YAMAHA WHY 50 2004 Instructieboekje (in Dutch)

Page 61 of 78

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7
Verzorging ......................................................................................... 7-1
Stalling .............................................................................................. 7-3

Page 62 of 78

7-1
7
DAU03434
7-VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTERVerzorging De open constructie van een scooter maakt
de fraaie techniek beter zichtbaar, maar de
machine is hierdoor ook meer kwetsbaar.
Er kan sprake zijn van roestvorming en cor-
rosie, ook al zijn hoogwaardige componen-
ten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt bij
een auto niet zo op, bij een scooter is dit
echter nadelig voor de algehele aanblik.
Regelmatige en correcte verzorging is niet
alleen vereist volgens de garantiebepalin-
gen, maar verzekert ook een fraai uiterlijk
van de scooter, verlengt de levensduur en
verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemper af met een plas-
tic zak nadat de motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen en wielassen.
Spoel vuil en ontvetter altijd af met wa-
ter.
Reinigen
DCA00011
LET OP:_ 
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ook
de directe omgeving schoon met
water, laat direct drogen en breng
daarna een corrosiewerende spray
aan.

Bij verkeerd reinigen kunnen de
kuipruit, de kuip, framepanelen en
andere kunststof delen worden be-
schadigd. Gebruik alleen een zach-
te, schone doek of een spons met
zachte zeep en water om kunststof
delen te reinigen.

Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.

Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en
swingarmlagers, voorvork en rem-
men), elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers, in-
strumenten, schakelaars en ver-
lichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.

Page 63 of 78

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-2
7

Bij scooters met een kuipruit: ge-
bruik geen bijtende reinigingsmid-
delen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van
de kuipruit om zeker te zijn dat
geen sporen achterblijven op de
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, breng dan na wassen een
hoogwaardige polish voor gebruik
op kunststof aan.
_Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, zachte zeep
en een zachte, schone spons en spoel dan
grondig met schoon water. Gebruik een
tandenborstel op moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en insec-
tenresten laten gemakkelijker los als de
bewuste plek alvorens te reinigen een paar
minuten met een vochtige doek wordt be-
dekt.Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-
kelde wegenZilte zeelucht en wegenzout waarmee we-
gen ’s winters worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.OPMERKING:_ ’s Winters gestrooid wegenzout kan nog tot
in de lente aanwezig blijven. _1. Reinig de scooter met koud water en
zachte zeep nadat de machine is af-
gekoeld.
DCA00012
LET OP:_ Gebruik geen heet water, dit versterkt de
corrosieve werking van het zout. _2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen
delen, ook op verchroomde en vernik-
kelde componenten, om zo corrosie te
voorkomen.Na reinigen
1. Droog de scooter met een zeemleren
lap of een vochtabsorberende doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaat-
systemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
4. Gebruik een reinigingsspray als uni-
verseel schoonmaakmiddel om even-
tueel nog achtergebleven vuil te
verwijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen bij ver-
oorzaakt door steenslag e.d.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de scooter volledig drogen alvo-
rens te stallen of af te dekken.

Page 64 of 78

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-3
7
DWA00002
WAARSCHUWING
_ 
Controleer of er geen olie of was
aanwezig is op de wielen of de rem-
men. Reinig de remschijven en
remvoeringen zo nodig met een
normale remschijfreiniger of ace-
ton en spoel de banden schoon met
lauw water en een zachte zeep.

Test eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten alvorens de
scooter werkelijk te gaan gebrui-
ken.
_
DCA00013
LET OP:_ 
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.

Breng oliespray of was nooit aan
op rubber of kunststof delen, be-
handel deze met een daartoe be-
stemd verzorgingsmiddel.

Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
_
OPMERKING:_ Vraag een Yamaha dealer om advies over
de te gebruiken producten. _Stalling Korte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele en dro-
ge plek en bescherm zo nodig tegen stof
met een luchtdoorlatende stallinghoes.
DCA00015
LET OP:_ 
Als de scooter wordt gestald in een
slecht geventileerde ruimte of in
vochtige toestand wordt afgedekt
met een dekzeil, zal water en vocht
kunnen binnendringen en roestvor-
ming veroorzaken.

Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-
liën.
_
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende meerdere
maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf
“Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Leeg de vlotterkamer in de carbura-
teur door de aftapplug los te draaien; u
voorkomt zo dat neerslag uit de brand-
stof achterblijft. Giet de afgetapte
brandstof terug in de brandstoftank.
3. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
4. Voer de volgende stappen uit om de
cilinder, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.

Page 65 of 78

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-4
7
a. Verwijder de bougiedop en de
bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in het
bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie zoda-
nig op de cilinderkop dat de elek-
troden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond-
draaien op de startmotor. (De cilin-
derwand wordt zo geolied.)
e. Haal de bougiedop los van de bou-
gie en breng dan de bougie en de
bougiedop weer aan.
DWA00003
WAARSCHUWING
_ Om schade of letsel door vonkvorming
te voorkomen, moeten de bougie-elek-
troden aan massa liggen terwijl de mo-
tor wordt rondgedraaid. _
5. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
6. Controleer de bandspanning en corri-
geer deze zo nodig en breng dan de
scooter omhoog zodat beide wielen
los van de grond zijn. Een andere mo-
gelijkheid is de wielen elke maand iets
te draaien, zodat de banden niet op
één gedeelte sterker achteruitgaan.
7. Dek de uitlaatdemper af met een plas-
tic zak om te voorkomen dat vocht kan
binnendringen.
8. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad hem eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
extreem koude of warme plek op (kou-
der dan 0°C of warmer dan 30°C).
Zie pagina 6-18 voor meer informatie
over het opbergen van de accu.
OPMERKING:_ Verricht eventueel noodzakelijke reparaties
alvorens de scooter te stallen. _

Page 66 of 78

Page 67 of 78

SPECIFICATIES
8
Specificaties ...................................................................................... 8-1
Omrekentabel .................................................................................... 8-4

Page 68 of 78

8-1
8
DAU01038
8-SPECIFICATIESSpecificaties CS-01D
Model YH50
Afmetingen
Grootste lengte 1.940 mm
Grootste breedte 685 mm
Grootste hoogte 1.105 mm
Zadelhoogte 765 mm
Wielbasis 1.294 mm
Minimale grondspeling 125 mm
Minimale draaicirkel 1.800 mm
Gewicht
Nat (met olie en volle
benzinetank) 78 kg
Motor
Type motor Luchtgekoeld, 2-takt
Cilinder-opstelling 1 cilinder, horizontaal
Verplaatsing 49,2 cm
3
Boring × slag 40,0 × 39,2 mm
Kompressieverhouding 7,25:1
Type startsysteem Startmotor en kickstarter
Smeersysteem Reservoir voor injectiesmering
(Autolube)
Motorolie
Type Yamalube 2 of 2-takt
injectiesmeringKlasse Jaso FC of ISO EG-C, EG-D
Aantal 1,3 L
Cardanolie
Type SAE 10W30 type SE
Aantal
Periodieke olieverversing 0,11 L
Totale hoeveelheid
(droge motor) 0,13 L
LuchtfilterNat type element
Brandstof
Voorgeschreven brandstof UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
(minimaal RON 91)
Inhoud brandstoftank 7,2 L
Carburateur
Type/aantal PY-12
Merk GURTNER
Bougie
Type/merk BR8HS / NGK
Elektrodenafstand 0,6–0,7 mm
KoppelingDroge automatische
centrifugaalkoppeling
Overbrenging
Primair reductie-systeem Schroeftandwiel

Page 69 of 78

SPECIFICATIES
8-2
8
Primaire reductie-verhouding 52/13 (4,000)
Secundair reductie-systeem Recht tandwiel
Secundaire reductie-
verhouding 45/12 (3,750)
Type overbrenging Automatisch, V-snaar
Bediening Centrifugaal/automatisch type
Chassis
Type frame Stalen onderdraagbuis
Casterhoek ((graad)) 25°
Spoorbreedte 101,3 mm
Banden
Voor
Type Zonder binnenband
Maat 2 1/2-16 42M
Merk/model MICHELIN / M29S TT
Achter
Type Zonder binnenband
Maat 2 3/4-16 46M
Merk/model MICHELIN / M29S TT
Maximale belasting* 182 kg
Bandenspanning (gemeten op
koude banden)
Tot 90 kg*
Voor 180 kPa (1,8 kgf/cm
2, 1,8 bar)
Achter 190 kPa (1,9 kgf/cm2, 1,9 bar)90 kg-maximale*
Voor 180 kPa (1,8 kgf/cm
2, 1,8 bar)
Achter 210 kPa (2,1 kgf/cm2, 2,1 bar)
* Totaal gewicht van motorrijder, passagier, bagage en
accessoires
Wielen
Voor
Type Gietwiel
Maat 16 × MT 1,60
Achter
Type Gietwiel
Maat 16 × MT 1,85
Remmen
Voor
Type Enkele schijfrem
Bediening Rechterhand
Type remvloeistof DOT 4
Achter
Type Trommelrem
Bediening Linker hand
Wielophanging
Voorwielophanging Teleskoopvork
Achterwielophanging Achterbrug

Page 70 of 78

SPECIFICATIES
8-3
8
Schokdemper
Type voorvork Schroefveer/oliegedempt
Type achterschokdemperunit Schroefveer/oliegedempt
Veerweg
Veerweg voorwiel 80 mm
Veerweg achterwiel 70 mm
Elektrisch
Type ontstekingssysteem C.D.I.
Laadsysteem Vliegwielmagneet
Accu
Model GM4-3B, YB4L-B, FB4L-B
Gloeilampen/capaciteit 12 V / 4 Ah
Type koplampGloeilamp
Gloeilampen (voltage/wattage × aantal)
Koplamp 12 V, 35 W/35 W × 1
Achterlicht/remlicht unit 12 V, 5 W/21 W × 1
Richtingaanwijzer
Voor 12 V, 10 W × 2
Achter 12 V, 10 W × 2
Instrumentenverlichting 12 V, 1,2 W × 2
Controlelampje grootlicht 12 V, 1,2 W × 1
Controlelampje
richtingaanwijzers 12 V, 1,2 W × 1
Waarschuwingslampje voor
olieniveau 12 V, 2 W × 1Zekeringen
Hoofdzekering 7,5 A

Page:   < prev 1-10 ... 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 next >