YAMAHA XCITY 250 2010 Instructieboekje (in Dutch)

Page 71 of 84

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-1
7
DAU26094
Verzorging De open constructie van een scooter maakt
de fraaie techniek beter zichtbaar, maar de
machine is hierdoor ook meer kwetsbaar.
Er kan roestvorming en corrosie optreden,
ook al zijn hoogwaardige componenten ge-
bruikt. Een roestige uitlaatpijp valt bij een
auto niet zo op, bij een scooter is dit echter
nadelig voor de algehele aanblik. Regelma-
tige en correcte verzorging is niet alleen
vereist volgens de garantiebepalingen,
maar verzekert ook een fraai uiterlijk van de
scooter, verlengt de levensduur en verbe-
tert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is afge-
koeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen en alle elektrische stekkers en
aansluitingen, inclusief de bougiedop-
pen, stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen en wielassen.
Spoel vuil en ontvetter altijd af met wa-
ter.Reinigen
LET OP
DCA10783

Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ver-
volgens grondig na met water, laat
direct drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.

Bij verkeerd reinigen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, koplamp-
lenzen, lenzen van de instrumen-
tenverlichting enz.) en de
uitlaatdempers beschadigd raken.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met water om
kunststof delen te reinigen. Als de
kunststof delen met water niet af-
doende kunnen worden gereinigd,
kan een mild reinigingsmiddel met
water worden gebruikt. Spoel reini-
gingsmiddelresten zorgvuldig af
met grote hoeveelheden water, aan-
gezien ze de kunststof delen kun-
nen beschadigen.

Gebruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.

Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bruglagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.

Bij scooters met een kuipruit: Ge-
bruik geen bijtende reinigingsmid-
delen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op een
klein, niet-zichtbaar gedeelte van de
kuipruit om zeker te zijn dat geen
U5B2D2D0.book Page 1 Tuesday, August 25, 2009 9:19 AM

Page 72 of 84

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-2
7
sporen achterblijven op de kuipruit.
Als de kuipruit krasjes vertoont,
breng dan na wassen een hoog-
waardige polish voor gebruik op
kunststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone spons
en spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of flessenborstel
voor moeilijk bereikbare plekken. Hardnek-
kig vastzittend vuil en insectenresten laten
gemakkelijker los als de bewuste plek alvo-
rens te reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZilte zeelucht en wegenzout waarmee we-
gen in de winter worden bestrooid hebben
in combinatie met water een zeer corrosie-
ve werking; handel daarom als volgt na een
rit in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de scooter met koud water en
zachte zeep nadat de motor is afge-
koeld. LET OP: Gebruik geen warm
water, dit versnelt de corrosieve
werking van het zout.
[DCA10791]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen de-
len, ook op verchroomde en
vernikkelde componenten, om zo cor-
rosie te voorkomen.
Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeemleren
lap of een vochtabsorberende doek.
2. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaat-
systemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om nog achterge-
bleven vuil te verwijderen.5. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag e.d. bij.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
7. Laat de scooter volledig drogen alvo-
rens te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA10942
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de contro-
le over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit. Reinig de
remschijven en remvoeringen in-
dien nodig met een normale rem-
schijfreiniger of aceton en spoel de
banden schoon met lauw water en
een mild reinigingsmiddel.

Test voor u de scooter in gebruik
neemt eerst de remwerking en het
weggedrag in bochten.
LET OP
DCA10800

Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.

Breng oliespray of was nooit aan op
rubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.
U5B2D2D0.book Page 2 Tuesday, August 25, 2009 9:19 AM

Page 73 of 84

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-3
7

Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.

Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
DAU36561
Stalling Korte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele en dro-
ge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.LET OP
DCA10820

Als de scooter wordt gestald in een
slecht geventileerde ruimte of in
vochtige toestand wordt afgedekt
met een dekzeil, zal water en vocht
kunnen binnendringen en roestvor-
ming veroorzaken.

Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochtige kel-
der, een stal (i.v.m. de aanwezig-
heid van ammoniakdamp) en in een
opslagruimte voor sterke chemica-
liën.
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende meerdere
maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de paragraaf
“Verzorging” in dit hoofdstuk.2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en ach-
teruitgang van de brandstof te voorko-
men.
3. Voer de volgende stappen uit om de
cilinder, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedop en de bou-
gie.
b. Giet een theelepel motorolie in het
bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie zoda-
nig op de cilinderkop dat de elek-
troden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond-
draaien op de startmotor. (De cilin-
derwand wordt zo geolied.)
e. Haal de bougiedop los van de bou-
gie en breng dan de bougie en de
bougiedop weer aan.
WAARSCHUWING! Verbind de
bougie-elektrodes met de mas-
sa bij het ronddraaien van de
motor om schade of letsel door
vonkvorming te voorkomen.
[DWA10951]
U5B2D2D0.book Page 3 Tuesday, August 25, 2009 9:19 AM

Page 74 of 84

VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-4
7
4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandspanning en corri-
geer deze indien nodig en breng dan
de scooter omhoog zodat beide wielen
los van de grond zijn. Een andere mo-
gelijkheid is de wielen elke maand iets
te draaien, zodat de banden niet op
één gedeelte sterker achteruitgaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een plas-
tic zak om te voorkomen dat vocht kan
binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle-
dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C (90
°F)]. Zie pagina 6-23 voor meer infor-
matie over het opbergen van de accu.OPMERKINGVerricht eventueel noodzakelijke reparaties
alvorens de scooter te stallen.U5B2D2D0.book Page 4 Tuesday, August 25, 2009 9:19 AM

Page 75 of 84

SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2175 mm (85.6 in) (zonder achterste
bagagedrager)
2215 mm (87.2 in) (met achterste
bagagedrager)
Totale breedte:
785 mm (30.9 in)
Totale hoogte:
1475 mm (58.1 in)
Zadelhoogte:
790 mm (31.1 in)
Wielbasis:
1470 mm (57.9 in)
Grondspeling:
165 mm (6.50 in)
Kleinste draaicirkel:
2400 mm (94.5 in)Gewicht:Incl. olie en brandstof:
173.0 kg (381 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling:
1-cilinder, vooroverhellend
Slagvolume:
249 cm³
Boring × slag:
69.0 × 66.8 mm (2.72 × 2.63 in)
Compressieverhouding:
10.00 :1
Startsysteem:
Elektrische startmotorSmeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Type:
SAE 10W-30 of SAE 10W-40 of SAE 15W-
40 of SAE 20W-40 of SAE 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:
1.30 L (1.37 US qt, 1.14 Imp.qt)Eindoverbrengingsolie:Type:
SAE 10W-30 type SE motorolie
Hoeveelheid:
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.20 L (0.21 US qt, 0.18 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
1.02 L (1.08 US qt, 0.90 Imp.qt)
Luchtfilter:Luchtfilterelement:
Papieren element met oliecoatingBrandstof:Aanbevolen brandstof:
Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank:
10.5 L (2.77 US gal, 2.31 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
2.7 L (0.72 US gal, 0.60 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:
1C04 00Bougie(s):Fabrikant/model:
NGK/DPR8EA-9
Elektrodenafstand:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)Koppeling:Type koppeling:
Droog, automatisch centrifugaalVersnellingsbak:Primair reductiesysteem:
Schroeftandwiel
Primaire reductieverhouding:
40/15 (2.666)
Secundair reductiesysteem:
Schroeftandwiel
Secundaire reductieverhouding:
42/14 (3.000)
Type versnellingbak:
Automatisch, V-snaar
-20 -10 0
10 20 30
40
50 ˚C
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U5B2D2D0.book Page 1 Tuesday, August 25, 2009 9:19 AM

Page 76 of 84

SPECIFICATIES
8-2
8
Bediening:
Automatisch centrifugaalChassis:Type frame:
Stalen onderdraagbuis
Spoorhoek:
26.00 graad
Naspoor:
96.0 mm (3.78 in)Voorband:Type:
Tubeless
Maat:
120/70-16 M/C 57P
Fabrikant/model:
PIRELLI/SPORT DEMON FRONTAchterband:Type:
Tubeless
Maat:
140/70-15 69P
Fabrikant/model:
PIRELLI/SPORT DEMONBelading:Maximale belasting:
185 kg (408 lb)
(Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)Bandenspanning (gemeten aan koude
banden):Gewichtsverdeling:
0–90 kg (0–198 lb)
Voor:
170 kPa (1.70 kgf/cm², 25 psi)Achter:
190 kPa (1.90 kgf/cm², 28 psi)
Gewichtsverdeling:
90–185 kg (198–408 lb)
Voor:
180 kPa (1.80 kgf/cm², 26 psi)
Achter:
200 kPa (2.00 kgf/cm², 29 psi)
Voorwiel:Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat:
16 M/C x MT3.00Achterwiel:Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat:
15 M/C x MT4.00Voorrem:Type:
Enkele schijfrem
Bediening:
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4Achterrem:Type:
Enkele schijfrem
Bediening:
Bediening met linkerhand
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
Voorwielophanging:Type:
Telescoopvork
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg:
100.0 mm (3.94 in)Achterwielophanging:Type:
Unit swing
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg:
105.0 mm (4.13 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking (digitaal)
Laadsysteem:
Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:
GTX9-BS
Voltage, capaciteit:
12 V, 8.0 AhKoplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Dimlicht:
12 V, 55.0 W × 1
Grootlicht:
12 V, 55.0 W × 1
U5B2D2D0.book Page 2 Tuesday, August 25, 2009 9:19 AM

Page 77 of 84

SPECIFICATIES
8-3
8
Achterlicht/remlicht unit:
12 V, 5.0 W/21.0 W × 2
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 2
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED x 2
Controlelampje brandstofniveau:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LEDZekeringen:Hoofdzekering:
30.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
5.0 A
Zekering ECU (elektronische regeleenheid):
5.0 ABackup-zekering:
5.0 A
U5B2D2D0.book Page 3 Tuesday, August 25, 2009 9:19 AM

Page 78 of 84

GEBRUIKERSINFORMATIE
9-1
9
DAU26352
Identificatienummers Noteer het sleutelnummer, het voertuigi-
dentificatienummer en de gegevens op de
modelinformatiesticker in onderstaande
ruimtes. Deze nummers heeft u nodig om
reserveonderdelen bij een Yamaha dealer
te bestellen of wanneer uw voertuig is ge-
stolen.
SLEUTELNUMMER:
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26381
Sleutelnummer
Het sleutelnummer is ingeslagen op het
sleutelplaatje. Noteer dit nummer in het
daartoe bestemde vakje en gebruik dit als
referentie bij het bestellen van een nieuwe
sleutel.
DAU26410
Voertuigidentificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is ingesla-
gen op het frame.OPMERKIN
G
Het voertuigidentificatienummer is bedoeld
voor identificatie van uw machine en kan
worden gebruikt om deze in uw land aan te
melden voor kentekenregistratie.
1. Sleutelnummer
1
ZAUM0070
1. VoertuigidentificatienummerZAUM0683
1
U5B2D2D0.book Page 1 Tuesday, August 25, 2009 9:19 AM

Page 79 of 84

GEBRUIKERSINFORMATIE
9-2
9
DAU26490
Modelinformatiesticker
De modelinformatiesticker is bevestigd aan
de onderzijde van het zadel. (Zie pagina
3-10.) Noteer de informatie op deze sticker
in het daartoe bestemde vakje. Deze infor-
matie is nodig om reserve-onderdelen te
bestellen bij een Yamaha dealer.1. ModelinformatiestickerZAUM0684
1
U5B2D2D0.book Page 2 Tuesday, August 25, 2009 9:19 AM

Page 80 of 84

INDEXAAandachtspunten voor veilig rijden ......... 1-5
Accu ...................................................... 6-23BBagagedrager
(indien van toepassing) ...................... 3-14
Bagagehaak .......................................... 3-14
Banden.................................................. 6-15
Bougie, controleren ................................. 6-8
Brandstof................................................. 3-8
Brandstofniveaumeter ............................. 3-3
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-7
Contactslot/stuurslot ............................... 3-1
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-2
Controlelampje grootlicht ........................ 3-2
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-2DDimlichtschakelaar .................................. 3-7
Display, multifunctioneel ......................... 3-3EEindoverbrengingsolie .......................... 6-11GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-20
Gereedschapsset .................................... 6-1
Gloeilamp in remlicht/achterlicht of
gloeilamp achterste richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-27
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-28
Gloeilamp richtingaanwijzer (voor),
vervangen ........................................... 6-26
IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-4KKabels, controleren en smeren............. 6-20
Klepspeling ........................................... 6-15
Koelvloeistof ......................................... 6-12
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-25
Kuipruit ................................................. 3-12LLuchtfilter en luchtfilterelementen in
v-snaarbehuizing ................................ 6-13MMiddenbok en zijstandaard, controleren
en smeren .......................................... 6-21
Modelinformatiesticker............................ 9-2
Motorolie ................................................. 6-9OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 6-2
Opbergcompartimenten ........................ 3-11PParkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-28
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-28RRemhendel, achterrem ........................... 3-7
Remhendels, smeren ........................... 6-20
Remmen ................................................. 5-3
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-18
Remvloeistof, verversen ....................... 6-19
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-7SSchokdemperunits, afstellen ................ 3-13Sleutelnummer ........................................ 9-1
Smering en onderhoud, periodiek ........... 6-3
Snelheidsmeter ....................................... 3-2
Sneller en langzamer rijden .................... 5-2
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ................................................. 3-7
Startspersysteem .................................. 3-15
Storingzoekschema’s ............................ 6-30
Stroomlijn- en framepanelen,
verwijderen en aanbrengen .................. 6-7
Stuurschakelaars .................................... 3-6
Stuursysteem, controleren .................... 6-22
TTankdop .................................................. 3-8
Temperatuurmeter koelvloeistof.............. 3-3UUitlaatkatalysatoren............................... 3-10VVeiligheidsinformatie ............................... 1-1
Verzorging ............................................... 7-1
Voertuigidentificatienummer.................... 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren .......................................... 6-18
Voorremhendel........................................ 3-7
Voorvork, controleren ............................ 6-21
Vrije slag gaskabel, controleren ............ 6-14
Vrije slag voor- en achterremhendel ..... 6-17WWaarschuwingslampje motorstoring ....... 3-2
Wegrijden ................................................ 5-2
Wielen ................................................... 6-17
Wiellagers controleren .......................... 6-22
U5B2D2D0.book Page 1 Tuesday, August 25, 2009 9:19 AM

Page:   < prev 1-10 ... 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 next >