YAMAHA WR 250X 2014 Instructieboekje (in Dutch)

Page 81 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-40
2
3
4
567
8
9
OPMERKING
Controleer of de aanslag op de rem-
klauwsteun in de sleuf in de achter-
brug valt.

Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat u het wiel aan-brengt.
3. Breng de aandrijfketting aan op het achtertandwiel.
4. Monteer de onderlegring en de wielas- moer.
5. Laat het achterwiel tot op de grond
zakken en klap daarna de zijstandaard
omlaag.
6. Stel de spanning van de aandrijfket-
ting af. (Zie pagina 6-27.) 7. Trek de wielasmoer en daarna de
borgmoeren aan met de voorgeschre-
ven aanhaalmomenten.
DAU25872
Problemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de ervaring en
vakkennis om het nodige onderhoud aan de
motorfiets correc t te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn to ch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens he t controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er
1. Remklauwsteun
2. Borging
3. Sleuf
1
2
3
Aanhaalmomenten:Wielasmoer:125 Nm (12.5 m·kgf, 90 ft·lbf)
Borgmoer: 16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
32D-9-DB.book 40 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 82 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-41
1
2
3
4
56
7
8
9
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aaneigendommen tot gevolg.32D-9-DB.book 41 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 83 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-42
2
3
4
567
8
9
DAU42136
Storingzoekschema’sStartproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de startmotor.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
DroogNat
Bedien de startmotor.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de startmotor.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
32D-9-DB.book 42 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 84 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-43
1
2
3
4
56
7
8
9
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401

Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn . Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht to t de motor is afgekoeld.

Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de ra-
diatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk dedop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tij delijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
32D-9-DB.book 43 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 85 of 96

7-1
2
3
4
5
678
9
VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETSDAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommige modellen zijn uitgerust met
matkleurige onderdelen. Raadpleeg een
Yamaha dealer voor advies over wat
voor producten gebruikt moeten worden
om het voertuig te reinigen. Het gebruik
van een borsteltje, chemische produc-
ten of reinigingsmiddelen tijdens het rei-
nigen van deze onderdelen kan het
oppervlak bekrassen of beschadigen.
Ook was moet niet worden aangebrachtop een van de matkleurige onderdelen.
DAU26005
VerzorgingDe open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige compo-
nenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, maar doet bij een
motorfiets afbreuk aan het algehele uiterlijk.
Regelmatige en correcte verzorging is niet
alleen vereist volgens de garantiebepalin-
gen, maar zorgt ook dat de motorfiets er
langer mooi uit blijft zien, verlengt de le-
vensduur en verbet ert de prestaties.
Alvorens te reinigen 1. Dek de uitlaatdemperopening af met een plastic zak nadat de motor is afge-
koeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek- pluggen en alle elektrische stekkers en
aansluitingen, inclusief de bougiedop-
pen, stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water. Reinigen
LET OP
DCA10773

Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ver-
volgens grondig na met water, laat
direct drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.

Bij verkeerd reinigen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, koplamp-
lenzen, lenzen van de instrumen-
tenverlichting enz.) en de
uitlaatdempers beschadigd raken.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met water om
kunststof delen te reinigen. Als de
kunststof delen met water niet af-
doende kunnen worden gereinigd,
kan een mild reinigingsmiddel met
water worden gebruikt. Spoel reini-
gingsmiddelresten zorgvuldig af
met grote hoeveelheden water, aan-
gezien ze de kunststof delen kun-
nen beschadigen.
32D-9-DB.book 1 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 86 of 96

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
1
2
3
4
5
67
8
9

Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.

Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bruglagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.

Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de kuip-
ruit. Test het product op een klein,
niet-zichtbaar gedeelte van de kuip-
ruit om zeker te zijn dat geen sporenachterblijven op de kuipruit. Als de
kuipruit krasjes vertoont, breng dan
na wassen een hoogwaardige po-
lish voor gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone spons
en spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of flessenborstel
voor moeilijk bereikbar e plekken. Hardnek-
kig vastzittend vuil en insectenresten laten
gemakkelijker los als de bewuste plek alvo-
rens te reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in com-
binatie met water een zeer corrosieve wer-
king; handel daarom als volgt na een rit in
een regenbui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nogtot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water en een mild reinigingsmiddel nadat de motor is afgekoeld.
LET OP: Gebruik
geen warm water, dit versnelt de
corrosieve werking van het
zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
Na reiniging 1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel
32D-9-DB.book 2 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 87 of 96

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
2
3
4
5
678
9
schoonmaakmiddel om nog achterge-
bleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al- vorens deze te stallen of af te dekken.WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de contro-
le over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit.

Reinig de remschijven en remvoe-
ringen indien nodig met een norma-
le remschijfreiniger of aceton en
spoel de banden schoon met lauw
water en een mild reinigingsmiddel.
Test de remwerking en het wegge-
drag van de machine in bochten
voordat u met hoge snelheden gaatrijden.
LET OP
DCA10801

Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.

Breng oliespray of was nooit aan op rubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.

Vermijd het gebr
uik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lakaan.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.

Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van hetvocht.
DAU43203
StallingKorte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsy-
steem zijn afgekoeld alvorens de motorfiets
af te dekken.LET OP
DCA10811

Als de motorfiets wordt gestald in
een slecht geventileerde ruimte of
in vochtige toestand wordt afgedekt
met een hoes of een dekzeil, zal wa-
ter en vocht kunnen binnendringen
en roestvorming veroorzaken.

Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-liën.
Lange termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meerde-
re maanden aaneen te stallen: 1. Volg alle instructies op in de paragraaf “Verzorging” in dit hoofdstuk.
2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
32D-9-DB.book 3 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 88 of 96

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
1
2
3
4
5
67
8
9
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en ach-
teruitgang van de brandstof te voorko-
men.
3. Voer de volgende stappen uit om de
cilinder, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedop en de bou- gie.
b. Giet een theelepel motorolie in het bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de bougie en leg dan de bougie zoda-
nig op de cilinderkop dat de elek-
troden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond- draaien op de startmotor. (De cilin-
derwand wordt zo geolied.)
e. Haal de bougiedop los van de bou- gie en breng dan de bougie en de
bougiedop weer aan.
WAARSCHUWING! Verbind de
bougie-elektrodes met de mas-
sa bij het ronddraaien van de
motor om schade of letsel door
vonkvorming te voorko-
men.
[DWA10952]
4. Smeer alle bedieningskabels enscharnierpunten van alle hendels en pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandenspanning, corri- geer deze indien nodig en breng dan
de motorfiets omhoog, zodat beide
wielen los van de grond zijn. Een an-
dere mogelijkheid is de wielen elke
maand iets te draaien, zodat de ban-
den niet op één gedeelte sterker ach-
teruitgaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een plas-
tic zak om te voorkomen dat vocht kan
binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 C (30 F) of boven 30 C (90
 F)]. Zie pagina 6-32 voor meer infor-
matie over het opbergen van de accu.
OPMERKINGVoer eventueel benodigde reparaties uitvoordat u uw mo torfiets stalt.
32D-9-DB.book 4 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 89 of 96

8-1
2
3
4
5
6
789
SPECIFICATIES
DAU5091E
Afmetingen:Totale lengte:2115 mm (83.3 in)
Totale breedte: 810 mm (31.9 in)
Totale hoogte: 1190 mm (46.9 in)
Zadelhoogte:
895 mm (35.2 in)
Wielbasis: 1425 mm (56.1 in)
Grondspeling: 265 mm (10.43 in)
Kleinste draaicirkel:
2300 mm (90.6 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:136 kg (300 lb)Motor:Type motor:Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling: 1-cilinder
Slagvolume:
250 cm
3
Boring  slag:
77.0  53.6 mm (3.03  2.11 in)
Compressieverhouding: 11.80 : 1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem: Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:
YAMALUBE
Type: SAE 10W-30, 10W-40, 10W-50, 15W-40,
20W-40 of 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie: Zonder vervanging van oliefilterelement:
1.30 L (1.37 US qt, 1.14 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterelement: 1.40 L (1.48 US qt, 1.23 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofres ervoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusi ef alle leidingen):
0.90 L (0.95 US qt, 0.79 Imp.qt)
Luchtfilter:Luchtfilterelement: Nat elementBrandstof:Aanbevolen brandstof:Loodvrije superbenzine (Gasohol (E10) ac-
ceptabel)
Inhoud brandstoftank: 8.0 L (2.11 US gal, 1.76 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
2.1 L (0.55 US gal, 0.46 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:Het teken van identificatie:3D71 10Bougie(s):Fabrikant/model:
NGK/CR9EK
Elektrodenafstand: 0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)Koppeling:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellingsbak:Primaire reductieverhouding:3.120 (78/25)
Eindoverbrenging:
Ketting
Secundaire reduc tieverhouding:
3.231 (42/13)
Type versnellingbak: Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
32D-9-DB.book 1 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page 90 of 96

SPECIFICATIES
8-2
1
2
3
4
5
6
78
9
Overbrengingsverhoudingen:1e:2.642 (37/14)
2e: 1.813 (29/16)
3e:
1.318 (29/22)
4e: 1.040 (26/25)
5e: 0.889 (24/27)
6e:
0.786 (22/28)Chassis:Type frame: Semi-dubbel wiegframe
Spoorhoek:
25.33 graad
Naspoor: 76 mm (3.0 in)Voorband:Type:
Met binnenband
Maat: 110/70R17M/C 54H
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BT090F RADIAL GAchterband:Type:Met binnenband
Maat: 140/70R17M/C 66H
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT090R RADIAL G
Belading:Maximale belasting:185 kg (408 lb)
* (Totaal gewicht van bestuurder, passa-
gier, bagage en accessoires)Bandenspanning (gemeten aan koude
banden):Gewichtsverdeling:0–90 kg (0–198 lb)
Voor: 200 kPa (2.00 kgf/cm
2, 29 psi)
Achter: 200 kPa (2.00 kgf/cm2, 29 psi)
Gewichtsverdeling: 90–185 kg (198–408 lb)
Voor: 200 kPa (2.00 kgf/cm2, 29 psi)
Achter: 225 kPa (2.25 kgf/cm2, 33 psi)
Voorwiel:Type wiel:
Spaakwiel
Velgmaat: 17M/C x MT3.00Achterwiel:Type wiel:
Spaakwiel
Velgmaat: 17M/C x MT4.00Voorrem:Type:
Enkele schijfrem
Bediening: Bediening met rechterhand Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
Achterrem:Type:Enkele schijfrem
Bediening: Bediening met rechtervoet
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4Voorwielophanging:Type:Telescoopvork
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg: 270.0 mm (10.63 in)Achterwielophanging:Type:
Achterbrug (link-ophanging)
Veer/schokdempertype: Schroefveer/gas-oliedemper
Veerweg: 265.0 mm (10.43 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:Transistorontsteking
Laadsysteem: Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:YTZ7S
Voltage, capaciteit: 12 V, 6.0 Ah
32D-9-DB.book 2 ページ 2013年7月19日 金曜日 午前11時20分

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 next >