ECU YAMAHA VMAX 2009 Instructieboekje (in Dutch)

Page 15 of 100


3-1
2
34
5
6
7
8
9

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAU10974
Startblokkeersysteem
Dit voertuig is voorzien van een startblok-
keersysteem waarmee diefstal kan worden
bemoeilijkt door de codering van de stan-
daardsleutels te wijzigen. Het systeem be-
staat uit de volgende onderdelen:

een codeersleutel (met een rood bo-
vendeel)

twee standaardsleutels (met een zwart
bovendeel) die opnieuw kunnen wor-
den gecodeerd

een transponder (die is geïntegreerd
in de codeersleutel)

een startblokkeereenheid

een ECU (elektronische regeleenheid)

een controlelampje van het startblok-
keersysteem (Zie pagina 3-3.)De sleutel met het rode bovendeel wordt
gebruikt om de twee standaardsleutels te
coderen. Het wijzigen van de codes is een
ingewikkelde procedure. Breng het voertuig
daarom met alle drie sleutels naar een
Yamaha dealer om deze opnieuw te laten
coderen. Gebruik de sleutel met het rode
bovendeel niet om met het voertuig te rij-
den. Deze sleutel dient uitsluitend te wor-
den gebruikt voor het opnieuw coderen van
de standaardsleutels. Gebruik altijd een
standaardsleutel om met het voertuig te rij-
den.
LET OP

DCA11821

ZORG DAT U DE CODEERSLEUTEL
NIET VERLIEST! NEEM DIRECT
CONTACT OP MET UW DEALER
ALS U HEM VERLOREN HEBT! Als
de codeersleutel verloren is, kun-
nen de standaardsleutels niet op-
nieuw gecodeerd worden. U kunt
het voertuig dan nog steeds starten
met de standaardsleutels, maar als
ze opnieuw gecodeerd moeten wor-
den (d.w.z. als er een nieuwe stan-
daardsleutel is gemaakt of als alle
sleutels verloren zijn), dient het ge-
hele startblokkeersysteem vervan-
gen te worden. Daarom wordt u
sterk aangeraden een van de stan-daardsleutels te gebruiken en de
codeersleutel op een veilige plek te
bewaren.

Dompel de sleutels nooit in water.

Stel de sleutels nooit bloot aan ex-
treem hoge temperaturen.

Leg de sleutels nooit vlakbij magne-
tische voorwerpen (zoals bijvoor-
beeld speakers enz.).

Plaats nooit voorwerpen die elektri-
sche signalen uitzenden vlakbij de
sleutels.

Plaats nooit zware voorwerpen op
de sleutels.

U mag de sleutels nooit slijpen of
de vorm ervan wijzigen.

U mag het plastic gedeelte van de
sleutels nooit demonteren.

Hang nooit twee sleutels van een
startblokkeersysteem aan dezelfde
sleutelring.

Bewaar de standaardsleutels en
ook de sleutels van andere start-
blokkeersystemen altijd op een an-
dere plek dan de codeersleutel van
het voertuig.

Houd sleutels van andere startblok-
keersystemen altijd uit de buurt van
het contactslot, want anders kun-
nen ze signaalstoring veroorzaken.
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)
212

Page 31 of 100


FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
2
34
5
6
7
8
9

DAU12941
Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU46390
ABS
Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt. De ABS-werking wordt gecontro-
leerd door een ECU (elektronische
regeleenheid) die bij een systeemstoring
uitgaat van handmatig remmen.
WAARSCHUWING

DWA10090

Het ABS-systeem functioneert het
meest effectief over lange remwe-
gen.

Op sommige wegtypen (ruw weg-
dek of grint) kan de remweg langer
zijn dan bij remmen zonder ABS.
Houd daarom steeds voldoende af-
stand tot uw voorligger, afgestemd
op uw rijsnelheid.
OPMERKING


Wanneer ABS is geactiveerd, worden
de remmen op de gebruikelijke wijze
bediend. In de remhendel of het rem-
pedaal kunnen pulsaties worden ge-
voeld, maar dat duidt niet op een
storing.

Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de bestuurder depulsaties kan voelen in het rempedaal
of in de remhendel terwijl ABS actief is.
Er is echter speciaal gereedschap ver-
eist, dus neem voor het uitvoeren van
deze test contact op met uw Yamaha
dealer.
LET OP

DCA16120
Houd alle soorten magneten (inclusief
magneetgrijpers, magnetische schroe-
vendraaiers etc.) uit de buurt van de
voorste en achterste wielnaven. Anders
kunnen de magnetische rotors van de
wielnaven beschadigd raken, waardoor
het ABS-systeem niet meer goed werkt.
1. Rempedaal
1

1. Voorste wielnaaf
1

Page 77 of 100


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
2
3
4
5
67
8
9

de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.

HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Verwijderen van de accu
1. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-7.)
2. Koppel eerst de massakabel en daar-
na de pluskabel van de accu los door
de bouten te verwijderen.
3. Verwijder de accukap (samen met de
ECU) door de bouten los te halen.4. Verwijder de hoofdzekering (samen
met de bevestigingsband) uit de hou-
der.
5. Koppel de kabelstekker A los.6. Verwijder het stootrubber.
7. Vouw de warmtewering uit, zie de af-
beelding.
8. Trek de accu uit de accubak.
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Positieve accukabel (rood)
2
1

1. Bout
2. Accukap
1. Hoofdzekering
2. Bevestigingsband
3. Kabelstekker A1
2
2
1
3

1. Dempingrubber
1. Warmtewering
2. Accu
1
1
2

Page 78 of 100


PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
1
2
3
4
5
6
7
8
9

Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP

DCA16520
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd. Als u niet beschikt over een
acculader met constante spanning, laat
de accu dan opladen door uw Yamaha
dealer.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek.
LET
OP:
Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel
los.
[DCA16302]

2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
Installeren van de accu
OPMERKING

De accu moet volledig geladen zijn.
1. Plaats de accu in de accubak.
2. Vouw de warmtewering weer in de
oorspronkelijke positie.
LET OP:
De
warmtewering moet op de oor-
spronkelijke positie zitten en goed
zijn uitgevouwen.
[DCA16550]

3. Breng het stootrubber aan.
4. Plaats de accukap (samen met de
ECU) door de bouten aan te brengen.
5. Sluit de kabelstekker A aan.
6.
Breng de hoofdzekering (samen met de
bevestigingsband) op de houder aan.
7. Sluit eerst de pluskabel en daarna de
massakabel van de accu aan door de
bouten aan te brengen.
8. Breng het stroomlijnpaneel aan.LET OP

DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
1. Warmtewering
1

Page 93 of 100


SPECIFICATIES
8-2
2
3
4
5
6
7
89

Primaire reductieverhouding:
86/57 (1.509)
Secundair reductiesysteem:
Asaandrijving
Secundaire reductieverhouding:
22/23
×
29/09 (3.082)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 5 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
Overbrengingsverhoudingen:
1e:
38/16 (2.375)
2e:
38/21 (1.810)
3e:
35/25 (1.400)
4e:
29/26 (1.115)
5e:
29/31 (0.935)
Chassis:
Type frame:
Diamantframe
Spoorhoek:
31.00 graad
Naspoor:
148.0 mm (5.83 in)
Voorband:
Type:
Tubeless
Maat:
120/70R18M/C 59V
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT028F
Achterband:
Type:
Tubeless
Maat:
200/50R18M/C 76V
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT028R
Belading:
Maximale belasting:
190 kg (419 lb)
(Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)
Bandenspanning (gemeten aan koude
banden):
Gewichtsverdeling:
0–90 kg (0–198 lb)
Voor:
250 kPa (2.50 kgf/cm
2

, 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm
2

, 42 psi)
Gewichtsverdeling:
90–190 kg (198–419 lb)
Voor:
250 kPa (2.50 kgf/cm
2

, 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm
2

, 42 psi)
Rijden met hoge snelheid:
Voor:
290 kPa (2.90 kgf/cm
2

, 42 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm
2

, 42 psi)
Voorwiel:
Type wiel:
GietwielVelgmaat:
18M/C x MT3.50
Achterwiel:
Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat:
18M/C x MT6.00
Voorrem:
Type:
Dubbele schijfrem
Bediening:
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
Achterrem:
Type:
Enkele schijfrem
Bediening:
Bediening met rechtervoet
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
Voorwielophanging:
Type:
Telescoopvork
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg:
120.0 mm (4.72 in)
Achterwielophanging:
Type:
Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/gas-oliedemper