YAMAHA XJ6-S 2010 Instructieboekje (in Dutch)

Page 81 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
6
3. Draai de contactsleutel naar “ON” enschakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU47602
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10651
Pas op en zor g d at de vol gen de on der-
d elen niet wor den bescha digd:
 Koplampg loeilamp
Raak het glas van de koplamp gloei-
lamp niet aan zo dat dit vetvrij blijft,
an ders kan de doorzichti ghei d van
het glas, de lichtintensiteit en d e le-
vens duur na deli g wor den beïn-
vloe d. Wrijf eventuele
verontreini gin gen en vin geraf druk-
ken op het g loeilampglas we g met
een doekje ged renkt in alcohol of
thinner.
 Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
d e kopl ampl
en

s.
Ge bruik geen koplamp gloeilamp
met een ho ger watta ge dan is voor-
g eschreven.
1. Verwijder stroomlijnpaneel B. (Zie pa-
gina 6-8.)
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
2. Koplampstekker
1 2
U36CD5D0.book Page 37 Thursday, July 10, 2014 9:15 AM

Page 82 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
6
4. Breng een nieuwe koplampgloeilampaan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de koplampstekker aan.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea- ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU39021
Parkeerlicht gloeilampAls het parkeerlicht niet gaat branden,
vraag dan een Yamaha dealer het elek-
trisch circuit te testen of vervang de gloei-
lamp.
DAU47022
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervan gen1. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-17.)
2. Verwijder de gloeilampfitting van het
remlicht/achterlic ht (samen met de
gloeilamp) door deze linksom te draai-
en.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
1. Koplampgloeilamp
2. Gloeilamphouder
1
2
1. Parkeerlichtgloeilamp
1
1. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
1
U36CD5D0.book Page 38 Thursday, July 10, 2014 9:15 AM

Page 83 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-39
6
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
6. Breng het zadel aan.
DAU24205
Gloeilamp in richtin gaanwijzer
vervan gen1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te draai-
en. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hier door kan d e
lens breken.
[DCA11192]
1. Gloeilamp remlicht/achterlicht
2. Gloeilampfitting remlicht/achterlicht
2
1
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1
2
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
U36CD5D0.book Page 39 Thursday, July 10, 2014 9:15 AM

Page 84 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-40
6
DAU24314
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervan gen1. Verwijder de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken. 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit- ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente-
kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
DAU44792
Voorwiel (voor mo dellen zon der
ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mod ellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en g e-
monteer d wor den.
DAU56280
Om het voorwiel te verwij deren
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt ond er-
steun d, zod at deze niet kan omvallen.1. Draai de klembout van de voorwielas
los en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los.
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Schroef
2
1
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
2. Gloeilamp kentekenverlichting
1
2
U36CD5D0.book Page 40 Thursday, July 10, 2014 9:15 AM

Page 85 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-41
6
2. Zet de machine op de middenbok.
3. Verwijder aan beide zijden de rem-klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachti g d e rem niet na-
d at de remklauwen zijn verwij der d,
hier door wor den de rem blokken te-
g en elkaar geknepen.
[DCA11052]
4. Trek de wielas uit en verwijder dan het
wiel.
Aan bren gen van het voorwiel
1. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Monteer de remklauwen door de bou- ten aan te brengen.OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.4. Haal de motorfiets van de middenbok,
zodat het voorwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag. 5. Zet de wielas, de voorwielasklembout
en de remklauwbouten vast met de
voorgeschreven aanhaalmomenten.
6. Duw het stuur enkele malen stevig op en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
1. Wielas
2. Klembout voorwielas
3. Remklauwbout
13
2
1. Remklauw
2. Remklauwbout
1 2
Aanhaalmomenten:Wielas:
65 Nm (6.5 m·kgf, 47 ft·lbf)
Klembout voorwielas: 19 Nm (1.9 m·kgf, 14 ft·lbf)
Remklauwbout: 40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
U36CD5D0.book Page 41 Thursday, July 10, 2014 9:15 AM

Page 86 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-42
6
DAU44802
Achterwiel (voor modellen zon-
d er ABS)
WAARSCHUWING
DWA14841
Wielen van ABS-mo dellen moeten door
een Yamaha- dealer verwij der d en g e-
monteer d wor den.
DAU56671
Verwij deren van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10822
Zor g d at de machine veili g wor dt ond er-
steun d, zo dat deze niet kan omvallen.1. Draai de borgmoer los en draai de
stelmoer voor kettingspanning los aan
beide zijden van de achterbrug.
2. Draai de wielasmoer los. 3. Zet de motorfiets op de middenbok.
4. Verwijder de wielasmoer.
5. Druk het wiel naar voren en haal dan
de aandrijfketting van het achtertand-
wiel.
OPMERKINGDe aandrijfketting hoeft niet te worden ge-
demonteerd om het achterwiel te verwijde-
ren en aan te brengen.6. Ondersteun de remklauw en licht dan
het achterwiel iets op en trek de wielas
uit.OPMERKINGEen rubber hamer is handig om de wielas
los te tikken.7. Verwijder het wiel. LET OP: Bekrach-
ti g d e rem niet terwijl het wiel en d e
remschijf zijn verwij der d, an ders
wor den de rem blokken teg en el-
kaar geperst.
[DCA11073]
1. Wielasmoer
2. Stelmoer spanning aandrijfketting
3. Borgmoer
1
3
2
1. Remklauw
2. Wielas
1
2
U36CD5D0.book Page 42 Thursday, July 10, 2014 9:15 AM

Page 87 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-43
6
Om het achterwiel aan te brengen
1. Monteer het wiel en de remklauw- steun door de wielas vanaf de rechter-
zijde in te steken.OPMERKINGControleer of de sleuf in de remklauw-
steun over de aanslag op de achter-
brug is geplaatst.
 Kijk of er voldoende afstand tussen de
remblokken is voordat u het wiel aan-
brengt.2. Breng de aandrijfketting aan op het
achtertandwiel.
3. Breng de wielasmoer aan.
4. Stel de spanning van de aandrijfket- ting af. (Zie pagina 6-27.) 5. Haal de motorfiets van de middenbok,
zodat het achterwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag.
6. Draai de wielasmoer vast en zet daar-
na de borgmoeren vast met de voor-
geschreven aanhaalmomenten.
DAU25872
Prob lemen oplossenYamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
1. Remklauwsteun
2. Sleuf
3. Borging
2 31
Aanhaalmomenten:
Wielasmoer:90 Nm (9.0 m·kgf, 65 ft·lbf)
Borgmoer: 16 Nm (1.6 m·kgf, 12 ft·lbf)
U36CD5D0.book Page 43 Thursday, July 10, 2014 9:15 AM

Page 88 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-44
6
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
b ran dstofsysteem en let erop dat er
g een open vuur of vonken in de omg e-
vin g zijn, inclusief waakvlammen van
g eisers of ovens. Benzine en benzine-
d ampen kunnen vlam vatten of explo de-
ren, met ernstig letsel of schade aan
ei gen dommen tot g evolg.U36CD5D0.book Page 44 Thursday, July 10, 2014 9:15 AM

Page 89 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-45
6
DAU42365
Storingzoekschema’sStartpro blemen of slechte werkin g van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Verwijder de bougies en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougies af of vervang de bougies. Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de ontsteking.
Bedien de elektrische
startknop.2. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en vraag indien nodig een
Yamaha dealer om de accu te laden.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.
U36CD5D0.book Page 45 Thursday, July 10, 2014 9:15 AM

Page 90 of 104

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-46
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwij der de koelvloeistofra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is afg ekoeld.
 Bren g na verwij deren van d e bor gbout voor de rad iatorvuld op een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de ra-
d iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen de aansla g zo dat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk
d e dop omlaa g zod ra het sis
gel u
id stopt en draai deze linksom en verwij der de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U36CD5D0.book Page 46 Thursday, July 10, 2014 9:15 AM

Page:   < prev 1-10 ... 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 101-110 next >