YAMAHA XMAX 250 2005 Instructieboekje (in Dutch)
Page 21 of 74
een ritteller voor brandstofreser-
ve (die de afgelegde afstand aan-
geeft sinds het waarschuwings-
lampje brandstofreserve aan
ging)
een klok
een omgevingstemperatuurweer-
gave
een controlelampje olieverver-
singstermijn (dat gaat branden
wanneer periodiek onderhoud en
doorsmering nodig zijn)
OPMERKING:
Voor het Verenigd Koninkrijk
wordt de afgelegde afstand aan-
gegeven in mijlen en wordt de
temperatuur aangegeven in °F.
Voor andere landen wordt de
afgelegde afstand aangegeven in
kilometers en wordt de tempera-
tuur aangegeven in °C.
1. Total
2. Trip 1
2. Trip 2
4. Trip/Fuel
Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de “MODE”-toets
wisselt de weergave volgens onders-
taande volgorde tussen kilometerte-
ller “Total” en ritteller “Trip”:
Total
Trip 1 Trip 2 Trip/fuel Total
1. Afstand
2. Tijd
3. Gemiddelde snelheid
OPMERKING:
De kilometerteller “Trip/fuel”
wordt alleen geactiveerd wanne-
er het waarschuwingslampje
brandstofniveau gaat branden.
Door indrukken van de “SET”-toets in
de kilometertellermodus wisselt de
weergave volgens onderstaande vol-
gorde tussen de verschillende kilome-
tertellerfuncties:
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 3-5
Page 22 of 74
Afstand Tijd Gemiddelde snel-
heid
Afstand
Als het waarschuwingslampje
brandstofniveau gaat branden (zie
pagina 3-4 voor meer informatie), wis-
selt de weergave automatisch naar
brandstofreserve-ritteller “Trip/fuel”-
modus en wordt de afgelegde afstand
vanaf dat punt aangegeven. In dat
geval wordt door indrukken van de
“SET”-toets gewisseld tussen de
diverse weergaven van rittellers en
kilometerteller, volgens onderstaande
volgorde:
Trip/Fuel
Trip 1 Trip 2 Total
Trip/fuelOm de ritteller op nul terug te stellen,
selecteert u deze met een druk op de
“MODE”-toets, waarna u de “SET”-
toets minstens 1 seconde lang inge-
drukt houdt. Wanneer u de brandsto-
freserve-ritteller niet zelf met de hand
op nul terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld zodra na het tan-
ken 5 km is gereden en verschijnt de
vorige weergavemode weer.
Klokweergave
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SET”-toets minstens 2
seconden lang ingedrukt terwijl
de “Total”-weergave actief is.2. Zodra de urenaanduiding begint
te knipperen, drukt u op de
“SET”-toets om de uren in te ste-
llen.
3. Druk op de “MODE”-toets en de
minutenaanduiding zal gaan
knipperen.
4. Druk op de “SET”-toets om de
minuten in te stellen.
5. Druk op de “MODE”-toets en laat
deze dan los om de klok te star-
ten. De weergave keert weer
terug naar de “Total”-modus.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 3-6
Page 23 of 74
Omgevingstemperatuurweergave
1. Indicator vorstwaarschuwing
2. Minteken
3. Temperatuur
Deze weergave toont de omgevings-
temperatuur van -30°C tot 50°C.
Het waarschuwingslampje vorst “*”
gaat automatisch branden als de
temperatuur lager is dan 3°C
1. Indicator olieverversing
Controlelampje
olieverversingstermijn
Als periodiek onderhoud en smering
nodig zijn (zie pagina 6-3 voor meer
informatie), verschijnt “Service” in het
display totdat het controlelampje olie-
verversingstermijn weer is terugges-
teld.
Het contr
olelampje olieverversings-
termijn terugstellen:
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “MODE”-toets en de
“SET”-toets twee tot vijf secon-
den lang ingedrukt.3. Laat de toetsen los en het con-
trolelampje olieverversingster-
mijn gaat uit.
OPMERKING:
Het controlelampje olieverver-
singstermijn gaat branden na de
eerste 1000 km en daarna om de
3000 km.
Als periodiek onderhoud en
doorsmering worden uitgevoerd
voordat het controlelampje olie-
verversingstermijn gaat branden,
moet het lampje zo snel mogelijk
worden teruggesteld zodat het
gaat branden voor de eerstvol-
gende periodiek onderhoud- en
doorsmeringsintervalperiode.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
Dit model kan door een Yamaha dea-
ler worden uitgerust met een optione-
el antidiefstal-alarmsysteem. Neem
contact op met een Yamaha dealer
voor nadere informatie.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 3-7
Page 24 of 74
DAU12343
StuurschakelaarsDAUS1300
Lichtsignaalschakelaar “PASSING”
1. Schakelaar belichtingsregelaar
2. Schakelaar lichtvlagen
3. Knipperlichtschakelaar
4. Claxonschakelaar
Druk deze schakelaar in om de
koplamp een lichtsignaal te laten
afgeven.
DAUS1020
Dimlichtschakelaar “j/k”
Zet deze schakelaar op “
j” voor
grootlicht en op “
k” voor dimlicht.
Druk de schakelaar in de dimlichts-
tand omlaag om een lichtsignaal te
geven met de koplamp.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “c/d”
Druk deze schakelaar naar “
d” om
afslaan naar rechts aan te geven.
Druk deze schakelaar naar “
c” om
afslaan naar links aan te geven. Na
loslaten keert de schakelaar terug
naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “a”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAUM1131
Startknop “g”
1. Startschakelaar
2. Schakelaar noodknipperlichten
Druk op deze knop terwijl u de voor-
of achterrem bekrachtigt om de motor
te starten met de startmotor.
DCA10050
LET OP
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAUM1990
Schakelaar alarmverlichting “ ”,
“h”
Met de contactsleutel in de stand
“f” zet u deze schakelaar op “ ”
voor het inschakelen van de alarmver-
lichting (gelijktijdig knipperen van alle
richtingaanwijzers). Zet deze schake-
laar op “h” en draai de sleutel naar
“e” om de alarmverlichting uit te
schakelen.
OPMERKING:
Zelfs wanneer u de sleutel draait van
“f” naar “e” met ingeschakelde
alarmverlichting, blijft deze verlichting
knipperen, ongeacht de stand van de
schakelaar van de alarmverlichting.
Als u de alarmverlichting wilt uitscha-
kelen, moet u de sleutel in de stand
12
1
2
3
43
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 3-8
Page 25 of 74
“f” zetten en de schakelaar van de
alarmverlichting in de stand “h”.
De alarmverlichting wordt gebruikt in
een noodgeval of om andere verke-
ersdeelnemers te waarschuwen als
uw scooter stilstaat in een mogelijk
gevaarlijke verkeerssituatie.
DCA10060
LET OP
Gebruik de alarmverlichting niet
gedurende langere tijd, anders kan
de accu ontladen raken.
DAU12900
Voorremhendel
1. Remhendel voorin
De voorremhendel bevindt zich aan
de rechterstuurgreep. Trek deze hen-
del naar het stuur toe om de voorrem
te bekrachtigen.
DAU12950
Achterremhendel
1. Remhendel achterin
De achterremhendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te
bekrachtigen.
DAUM2080
Tankdop
Verwijderen van de tankdop
1. Open het slotplaatje van de tank-
dop.
2. Steek de sleutel in het slot en
draai deze een kwartslag link-
som. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden ver-
wijderd.
Aanbrengen van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met
de sleutel in het slot.
2. Draai de sleutel rechtsom naar de
oorspronkelijke positie en neem
hem dan uit.
3. Sluit het slotplaatje van de tank-
dop.
1
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 3-9
Page 26 of 74
OPMERKING:
De tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot.
Bovendien kan de sleutel niet worden
uitgenomen als de tankdop niet
correct aangebracht en vergrendeld
is.
DWA11140
s s
WAARSCHUWING
Controleer voor u gaat rijden of de
tankdop correct is aangebracht.
DAU13230
Brandstof
Controleer of voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is.
EWA109901. Vulpijp
2. Benzinepeil
DWA10990
s s
WAARSCHUWING
Vanwege de ontvlambaarheid van
benzine moeten de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht worden
genomen.
Zet de motor af alvorens te tan-
ken.
Vul de tank van de scooter
nooit bij terwijl u rookt of in de
nabijheid van open vuur.
Let op en mors tijdens bijvullen
geen benzine op de motor of
de uitlaatdemper als deze
direct na gebruik nog heet zijn.
Veeg eventuele op motor of
uitlaatdemper gemorste benzi-
ne af alvorens te starten.
DCA10070
LET OP
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
DAU33500
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOODV-
RIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
12L (2,64US gal) (10,55Imp gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
het waarschuwingslampje brands-
tofniveau gaat branden):
2L (0,44 US gal) (1,76 Imp gal)
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 3-10
Page 27 of 74
DCA11400
LET OP
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Loodhoudende benzine veroor-
zaakt ernstige schade aan inwendi-
ge motoronderdelen als kleppen en
zuigerveren en ook aan het uitla-
atsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
DAU13431
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaat-
katalysator.
DWA10860
s s
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of
het uitlaatsysteem is afgekoeld
alvorens onderhoudswerkzaamhe-
den uit te voeren.
DCA10700
LET OP
De volgende voorzorgsmaatrege-
len moeten worden genomen om
brand of andere schaderisico’s te
voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije
benzine. Bij gebruik van lood-
houdende benzine zal onhers-
telbare schade worden toege-
bracht aan de
uitlaatkatalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals
op gras of op ander materiaal
dat gemakkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang
aaneen stationair draaien.
DAU13931
Zadel
Openen van het zadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contacts-
lot en draai hem dan linksom.
OPMERKING:
Druk de sleutel niet in terwijl u deze
draait.
3. Klap het zadel omhoog.
Sluiten van het zadel.
1. Klap het zadel omlaag en druk
dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contacts-
lot als de scooter onbeheerd
wordt achtergelaten.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 3-11
Page 28 of 74
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
DAU14540
Opbergcompartiment
1. Slot
Om het opbergcompartiment te
openen
Steek de sleutel in het slot, draai een
kwartslag rechtsom, en trek er dan
aan om het deksel van het opberg-
compartiment te openen.
1. Opbergvak voorin
Om het opbergcompartiment te
sluiten
Duw het deksel van het opbergcom-
partiment in de originele positie, en
verwijder dan de sleutel.
DWA10960
s s
WAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 1kg (2,205 lb) voor
het opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 235kg (518,17lb)
voor de machine niet.
DAU14451
Opbergcompartiment
1. Opbergvak achterin
Het opbergcompartiment bevindt zich
onder het zadel. (Zie pagina 3-11.)
DWA10961
s s
WAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 5kg (11,02 lb) voor
het opbergcompartiment niet.
Overschrijd het maximumge-
wicht van 235kg (518,17lb) voor
het voertuig niet.
1
1
1
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 3-12
Page 29 of 74
Als de handleiding of andere docu-
mentatie in het opbergcompartiment
wordt opgeborgen, doe ze dan in een
plastic zak om nat worden te voorko-
men. Zorg bij het wassen van de
machine dat geen water het opberg-
compartiment kan binnendringen.
DAU14880
Afstellen van de
schokdemperunits
Elke schokdemperunit is uitgerust
met een stelring voor veervoorspan-
ning.
DCA10100
LET OP
Probeer nooit een stelmechanisme
voorbij de maximum- of minimu-
minstelwaarden te verdraaien.
DWA10210
s s WAARSCHUWING
Geef beide vorkpoten steeds
dezelfde afstelling, anders kan
slecht weggedrag en verminderde
rijstabiliteit het gevolg zijn.
Stel de veervoorspanning als volgt af.
1. Regelaar veervoorspanning
2. Standindicator
Draai om de veervoorspanning te ver-
hogen en zo de vering stugger te
maken de stelring op beide schok-
demperunits in de richting (a). Draai
om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de
stelring op beide schokdemperunits
in de richting (b).
OPMERKING:
Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
DAU15301
Zijstandaard
De zijstandaard bevindt zich aan de
linkerzijde van het frame. Trek of druk
de zijstandaard met uw voet omhoog
of omlaag terwijl u de machine rech-
top houdt.
1. Schakelaar zijbok
2. Zijbok
12
Afstelling veervoorspanning: Minimum (zacht):1
Standaard: 1
Maximum (hard): 4
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 3-13
Page 30 of 74
OPMERKING:
De ingebouwde sperschakelaar voor
de zijstandaard maakt deel uit van het
startspersysteem, dat in bepaalde
situaties de werking van het ontste-
kingssysteem blokkeert. (Zie hierna
voor een nadere uitleg over het starts-
persysteem.)
DWA10240
s s
WAARSCHUWING
Met de machine mag nooit worden
gereden terwijl de zijstandaard
omlaag staat of niet behoorlijk kan
worden opgetrokken (of niet omho-
og blijft), anders kan de zijstanda-
ard de grond raken en zo de bes-
tuurder afleiden, waardoor de
machine mogelijk onbestuurbaar
wordt. Het Yamaha startspersyste-
em is ontworpen om de bestuurder
te helpen bij zijn verantwoordelijk-
heid de zijstandaard op te trekken
alvorens weg te rijden. Controleer
dit systeem daarom regelmatig
zoals hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer
als de werking niet naar behoren is.
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 3-14