YAMAHA XMAX 250 2007 Instructieboekje (in Dutch)

Page 21 of 88

DAUM2050
Multifunctioneel display
1. “MODE”-toets.
2. Multifunctioneel display.
3. “SET”-toets.
Het multifunctionele display toont de
volgende voorzieningen:
een kilometerteller (die de totale
afgelegde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde
afstand tonen sinds deze voor
het laatst op nul zijn gezet, de tijd
die is verlopen sinds de rittellers
op nul zijn gezet en de gemiddel-
de gereden snelheid gedurende
deze tijd)
een ritteller voor brandstofreser-
ve (die de afgelegde afstand aan-
geeft sinds het waarschuwings-
lampje brandstofreserve aanging)
een klok
een omgevingstemperatuurweer-
gave
een indicator olieverversing (die
gaat branden wanneer de moto-
rolie moet worden ververst)
OPMERKING:
Voor het Verenigd Koninkrijk
wordt de afgelegde afstand aan-
gegeven in mijlen en wordt de
temperatuur aangegeven in °F.
Voor andere landen wordt de
afgelegde afstand aangegeven in
kilometers en wordt de tempera-
tuur aangegeven in °C.
1. Total
2. Trip 1
2. Trip 2
4. Trip/Fuel
Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de “MODE”-toets
wisselt de weergave volgens onders-
taande volgorde tussen kilometerte-
ller “Total” en ritteller “Trip”:
Total
Trip 1 Trip 2 Trip/fuel
Total
1. Afstand
2. Tijd
3. Gemiddelde snelheid
OPMERKING:
De kilometerteller “Trip/fuel”
wordt alleen geactiveerd wanne-
er het waarschuwingslampje
brandstofniveau gaat branden.
De kilometerteller “Trip 2” wordt
automatisch op nul teruggesteld
nadat de sleutel naar “OFF” is
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 9

Page 22 of 88

gedraaid en er twee uren zijn
verstreken.
Door indrukken van de “SET”-toets in
de kilometertellermodus wisselt de
weergave volgens onderstaande vol-
gorde tussen de verschillende kilome-
tertellerfuncties:
Trip 1 of Trip 2
Time 1 of 2 Gemiddelde snelheid 1 of 2 Trip 1
of Trip 2
Als het waarschuwingslampje
brandstofniveau gaat branden (Zie
pagina 3-3.), wisselt de weergave
automatisch naar brandstofreserve-
ritteller “Trip/fuel” -modus en wordt
de afgelegde afstand vanaf dat punt
aangegeven. In dat geval wordt door
het indrukken van de “MODE”-toetsin de onderstaande volgorde gewis-
seld tussen de diverse weergaven van
rittellers en kilometerteller:
Trip/Fuel
Trip 1 Trip 2 Total
Trip/fuel
Als u de ritteller op nul wilt terugste-
llen, selecteert u deze met een druk
op de “MODE”-toets, waarna u de
“SET”-toets minstens 1 seconde lang
ingedrukt houdt. Wanneer u de
brandstofreserve-ritteller niet zelf met
de hand op nul terugstelt, wordt deze
automatisch teruggesteld zodra na
het tanken 5 km (3 mi) is gereden en
verschijnt de vorige weergavemodus
weer.
Klokweergave
De klok op tijd zetten:
1. Houd de “SET”-toets minstens 2
seconden lang ingedrukt terwijl
de “Total”-weergave actief is.2. Zodra de urenaanduiding begint
te knipperen, drukt u op de
“SET”-toets om de uren in te ste-
llen.
3. Druk op de “MODE”-toets en de
minutenaanduiding zal gaan
knipperen.
4. Druk op de “SET”-toets om de
minuten in te stellen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 10

Page 23 of 88

5. Druk op de “MODE”-toets en laat
deze dan los om de klok te star-
ten. De weergave keert weer
terug naar de “Total”-modus.
Omgevingstemperatuurweergave
1. Indicator vorstwaarschuwing “”
2. Minteken “ – ”
3. Temperatuur
Deze weergave toont de omgevings-
temperatuur vanaf -30°C (-22°F) tot
50°C (122°F).
Het waarschuwingslampje vorst
“”
gaat automatisch branden als de
temperatuur lager is dan 3°C (37,4°F).Indicator olieverversing “OIL”
1. Indicator olieverversing “OIL”.
De motorolie moet worden ververst
wanneer deze indicator gaat branden.
De indicator blijft branden totdat deze
wordt teruggesteld. Nadat de motoro-
lie is ververst, stelt u de indicator als
volgt terug.
1. Houd de “MODE”-toets en de
“SET”-toets ingedrukt en draai
de sleutel naar “ON”.
2. Houd de “MODE”-toets en de
“SET”-toets nog twee tot vijf
seconden ingedrukt.
3. Laat de knoppen los. De indica-
tor olieverversing zal nu uitgaan.
OPMERKING:
De indicator olieverversing gaat
branden na de eerste 1000 km
(600 mi) en daarna om de 3000
km (1800 mi).
Als de motorolie werd ververst
voordat de indicator olieverver-
sing brandde (dus voordat de
intervalperiode voor olieverver-
sing was verstreken), moet de
indicator na de olieverversing
worden teruggesteld zodat het
eerstvolgende tijdstip voor olie-
verversing weer correct wordt
aangegeven. Na het terugstellen
brandt de indicator gedurende
twee seconden. Als de indicator
niet gaat branden, herhaalt u de
procedure.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 11

Page 24 of 88

DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
Dit model kan door een Yamaha dea-
ler worden uitgerust met een optione-
el antidiefstal-alarmsysteem. Neem
contact op met een Yamaha dealer
voor nadere informatie.
DAU12347
Stuurschakelaars
1. Dimlichtschakelaar “j/k”
2. Lichtsignaalschakelaar “PASSING”. Interrup-
tor de ultrapassagem “PASS”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “
c/d”
4. Claxonschakelaar “a”
1. Startknop “
g”
2. Schakelaar alarmverlichting “”
DAUS1020
Dimlichtschakelaar “j/k”
Zet deze schakelaar op “
j” voor
grootlicht en op “
k” voor dimlicht.
Druk de schakelaar in de dimlichts-
tand omlaag om een lichtsignaal te
geven met de koplamp.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “c/d”
Druk deze schakelaar naar “
d” om
afslaan naar rechts aan te geven.
Druk deze schakelaar naar “
c” om
afslaan naar links aan te geven. Na
loslaten keert de schakelaar terug
naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “a”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAU12720
Startknop “g”
Druk met de zijstandaard omhoog op
deze knop terwijl u de voor- of achte-
rrem bekrachtigt om de motor te star-
ten met de startmotor.
12
1
2
3
4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 12

Page 25 of 88

DCA10050
LET OP:
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAUM1990
Schakelaar alarmverlichting “ ”,
“h”
Met de contactsleutel in de stand
“ON” zet u deze schakelaar op “ ”
voor het inschakelen van de alarmver-
lichting (gelijktijdig knipperen van alle
richtingaanwijzers). Zet deze schake-
laar op “h” en draai de sleutel naar
“OFF” om de alarmverlichting uit te
schakelen.
OPMERKING:
Zelfs wanneer u de sleutel draait van
“ON” naar “OFF” met ingeschakelde
alarmverlichting, blijft deze verlichting
knipperen, ongeacht de stand van de
schakelaar van de alarmverlichting.
Als u de alarmverlichting wilt uitscha-
kelen, moet u de sleutel in de stand
“ON” zetten en de schakelaar van de
alarmverlichting in de stand “h”.
De alarmverlichting wordt gebruikt in
een noodgeval of om andere verke-
ersdeelnemers te waarschuwen als
uw scooter stilstaat in een mogelijk
gevaarlijke verkeerssituatie.
DCA10060
LET OP:
Gebruik de alarmverlichting niet
gedurende langere tijd, anders kan
de accu ontladen raken.
DAU12900
Voorremhendel
1. Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan
de rechterstuurgreep. Trek deze hen-
del naar het stuur toe om de voorrem
te bekrachtigen.
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 13

Page 26 of 88

DAU12950
Achterremhendel
1. Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te
bekrachtigen.
DAUT1382
Tankdop
Verwijderen van de tankdop
Open het slotpaneel door de greep
omhoog te trekken. Steek de sleutel in het slot van de
tankdop en draai een kwartslag link-
som. Het slot wordt ontgrendeld en
de tankdop kan worden verwijderd.
OPMERKING:
Plaats de tankdop in de tankdophou-
der nadat u de tankdop heeft verwij-
derd.
Aanbrengen van de tankdop
1. Breng de tankdop aan in de vulo-
pening van de brandstoftank,
met de sleutel in het slot en met
de uitlijnmerktekens tegenover
elkaar.
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 14

Page 27 of 88

2. Draai de sleutel rechtsom naar de
oorspronkelijke positie en neem
hem dan uit.
OPMERKING:
De tankdop kan alleen worden aange-
bracht met de sleutel in het slot.
Bovendien kan de sleutel niet worden
uitgenomen als de tankdop niet
correct aangebracht en vergrendeld
is.
3. Sluit het paneel.DWA10130
s s
WAARSCHUWING
Controleer voor u gaat rijden of de
tankdop correct is aangebracht.
DAU13230
Brandstof
Controleer of voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
DWA10990
s s
WAARSCHUWING
Vanwege de ontvlambaarheid van
benzine moeten de volgende voor-
zorgsmaatregelen in acht worden
genomen.
Zet de motor af alvorens te tan-
ken.
Vul de tank van de scooter
nooit bij terwijl u rookt of in de
nabijheid van open vuur.
Let op en mors tijdens bijvullen
geen benzine op de motor of
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 15

Page 28 of 88

de uitlaatdemper als deze
direct na gebruik nog heet zijn.
Veeg eventuele op motor of
uitlaatdemper gemorste benzi-
ne af alvorens te starten.
DCA10070
LET OP:
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
DAU33500DCA11400
LET OP:
Gebruik uitsluitend loodvrije benzi-
ne. Loodhoudende benzine veroor-
zaakt ernstige schade aan inwendi-
ge motoronderdelen als kleppen en
zuigerveren en ook aan het uitla-
atsysteem.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
DAU13441
Uitlaatkatalysator
Deze machine is uitgerust met uitlaat-
katalysatoren.
DWA10860
s s
WAARSCHUWING
Het uitlaatsysteem is heet nadat de
motor heeft gedraaid. Controleer of
het uitlaatsysteem is afgekoeld
alvorens onderhoudswerkzaamhe-
den uit te voeren.
DCA10700
LET OP:
De volgende voorzorgsmaatrege-
len moeten worden genomen om
brand of andere schaderisico’s te
voorkomen.
Gebruik uitsluitend loodvrije
benzine. Bij gebruik van lood-
houdende benzine zal onhers-
telbare schade worden toege-
bracht aan de
uitlaatkatalysator.
Parkeer de machine nooit nabij
brandgevaarlijke stoffen, zoals
op gras of op ander materiaal
dat gemakkelijk vlamvat.
Laat de motor niet te lang
aaneen stationair draaien.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE
LOODVRIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
12,5 L (3,30 US gal) (2,75 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof (als
het waarschuwingslampje brands-
tofniveau gaat branden):
2 L (0,53 US gal) (0,44 Imp.gal)
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 16

Page 29 of 88

DAU13932
Zadel
Openen van het zadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contacts-
lot en draai deze dan linksom
naar “OPEN”.
OPMERKING:
Druk de sleutel niet in terwijl u deze
draait.
3. Klap het zadel omhoog.
Sluiten van het zadel
1. Klap het zadel omlaag en druk
dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contacts-
lot als de scooter onbeheerd
wordt achtergelaten.
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.DAUT1710
Opbergcompartimenten
1. Voorste opbergcompartiment
1. Achterste opbergcompartiment
1
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-14
3
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 17

Page 30 of 88

Opbergcompartiment voorzijdeDWA11190
s s
WAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 1 kg (2,205 lb) voor
het voorste opbergcomparti-
ment niet.
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 180 kg (396,9 lb)
voor de machine niet.
Achterste opbergcompartiment
Het achterste opbergcompartiment
bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-14.)
DCAT1030
LET OP:
Let op het volgende bij het gebruik
van het opbergcompartiment.
Het opbergcompartiment
wordt snel warmer als het is
blootgesteld aan direct zon-
licht, bewaar hierin dus geen
goederen die slecht tegen
warmte kunnen.
Wikkel natte voorwerpen in
een plastic zak, om zo vochtig
worden van het opbergcom-
partiment te voorkomen.
Het opbergcompartiment kan
nat worden als de scooter
wordt gewassen, omwikkel te
bewaren voorwerpen dus in
een plastic zak.
Bewaar geen waardevolle of
breekbare voorwerpen in het
opbergcompartiment.
DWAT1050
s s
WAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 5 kg (11,02 lb) voor
het achterste opbergcomparti-
ment niet.
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 180 kg (396.9 lb)
voor de machine niet.
DAU14540
Opbergcompartiment
voorzijde
Om het opbergcompartiment te
openen
1. Vergrendelen
Steek de sleutel in het slot, draai een
kwartslag rechtsom, en trek er dan
aan om het deksel van het opberg-
compartiment te openen.
1
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 18

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 ... 90 next >