YAMAHA WR 250X 2014 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 96

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-6
234
5
6
7
8
9
OPMERKING
Bij het op tijd zetten van de klok ver-
hoogt u de cijfers door op toets “SE-
LECT 1” te drukken en verlaagt u de
cijfers door op toets “SELECT 2” te
drukken. Door deze toetsen ingedrukt
te houden verhoogt of verlaagt u de cij-
fers doorlopend, totdat u de toets los-
laat.

Als u niet binnen 30 seconden op de
“RESET”-toets drukt, wordt de klok
niet op tijd gezet en keert hij terug naarde vorige tijd.
Wisselen van de basismodus naar de
meetmodus
Selecteer de kilometerteller en houd de
toetsen “SELECT 1” en “SELECT 2” min-
stens twee seconden lang gelijktijdig inge-
drukt om te wisselen naar de meetmodus.
Wisselen van de meetmodus naar de
basismodus
OPMERKINGDe stopwatch moet stopgezet worden voorhet wisselen naar de basismodus. 1. Controleer of de stopwatch niet loopt. Als de stopwatch loopt, zet hem dan
stop door de toetsen “SELECT 1” en “SELECT 2” gelijktijdig in te drukken.
2. Houd de toetsen “SELECT 1” en “SE-
LECT 2” minstens twee seconden lang
gelijktijdig ingedrukt om te wisselen
naar de basismodus.
Meetmodus (voor de stopwatch)
Wanneer de meetmodus geselecteerd is,
wordt de stopwatch weergegeven en kan
deze handmatig of automatisch gestart wor-
den.
Handmatig starten
Handmatig starten is de standaardinstelling
van de stopwatch. Lampje “ ” van de stop-
watch en lampje “ ” van de ritteller voor af-
standscompensatie gaan knipperen.
1. Druk op de “RESET”-toets om de stop- watch te starten.
2. Druk gelijktijdig op de toetsen “SE-
LECT 1” en “SELECT 2” om de stop- watch stop te zetten.
3. Om de stopwatch te laten doorlopen,
drukt u opnieuw gelijktijdig op de toet-
sen “SELECT 1” en “SELECT 2”.
Stel de stopwatch terug op nul door de
toets “RESET” minstens twee secon-
den lang ingedrukt te houden.
OPMERKINGDe stopwatch loopt door als u het voertuig
stopt. Herhaal de stappen 2 en 3 om de
stopwatch stop te zetten of te laten doorlo-pen.
Automatisch starten1. Houd de toets “SELECT 1” minstenstwee seconden lang ingedrukt om au-
tomatisch starten in te stellen.OPMERKINGWanneer de stopwatch op automatisch
starten ingesteld is, dan gaan lampje “ ”
van de stopwatch en lampje “ ” van de rit-
teller voor afstandsc ompensatie knipperen
en bewegen de cijfers op het display vanlinks naar rechts.
32D-9-DB.book 6 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 22 of 96

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-7
1
23
4
5
6
7
8
9
2. Zodra het voertuig in beweging komt,
begint de stopwatch te lopen.
3. Druk gelijktijdig op de toetsen “SE- LECT 1” en “SELECT 2” om de stop-
watch stop te zetten.
4. Om de stopwatch te laten doorlopen, drukt u opnieuw gelijktijdig op de toet-
sen “SELECT 1” en “SELECT 2”.OPMERKINGDe stopwatch loopt door als u het voertuig
stopt. Herhaal de stappen 3 en 4 om de
stopwatch stop te zetten of te laten doorlo-pen.
Meetmodus (om de ri tteller voor af-
standscompensatie te kalibreren)
De ritteller voor afstandscompensatie is be-
doeld om nauwkeuriger rittellerwaarden te
verkrijgen tijdens enduroritten. Door de tel- ler te kalibreren volgens de afstanden die
op de enduroroutekaart gespecificeerd zijn,
kunt u zich als berijder beter vertrouwd ma-
ken met de route. Daarnaast kan kalibratie
van de teller nodig zijn wanneer u banden,
velgen, kettingwielen etc. gebruikt van an-
dere maten dan de originele. Voor meer in-
formatie over het gebruik van deze ritteller
kunt u terecht bij uw plaatselijke
Yamaha-dealer.
Kalibreer de ritteller voor afstandscompen-
satie als volgt.
Om de weergegeven waarde te verhogen,
drukt u op de toets “SELECT 1”. Om de
weergegeven waarde te verlagen, drukt u
op de toets “SELECT 2”. Door deze toetsen
ingedrukt te houden, verhoogt of verlaagt u
de waarde doorlopend, totdat u de toets los-
laat.
OPMERKINGKalibratie van de ritteller voor afstandscom-
pensatie is ook mogel
ijk wanneer de stop-watch loopt. De ritteller voor afstandscompensatie
of de ritteller vo
or afstandscompensa-
tie samen met de stopwatch terugstel-
len op nul
OPMERKINGU kunt alleen de ritteller voor afstandscom-
pensatie of de ritteller voor afstandscom-
pensatie samen met de stopwatchterugstellen op nul.
Ritteller voor afstandscompensatie terug-stellen op nul1. Controleer of de stopwatch loopt.
2. Stel de ritteller voor afstandscompen- satie terug op nul door de toets “RE-
SET” minstens twee seconden lang
ingedrukt te houden.
De ritteller voor afstandscompensatie sa-men met de stopwatch terugstellen op nul1. Zet de stopwatch stop.
2. Stel de ritteller voor afstandscompen- satie en de stopwatch terug op nul
door de toets “RESET” minstens twee
seconden lang ingedrukt te houden.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
32D-9-DB.book 7 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 23 of 96

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-8
234
5
6
7
8
9
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en geeft
het display een foutcode weer.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.LET OP
DCA11591
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd ommotorschade te voorkomen.
DAU1234F
StuurschakelaarsLinks
Rechts
DAU12401
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
DAU12461
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12661
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ” om de
motor direct uit te schakelen in een noodge-
val, zoals wanneer de machine omslaat of
als de gaskabel blijft hangen.
DAU12713
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor de
1. Weergave foutcode
1
1. Dimlichtschakelaar “ / ”
2. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
3. Claxonschakelaar “ ”
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Startknop “ ”
1
2
31
2
32D-9-DB.book 8 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 24 of 96

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-9
1
23
4
5
6
7
8
9
motor rond te draaien. Zie pagina 5-1 voor
startinstructies voordat u de motor start.
DAU41701
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12821
KoppelingshendelDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-18.)
DAU12872
SchakelpedaalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij het
schakelen van de versnellingen van de
6-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Koppelingshendel
1
1. Schakelpedaal
1
32D-9-DB.book 9 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 25 of 96

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-10
234
5
6
7
8
9
DAU12892
RemhendelDe remhendel bevindt aan de rechterzijde
van het stuur. Trek de hendel naar gas-
greep toe om de voorrem te bekrachtigen.
DAU12942
RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU44364
TankdopOm de tankdop te verwijderen1. Steek de sleutel in het slot en draai
hem linksom zoals afgebeeld.
2. Draai de tankdop naar links en trek hem los.
Om de tankdop aan te brengen 1. Breng de tankdop aan in de vulope-
ning van de brandstoftank met de sleu-
tel in het slot en draai dan de dop
rechtsom.
2. Draai de sleutel rechtsom en neem deze dan uit.
1. Remhendel
1
1. Rempedaal
1
1. Sleutel
2. Tankdop
1
2
32D-9-DB.book 10 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 26 of 96

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-11
1
23
4
5
6
7
8
9
OPMERKINGDe tankdop kan alleen worden aangebracht
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de tank-
dop niet correct aangebracht en vergren-deld is.
WAARSCHUWING
DWA10122
Controleer of de tankdop correct is afge-
sloten en vergrendeld alvorens te gaan
rijden. Door brandstoflekkage ontstaatbrandgevaar.
DAU13222
BrandstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzinedampen zijn zeer
brandbaar. Volg de onderstaande in-
structies om brand en ontploffing te
voorkomen en het letselrisico tijdens hettanken te verlagen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en zorg dat er niemand op de machine zit.
Rook nooit tijdens het tanken en tank
nooit in de nabijheid van vonken, open
vuur of andere ontstekingsbronnen zo-
als de waakvlammen van geisers en
kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol. Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt. 3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid-
dellijk af. LET OP: Veeg gemorste
brandstof onmiddellijk af met een
schone, droge, zachte doek, aange-
zien de brandstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof delen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is giftig en kan letsel of overlij-
den veroorzaken. Spring zorgvuldig om
met benzine. Probeer nooit om benzine
via de mond over te hevelen. Roep on-
middellijk medische hulp in nadat u ben-
zine heeft ingeslikt, veel benzinedamp
heeft ingeademd of benzine in uw ogen
heeft gekregen. Als benzine op uw huid
1. Sleutel
2. Tankdop
1
2
1. Maximaal brandstofniveau
2. Vulpijp brandstoftank
2
1
32D-9-DB.book 11 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 27 of 96

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-12
234
5
6
7
8
9
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kledingmorst, trek dan andere kleding aan.
DAU54601
LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine.
Loodhoudende benzine veroorzaakt ern-
stige schade aan inwendige motoron-
derdelen als kleppen en zuigerveren enook aan het uitlaatsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van loodvrije superbenzine met een
octaangetal van RON 95 of hoger. Als de
motor gaat detoneren (pingelen), gebruik
dan benzine van een ander merk. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onderhouds-kosten beperkt.
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol. Gas-
ohol met ethanol kan worden gebruikt, mits
het ethanolgehalte niet hoger is dan 10%
(E10). Gasohol met methanol wordt niet
aangeraden door Yamaha aangezien deze
schade kan toebrengen aan het brandstof-
systeem of problemen kan opleveren met
de voertuigprestaties.
DAU13434
UitlaatkatalysatorDit model is uitgerus
t met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet nadat de mo-
tor heeft gedraaid. Let op het volgende
om brandgevaar of brandwonden te
voorkomen:
Parkeer de mach ine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals op
gras of op ander materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.

Parkeer de machine op een plek
waar voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanraking kunnen komen.

Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoeld alvorens onderhouds-
werkzaamheden uit te voeren.

Laat de motor niet langer dan enke-
le minuten stationair draaien. Lang
stationair draaien kan leiden totoververhitting.
LET OP
DCA10702
Gebruik uitsluitend loodvrije benzine. Bij
gebruik van loodhoudende benzine zal
onherstelbare schade worden toege-
Voorgeschreven brandstof:
Loodvrije superbenzine (Gasohol
(E10) acceptabel)
Inhoud brandstoftank:
8.0 L (2.11 US gal, 1.76 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
het waarschuwingslampje brand-
stofniveau gaat branden): 2.1 L (0.55 US gal, 0.46 Imp.gal)
32D-9-DB.book 12 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 28 of 96

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-13
1
23
4
5
6
7
8
9
bracht aan de uitlaatkatalysator.
DAU46283
ZadelVerwijderen van het zadel
Verwijder de bouten, schuif het zadel naar
achteren en trek het omhoog.
Aanbrengen van het zadel
1. Plaats de opening in het zadel op het uitsteeksel op de brandstoftank en
steek het uitsteeksel op het zadel in de
zadelbevestiging, zoals getoond. 2. Plaats het zadel in de oorspronkelijke
positie en draai dan de bouten vast.
OPMERKINGControleer of het zadel stevig is vergrendeldalvorens te gaan rijden.
1. Bout1
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
3. Zadelbevestiging
2
3
2
1
32D-9-DB.book 13 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 29 of 96

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-14
234
5
6
7
8
9
DAU14283
HelmbevestigingSteek om de helmbevestiging te openen de
sleutel in het slot en draai deze dan zoals
afgebeeld.
Vergrendel de helmbevestiging door deze
in de oorspronkelijke positie te plaatsen en
dan de sleutel uit te nemen.
WAARSCHUWING! Ga nooit rijden met
een helm vastgemaakt aan de helmbe-
vestiging, aangezien de helm objecten
kan raken met mogelijk verlies van de
controle over de machine en een onge-
val tot gevolg.
[DWA10162] DAU45203
Voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA10181
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Deze voorvork is voorzien van stelschroe-
ven voor uitgaande demping en stelschroe-
ven voor ingaande demping.LET OP
DCA10102
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-men.
Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de uitgaande demping te ver-
lagen en zo de vering zachter te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de richting
(b).
Ingaande demping
1. Verwijder de rubber dop door hem uit
de voorvorkpoot te trekken.
1. Helmbevestiging
2. Openen.
1
2
1. Stelschroef voor uitveerdempingAfstelling uitgaande demping:Minimum (zacht):
17 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard: 10 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)
1
(b)
(a)
32D-9-DB.book 14 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 30 of 96

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-15
1
23
4
5
6
7
8
9
2. Draai om de ingaande demping te ver-
hogen en zo de vering stugger te ma-
ken de stelschroef op beide vorkpoten
in de richting (a). Draai om de ingaan-
de demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelschroef
op beide vorkpoten in de richting (b). 3. Breng de rubber dop aan.
OPMERKINGDoor geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikke
n van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dieno vereenkomstig aan tepassen.
DAU14794
Voorvork ontluchten
WAARSCHUWING
DWA10201
Ontlucht altijd beide vorkpoten, want an-
ders kan dat slecht weggedrag en ver-minderde rijstabiliteit tot gevolg hebben.
Als u de machine in zeer zware omstandig-
heden gebruikt, zullen de temperatuur en
druk van de lucht in de voorvork stijgen.
Daardoor zal de veervoorspanning stijgen
en de voorwielophanging verharden. Ont-
lucht de voorvork in dat geval als volgt.
1. Licht het voorwiel van de grond vol- gens de werkwijze op pagina 6-37.OPMERKINGTijdens het ontluchten van de voorvork mag
er geen gewicht op de voorzijde van de ma-chine rusten.
2. Verwijder de ontluchtingsschroeven en laat alle lucht uit beide vorkpoten
ontsnappen.
1. Rubber dop
1. Stelschroef voor inveerdemping1
1 (a)
(b)
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):19 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
10 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid in de richting (a)
32D-9-DB.book 15 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 100 next >