display YAMAHA XJR 1300 2009 Instructieboekje (in Dutch)

Page 6 of 92

INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN.............................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes ...............3-3
Snelheidsmeter ...............................3-5
Toerenteller ....................................3-5
Multifunctioneel display ..................3-5
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ...3-9
Stuurschakelaars ............................3-9
Koppelingshendel .........................3-10
Schakelpedaal ..............................3-11
Remhendel ...................................3-11
Rempedaal ...................................3-12
Tankdop ........................................3-12
Brandstof ......................................3-13
Tankbeluchtingsslang ...................3-14
Uitlaatkatalysatoren ......................3-14
Zadel .............................................3-15
Helmbevestiging ...........................3-16
Opbergcompartiment ....................3-16
Voorvork afstellen .........................3-16
Schokdemperunit afstellen ...........3-18Bagageriembevestiging ................ 3-21
EXUP-systeem ............................. 3-21
Zijstandaard ................................. 3-21
Startspersysteem ......................... 3-22
VOOR UW VEILIGHEID –
CONTROLES VOOR HET RIJDEN... 4-1
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE.............................. 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ...................................... 5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
AFSTELLINGEN................................ 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .................... 6-2
Panelen verwijderen en
aanbrengen ................................. 6-7
Controleren van de bougies ........... 6-8
Motorolie en oliefilterelement ......... 6-9
Vervangen van het
luchtfilterelement en reinigen
van de aftapslang ..................... 6-12
Controleren van de vrije slag
gaskabel ................................... 6-13Klepspeling .................................. 6-13
Banden ........................................ 6-14
Gietwielen .................................... 6-16
Koppelingshendel ........................ 6-16
Remlichtschakelaar afstellen ....... 6-17
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-17
Niveaus van rem- en
koppelingsvloeistof
controleren ............................... 6-18
Rem- en koppelingsvloeistof
verversen .................................. 6-19
Spanning aandrijfketting .............. 6-19
Aandrijfketting reinigen en
smeren ..................................... 6-20
Kabels controleren en smeren ..... 6-21
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel .............. 6-21
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen ................... 6-21
Controleren en smeren van rem-
en koppelingshendels ............... 6-22
Middenbok en zijstandaard
controleren en smeren ............. 6-22
De achterbrugscharnierpunten
smeren ..................................... 6-23
Voorvork controleren ................... 6-23
Stuursysteem controleren ............ 6-24
Controleren van wiellagers .......... 6-24
Accu ............................................. 6-25
Zekeringen vervangen ................. 6-26U5WMD6D0.book Page 1 Wednesday, August 20, 2008 9:19 AM

Page 14 of 92

BESCHRIJVING
2-3
2
DAU10430
Bedieningen en instrumenten1. Koppelingshendel (pagina 3-10)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-9)
3. Reservoir koppelingsvloeistof (pagina 6-18)
4. Snelheidsmeter (pagina 3-5)
5. Multifunctioneel display (pagina 3-5)
6. Toerenteller (pagina 3-5)
7. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-18)
8. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-9)9. Remhendel (pagina 3-11)
10.Gasgreep (pagina 6-13)
11.Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)U5WMD6D0.book Page 3 Wednesday, August 20, 2008 9:19 AM

Page 19 of 92

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU11601
Snelheidsmeter De snelheidsmeter toont de actuele rijsnel-
heid.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, slaat de naald van de snelheidsme-
ter eenmaal helemaal uit tot aan de hoogste
snelheid en keert daarna weer terug naar
nul om het elektrische circuit te testen.
DAU11872
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot aan het hoogste aantal toe-
ren per minuut en keert daarna weer terug
naar nul tpm om het elektrische circuit te
testen.LET OP
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.Rode zone: 9500 tpm en hoger
DAU43247
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12312
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op eenongeval.
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
1. Snelheidsmeter
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1. Klok
2. Brandstofniveaumeter
3. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
4. Resettoets
5. Selectietoets
U5WMD6D0.book Page 5 Wednesday, August 20, 2008 9:19 AM

Page 20 of 92

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3

twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)

een ritteller voor brandstofreserve (die
de afstand aangeeft die wordt afge-
legd op de brandstofreserve)

een brandstofniveaumeter

een klok

een voorziening voor zelfdiagnose

een regelmodus voor de helderheid
van het display, de snelheidsmeter en
de toerenteller
OPMERKINGVergeet niet de sleutel naar “ON” te draaien
voordat u de selectietoets en resettoets ge-
bruikt. Dat hoeft echter niet als u de helder-
heid van het display, de snelheidsmeter ende toerenteller wilt instellen.Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de selectietoets wisselt
de weergave tussen de kilometertellermo-
dus “ODO” en de rittellermodi “TRIP 1” en
“TRIP 2”, in de onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → ODO
Als nog ca. 4.5 L (1.19 US gal, 0.99 Imp.gal)
brandstof in de brandstoftank aanwezig is,
wisselt het display automatisch naar “TRIP
F”, de brandstofreserve-ritteller, en wordt de
afgelegde afstand vanaf dat punt aangege-
ven. In dat geval wordt door het indrukken
van de selectietoets in de onderstaande
volgorde gewisseld tussen de diverse weer-
gaven van rittellers en kilometerteller:
TRIP F → ODO → TRIP 1 → TRIP 2 →
TRIP FOm een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de selectietoets te
drukken en dan de resettoets ten minste
twee seconden ingedrukt te houden. Wan-
neer u de brandstofreserve-ritteller niet zelf
met de hand op nul terugstelt, wordt deze
automatisch teruggesteld zodra na het tan-
ken 5 km (3 mi) is gereden en verschijnt de
vorige weergavemodus weer.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-
mate het brandstofniveau verder daalt. Als
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
1. Waarschuwingsindicator
brandstofniveau “ ”
2. Brandstofniveaumeter
U5WMD6D0.book Page 6 Wednesday, August 20, 2008 9:19 AM

Page 21 of 92

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
het waarschuwingslampje voor het
brandstofniveau “ ” begint te knipperen,
dient u zo snel mogelijk te gaan tanken.OPMERKINGDeze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als een storing
wordt gedetecteerd in het elektrische circuit,
wordt de volgende cyclus herhaald totdat
de storing is verholpen: Alle displayseg-
menten en het symbool “ ” zullen acht
keer knipperen en gedurende ongeveer 3
seconden uit gaan. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer het elektrisch circuit te tes-ten.
Klokweergave
De klok op tijd zetten:1. Draai de sleutel naar “ON”.2. Houd de selectietoets en de resettoets
tegelijkertijd minstens twee seconden
lang ingedrukt.
3. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, drukt u op de resettoets om de
uren in te stellen.
4. Druk op de selectietoets en de minu-
tenaanduiding zal gaan knipperen.
5. Druk op de resettoets om de minuten
in te stellen.
6. Druk op de selectietoets en laat deze
dan los om de klok te starten.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en geeft
het kilometer-/tripmeterdisplay een foutco-
de van twee cijfers weer.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in de circuits van het startblokkeersys-
teem een storing wordt gedetecteerd, gaat
het controlelampje startblokkering knippe-
ren en geeft het display een foutcode van
twee cijfers weer.
OPMERKINGAls het display foutcode 52 weergeeft, be-
treft dit mogelijk een storing in het transpon-
dersignaal. Als deze fout zich voordoet,probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-start.
1. Klok
1. Weergave foutcode
U5WMD6D0.book Page 7 Wednesday, August 20, 2008 9:19 AM

Page 22 of 92

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
Als het display foutcodes weergeeft, noteer
deze dan en vraag een Yamaha dealer om
het voertuig te controleren.LET OP
DCA11790
Wanneer het multifunctionele display
een foutcode aangeeft, moet het voer-
tuig zo spoedig mogelijk worden gecon-troleerd om motorschade te voorkomen.Regelmodus voor de helderheid van het
display, de snelheidsmeter en de toeren-
teller
Met deze functie regelt u de helderheid, af-
gestemd op het aanwezige daglicht.
Om de helderheid in te stellen
1. Draai de sleutel naar “OFF”.
2. Druk de selectietoets in en houd deze
ingedrukt.
3. Draai de sleutel naar “ON”, wacht vijf
seconden en laat dan de selectietoets
los.
4. Druk op de resettoets om de gewenste
displayhelderheid te kiezen.5. Druk op de selectietoets om het gese-
lecteerde helderheidsniveau te beves-
tigen.1. Selectietoets
2. Resettoets
3. Helderheidsniveau
U5WMD6D0.book Page 8 Wednesday, August 20, 2008 9:19 AM

Page 88 of 92

INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-20
Accu ...................................................... 6-25
Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-23
Achterlicht/remlichtunit .......................... 6-28
Antidiefstal-alarmsysteem (optie)............ 3-9BBagageriembevestiging ........................ 3-21
Banden.................................................. 6-14
Bougies, controleren ............................... 6-8
Brandstof............................................... 3-13
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-3CClaxonschakelaar ................................... 3-9
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkeersysteem ..... 3-4DDimlichtschakelaar .................................. 3-9EEXUP-systeem...................................... 3-21GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-21
Gereedschapsset .................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-29
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-29HHelmbevestiging ................................... 3-16
IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren............. 6-21
Klepspeling ........................................... 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-27
Koppelingshendel ........................ 3-10, 6-16LLichtsignaalschakelaar ........................... 3-9
Luchtfilterelement en aftapslang,
vervangen en reinigen........................ 6-12MMatkleur, let op ....................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard,
controleren en smeren ....................... 6-22
Modelinformatiesticker............................ 9-2
Motorolie en oliefilterelement.................. 6-9
Multifunctioneel display .......................... 3-5NNiveaus rem- en koppelingsvloeistof,
controleren ......................................... 6-18
Noodstopschakelaar ............................... 3-9OOpbergcompartiment ............................ 3-16PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-7
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ........ 6-30
Parkeren ................................................. 5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema.............................. 6-2
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 6-33
RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ........................ 6-22
Rem- en koppelingsvloeistof,
verversen ............................................ 6-19
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ........................................... 6-21
Remhendel ............................................ 3-11
Remlichtschakelaar, afstellen ............... 6-17
Rempedaal ............................................ 3-12
Richtingaanwijzerschakelaar................... 3-9SSchakelaar alarmverlichting .................. 3-10
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal....................................... 3-11
Schokdemperunits, afstellen ................. 3-18
Sleutelnummer ........................................ 9-1
Snelheidsmeter ....................................... 3-5
Spanning aandrijfketting........................ 6-19
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem.............................. 3-1
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ............................................... 3-10
Startspersysteem .................................. 3-22
Storingzoekschema............................... 6-34
Stuurschakelaars .................................... 3-9
Stuursysteem, controleren .................... 6-24TTankbeluchtingsslang ........................... 3-14
Tankdop ................................................ 3-12
Toerenteller ............................................. 3-5UUitlaatkatalysatoren............................... 3-14
U5WMD6D0.book Page 1 Wednesday, August 20, 2008 9:19 AM