YAMAHA XMAX 250 2007 Instructieboekje (in Dutch)
Page 71 of 88
DAUS1260
Parkeerlichtgloeilamp
vervangen
Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder het stroomlijnpaneel B.
(Zie pagina 6-6.)
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp.
1. Gloeilamp parkeerlicht.
2. Verwijder de lampfitting (samen
met de gloeilamp) door deze naar
buiten te trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp
door deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de
fitting.
5. Breng de lampfitting aan (samen
met de gloeilamp) door deze vast
te drukken.
6. Breng het stroomlijnpaneel B
aan.DAU25880
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een
grondige inspectie voordat ze vanaf
de fabriek op transport gaan, maar tij-
dens gebruik kunnen toch storingen
optreden. Problemen in de brandstof-
, compressie- of ontstekingssyste-
men kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname
in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s
is een snelle en gemakkelijke werkwij-
ze weergegeven om deze vitale syste-
men zelf te kunnen controleren. Ga
met uw scooter echter wel naar een
Yamaha dealer als reparaties nodig
zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het
benodigde gereedschap en de erva-
ring en vakkennis om het nodige
onderhoud aan de machine correct te
verrichten.
1
1
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-30
6
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 37
Page 72 of 88
Gebruik uitsluitend originele Yamaha
vervangingsonderdelen. Niet-origine-
le onderdelen lijken misschien op
Yamaha onderdelen maar zijn toch
vaak van mindere kwaliteit en hebben
een kortere levensduur, zodat dan
later mogelijk toch dure reparaties
nodig zijn.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-31
6
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 38
Page 73 of 88
DAU42130
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motorDWA10840
s s
WAARSCHUWING
Houd open vuur uit de buurt en rook niet terwijl het brandstofsysteem wordt getest of hieraan wordt gewerkt.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-32
6
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
1. BrandstofEr is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.
2. CompressieEr is compressie.
Er is geen compressie.Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.
3. OntstekingSchoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.
4. AccuDe motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.De accu is in orde.
Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
Droog
NatBedien de elektrische startknop.
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 39
Page 74 of 88
Oververhitte motorDWA10400
s s
WAARSCHUWING
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete
vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor
is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de
dop.
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-33
6
Wacht tot de
motor is afgekoeld.Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.
Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door
de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 40
Page 75 of 88
DAU37833
Matkleur, let opDCA15192
LET OP:
Sommige modellen zijn uitgerust
met matkleurige onderdelen. Raad-
pleeg een Yamaha dealer voor
advies over wat voor producten
gebruikt moeten worden om het
voertuig te reinigen.Het gebruik
van een borsteltje, chemische pro-
ducten of reinigingsmiddelen tij-
dens het reinigen van deze onder-
delen kan het oppervlak bekrassen
of beschadigen. Ook was moet niet
worden aangebracht op een van de
matkleurige onderdelen.
DAU26090
Verzorging
De open constructie van een scooter
maakt de fraaie techniek beter zicht-
baar, maar de machine is hierdoor
ook meer kwetsbaar. Er kan sprake
zijn van roestvorming en corrosie, ook
al zijn hoogwaardige componenten
gebruikt. Een roestige uitlaatpijp valt
bij een auto niet zo op, bij een scoo-
ter is dit echter nadelig voor de alge-
hele aanblik. Regelmatige en correcte
verzorging is niet alleen vereist vol-
gens de garantiebepalingen, maar
verzekert ook een fraai uiterlijk van de
scooter, verlengt de levensduur en
verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af
met een plastic zak nadat de
motor is afgekoeld.
2. Controleer of alle doppen en
afdekpluggen, ook de bougie-
doppen, en alle elektrische stek-
kers en aansluitingen stevig zijn
bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling,
zoals verbrande olie op het carter,
met een ontvetter en een borstel,maar gebruik dergelijke produc-
ten nooit op afdichtingen, pakkin-
gen en wielassen. Spoel vuil en
ontvetter altijd af met water.
Reinigen
DCA10780
LET OP:
Vermijd het gebruik van sterke
en bijtende wielreinigingsmid-
delen, vooral bij spaakwielen.
Als dergelijke producten toch
worden gebruikt om hardnek-
kig vuil los te maken, laat het
reinigingsmiddel dan niet lan-
ger inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel
het betreffende gebied grondig
schoon met water, laat direct
drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
Bij verkeerd reinigen kunnen
de kuipruit, de stroomlijnpane-
len, framepanelen en andere
kunststof delen worden bes-
chadigd. Gebruik alleen een
zachte, schone doek of een
spons met zachte zeep en
water om kunststof delen te
reinigen.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-1
7
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 1
Page 76 of 88
Gebruik geen bijtende chemis-
che reinigingsmiddelen op
kunststof delen. Vermijd het
gebruik van doeken of sponzen
die in contact zijn geweest met
bijtende of schurende reini-
gingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of
corrosieremmers, remvloeis-
tof, antivries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreini-
gers of stoomreinigers, omdat
dan op de volgende plaatsen
water kan doordringen en zo
schade kan ontstaan: afdich-
tingen (van wiel- en achterbru-
glagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten
(kabelstekkers, messtekkers,
instrumenten, schakelaars en
verlichting), beluchtings- en
ontluchtingsslangen.
Bij scooters met een kuipruit:
gebruik geen bijtende reini-
gingsmiddelen of harde spon-
zen, deze veroorzaken dofheid
en laten krasjes achter. Som-
mige reinigingsmiddelen voorkunststof laten eveneens kras-
jes achter op de kuipruit. Test
het product op een klein, niet-
zichtbaar gedeelte van de kui-
pruit om zeker te zijn dat geen
sporen achterblijven op de kui-
pruit. Als de kuipruit krasjes
vertoont, breng dan na wassen
een hoogwaardige polish voor
gebruik op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, zachte
zeep en een zachte, schone spons en
spoel dan grondig met schoon water.
Gebruik een tandenborstel of een
flessenborstel op moeilijk bereikbare
plekken. Hardnekkig vastzittend vuil
en insectenresten laten gemakkelijker
los als de bewuste plek alvorens te
reinigen een paar minuten met een
vochtige doek wordt bedekt.
Na rijden in r
egen, aan de kust of op
bepekelde wegen
Zilte zeelucht en wegenzout waarmee
wegen ‘s winters worden bestrooid
hebben in combinatie met water een
zeer corrosieve werking; handel daa-
rom als volgt na een rit in een regen-bui, nabij de kust of op bepekelde
wegen.
OPMERKING:
‘s Winters gestrooid wegenzout kan
nog tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de scooter met koud
water en zachte zeep nadat de
machine is afgekoeld.
DCA10790
LET OP:
Gebruik geen heet water, dit vers-
terkt de corrosieve werking van het
zout.
2. Breng met een spuitbus een
corrosiewerend middel aan op
alle metalen delen, ook op verch-
roomde en vernikkelde compo-
nenten, om zo corrosie te voor-
komen.
Na reiniging
1. Droog de scooter met een zeem-
leren lap of een vochtabsorbe-
rende doek.
2. Gebruik een chroompolish om
verchroomde, aluminium en
roestvrijstalen delen te doen
glanzen, ook het uitlaatsysteem.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-2
7
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 2
Page 77 of 88
(Zelfs thermische verkleuringen
op roestvrijstalen uitlaatsystemen
kunnen door oppoetsen worden
verwijderd.)
3. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend
middel aan te brengen op alle
metalen delen, ook op verchro-
omde en vernikkelde componen-
ten, om zo corrosie te voorko-
men.
4. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om eventue-
el nog achtergebleven vuil te ver-
wijderen.
5. Werk kleine lakbeschadigingen
bij veroorzaakt door steenslag
e.d.
6. Zet alle gelakte oppervlakken in
de was.
7. Laat de scooter volledig drogen
alvorens te stallen of af te dek-
ken.
DWA10940
s s
WAARSCHUWING
Controleer of er geen olie of
was op de wielen of de rem-
men zit. Reinig de remschijven
en remvoeringen indien nodigmet een normale remschijfrei-
niger of aceton en spoel de
banden schoon met lauw water
en een mild reinigingsmiddel.
Test voor u de scooter in
gebruik neemt eerst de rem-
werking en het weggedrag in
bochten.
DCA10800
LET OP:
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwij-
der overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit
aan op rubber of kunststof
delen, behandel deze met een
daartoe bestemd verzorgings-
middel.
Vermijd het gebruik van schu-
rende poetsmiddelen, deze
tasten de lak aan.
OPMERKING:
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
DAU36560
Stalling
Korte termijn
Stal uw scooter steeds op een koele
en droge plek en bescherm indien
nodig tegen stof met een luchtdoorla-
tende stallinghoes.
DCA10820
LET OP:
Als de scooter wordt gestald in
een slecht geventileerde ruim-
te of in vochtige toestand
wordt afgedekt met een dek-
zeil, zal water en vocht kunnen
binnendringen en roestvorming
veroorzaken.
Voorkom corrosie door de
machine niet te stallen in een
vochtige kelder, een stal (i.v.m.
de aanwezigheid van ammo-
niakdamp) en in een opsla-
gruimte voor sterke chemica-
liën.
Lange termijn
Alvorens uw scooter gedurende
meerdere maanden aaneen te stallen:
1. Volg alle instructies op in de
paragraaf “Verzorging” in dit
hoofdstuk.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-3
7
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 3
Page 78 of 88
2. Vul de brandstoftank en voeg een
stabilisatoradditief (indien ver-
krijgbaar) toe om roestvorming in
de tank en achteruitgang van de
brandstof te voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om
de cilinder, de zuigerveren etc. te
beschermen tegen corrosie.
a Verwijder de bougiedop en de
bougie.
b. Giet een theelepel motorolie in
het bougiegat.
c. Breng de bougiedop aan op de
bougie en leg dan de bougie
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer
ronddraaien op de startmotor.
(De cilinderwand wordt zo geo-
lied.)
e. Haal de bougiedop los van de
bougie en breng dan de bougie
en de bougiedop weer aan.
DWA10950
s s
WAARSCHUWING
Om schade of letsel door vonkvor-
ming te voorkomen, moeten debougie-elektroden aan massa lig-
gen terwijl de motor wordt rondge-
draaid.
4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels
en pedalen en van de zijstanda-
ard/middenbok.
5. Controleer de bandspanning en
corrigeer deze indien nodig en
breng dan de scooter omhoog
zodat beide wielen los van de
grond zijn. Een andere mogelijk-
heid is de wielen elke maand iets
te draaien, zodat de banden niet
op één gedeelte sterker achte-
ruitgaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een
plastic zak om te voorkomen dat
vocht kan binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze
volledig bij. Berg de accu op een
koele en droge plek op en laad
hem eens per maand bij. Berg de
accu niet op een zeer warme of
koude plek op [minder dan 0 °C
(30 °F) of meer dan 30 °C (90 °F)].
Zie pagina 6-24 voor meer infor-
matie over het opbergen van de
accu.
OPMERKING:
Verricht eventueel noodzakelijke
reparaties alvorens de scooter te sta-
llen.
VERZORGING EN STALLING VAN DE SCOOTER
7-4
7
1C0-F8199-D3.qxd 3/11/06 12:42 Página 4
Page 79 of 88
AfmetingenTotale lengte2.210 mm (87,0 in)
Totale breedte 790 mm (31,1 in)
Totale hoogte 1.380 mm (54,3 in)
Zadelhoogte 785 mm (30,9 in)
Wielbasis 1.545 mm (60,8 in)
Grondspeling 112,7 mm (4,44 in)
Kleinste draaicirkel 3.650 mm (143,7 in)
GewichtIncl. olie en brandstof176 kg (388 lb)
MotorType motorVloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling 1-cilinder, vooroverhellend
Slagvolume 249,7 cm
3(15,24 cu*in)
Boring x slag 69,0 x 66,8 mm (2,71 x 2,63 in)
Compressieverhouding 10:01
StartsysteemElektrische startmotorSmeersysteem
Wet sump Motorolie Type
SAE 10W30
Aanbevolen kwaliteit motorolie API service type SE, SF, SG of hoger
Hoeveelheid motorolieZonder vervanging van oliefilterpatroon1,2 L (1,27 US qt) (1,06 Imp qt)
VersnellingsbakolieTypeYAMALUBE 4 (10W30) of SAE10W30
type SE motorolie
Hoeveelheid 0,25 L (0,26 US qt) (0,22 Imp qt)
KoelsysteemInhoud radiator (inclusief alle leidingen)0,34 L (0,36 US qt) (0,30 Imp qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau) 0,26 L (0,23 Imp qt, 0,28 US qt)
LuchtfilterLuchtfilterelementDroog element
BrandstofAanbevolen brandstofUitsluitend normale loodvrije benzine
Inhoud brandstoftank 12,5 L (3,30 US gal) (2,75 Imp gal)
Hoeveelheid reservebrandstof 2 L (0,53 US gal) (0,44 Imp gal)
Elektronisch geregelde
brandstofinspuiting
FabrikantAISAN Model x aantal
EFI System x 1
Bougie(s)Fabrikant/modelNGK/DPR8EA-9
Elektrodenafstand 0,8-0,9 mm (0,031-0,035 in)
KoppelingType koppelingDroog, automatisch centrifugaal
VersnellingsbakPrimair reductiesysteemSchroeftandwiel
Primaire reductieverhouding 40/15 (2,666)
Secundair reductiesysteem Schroeftandwiel
Secundaire reductieverhouding 40/14 (2,857)
Type versnellingbak Automatisch, V-snaar
Bediening Automatisch centrifugaal
ChassisType frameStalen onderdraagbuis
Spoorhoek 28 º
Naspoor 100 mm (3,94 in)
VoorbandTypeTubeless
SPECIFICATIES
8-1
8
1C0-F8199-D3.qxd 16/11/06 19:47 Página 1
Page 80 of 88
Maat120/70-15 M/C 56S(Michelin)
120/70-15 M/C 56P(Pirelli)
Fabrikant/model MICHELIN/GOLD STANDARD
PIRELLI/GTS23
AchterbandTypeTubeless
Maat 140/70-14 M/C 68S(Michelin)
140/70-14 M/C 68P(Pirelli)
Fabrikant/model MICHELIN/GOLD STANDARD
PIRELLI/GTS24
BeladingMaximale belasting180 kg (396,9 lb)
Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires
Bandenspanning (gemeten aan koude
banden)
Gewichtsverdeling 0–90 kg (0–198 lb)
Voor 190 kPa (27 psi) (1,9 kgf/cm
2)
Achter 220 kPa (31 psi) (2,2 kgf/cm
2)
Gewichtsverdeling 90 kg (198 lb)–Maximale belasting
Voor 210 kPa (30 psi) (2,1 kgf/cm
2)
Achter 250 kPa (36 psi) (2,5 kgf/cm
2)
VoorwielType wielGietwiel
Velgmaat 15 x MT3,50
AchterwielType wielGietwiel
Velgmaat 14 x MT3,75
VoorremTypeEnkele schijfrem
Bediening Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof DOT 4
AchterremTypeEnkele schijfrem
Bediening Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof DOT 4
VoorwielophangingTypeTelescoopvork
Veer/schokdempertype Schroefveer/oliedemper
Veerweg 110mm (4,33 in)
AchterwielophangingTypeUnit swing Veer/schokdempertype
Schroefveer/oliedemper
Veerweg 95 mm (3,74 in)
Elektrische installatieOntstekingssysteemTransistorontsteking (digitaal)
Laadsysteem Wisselstroomdynamo met permanente
magneten
AccuFabrikant/model: Yuasa/YTX9-BS
Voltage, capaciteit 12 V, 8,0 Ah
Gloeilampen voltage, wattage x aantalKoplamp12 V, 35,0 W / 35,0 W x 2
Parkeerlicht 12 V, 5,0 W x 2
Achterlicht/remlicht unit 12 V, 21,0 W / 5,0 W x 2
Voorste richtingaanwijzer 12 V, 10,0 W x 2
Achterste richtingaanwijzer 12 V, 10,0 W x 2
Kentekenverlichting 12 V, 5,0 W x 1
Instrumentenverlichting LED
Controlelampje brandstofniveau LED
Controlelampje grootlicht LED
SPECIFICATIES
8-2
8
1C0-F8199-D3.qxd 7/11/06 11:58 Página 2