YAMAHA XMAX 250 2008 Instructieboekje (in Dutch)
Page 11 of 92
res kunnen ook instabiliteit
veroorzaken terwijl u grote
voertuigen inhaalt of door deze
wordt ingehaald.
• Sommige accessoires noodza-
ken de bestuurder om een
andere dan de normale zitposi-
tie in te nemen. Zo’n verkeerde
zitpositie beperkt de bewe-
gingsvrijheid van de bestuur-
der en kan een comfortabele
bediening hinderen, zodat we
dergelijke accessoires sterk
afraden.
●Wees voorzichtig bij het aanbren-
gen van elektrische accessoires.
Als elektrische accessoires de
capaciteit van het elektrisch sys-
teem van de scooter te boven
gaan, kan zich een gevaarlijke
elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de
motor uitvalt.
Benzine en uitlaatgassen
●BENZINE IS ZEER GEMAKKE-
LIJK ONTVLAMBAAR:
• Zet de motor altijd af als u ben-
zine tankt.• Pas op en mors tijdens het tan-
ken geen benzine op de motor
of op het uitlaatsysteem.
• Tank niet terwijl u rookt of in de
nabijheid bent van open vuur.
●Start de motor nooit in een afges-
loten ruimte en laat hem dan niet
draaien. De uitlaatgassen zijn gif-
tig en kunnen al heel snel bewus-
teloosheid of dodelijk letsel vero-
orzaken. Start de motor alleen in
de open lucht of in een ruimte die
voldoende ventilatie heeft.
●Zet de motor altijd uit voordat u
de scooter onbeheerd achterlaat
en neem de sleutel uit het con-
tactslot. Let op het volgende als
u de scooter gaat parkeren:
• De motor en het uitlaatsysteem
kunnen heet zijn, dus parkeer
de scooter op een plek waar
voetgangers of kinderen hier-
van geen hinder hebben.
• Parkeer de scooter niet op een
helling of op een zachte onder-
grond, om omvallen te voorko-
men.
• Parkeer de scooter niet nabij
een brandend toestel (bijv. eenpetroleumkachel) of bij open
vuur, hij zou zo vlam kunnen
vatten.
●Roep onmiddellijk medische hulp
in als u benzine heeft ingeslikt,
veel benzinedamp heeft ingea-
demd of benzine in uw ogen is
terechtgekomen. Morst u benzi-
ne op uw huid of kleding, spoel
de bewuste plek dan direct met
zeepwater en trek andere kleding
aan.1
tVEILIGHEIDSINFORMATIE
1-4
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 11
Page 12 of 92
DAU10371
Andere aandachtspunten
voor veilig motorrijden
●Geef duidelijk richting aan wan-
neer u een bocht neemt.
●Op een nat wegdek kan remmen
uiterst lastig zijn. Vermijd te hard
remmen, de scooter zou kunnen
slippen. Bedien de remmen rus-
tig wanneer u op een nat wegdek
wilt stoppen.
●Minder snelheid bij het naderen
van een bocht of een afslag. Trek
langzaam op nadat u de bocht
hebt genomen.
●Wees voorzichtig bij het passeren
van geparkeerde auto’s. Een bes-
tuurder merkt u mogelijk niet op
en kan het portier openslaan in
uw rijrichting.
●Spoorwegovergangen, tramrails,
ijzeren platen gebruikt in de
wegenbouw en putdeksels wor-
den in natte toestand zeer glad.
Minder snelheid en passeer ze
voorzichtig. Houd de scooter
recht, anders kan hij gaan schui-
ven.
●De remvoeringen kunnen nat
worden bij het wassen van de
scooter. Controleer de remmen
na het wassen van de scooter,
voordat u gaat rijden.
●Draag steeds een helm, hands-
choenen, een lange broek (taps
toelopend bij de enkel/omslag,
om flapperen te voorkomen), en
een felgekleurd jack.
●Vervoer op uw scooter niet te
veel bagage. Een overbeladen
scooter is onstabiel.
1
tVEILIGHEIDSINFORMATIE
1-5
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 12
Page 13 of 92
DAU10410
Aanzicht linkerzijde
BESCHRIJVING
2-1
2
1. Tankdop (pagina 3-12)
2. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)
3. Luchtfilterdeksel v-snaarbehuizing (pagina 6-15)
4. Achterste opbergcompartiment (pagina 3-17)
5. Luchtfilterdeksel (pagina 6-15)6. Stelring veervoorspanning (pagina 3-17)
7. Vuldop versnellingsbakolie (pagina 6-7)
8. Olieaftapplug (pagina 6-10)
9. Zijstandaard (pagina 3-18)
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 13
Page 14 of 92
DAU10420
Aanzicht rechterzijde
BESCHRIJVING
2-2
2
1. Handgreep
2. Zadel (pagina 3-14)
3. Accu (pagina 6-26)
4. Zekeringen (pagina 6-27)
5. Voorremblokken (pagina 6-20)6. Kijkglas koelvloeistofniveau (pagina 6-13)
7. Voetsteun passagier
8. Middenbok (pagina 6-24)
9. Olievuldop (pagina 6-10)
10. Achterremblokken (pagina 6-20)
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 14
Page 15 of 92
DAU10430
Bedieningen en instrumenten
BESCHRIJVING
2-3
2
1. Achterremhendel (pagina 3-11)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-10)
3. Snelheidsmeter (pagina 3-5)
4. Multifunctioneel display (pagina 3-6)
5. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-10)6. Gasgreep (pagina 5-3)
7. Voorremhendel (pagina 3-11)
8. Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
9. Voorste opbergcompartiment (pagina 3-16)
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 15
Page 16 of 92
DAU10974
Startblokkeersysteem
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)
Dit voertuig is voorzien van een start-
blokkeersysteem waarmee diefstal
kan worden bemoeilijkt door de code-
ring van de standaardsleutels te wijzi-
gen. Het systeem bestaat uit de vol-
gende onderdelen:
●een codeersleutel (met een rood
bovendeel)
●twee standaardsleutels (met een
zwart bovendeel) die opnieuw
kunnen worden gecodeerd
●een transponder (die is geïnte-
greerd in de codeersleutel)
●een startblokkeereenheid
●een ECU (elektronische regeleen-
heid)
●een controlelampje van het start-
blokkeersysteem (Zie pagina
3-3.)
De sleutel met het rode bovendeel
wordt gebruikt om de twee standa-
ardsleutels te coderen. Het wijzigen
van de codes is een ingewikkelde
procedure. Breng het voertuig daa-
rom met alle drie sleutels naar een
Yamaha dealer om deze opnieuw te
laten coderen. Gebruik de sleutel met
het rode bovendeel niet om met het
voertuig te rijden. Deze sleutel dient
uitsluitend te worden gebruikt voor
het opnieuw coderen van de standa-
ardsleutels. Gebruik altijd een standa-
ardsleutel om met het voertuig te rij-
den.
DCA11821
LET OP:
●ZORG DAT U DE CODEERS-
LEUTEL NIET VERLIEST!
NEEM DIRECT CONTACT OP
MET UW DEALER ALS U HEM
VERLOREN HEBT! Als de
codeersleutel verloren is, kun-
nen de standaardsleutels niet
opnieuw gecodeerd worden. Ukunt het voertuig dan nog ste-
eds starten met de standaards-
leutels, maar als ze opnieuw
gecodeerd moeten worden
(d.w.z. als er een nieuwe stan-
daardsleutel is gemaakt of als
alle sleutels verloren zijn), dient
het gehele startblokkeersyste-
em vervangen te worden. Daa-
rom wordt u sterk aangeraden
een van de standaardsleutels
te gebruiken en de codeersleu-
tel op een veilige plek te bewa-
ren.
●Dompel de sleutels nooit in
water.
●Stel de sleutels nooit bloot aan
extreem hoge temperaturen.
●Leg de sleutels nooit vlakbij
magnetische voorwerpen
(zoals bijvoorbeeld speakers
enz.).
●Plaats nooit voorwerpen die
elektrische signalen uitzenden
vlakbij de sleutels.
●Plaats nooit zware voorwerpen
op de sleutels.
●U mag de sleutels nooit slijpen
of de vorm ervan wijzigen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-1
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 16
Page 17 of 92
●U mag het plastic gedeelte van
de sleutels nooit demonteren.
●Hang nooit twee sleutels van
een startblokkeersysteem aan
dezelfde sleutelring.
●Bewaar de standaardsleutels
en ook de sleutels van andere
startblokkeersystemen altijd
op een andere plek dan de
codeersleutel van het voertuig.
●Houd sleutels van andere start-
blokkeersystemen altijd uit de
buurt van het contactslot, want
anders kunnen ze signaalsto-
ring veroorzaken.
DAU10471
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden
het ontstekingssysteem en de verlich-
tingssystemen bediend en wordt het
stuur vergrendeld.
OPMERKING:
Gebruik de standaardsleutel (zwart
bovendeel) voor het normale gebruik
van het voertuig. Bewaar de codeers-
leutel (rood bovendeel) op een veilige
plaats om verlies te voorkomen en
gebruik de sleutel uitsluitend voor het
opnieuw coderen van de standaards-
leutels.
DAU34121
ON
Alle elektrische circuits worden voor-
zien van stroom; de instrumentenver-
lichting, het achterlicht, de kenteken-
verlichting en de parkeerlichten gaan
branden en de motor kan worden
gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKING:
De koplampen gaan automatisch
branden wanneer de motor wordt
gestart en blijven aan totdat de sleu-
tel naar “OFF” wordt gedraaid of de
zijstandaard omlaag wordt bewogen.
DAU10660
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitges-
chakeld. De sleutel kan worden uitge-
nomen.
DAU10680
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elek-
trische systemen zijn uitgeschakeld.
De sleutel kan worden uitgenomen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 17
Page 18 of 92
Om het stuur te vergrendelen
1. Drukken
2. Draaien
1. Draai het stuur helemaal naar
links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-
stand in en draai hem dan naar
de “LOCK”-stand. Houd de sleu-
tel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.Om het stuur te ontgr
endelen
1. Drukken
2. Draaien
Druk de sleutel in en draai hem dan
naar “OFF” terwijl de sleutel ingedrukt
wordt gehouden.
DWA10060
s s
WAARSCHUWING
Draai de contactsleutel nooit naar
“OFF” of naar “LOCK” terwijl de
machine rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en
mogelijk zult u zo de macht over
het stuur verliezen of een ongeval
veroorzaken. Zorg altijd dat de
machine stilstaat voordat u de
sleutel naar “OFF” of naar “LOCK”
draait.
DAU11003
Controle- en
waarschuwingslampjes
1. Controlelampje grootlicht “j”
2. Controlelampje linker richtingaanwijzers “c”
3. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
“
d”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
5. Controlelampje startblokkering “ ”
6. Controlelampje brandstofniveau “ ”
DAU11030
Controlelampjes
richtingaanwijzers “
c” en “d”
Het bijbehorende controlelampje
knippert terwijl de schakelaar voor
richtingaanwijzers naar de linker- of
rechterstand is gedrukt.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 18
Page 19 of 92
DAU11080
Controlelampje grootlicht “j”
Dit controlelampje brandt terwijl de
koplamp is ingeschakeld voor groo-
tlicht.
DAU12090
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelf-
diagnosesysteem voor diverse elek-
trische circuits.
Wanneer in een van deze circuits een
storing optreedt, gaat het waarschu-
wingslampje voor motorstoring bran-
den of knipperen. Vraag in dat geval
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DCA11170
LET OP:
Neem als dit gebeurt direct contact
op met een Yamaha dealer, om
mogelijke motorschade te voorko-
men.
DAUT1931
Waarschuwingslampje
motorstoring “ ”
Dit waarschuwingslampje knippert of
blijft branden wanneer een elektrisch
circuit dat de motorwerking controle-
ert defect is. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer het zelfdiagnosesyste-
em te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waars-
chuwingslampje controleert u door desleutel naar “ON” te draaien. Als het
waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAU11350
Waarschuwingslampje
brandstofniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den wanneer het brandstofniveau
daalt tot beneden ca. 2 L (0,53 US
gal) (0,44 Imp.gal). Vul in dat geval zo
snel mogelijk brandstof bij.
Het elektrisch circuit voor het waars-
chuwingslampje controleert u door de
sleutel naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet
een paar seconden lang oplicht en
dan dooft, vraag dan een Yamaha
dealer om het elektrisch circuit te tes-
ten.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 19
Page 20 of 92
DAU38620
Controlelampje startblokkering
“”
Het elektrisch circuit voor het contro-
lelampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt
gedraaid, begint het controlelampje
na 30 seconden te knipperen om aan
te geven dat het startblokkeersyste-
em is ingeschakeld. Het controle-
lampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft
ingeschakeld.
DAU11591
Snelheidsmeter
1. Snelheidsmeter
ALLEEN VOOR GROOT-
BRITTANNIË
1. Snelheidsmeter
De snelheidsmeter toont de actuele
rijsnelheid.
DAUM1470
Brandstofniveaumeter
1. Brandstofniveaumeter
2. Controlelampje brandstofniveau “ ”
De brandstofniveaumeter geeft aan
hoeveel brandstof in de tank aanwe-
zig is. De naald beweegt naar “E”
(Empty) naarmate het brandstofnive-
au daalt. Wanneer de brandstof in de
tank ongeveer 2 L (0,53 US gal) (0,44
Imp.gal) bereikt, gaat het waarschu-
wingslampje brandstofniveau bran-
den en schakelt het multifunctionele
display automatisch naar “Trip/fuel”-
modus. (Zie pagina 3-6.) Vul in dat
geval zo snel mogelijk brandstof bij.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
1C0-F819D-D4.qxd 22/11/07 05:50 Página 20