YAMAHA XMAX 250 2006 Instructieboekje (in Dutch)
Page 71 of 86
2. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze naar
buiten te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
5. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
6. Breng het stroomlijnpaneel B
aan.DAU25880
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf
de fabriek op transport gaan, maar tij-
dens gebruik kunnen toch storingen
optreden. Problemen in de brandstof-
, compressie- of ontstekingssyste-
men kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname
in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s
is een snelle en gemakkelijke werkwij-
ze weergegeven om deze vitale syste-
men zelf te kunnen controleren. Ga
met uw scooter echter wel naar een
Yamaha dealer als reparaties nodig
zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de erva-
ring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de machine correct te
verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-origine-
le onderdelen lijken misschien op
Yamaha onderdelen maar zijn toch
vaak van mindere kwaliteit en hebben
een kortere levensduur, zodat danlater mogelijk toch dure reparaties
nodig zijn.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 71
Page 72 of 86
DAU25921
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motorDWA10840
s s
WAARSCHUWING
Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
1. BrandstofEr is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.
2. CompressieEr is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.
3. OntstekingSchoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.
4. AccuDe motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
Droog
NatDraai de gasgreep tot halverwege open
en bedien de elektrische startknop.
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 72
Page 73 of 86
Oververhitte motorDWA10400
s s
WAARSCHUWING
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete
vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor
is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de
dop.
6
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
Wacht tot de
motor is afgekoeld.Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.
Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door
de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 73
Page 74 of 86
DAU26090
Verzorging
De open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zicht-
baar, maar de machine is hierdoor
ook meer kwetsbaar. Er kan sprake
zijn van roestvorming en corrosie, ook
al zijn hoogwaardige componenten
gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, bij een scoo-
ter is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist vol-
gens de garantiebepalingen, maar
verzekert ook een fraai uiterlijk van de
scooter, verlengt de levensduur en
verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af
met een plastic zak nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en
afdekpluggen, ook de bougie-
doppen, en alle elektrische stek-
kers en aansluitingen stevig zijn
bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling,
zoals verbrande olie op het car-
ter, met een ontvetter en eenborstel, maar gebruik dergelijke
producten nooit op afdichtingen,
pakkingen en wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met
water.
Reinigen
DCA10780
LET OP:
Vermijd het gebruik van sterke
en bijtende wielreinigingsmid-
delen, vooral bij spaakwielen.
Als dergelijke producten toch
worden gebruikt om hardnek-
kig vuil los te maken, laat het
reinigingsmiddel dan niet lan-
ger inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel
het betreffende gebied grondig
schoon met water, laat direct
drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
Bij verkeerd reinigen kunnen
de kuipruit, de stroomlijnpane-
len, framepanelen en andere
kunststof delen worden bes-
chadigd. Gebruik alleen een
zachte, schone doek of eenspons met zachte zeep en
water om kunststof delen te
reinigen.
Gebruik geen bijtende chemis-
che reinigingsmiddelen op
kunststof delen. Vermijd het
gebruik van doeken of sponzen
die in contact zijn geweest met
bijtende of schurende reini-
gingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of
corrosieremmers, remvloeis-
tof, antivries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreini-
gers of stoomreinigers, omdat
dan op de volgende plaatsen
water kan doordringen en zo
schade kan ontstaan: afdich-
tingen (van wiel- en achterbru-
glagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers,
instrumenten, schakelaars en
verlichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.
Bij scooters met een kuipruit:
gebruik geen bijtende reini-
gingsmiddelen of harde spon-
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-1
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 74
Page 75 of 86
zen, deze veroorzaken dofheid
en laten krasjes achter. Som-
mige reinigingsmiddelen voor
kunststof laten eveneens kras-
jes achter op de kuipruit. Test
het product op een klein, niet-
zichtbaar gedeelte van de kui-
pruit om zeker te zijn dat geen
sporen achterblijven op de kui-
pruit. Als de kuipruit krasjes
vertoont, breng dan na wassen
een hoogwaardige polish voor
gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, zachte
zeep en een zachte, schone spons en
spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of een
flessenborstel op moeilijk bereikbare
plekken. Hardnekkig vastzittend vuil
en insectenresten laten gemakkelijker
los als de bewuste plek alvorens te
reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in r
egen, aan de kust of op
bepekelde wegen
Zilte zeelucht en wegenzout waarmee
wegen ‘s winters worden bestrooidhebben in combinatie met water een
zeer corrosieve werking; handel daa-
rom als volgt na een rit in een regen-
bui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.
OPMERKING:
‘s Winters gestrooid wegenzout kan
nog tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de scooter met koud
water en zachte zeep nadat de
machine is afgekoeld.
DCA10790
LET OP:
Gebruik geen heet water, dit vers-
terkt de corrosieve werking van het
zout.
2. Breng met een spuitbus een
corrosiewerend middel aan op
alle metalen delen, ook op verch-
roomde en vernikkelde compo-
nenten, om zo corrosie te voor-
komen.
Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeem-
leren lap of een vochtabsorbe-
rende doek.2. Gebruik een chroompolish om
verchroomde, aluminium en
roestvrijstalen delen te doen
glanzen, ook het uitlaatsysteem.
(Zelfs thermische verkleuringen
op roestvrijstalen uitlaatsystemen
kunnen door oppoetsen worden
verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend
middel aan te brengen op alle
metalen delen, ook op verchro-
omde en vernikkelde componen-
ten, om zo corrosie te voorko-
men.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om eventue-
el nog achtergebleven vuil te ver-
wijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen
bij veroorzaakt door steenslag
e.d.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in
de was.
7. Laat de scooter volledig drogen
alvorens te stallen of af te dek-
ken.7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-2
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 75
Page 76 of 86
DWA10940
s s
WAARSCHUWING
Controleer of er geen olie of
was op de wielen of de rem-
men zit. Reinig de remschijven
en remvoeringen indien nodig
met een normale remschijfrei-
niger of aceton en spoel de
banden schoon met lauw water
en een mild reinigingsmiddel.
Test voor u de scooter in
gebruik neemt eerst de rem-
werking en het weggedrag in
bochten.
DCA10800
LET OP:
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwij-
der overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit
aan op rubber of kunststof
delen, behandel deze met een
daartoe bestemd verzorgings-
middel.
Vermijd het gebruik van schu-
rende poetsmiddelen, deze
tasten de lak aan.
OPMERKING:
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.DAU26300
Stalling
Korte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele
en droge plek en bescherm indien
nodig tegen stof met een luchtdoorla-
tende stallinghoes.
DCA10820
LET OP:
Als de scooter wordt gestald in
een slecht geventileerde ruim-
te of in vochtige toestand
wordt afgedekt met een dek-
zeil, zal water en vocht kunnen
binnendringen en roestvorming
veroorzaken.
Voorkom corrosie door de
machine niet te stallen in een
vochtige kelder, een stal (i.v.m.
de aanwezigheid van ammo-
niakdamp) en in een opsla-
gruimte voor sterke chemica-
liën.
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende
meerdere maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de
paragraaf “Verzorging” in dit
hoofdstuk.
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-3
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 76
Page 77 of 86
2. Leeg de vlotterkamer in de car-
burateur door de aftapplug los te
draaien; u voorkomt zo dat
neerslag uit de brandstof achter-
blijft. Giet de afgetapte brandstof
terug in de brandstoftank.
3. Vul de brandstoftank en voeg een
stabilisatoradditief (indien ver-
krijgbaar) toe om roestvorming in
de tank en achteruitgang van de
brandstof te voorkomen.
4. Voer de volgende stappen uit om
de cilinder, de zuigerveren etc. te
beschermen tegen corrosie.
a. Verwijder de bougiedop en de
bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in
het bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer
ronddraaien op de startmotor.
(De cilinderwand wordt zo geo-
lied.)e. Haal de bougiedop los van de
bougie en breng dan de bougie
en de bougiedop weer aan.
DWA10950
s s
WAARSCHUWING
Om schade of letsel door vonkvor-
ming te voorkomen, moeten de
bougie-elektroden aan massa lig-
gen terwijl de motor wordt rondge-
draaid.
5. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels
en pedalen en van de zijstanda-
ard/middenbok.
6. Controleer de bandspanning en
corrigeer deze indien nodig en
breng dan de scooter omhoog
zodat beide wielen los van de
grond zijn. Een andere mogelijk-
heid is de wielen elke maand iets
te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achte-
ruitgaan.
7. Dek de uitlaatdemper af met een
plastic zak om te voorkomen dat
vocht kan binnendringen.
8. Verwijder de accu en laad deze
volledig bij. Berg de accu op een
koele en droge plek op en laadhem eens per maand bij. Berg de
accu niet op een zeer warme of
koude plek op (minder dan 0 °C
(30 °F) of meer dan 30 °C (90 °F)].
Zie pagina 6-24 voor meer infor-
matie over het opbergen van de
accu.
OPMERKING:
Verricht eventueel noodzakelijke
reparaties alvorens de scooter te sta-
llen.
7
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-4
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 77
Page 78 of 86
AfmetingenTotale lengte
2210 mm (87.0 in)
Totale breedte
790 mm (31.1 in)
Totale hoogte
1380 mm (54.3 in)
Zadelhoogte
775 mm (30.5 in)
Wielbasis
1545 mm (60.8 in)
Grondspeling
113 mm (4.45 in)
Kleinste draaicirkel
3650 mm (143.7 in)
GewichtIncl. olie en brandstof
174 kg (383.67 lb)
MotorType motor
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling
1-cilinder, vooroverhellend
Slagvolume
249.7 cm
3(15.24 cu*in)
Boring x slag
69.0 mm x 66.8 mm (2.71 x 2.63 in)
Compressieverhouding
10.1:1
Startsysteem
Elektrische startmotor
Smeersysteem
Wet sump
MotorolieType
SAE 10W30
Aanbevolen kwaliteit motorolie
API service type SE, SF, SG of hoger
Hoeveelheid motorolieZonder vervanging van oliefilterpatroon
1.2 L (1.27 US qt) (1.06 Imp qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon
1.4 L (1.48 US qt) (1.23 Imp qt)
VersnellingsbakolieType
YAMALUBE 4 (10W30) of SAE10W30
type SE motorolie
Hoeveelheid
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp qt)
KoelsysteemInhoud radiator (inclusief alle leidingen)
0.34 L (0.36 US qt) (0.30 Imp qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau)
0.46 L (0.49 US qt) (0.40 Imp qt)
LuchtfilterLuchtfilterelement
Papieren element met oliecoating
BrandstofAanbevolen brandstof
Uitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank
12 L (3.17 US gal) (2.64 Imp gal)
Hoeveelheid reservebrandstof
2 L (0.53 US gal) (0.44 Imp gal)
CarburateurFabrikant
KEIHIN
Model x aantal
1C0 x 1
Bougie(s)Fabrikant/model
NGK / DR8EA
Elektrodenafstand
0.6-0.7 mm (0.024-0.027 in)
KoppelingType koppeling
Droog, automatisch centrifugaal
VersnellingsbakPrimair reductiesysteem
Schroeftandwiel
Primaire reductieverhouding
40/15 (2.666)
Secundair reductiesysteem
Schroeftandwiel
Secundaire reductieverhouding
40/14 (2.857)
Type versnellingbak
Automatisch, V-snaar
8
SPECIFICATIES
8-1
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 78
Page 79 of 86
Bediening
Automatisch centrifugaal
ChassisType frame
Stalen onderdraagbuis
Spoorhoek
28 º
Naspoor
100 mm (3.94 in)
VoorbandType
Tubeless
Maat
120/70-15 M/C 56P or 56S
Fabrikant/model
Michelin / Gold Standard
AchterbandType
Tubeless
Maat
140/70-14 M/C 68P or 68S
Fabrikant/model
Michelin / Gold Standard
BeladingMaximale belasting
181 kg (399.1 lb)
Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires
Bandenspanning (gemeten aan koude
banden)
Gewichtsverdeling
0–90 kg (0–198 lb)
Voor
190 kPa (27 psi) (1.9 kgf/cm2)Achter
220 kPa (31 psi) (2.2 kgf/cm2)
Gewichtsverdeling
90 kg (198 lb)–Maximale belasting
Voor
210 kPa (30 psi) (2.1 kgf/cm2)
Achter
250 kPa (36 psi) (2.5 kgf/cm2)
VoorwielType wiel
Gietwiel
Velgmaat
15 x MT3.5
AchterwielType wiel
Gietwiel
Velgmaat
14 x MT3.75
VoorremType
Enkele schijfrem
Bediening
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof
DOT 4
AchterremType
Enkele schijfrem
Bediening
Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof
DOT 4
VoorwielophangingType
Telescoopvork
Veer/schokdempertype
Schroefveer/oliedemper
Veerweg
110 mm (4.33 in)
AchterwielophangingType
Unit swing
Veer/schokdempertype
Schroefveer/oliedemper
Veerweg
95 mm (3.74 in)
Elektrische installatieOntstekingssysteem
Transistorontsteking (digitaal)
Laadsysteem
Wisselstroomdynamo met permanente
magneten
AccuFabrikant/model:
Yuasa/YTX9-BS
Voltage, capaciteit
12 V, 8.0 Ah
Gloeilampen voltage, wattage x aantalKoplamp
12 V, 35.0 W / 35.0 W x 2
Parkeerlicht
12 V, 5.0 W x 2
Achterlicht/remlicht unit
12 V, 21.0 W / 5.0 W x 2
Voorste richtingaanwijzer
12 V, 10.0 W x 2
8
SPECIFICATIES
8-2
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 79
Page 80 of 86
Achterste richtingaanwijzer
12 V, 10.0 W x 2
Kentekenverlichting
12 V, 5.0 W x 1
Instrumentenverlichting
LED
Controlelampje brandstofniveau
LED
Controlelampje grootlicht
LED
Controlelampje brandstofniveau
LED x 2
Controlelampje startblokkering
LED
Zekeringen
Hoofdzekering
30 A
Koplampzekering
15 A
Zekering signaleringssysteem
15 A
Zekering ontstekingssysteem
5 A
Zekering radiatorkoelvin
10 A
Zekering ECU-circuit
5 A
Backup-zekering
5 A
Zekering reserve
5 A
Zekering reserve
10 A
Zekering reserve
15 AZekering reserve
30 A
8
SPECIFICATIES
8-3
1C0-F8199-D2.qxd 06/03/2006 16:34 Página 80