air filter YAMAHA VMAX 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Page 6 of 108
INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN .............................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...............3-3
Snelheidsmeterunit .........................3-6
Multifunctioneel display ..................3-7
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ........................................3-17
Stuurschakelaars ..........................3-17
Koppelingshendel .........................3-18
Schakelpedaal ..............................3-19
Remhendel ...................................3-19
Rempedaal ...................................3-19
ABS ..............................................3-20
Tankdop ........................................3-21
Brandstof ......................................3-22
Tankbeluchtingsslang en overloopslang ............................3-23
Uitlaatkatalysatoren ......................3-23
Zadels ...........................................3-24
Voorvork afstellen .........................3-26
Schokdemperunit afstellen ...........3-27 Bagageriembevestiging ................ 3-29
EXUP-systeem ............................. 3-30
Zijstandaard ................................. 3-30
Startspersysteem ......................... 3-31
VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET RIJDEN ... 4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE .............................. 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ...................................... 5-2
Tips voor een zuinig brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN ................................ 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-2
Periodiek onderhoudsschema
voor het
uitstootcontrolesysteem .............. 6-3
Algemeen smeer- en onderhoudsschema .................... 6-4
Verwijderen en aanbrengen
van de stroomlijn- en
framepanelen .............................. 6-8
Controleren van de bougies ......... 6-10
Motorolie en oliefilterpatroon ........ 6-11
Cardanolie .................................... 6-14 Koelvloeistof ................................ 6-16
Luchtfilterelement ........................ 6-19
Stationair toerental controleren .... 6-20
De vrije slag van de gasgreep
controleren ............................... 6-20
Klepspeling .................................. 6-20
Banden ........................................ 6-21
Gietwielen .................................... 6-23
Koppelingshendel ........................ 6-23
Vrije slag van remhendel controleren ............................... 6-24
Remlichtschakelaars .................... 6-24
Controleren van voor- en achterremblokken ..................... 6-25
Controleren van remvloeistofniveau ................... 6-25
Rem- en koppelingsvloeistof
verversen .................................. 6-27
Kabels controleren en smeren ..... 6-27
Controleren en smeren van gasgreep en gaskabel .............. 6-27
Controleren en smeren van rem- en schakelpedalen ........... 6-28
Rem- en koppelingshendels controleren en smeren ............. 6-28
Zijstandaard controleren en
smeren ..................................... 6-29
Achterbrugscharnierpunten smeren ..................................... 6-29
Voorvork controleren ................... 6-30
Stuursysteem controleren ............ 6-30U2S3D3D0.book Page 1 Wednesday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 53 of 108
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
LET OP
DCA10260
●
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnellings-
bak in de vrijstand, en sleep de mo-
torfiets niet over lange afstanden.
De versnellingsbak wordt alleen af-
doende gesmeerd terwijl de motor
draait. Door onvoldoende smering
kan de versnellingsbak worden be-
schadigd.
●
Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om zo
schade aan de motor, de versnel-
lingsbak en de aandrijving te voor-
komen; door hun constructie zijn
deze niet bestand tegen de schok-
ken die optreden bij belast schake-
len.
DAU16810
Tips voor een zuinig brandstof-
verbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:●
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
●
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
●
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16841
Inrijperiode De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit
de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
DAU17123
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan 4800
tpm maken. LET OP: Na 1000 km (600 mi)
moeten de motorolie en de eindover-
brengingsolie worden ververst en moet
de oliefilterpatroon of het oliefilterele-
ment worden vervangen.
[DCA10332]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan 5700
tpm draaien.
U2S3D3D0.book Page 3 Wednesday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 67 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
8. Monteer de olieaftapplug met eennieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motorolie,
breng dan de olievuldop aan en zet
deze vast.OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11620
●
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
●
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
10. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.OPMERKINGNadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.
LET OP
DCA10401
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje olieniveau knippert of blijft
branden en laat het voertuig controleren
door een Yamaha dealer, zelfs als het
olieniveau in orde is.11. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
Aanhaalmoment:
Oliefilterpatroon:
17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
Aanbevolen motorolie: Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid: Zonder vervanging van oliefilterpa-
troon:4.30 L (4.55 US qt, 3.78 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
4.70 L (4.97 US qt, 4.14 Imp.qt)
U2S3D3D0.book Page 13 Wedne sday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 73 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
16. Start de motor, laat hem een paar mi-nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.
17. Verwijder de radiatorvuldop om het koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koelvloei-
stof bij tot het niveau boven in de radia-
tor staat en breng dan de
radiatorvuldop aan.
18. Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir. Verwijder indien nodig
de beveiliging van de dop van het koel-
vloeistofreservoir, vul koelvloeistof bij
tot aan de merkstreep voor maximum-
niveau en breng dan de beveiliging
van de dop weer aan.
19. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
20. Monteer het luchtinlaatkanaal door de bouten aan te brengen. 21. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU36764
Luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfil-
terelement te vervangen.
U2S3D3D0.book Page 19 Wedne
sday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 101 of 108
SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:2395 mm (94.3 in)
Totale breedte:
820 mm (32.3 in)
Totale hoogte: 1190 mm (46.9 in)
Zadelhoogte: 775 mm (30.5 in)
Wielbasis:
1700 mm (66.9 in)
Grondspeling: 140 mm (5.51 in)
Kleinste draaicirkel: 3500 mm (137.8 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:310 kg (683 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling: 4-cilinder, V-blok
Slagvolume: 1679 cm³
Boring × slag:
90.0 × 66.0 mm (3.54 × 2.60 in)
Compressieverhouding: 11.30 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
Type:
SAE 10W-30, 10W-40, 10W-50, 15W-40,
20W-40 of 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:4.30 L (4.55 US qt, 3.78 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
4.70 L (4.97 US qt, 4.14 Imp.qt)Cardanolie:Type:Originele Yamaha cardanolie SAE 80 API
GL-5
Hoeveelheid: 0.30 L (0.32 US qt, 0.26 Imp.qt)
Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):0.27 L (0.29 US qt, 0.24 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen): 3.75 L (3.96 US qt, 3.30 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoatingBrandstof:Aanbevolen brandstof:
Uitsluitend loodvrije superbenzine
Inhoud brandstoftank: 15.0 L (3.96 US gal, 3.30 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof: 3.9 L (1.03 US gal, 0.86 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:Het teken van identificatie:
2S31 00Bougie(s):Fabrikant/model: NGK/CR9EIA
Fabrikant/model:
DENSO/IU27D
Elektrodenafstand: 0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppeling:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellingsbak:Primaire reductieverhouding:1.509 (86/57)
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U2S3D3D0.book Page 1 Wednesday, September 14, 2011 2:29 PM
Page 105 of 108
INDEX
AABS ...................................................... 3-20
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-5
Accu...................................................... 6-31
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-29
Achterlicht/remlichtunit ......................... 6-37
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ......... 3-17BBagageriembevestiging ........................ 3-29
Banden ................................................. 6-21
Bougies, controleren............................. 6-10
Brandstof .............................................. 3-22
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CCardanolie ............................................ 6-14
Claxonschakelaar ................................. 3-17
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampje schakelmoment ............. 3-6
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-4
Controlelampje startblokkeersysteem .... 3-6DDimlichtschakelaar ............................... 3-17EEXUP-systeem ..................................... 3-30GGasgreep en gaskabel, controleren
en smeren .......................................... 6-27
Gereedschapsset ................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen........................................... 6-38 Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-37
IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-27
Klepspeling............................................ 6-20
Koelvloeistof .......................................... 6-16
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-35
Koppelingshendel.........................3-18, 6-23LLichtsignaalschakelaar .......................... 3-17
Luchtfilterelement .................................. 6-19MMatkleur, let op........................................ 7-1
Modelinformatiesticker ............................ 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................. 6-11
Multifunctioneel display ........................... 3-7NNoodstopschakelaar ............................. 3-17OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-3
Ondersteunen van de motorfiets ........... 6-40PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ......... 6-39
Parkeren..................................................5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen .............................6-40RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren ........................ 6-28
Rem- en koppelingsvloeistof,
verversen ............................................ 6-27 Rem- en schakelpedalen,
controleren en smeren........................ 6-28
Remhendel ........................................... 3-19
Remlichtschakelaars............................. 6-24
Rempedaal ........................................... 3-19
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-25
Richtingaanwijzerschakelaar ................ 3-17
SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-18
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-19
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-27
Smering en onderhoud, periodiek........... 6-4
Snelheidsmeterunit ................................. 3-6
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-4
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop .............................................. 3-18
Startspersysteem .................................. 3-31
Stationair toerental, controleren............ 6-20
Storingzoekschema’s............................ 6-41
Stroomlijnpanelen en framepaneel, verwijderen en aanbrengen .................. 6-8
Stuurschakelaars .................................. 3-17
Stuursysteem, controleren .................... 6-30TTankbeluchtingsslang en overloopslang ..................................... 3-23
Tankdop ................................................ 3-21UUitlaatkatalysatoren .............................. 3-23VVeiligheidsinformatie............................... 1-1
U2S3D3D0.book Page 1 Wednesday, September 14, 2011 2:29 PM