YAMAHA XJ6-S 2009 Instructieboekje (in Dutch)
Page 41 of 98
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
LET OP
DCA11831
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of controle-lampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand. (Zie pagina 5-2.) Het vrijstand-
controlelampje moet gaan branden.
Als dit niet gebeurt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrische circuit
na te kijken.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken. LET OP: Trek voor een
maximale levensduur van de motor
nooit hard op als de motor koud is!
[DCA11041]Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort moge-
lijk duren om de accu te sparen. Laat
de startmotor nooit langer dan tien se-
conden achtereen draaien.
DAU16671
Schakelen Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de slag
bereikt is, waarna het pedaal iets wordt op-getrokken.
LET OP
DCA10260
Rijd niet lange tijd met afgezette
motor, ook niet met de versnellings-
bak in de vrijstand, en sleep de mo-
torfiets niet over lange afstanden.
De versnellingsbak wordt alleen af-
doende gesmeerd terwijl de motor
draait. Door onvoldoende smering
kan de versnellingsbak worden be-
schadigd.
Gebruik altijd de koppeling om de
versnellingsbak te schakelen om zo
schade aan de motor, de versnel-
lingsbak en de aandrijving te voor-
komen; door hun constructie zijn
deze niet bestand tegen de schok-
ken die optreden bij belast schake-len.
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1 N2 3
4
5
6
1
2
U36CD0D0.book Page 2 Friday, December 5, 2008 9:37 AM
Page 42 of 98
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
DAU16810
Tips voor een zuinig brandstof-
verbruik Het brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16841
Inrijperiode De belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag dit
de eerste 1600 km (1000 mi) niet te zwaar
worden belast. De verschillende onderde-
len van de motor slijten op elkaar in totdat
de juiste bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd
tijdens deze periode nooit langdurig volgas
en vermijd ook andere manoeuvres die tot
oververhitting van de motor kunnen leiden.
DAU17093
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan 5800
tpm maken. LET OP: Na 1000 km (600 mi)
moet de motorolie worden ververst en
moet de oliefilterpatroon of het oliefilte-
relement worden vervangen.
[DCA10302]
1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langdurig meer dan 7000
tpm draaien.
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10310
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine tecontroleren.
U36CD0D0.book Page 3 Friday, December 5, 2008 9:37 AM
Page 43 of 98
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU17213
Parkeren Zet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10311
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen en brandwonden kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte ondergrond, hierdoor kan de
machine kantelen met mogelijk
brandstoflekkage en brand tot ge-
volg.
Parkeer niet nabij gras of andere
brandbare materialen die vlam zou-den kunnen vatten.
U36CD0D0.book Page 4 Friday, December 5, 2008 9:37 AM
Page 44 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-1
6
DAU17241
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt
mogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-
stuurder van de machine is verplicht de op-
timale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste in-
formatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in het periodie-
ke smeer- en onderhoudsschema moeten
worden beschouwd als een algemene richt-
lijn onder normale rijcondities. Het is echter
mogelijk dat de intervalperioden voor on-
derhoud moeten worden verkort afhankelijk
van het weer, het terrein, de geografische
locatie en individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10321
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhouddan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15121
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de
motor af tenzij anders aangegeven.
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-
tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-1 voor meer in-formatie over koolmonoxide.
DAU39691
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset bevindt zich aan
de onderkant van het zadel. (Zie pagina
3-17.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.OPMERKINGLaat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaaldewerkzaamheden vereist zijn.1. Boordgereedschapsset
1
U36CD0D0.book Page 1 Friday, December 5, 2008 9:37 AM
Page 45 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-2
6
DAU46860
OPMERKING
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46910
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
1*BrandstofleidingControleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.√√√√√
2*BougiesControleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand af-
stellen.√√
Vervangen.√√
3*Ve n ti e le nControleer de klepspeling.
Afstellen.Elke 40000 km (24000 mi)
4*BrandstofinjectieStel het stationair toerental en de
synchronisatie af.√√√√√√
5*LuchtinlaatsysteemControleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op be-
schadiging.
Vervang indien nodig het volledi-
ge luchtinlaatsysteem.√√√√√
U36CD0D0.book Page 2 Friday, December 5, 2008 9:37 AM
Page 46 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
6
DAU1770B
Algemeen smeer- en onderhoudsschema NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
1 LuchtfilterelementVervangen.√
2 KoppelingControleer de werking.
Afstellen.√√√√√
3*VoorremControleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
4*AchterremControleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.√√√√√√
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5*RemslangenControleer op scheurtjes en be-
schadigingen.√√√√√
Vervangen. Elke 4 jaar
6*WielenControleer de speling en contro-
leer op beschadigingen.√√√√
7*BandenControleer op slijtage en bescha-
digingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.√√√√√
8*WiellagersControleer op speling of bescha-
digingen.√√√√
U36CD0D0.book Page 3 Friday, December 5, 2008 9:37 AM
Page 47 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
6
9*AchterbrugControleer op een correcte wer-
king en overmatige speling.√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
10 AandrijfkettingControleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze
grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen.Elke 1000 km (600 mi) en na elke wasbeurt of rit in de regen
11*BalhoofdlagersControleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
12*Framebevestigin-
genControleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet.√√√√√
13Scharnieras van
remhendelSmeren met siliconenvet.√√√√√
14Scharnieras van
rempedaalSmeren met lithiumvet.√√√√√
15Scharnieras van
koppelingshendelSmeren met lithiumvet.√√√√√
16Scharnieras van
schakelpedaalSmeren met lithiumvet.√√√√√
17Zijstandaard, mid-
denbokControleer de werking.
Smeren.√√√√√
18*Zijstandaardscha-
kelaarControleer de werking.√√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
U36CD0D0.book Page 4 Friday, December 5, 2008 9:37 AM
Page 48 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
6
19*VoorvorkControleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√
20*SchokdemperunitControleer op een correcte wer-
king en olielekkage.√√√√
21 MotorolieVerversen.
Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge.√√√√√√
22 OliefilterpatroonVervangen.√√√
23*KoelsysteemControleer het koelvloeistofniveau
en controleer de machine op
vloeistoflekkage.√√√√√
Verversen. Elke 3 jaar
24*Voor- en achterrem-
schakelaarControleer de werking.√√√√√√
25Bewegende delen
en kabelsSmeren.√√√√√
26*Gaskabelhuis en
gaskabelControleer de werking en speling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de
gaskabel.√√√√√
27*Lampen, richtin-
gaanwijzers en
schakelaarsControleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√√ NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-
TROLE 1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)U36CD0D0.book Page 5 Friday, December 5, 2008 9:37 AM
Page 49 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
DAU18680
OPMERKING
Luchtfilter
Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht, om het niet te bescha-
digen.
Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
U36CD0D0.book Page 6 Friday, December 5, 2008 9:37 AM
Page 50 of 98
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
6
DAU18712
Stroomlijn- en framepanelen ver-
wijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
DAU46770
Paneel A
Om het paneel te verwijderenVerwijder de bout en de drukclip en haal
dan het paneel los.Om het paneel aan te brengen
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout en de drukclip
aan.
DAU47880
Panelen B en C
Om een van de panelen te verwijderen1. Verwijder de bouten.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Stroomlijnpaneel B12
1. Paneel A
2. Stroomlijnpaneel C
1. Paneel B
2. Paneel C
2
1
2 1
1. Paneel A
2. Bout
3. Drukclip
1
2
3
U36CD0D0.book Page 7 Friday, December 5, 2008 9:37 AM