YAMAHA XMAX 250 2005 Instructieboekje (in Dutch)

Page 31 of 74

3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 3-15

Page 32 of 74

4
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-1
DAU15591
De eigenaar is verantwoordelijk voor
de conditie van zijn voertuig. Vitale
onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij
blootstelling aan weer en wind vrij
snel en onverwachts achteruitgaan,
ook als de machine niet wordt
gebruikt. Eventuele schade, vloeisto-
flekkage of het wegvallen van de
bandspanning kan ernstige gevolgen
hebben. Het is daarom van belang om
voorafgaand aan elke rit een visuele
inspectie uit te voeren en bovendien
de volgende punten te controleren.
OPMERKING:
Voordat de machine wordt gebruikt
moet telkens een korte algemene
controle worden uitgevoerd. Zo’n ins-
pectie neemt maar weinig tijd in bes-
lag en de hiermee gegarandeerde vei-
ligheid is die tijd alleszins waard.
DWA11150
s s
WAARSCHUWING
Als een onderdeel uit de Controle-
lijst voor gebruik niet naar behoren
werkt, laat het dan controleren en
repareren alvorens de machine te
gebruiken.
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 28

Page 33 of 74

4
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-2
DAU15603
Controlelijst voor gebruik
ITEM CONTROLES PAGINA
• Controleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Brandstof• Vul indien nodig brandstof bij. 3-10
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer het olieniveau in de motor.
Motorolie• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau. 6-7
• Controleer de machine op olielekkage.
Versnellingsbakolie• Controleer de machine op olielekkage. 6-9
• Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Koelvloeistof• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het
6-10
voorgeschreven niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage.
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een
Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Voorrem• Vervang indien nodig. 3-9, 6-16, 6-17, 5-2
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een
Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Achterrem• Vervang indien nodig. 3-9, 6-16, 6-17, 5-2
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 29

Page 34 of 74

4
CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-3
ITEM CONTROLES PAGINA
• Controleer of de werking soepel is.
Gasgreep• Controleer de vrije slag van de kabel.
6-13
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel
af te stellen, en de kabel en het kabelhuis te smeren.
Bedieningskabels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.—
• Controleer op schade.
Wielen en banden• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
6-13, 6-15
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
Remhendels• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.6-18
Middenbok, zijstandaard• Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten.3-13, 6-18
Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.—
Instrumenten, verlichting, • Controleer de werking.
signaleringssysteem en • Corrigeer indien nodig. —
schakelaars
Sperschakelaar voor de• Controleer de werking van het startspersysteem.
zijstandaard• Als het systeem defect is, vraag dan een Yamaha dealer de 3-13
machine na te kijken.
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 30

Page 35 of 74

DAU15970
DWA11250
s s
WAARSCHUWING
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfunc-
ties en hun werking voordat u
gaat rijden. Informeer bij een
Yamaha dealer als u de wer-
king van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
Start de motor nooit in een
afgesloten ruimte en laat deze
hierin ook niet lange tijd aane-
en draaien. Uitlaatgassen zijn
giftig en het inademen ervan
kan al binnen korte tijd leiden
tot bewusteloosheid en dode-
lijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
Start de motor om veiligheids-
redenen te allen tijde met de
middenbok naar beneden.
Kom nooit met uw handen of
voeten in de buurt van het ach-
terwiel wanneer de middenbok
uitgeklapt is terwijl de motor
stationair draait.
DAUM1210
Starten van een koude motorDCA10250
LET OP
Zie pagina 5-3 voor instructies over
het inrijden van de motor alvorens
de machine in gebruik wordt geno-
men.
1. Draai de sleutel naar “f”.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop
in te drukken terwijl de voor- of
achterrem wordt bekrachtigd.
OPMERKING:
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar
seconden en probeer het dan
opnieuw. Iedere startpoging moet zo
kort mogelijk duren om de accu tesparen. Laat de startmotor nooit lan-
ger dan 10 seconden aaneen draaien.
DCA11040
LET OP
Trek nooit snel op terwijl de motor
nog koud is, dit verkort de levens-
duur van de motor!
DAU16760
Wegrijden
OPMERKING:
Laat de motor warmdraaien voordat u
wegrijdt.
1. Houvast
1
5
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 5-1

Page 36 of 74

1. Houd met uw linkerhand de ach-
terremhendel ingedrukt, houd
met uw rechterhand de rechter-
handgreep vast en duw de scoo-
ter van de middenbok af.
2. Ga schrijlings op het zadel zitten
en stel de achteruitkijkspiegels
af.
3. Zet de richtingaanwijzer aan.
4. Controleer op tegemoetkomend
verkeer en draai voorzichtig aan
de gasgreep (rechts) om weg te
rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzer uit.
DAU16780
Sneller en langzamer rijden
De rijsnelheid wordt geregeld door de
gasgreep open of dicht te draaien.Draai de gasgreep richting (a) om
sneller te gaan rijden. Draai de gas-
greep richting (b) om langzamer te
gaan rijden.
DAU16791
Remmen
1. Sluit de gasklep volledig.
2. Knijp de voor- en achterremmen
gelijktijdig in en oefen geleidelijk
meer druk uit.
DWA10300
s s
WAARSCHUWING
Vermijd hard en abrupt rem-
men (met name wanneer u
naar één kant overhelt). De
scooter zou namelijk kunnen
slippen of omvallen.
Spoorwegovergangen, tram-
rails, ijzeren platen gebruikt in
de wegenbouw en putdeksels
worden in natte toestand zeer
glad. U dient deze obstakels
daarom met aangepaste snel-
heid te naderen en voorzichtig
te passeren.
Onthoud dat remmen op een
nat wegdek veel moeilijker is.
Rijd langzaam heuvelafwaarts,
remmen kan tijdens afdalingen
soms lastig zijn.
DAU16820
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik
Het brandstofverbruik is vooral afhan-
kelijk van uw rijstijl. Hierna volgen
enkele tips om het brandstofverbruik
te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens
accelereren niet te hoog op.
Voer het toerental niet te hoog op
terwijl de motor onbelast draait.
5
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 5-2

Page 37 of 74

Laat de motor niet langdurig sta-
tionair draaien maar zet hem af
(bijvoorbeeld in files, bij stoplich-
ten of bij spoorwegovergangen).
DAU16841
Inrijperiode
De belangrijkste periode in de levens-
duur van het motorblok is de tijd tus-
sen 0 en 1600 km (1000 mi). Lees
daarom de volgende informatie aan-
dachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is,
mag dit de eerste 1600 km (1000 mi)
niet te zwaar worden belast. De vers-
chillende onderdelen van de motor
slijten op elkaar in totdat de juiste
bedrijfsspelingen zijn bereikt. Rijd tij-
dens deze periode nooit langdurig
volgas en vermijd ook andere mano-
euvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAUM2010
0 ~ 1000 km (0 ~ 600 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig
voorbij een derde opengedraaid.
1000 ~ 1600 km (600 ~ 1000 mi)
Houd de gasgreep niet langdurig
voorbij halverwege opengedraaid.
DCA11660
LET OP
Nadat de eerste 1000 km (600 mi)
zijn afgelegd, moet de motorolie en
de cardanolie worden ververst.
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden
gebruikt.
DCA10270
LET OP
Als tijdens de inrijperiode motors-
chade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DAU17212
Parkeren
Zet om te parkeren de motor af en
neem dan de sleutel uit het contacts-
lot.
DWA10310
s s
WAARSCHUWING
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, par-
keer dus op een plek waar
voetgangers of kinderen niet
gemakkelijk met deze onder-
delen in aanraking kunnen
komen.
Parkeer niet op een helling of
op een zachte ondergrond, de
machine zou dan kunnen
omvallen.
DCA10380
LET OP
Parkeer nooit op een plek waar
sprake is van brandgevaar, zoals
op droog gras of nabij ander ontv-
lambaar materiaal.
5
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 5-3

Page 38 of 74

DAU17280
De eigenaar is verplicht de optimale
veiligheid te waarborgen. Door perio-
diek inspecties, afstellingen en sme-
erbeurten uit te laten voeren, zorgt u
ervoor dat uw machine in zo veilig en
efficiënt mogelijke conditie blijft. Op
de volgende pagina’s wordt de belan-
grijkste informatie met betrekking tot
inspecties, afstellingen en smeer-
beurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in het
periodiek smeer- en onderhoudss-
chema moeten worden beschouwd
als een algemene richtlijn onder nor-
male rijcondities Het is echter moge-
lijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN
WORDEN VERKORT AFHANKELIJK
VAN HET WEER, HET TERREIN, DE
GEOGRAFISCHE LOCATIE EN INDI-
VIDUEEL GEBRUIK.
DWA10320
s s
WAARSCHUWING
Vraag een Yamaha dealer het
onderhoudswerk uit te voeren als u
hiermee niet echt vertrouwd bent.
DWA10330
s s
WAARSCHUWING
Deze scooter is uitsluitend ontwor-
pen voor gebruik op verharde
wegen. Wanneer deze scooter
wordt gebruikt in een abnormaal
stoffige, modderige of vochtige
omgeving, dient het luchtfilterele-
ment vaker te worden gereinigd of
te worden vervangen om snelle slij-
tage van de motor te voorkomen.
Raadpleeg een Yamaha dealer voor
de juiste onderhoudsperiodes.
DAU17380
Boordgereedschapsset
1. Gereedschapskit
De boordgereedschapsset is te vinden
onder het rijderzadel. (Zie pagina 3-11.)
De onderhoudsinformatie in deze
handleiding en het gereedschap in de
boordgereedschapsset zijn bedoeld
om u te ondersteunen bij het uitvoe-
ren van preventief onderhoud en klei-
nere reparaties. Het gebruik van extra
gereedschap zoals een momentsleu-
tel kan echter nodig zijn om bepaalde
onderhoudswerkzaamheden correct
uit te voeren.
OPMERKING:
Laat een Yamaha dealer onderhoud
verrichten als u niet beschikt over het
gereedschap of de ervaring die voor
bepaalde werkzaamheden vereist
zijn.
DWA10350
s s
WAARSCHUWING
Door modificaties die niet door
Yamaha zijn goedgekeurd kan het
motorvermogen achteruitgaan of
de machine te onveilig worden om
nog te gebruiken Raadpleeg een
Yamaha dealer voordat u zelf wijzi-
gingen aanbrengt.1
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-1
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 34

Page 39 of 74

DAU17705
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:
e jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een
onderhoudsbeurt op kilometerbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km, beginnend vanaf 10000 km.
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe
speciaal gereedschap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
KILOMETERSTAND (x 1000 Km)JAARLIJSE
NRITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT 1 10 20 30 40CONTROLE
1*Brandstofleiding• Controleer de brandstof- en onderdrukslangen op scheurtjes of beschadigingen.√√√√ √
• Controleer de conditie.
2Bougie• Reinigen en elektrodenafstand afstellen.√√
• Vervangen.√√
3*Ventielen• Controleer de klepspeling.
• Afstellen.√√
4Luchtfilterelement• Vervangen.√√
5*Luchtfilterelementen in • Reinigen.√√v-snaarbehuizing
• Vervangen.√√
• Controleer de werking en het vloeistofniveau en controleer
6*Voorremde machine op vloeistoflekkage.√√ √ √√ √
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
• Controleer de werking en het vloeistofniveau en controleer
7*Achterremde machine op vloeistoflekkage.√√ √ √√ √
• Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 35

Page 40 of 74

KILOMETERSTAND (x 1000 Km)JAARLIJSE
NRITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURT 1 10 20 30 40CONTROLE
8*Remslang• Controleer op scheurtjes en beschadigingen.√√√√ √• Vervangen. Elke 4 jaar
9*Wielen• Controleer de speling en controleer op beschadigingen.√√√√
• Controleer op slijtage en beschadigingen.
10 *Banden• Vervang indien nodig.
√√√√ √
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
11 *Wiellagers• Controleer op speling of beschadigingen.√√√√
12 *Balhoofdlagers• Controleer de lagers op speling en oppervlakteruwheid.√√ √ √√• Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km
13 *Framebevestigingen• Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.√√√√ √
14Zijstandaard, • Controleer de werking.
middenbok• Smeren.√√√√ √
15 *Zijstandaardschakelaar• Controleer de werking.√√ √ √√ √
16 *Voorvork• Controleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
17 *Schokdemperunits• Controleer op een correcte werking en olielekkage.√√√√
18 *Carburateur• Stel het stationair toerental af.√√ √ √√ √
• Verversen. (Zie pagina 6-7.)√Wanneer het controlelampje olieverver-
19Motoroliesingstermijn gaat branden (elke 3000 km)
• Controleer het olieniveau en controleer de machine op
olielekkage.Elke 3000 km√
20 *Olie-aanzuigzeef• Reinigen.√
• Controleer het koelvloeistofniveau en controleer de
21 *Koelsysteemmachine op vloeistoflekkage.√√√√ √
• Verversen. Elke 3 jaar
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 36

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 80 next >