YAMAHA XMAX 250 2005 Instructieboekje (in Dutch)
Page 61 of 74
Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer
1. Verwijder de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roef los te draaien.
2. Verwijder de lamplens van de
richtingaanwijzer door de schroef
los te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze in te drukken en link-
som te draaien.
4. Breng een nieuwe gloeilamp aan
in de fitting, druk de lamp aan en
draai rechtsom tot hij stuit.
5. Bevestig de lamplens van de
richtingaanwijzer door de schroef
vast te draaien.6. Bevestig de lamplens van het
remlicht/achterlicht door de sch-
roef vast te draaien.
ECA10680
LET OP
Do not overtighten the screws,
otherwise the lens may break.
DAUS1150
Gloeilamp in
kentekenverlichting
vervangen
1. Verwijder de lamplens door de
schroef te verwijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.4. Monteer de lamplens door de
schroef aan te brengen.
DCA11190
LET OP
Zet de schroef niet overdreven
strak vast, anders kan de lamplens
breken.
DAUS1260
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen
Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel B.
(Zie pagina 6-5.)
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-24
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 57
Page 62 of 74
2. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze naar
buiten te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
5. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
6. Breng het stroomlijnpaneel B
aan.
DAU25880
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf
de fabriek op transport gaan, maar tij-
dens gebruik kunnen toch storingen
optreden. Problemen in de brandstof-
, compressie- of ontstekingssyste-
men kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname
in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s
is een snelle en gemakkelijke werkwij-
ze weergegeven om deze vitale syste-
men zelf te kunnen controleren. Gamet uw scooter echter wel naar een
Yamaha dealer als reparaties nodig
zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de erva-
ring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de machine correct te
verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-origine-
le onderdelen lijken misschien op
Yamaha onderdelen maar zijn toch
vaak van mindere kwaliteit en hebben
een kortere levensduur, zodat dan
later mogelijk toch dure reparaties
nodig zijn.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-25
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 58
Page 63 of 74
DAU25921
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motorDWA10840
s s
WAARSCHUWING
Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 59
Page 64 of 74
Oververhitte motorDWA10400
s s
WAARSCHUWING
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete
vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor
is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de
dop.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door
de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 60
Page 65 of 74
DAU26090
Verzorging
De open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zicht-
baar, maar de machine is hierdoor
ook meer kwetsbaar. Er kan sprake
zijn van roestvorming en corrosie, ook
al zijn hoogwaardige componenten
gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, bij een scoo-
ter is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist vol-
gens de garantiebepalingen, maar
verzekert ook een fraai uiterlijk van de
scooter, verlengt de levensduur en
verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af
met een plastic zak nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en
afdekpluggen, ook de bougie-
doppen, en alle elektrische stek-
kers en aansluitingen stevig zijn
bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling,
zoals verbrande olie op het car-
ter, met een ontvetter en eenborstel, maar gebruik dergelijke
producten nooit op afdichtingen,
pakkingen en wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met
water.
Reinigen
DCA10780
LET OP
Vermijd het gebruik van sterke
en bijtende wielreinigingsmid-
delen, vooral bij spaakwielen.
Als dergelijke producten toch
worden gebruikt om hardnek-
kig vuil los te maken, laat het
reinigingsmiddel dan niet lan-
ger inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel
het betreffende gebied grondig
schoon met water, laat direct
drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
Bij verkeerd reinigen kunnen
de kuipruit, de stroomlijnpane-
len, framepanelen en andere
kunststof delen worden bes-
chadigd. Gebruik alleen een
zachte, schone doek of een
spons met zachte zeep enwater om kunststof delen te
reinigen.
Gebruik geen bijtende chemis-
che reinigingsmiddelen op
kunststof delen. Vermijd het
gebruik van doeken of sponzen
die in contact zijn geweest met
bijtende of schurende reini-
gingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of
corrosieremmers, remvloeis-
tof, antivries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreini-
gers of stoomreinigers, omdat
dan op de volgende plaatsen
water kan doordringen en zo
schade kan ontstaan: afdich-
tingen (van wiel- en achterbru-
glagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers,
instrumenten, schakelaars en
verlichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.
Bij scooters met een kuipruit:
gebruik geen bijtende reini-
gingsmiddelen of harde spon-
zen, deze veroorzaken dofheid
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-1
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 7-1
Page 66 of 74
en laten krasjes achter. Som-
mige reinigingsmiddelen voor
kunststof laten eveneens kras-
jes achter op de kuipruit. Test
het product op een klein, niet-
zichtbaar gedeelte van de kui-
pruit om zeker te zijn dat geen
sporen achterblijven op de kui-
pruit. Als de kuipruit krasjes
vertoont, breng dan na wassen
een hoogwaardige polish voor
gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, zachte
zeep en een zachte, schone spons en
spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of een
flessenborstel op moeilijk bereikbare
plekken. Hardnekkig vastzittend vuil
en insectenresten laten gemakkelijker
los als de bewuste plek alvorens te
reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in r
egen, aan de kust of op
bepekelde wegen
Zilte zeelucht en wegenzout waarmee
wegen ‘s winters worden bestrooid
hebben in combinatie met water eenzeer corrosieve werking; handel daa-
rom als volgt na een rit in een regen-
bui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.
OPMERKING:
‘s Winters gestrooid wegenzout kan
nog tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de scooter met koud
water en zachte zeep nadat de
machine is afgekoeld.
DCA10790
LET OP
Gebruik geen heet water, dit vers-
terkt de corrosieve werking van het
zout.
2. Breng met een spuitbus een
corrosiewerend middel aan op
alle metalen delen, ook op verch-
roomde en vernikkelde compo-
nenten, om zo corrosie te voor-
komen.
Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeem-
leren lap of een vochtabsorbe-
rende doek.2. Gebruik een chroompolish om
verchroomde, aluminium en
roestvrijstalen delen te doen
glanzen, ook het uitlaatsysteem.
(Zelfs thermische verkleuringen
op roestvrijstalen uitlaatsystemen
kunnen door oppoetsen worden
verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend
middel aan te brengen op alle
metalen delen, ook op verchro-
omde en vernikkelde componen-
ten, om zo corrosie te voorko-
men.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om eventue-
el nog achtergebleven vuil te ver-
wijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen
bij veroorzaakt door steenslag
e.d.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in
de was.
7. Laat de scooter volledig drogen
alvorens te stallen of af te dek-
ken.7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-2
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 7-2
Page 67 of 74
DWA10940
s s
WAARSCHUWING
Controleer of er geen olie of
was op de wielen of de rem-
men zit. Reinig de remschijven
en remvoeringen indien nodig
met een normale remschijfrei-
niger of aceton en spoel de
banden schoon met lauw water
en een mild reinigingsmiddel.
Test voor u de scooter in
gebruik neemt eerst de rem-
werking en het weggedrag in
bochten.
DCA10800
LET OP
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwij-
der overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit
aan op rubber of kunststof
delen, behandel deze met een
daartoe bestemd verzorgings-
middel.
Vermijd het gebruik van schu-
rende poetsmiddelen, deze
tasten de lak aan.
OPMERKING:
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
DAU26300
Stalling
Korte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele
en droge plek en bescherm indien
nodig tegen stof met een luchtdoorla-
tende stallinghoes.
DCA10820
LET OP
Als de scooter wordt gestald in
een slecht geventileerde ruim-
te of in vochtige toestand
wordt afgedekt met een dek-
zeil, zal water en vocht kunnen
binnendringen en roestvorming
veroorzaken.
Voorkom corrosie door de
machine niet te stallen in een
vochtige kelder, een stal (i.v.m.
de aanwezigheid van ammo-
niakdamp) en in een opsla-
gruimte voor sterke chemica-
liën.
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende
meerdere maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de
paragraaf “Verzorging” in dit
hoofdstuk.
2. Leeg de vlotterkamer in de car-
burateur door de aftapplug los te
draaien; u voorkomt zo dat
neerslag uit de brandstof achter-
blijft. Giet de afgetapte brandstof
terug in de brandstoftank.
3. Vul de brandstoftank en voeg een
stabilisatoradditief (indien ver-
krijgbaar) toe om roestvorming in
de tank en achteruitgang van de
brandstof te voorkomen.
4. Voer de volgende stappen uit om
de cilinder, de zuigerveren etc. te
beschermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedop en de
bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in
het bougiegat.
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-3
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 7-3
Page 68 of 74
c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer
ronddraaien op de startmotor.
(De cilinderwand wordt zo geo-
lied.)
e. Haal de bougiedop los van de
bougie en breng dan de bougie
en de bougiedop weer aan.
DWA10950
s s
WAARSCHUWING
Om schade of letsel door vonkvor-
ming te voorkomen, moeten de
bougie-elektroden aan massa lig-
gen terwijl de motor wordt rondge-
draaid.
5. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels
en pedalen en van de zijstanda-
ard/middenbok.
6. Controleer de bandspanning en
corrigeer deze indien nodig en
breng dan de scooter omhoog
zodat beide wielen los van de
grond zijn. Een andere mogelijk-heid is de wielen elke maand iets
te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achte-
ruitgaan.
7. Dek de uitlaatdemper af met een
plastic zak om te voorkomen dat
vocht kan binnendringen.
8. Verwijder de accu en laad deze
volledig bij. Berg de accu op een
koele en droge plek op en laad
hem eens per maand bij. Berg de
accu niet op een zeer warme of
koude plek op (minder dan 0 °C
(30 °F) of meer dan 30 °C (90 °F)].
Zie pagina 6-20 voor meer infor-
matie over het opbergen van de
accu.
OPMERKING:
Verricht eventueel noodzakelijke
reparaties alvorens de scooter te sta-
llen.
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-4
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 7-4
Page 69 of 74
AfmetingenTotale lengte
2210 mm
Totale breedte
790 mm
Totale hoogte
1380 mm
Zadelhoogte
775 mm
Wielbasis
1545 mm
Grondspeling
113 mm
GewichtDry (without oil and fuel)
164.0 kg
Incl. olie en brandstof
174.0 kg
Maximale belasting
235 kg
MotorType motor
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling
1-cilinder, vooroverhellend
Slagvolume
249.7 cm3
Boring x slag
69.0 x 66.8 mm
Compressieverhouding
10.00 :1
Startsysteem
Elektrische startmotorSmeersysteem
Wet sump
Oil type or gradeEngine oil
SAE10W30SE
Aanbevolen kwaliteit motorolie
API service type SE, SF, SG of hoger
Hoeveelheid motorolieHoeveelheid
1.4 L
Zonder vervanging van oliefilterpatroon
1.20 L
CardanolieHoeveelheid
0.25 L
KoelsysteemRadiator capacity
0.34 L
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau)
0.46 L
LuchtfilterLuchtfilterelement
Papieren element met oliecoating
Recommended fuelRecommended fuel
Unleaded fuel
Inhoud brandstoftank
12.0 L
Hoeveelheid reservebrandstof
2.0 L
CarburateurModel x aantal
1C0 x 1
Fabrikant
KEIHIN
Bougie(s)Fabrikant/model
NGK DR8EA
Elektrodenafstand
0.6-0.7 mm
Type koppeling
Versnellingsbak
Primair reductiesysteem
Schroeftandwiel
Primaire reductieverhouding
40 x 15 (2.666)
Secundair reductiesysteem
Schroeftandwiel
Secundaire reductieverhouding
40 x 14 (2.857)
Type versnellingbak
Automatisch, V-snaar
Bediening
Automatisch centrifugaal8
SPECIFICATIES
8-1
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 8-1
Page 70 of 74
ChassisType frameStalen onderdraagbuis
Spoorhoek 28.00 graad
Naspoor 100.0 mm
VoorbandTypeTubeless
Maat 120/70-15 56S
Wear limit (front) 1.6 mm
Fabrikant/model Michelin/Gold Standard
AchterbandTypeTubeless
Maat 140/70-14 68S
Wear limit (rear) 1.6 mm
Fabrikant/model Michelin/Gold Standard
Bandenspanning (gemeten aan koude ban-
den)
Gewichtsverdeling 0-90 kg
Voor 190 kPa (27,20psi) (1,9kgf/cm2)
Achter 220 kPa (31,29psi) (2,2kgf/cm2) Gewichtsverdeling
90-max.
Voor 210 kPa (29,87psi) (2,1kgf/cm2)
Achter 250 kPa (35,56psi) (2,5kgf/cm2)
VoorwielType wielGietwiel
Velgmaat 15xMT3.50
Rim material Aluminum
AchterwielType wielGietwiel
Velgmaat 14xMT3.75
Rim material Aluminum
Front disc brakeDisc brake typeSingle
Recommended fluid DOT 4
Rear disc brakeDisc brake typeSingle
Recommended fluid DOT 4
VoorwielophangingFront fork travel110.0 mm
AchterwielophangingRear shock absorber assembly travel95.0 mm
ElectricalSystem voltage12 V
Accu
Type/model YTX9-BS
Voltage 12.0 V
Capacity 12.0 V8.0 Ah
Type gloeilamp
Gloeilampen voltage, wattage x aantal
Headlight12 V35/35 W
Auxiliary light 12 V5.0 W x 2 stuks
Tail/brake light 12 V21/5 W
Front flasher light 12 V10 W/2 stuks
Rear flasher light 12 V10.0 W x 2 stuks
License plate light 12 V5.0 W x 1 stuks
ZekeringenHoofdzekering30.0 A
Koplampzekering 15.0 A
8
SPECIFICATIES
8-2
1C0-F8199-D0.qxd 13/04/2005 17:04 Página 8-2