onder-steund, zodat hij niet kan omvallen.
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
1. Zijstandaard
1. Middenbok
1
ZAUM0454
1
ZAUM0455
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet (universeel vet)
ZAUM0456

Page 63 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
6
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.LET OP:
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro-leren.
DAU23280
Controle van stuursysteem Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuur
moet als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
WAARSCHUWING
DWA10750
Zorg dat de scooter veilig wordt onder-steund, zodat hij niet kan omvallen.
2. Houd de voorvorkpoten beet bij het on-
dereinde en probeer ze naar voren en
achteren te bewegen. Als speling kan
worden gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te
testen.
DAU23290
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
ZAUM0457

Page 64 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
DAU23390
Accu De accu bevindt zich achter paneel B. (Zie
pagina 6-8.)
Dit model is uitgerust met een permanent-
dichte accu (onderhoudsvrij type) waarvoor
geen onderhoud vereist is. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
WAARSCHUWING
DWA10760

Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.

Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.

HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de machine lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad volledig bij en zet hem dan
weg op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.
LET OP:
DCA10630

Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen toe-
stand weg te bergen kan permanen-
te accuschade ontstaan.

Om een permanent-dichte accu (on-
derhoudsvrij type) te laden, is een
speciale acculader (met constante
laadspanning) vereist. Bij gebruik
van een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd. Wanneer
u niet beschikt over een speciale
acculader voor permanent-dichte
1. Accu
1
ZAUM0458

Page 65 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
accu’s (onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw accu opte laden.
DAUM1561
Zekeringen vervangen De hoofdzekeringhouder bevindt zich ach-
ter paneel C. (Zie pagina 6-9.)
Het zekeringenblok met de zekeringen voor
afzonderlijke circuits bevindt zich in opberg-
compartiment A. (Zie pagina 3-12.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “” en
schakel het betreffende elektrisch cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.1. Hoofdzekering
2. Reservezekering
M
1
2
ZAUM0459
1. Backup-zekering
2. Koplampzekering
3. Zekering radiatorkoelvin
4. Zekering signaleringssysteem
5. Zekering ontstekingssysteem
6. Circuitzekering aansluitcontact voor acces-
soires
7. Reservezekering
8. Zekeringklemmen
12345 776
8
ZAUM0460

Page 66 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-28
6
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-den.
3. Draai de contactsleutel naar “” en
schakel het betreffende elektrisch cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU23841
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder stroomlijnpaneel A samen
met de koplampunit. (Zie pagina 6-7.)
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
3. Verwijder de gloeilamphouder door
deze in te duwen en linksom te draaien
en verwijder vervolgens de defecte
gloeilamp.
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder. Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Backup-zekering:
3.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires:
3.0 A
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
2 1
ZAUM0461
1. Gloeilamphouder
1
ZAUM0462ZAUM0463

Page 67 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-29
6
LET OP:
DCA10660
Raak het glas van de koplampgloeilamp
niet aan zodat dit vetvrij blijft, anders kan
de doorzichtigheid van het glas, de lich-
tintensiteit en de levensduur nadelig
worden beïnvloed. Wrijf eventuele ver-
ontreinigingen en vingerafdrukken op
het gloeilampglas weg met een doekjegedrenkt in alcohol of thinner.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de koplampstekker aan.
6. Monteer het stroomlijnpaneel samen
met de koplampunit.
7. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAUT1260
Gloeilamp in voorste
richtingaanwijzer vervangen LET OP:
DCA10670
Het is aan te bevelen dit werk uit te latenvoeren door een Yamaha dealer.
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa-
gina 6-7.)
3. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
4. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
5. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.6. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
7. Breng het stroomlijnpaneel aan.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1
ZAUM0464
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
1
ZAUM0465

Page 68 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
6
DAUT1270
Gloeilamp voor
remlicht/achterlicht of van
gloeilamp voor achterste
richtingaanwijzer vervangen 1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder paneel E. (Zie pagina 6-9.)
3. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze linksom te
draaien.
4. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
5. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.6. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
7. Monteer het paneel.
DAUM1460
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen 1. Verwijder het kapje over de kenteken-
verlichting door de schroef los te
draaien.
2. Verwijder de lampfitting (samen met
de gloeilamp) door deze naar buiten te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de kentekenverlichting door
de schroef aan te brengen.
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
2. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
1
2
ZAUM0586
1. Gloeilampfitting
2. Schroef
2
1
ZAUM0467

Page 69 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
6
DAU25880
Problemen oplossen Yamaha scooters ondergaan een grondige
inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw scooter echter
wel naar een Yamaha dealer als reparaties
nodig zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het benodig-
de gereedschap en de ervaring en vakken-
nis om het nodige onderhoud aan de
machine correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.

Page 70 of 84

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
DAU25921
Storingzoekschema’s Startproblemen of slechte werking van de motor
WAARSCHUWING
DWA10840
Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.2. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
DroogNat
Draai de gasgreep tot halverwege open
en bedien de elektrische startknop.

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 next >