YAMAHA XMAX 300 2021 Instructieboekje (in Dutch)

Page 41 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-15
4
DAU78611
Tractiere gelin gDe tractieregeling (TCS) draagt bij aan het
behouden van grip bij het optrekken op
gladde oppervlakken, zoals onverharde of
natte wegen. Wanneer sensoren detecte-
ren dat het achterwiel begint te slippen (on-
gecontroleerde slip), grijpt de
tractieregeling in door het motorvermogen
te reguleren totdat de grip is hersteld.
Als tractieregeling in werking is, knippert
het controlelampje “ ” . Mogelijk merkt u
verandering in de reactie van de motor of
het uitlaatgeluid.
WAARSCHUWING
DWA18860
De tractiere gelin g vormt g een vervan-
g in g voor verstan dig rij ged ra g dat is
aan gepast aan de omstan dig he den. De
tractiere gelin g b ie dt geen beschermin g
te gen gripverlies door te snel in gaan van
b ochten, snel optrekken bij schuin over-
hang en of door remmen, en kan we gglij-
d en van het voorwiel niet voorkomen.
Rij d altij d voorzichti g op oppervlakken
d ie mo gelijk gla d kunnen zijn en vermijd
b ijzon der gla dde oppervlakken.
Tractiere gelin g instellen
Als u de machine inschakelt, wordt tractie-
regeling automatisch ingeschakeld.
Bedien om de tractieregeling uit te schake-
len de schakelaar “INFO” om de informatie-
weergave te wisselen naar de weergave
van de tractieregeling. Houd vervolgens de
schakelaar “INFO” drie seconden inge-
drukt. Op het display wordt “TCSOFF”
weergegeven en het controlelampje “TCS”
gaat branden.
OPMERKINGAls de machine vast is komen te zitten in
modder, zand of een ander zacht opper-
vlak, schakel dan de tractieregeling uit om
het vrijmaken van het achterwiel te verge-
makkelijken.LET OP
DCA16801
Ge bruik uitsluiten d d e voor geschreven
b an den. (Zie pa gina 7-20.) Bij geb ruik
van ban den met een an dere maat zal de
tractiere gelin g d e wielrotatie niet nauw-
keuri g kunnen re gelen.
1. Controlelampje tractieregeling “ ”
2. Weergave tractieregelingZAUM1535
1
2
1. Controlelampje tractieregeling “ ”
2. Weergave tractieregelingZAUM1536
1
2
UBBAD0D0.book Page 15 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 42 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-16
4
De tractiereg eling teru gstellen
De tractieregeling wordt onder de volgende
omstandigheden automatisch uitgescha-
keld, bijvoorbeeld als een sensorfout wordt
gedetecteerd of wanneer langer dan enkele
seconden slechts één wiel kan draaien. Als
dit gebeurt, gaat het controlelampje “ ”
branden en mogelijk ook het
waarschuwingslampje “ ”.OPMERKINGGeef niet langdurig gas wanneer de machi-
ne op de middenbok staat. Anders wordt
de tractieregeling automatisch uitgescha-
keld en moet deze opnieuw worden inge-
steld.
Als de tractieregeling automatisch wordt
uitgeschakeld, kunt u deze als volgt terug-
stellen. 1. Stop de machine en schakel deze vol- ledig uit.
2. Wacht enkele seconden en schakel de machinevoeding vervolgens in.
3. Het controlelampje “ ” dient uit te
gaan en het systeem dient te worden
ingeschakeld.OPMERKINGAls het controlelampje “ ” na het terug-
stellen blijft branden, kan nog steeds met
de machine worden gereden; laat de ma-
chine echter zo snel mogelijk nakijken door
uw Yamaha dealer.4. Laat een Yamaha dealer het voertuignakijken en het controlelampje “ ”
uitschakelen.
DAU78502
Tank dopOm de tank dop te verwij deren
1. Zet het contactslot op “ ” om het tankdopdeksel te openen.
2. Draai de tankdop linksom totdat de ontgrendelmarkering “ ” is uitgelijnd
met “ ”, en verwijder dan de dop.
1. Controlelampje tractieregeling “ ”
2. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”ZAUM1550
1. Tankdopdeksel
1
UBBAD0D0.book Page 16 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 43 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-17
4
Om de tankd op aan te bren gen
1. Steek de tankdop in de opening van
de brandstoftank en draai deze
rechtsom totdat de
vergrendelmarkering “ ” is uitgelijnd
met “ ”. 2. Sluit het tankdopdeksel.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet
de tankd op goe d
wor den aan ged raai d. Door b randstof-
lekka ge ontstaat b randgevaar.
DAU13213
Bran dstofControleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en b enzinedampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om b rand en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol.
Stop met vullen zodra de brandstof de
onderkant van de vulhals heeft be-
reikt. Omdat brandstof uitzet als deze
warm wordt, kan de warmte van de
motor of de zon ervoor zorgen dat
brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
1. Tankdop
2. Ontgrendelingsmarkering “ ”
1. Vergrendelingsmarkering “ ”
1
2
1
UBBAD0D0.book Page 17 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 44 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-18
4
3. Veeg uitgestroomde brandstof on-
middellijk af. LET OP: Veeg g emors-
te bran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte doek, aan ge-
zien de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof d elen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is gifti g en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om benzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u b en-
zine heeft in geslikt, veel benzined amp
heeft in gead emd of b enzine in uw o gen
heeft gekreg en. Als b enzine op uw hui dterechtkomt, was
deze dan af met water
en zeep. Als u benzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kled ing aan.
DAU86072
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van normale loodvrije benzine met
een octaangetal van 95 of hoger. Als de
motor gaat kloppen (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of met een ho-
ger octaangetal.
OPMERKING Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
 Controleer of het vulpistool van de
brandstofpomp dezelfde markering
heeft.Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.LET OP
DCA11401
Gebruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
1 2
Aan bevolen bran dstof:
Loodvrije benzine (E10 acceptabel)
Octaan getal (RON):
95
Inhou d b ran dstoftank:
13 L (3.4 US gal, 2.9 Imp. gal)
Bran dstofreserve:
2.4 L (0.63 US gal, 0.53 Imp.gal)
E5
E10
UBBAD0D0.book Page 18 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 45 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-19
4
DAU58301
Overloopslan g b ran dstoftankVoordat u de machine gaat gebruiken:
 Controleer de aansluiting en ligging
van de overloopslang van de brand-
stoftank.
 Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
 Controleer of de overloopslang van de
brandstoftank niet verstopt is en reinig
deze indien nodig.
DAU13435
UitlaatkatalysatorHet uitlaatsysteem bevat een of meer uit-
laatkatalysatoren om schadelijke uitlaate-
missies te verminderen.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet na dat de mo-
tor heeft ged raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of bran dwon den te
voorkomen:  Parkeer de machine nooit nab ij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
 Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
 Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhed en uit te voeren.
 Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair draaien. Lan g
stationair draaien kan lei den tot
oververhittin g.
DAU78514
Op ber gcompartimentenDit model is voorzien van 3 opbergcompar-
timenten. De voorste opbergcompartimen-
ten en het achterste opbergcompartiment
bevinden zich op de aangegeven plaatsen.
1. Overloopslang brandstoftank
1
1
1. Opbergcompartiment A
2. Opbergcompartiment B
1. Achterste opbergcompartiment
2
1
1
UBBAD0D0.book Page 19 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 46 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-20
4
OPMERKING Opbergcompartiment A moet worden
geopend met het Smart-sleutelsy-
steem. (Zie pagina 3-9.)
 Het zadel/achterste opbergcomparti-
ment kan worden geopend met het
Smart-sleutelsysteem of de mechani-
sche sleutel.
 Sommige helmen kunnen vanwege
hun grootte of vorm niet in het achter-
ste opbergcompartiment worden op-
geborgen.Opber gcompartiment A
Draai om opbergcompartiment A te openen
het contactslot naar “OPEN” en druk dan
op de knop “LID”.
Druk om opbergcompartiment A te sluiten
op het deksel van het opbergcompartiment
totdat het gesloten is.
Op ber gcompartiment B
Druk om opbergcompartiment B te openen
het deksel van het opbergcompartiment
naar binnen om het te ontgrendelen en trek
dan om het te openen. Druk om opbergcompartiment B te sluiten
het deksel van het opbergcompartiment in
de oorspronkelijke positie.
Za
del/achterste op ber gcompartiment
Om het zadel/achterste opbergcomparti-
ment te openen met behulp van het con-tactslotDraai het contactslot naar “OPEN” en druk
dan op de knop “SEAT”.
Om het zadel/achterste opbergcomparti-ment te openen met de mechanische sleu-tel1. Open het afdekplaatje van het sleutel- gat. 2. Steek de mechanische sleutel in het
zadelslot en draai de sleutel rechtsom.1. Deksel
2. Opbergcompartiment
1 2
1. Afdekplaatje sleutelgat
1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
1
1
2
UBBAD0D0.book Page 20 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 47 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-21
4
OPMERKINGZorg dat het zadel en alle opbergcomparti-
menten zijn gesloten alvorens te gaan rij-
den.LET OP
DCA24020
Zor g ervoor dat de sleutel gataf dekkin g
is geïnstalleer d als de mechanische
sleutel niet wor dt geb ruikt.LET OP
DCA21150
Let op het volg ende bij het g eb ruik van
het op ber gcompartiment.
 Het op ber gcompartiment wor dt
warm bij blootstellin g aan zon en/of
warmte van de motor, d us bewaar
er geen etenswaren of voorwerpen
in die slecht te gen warmte kunnen
of die ontvlam baar zijn.
 Stop natte voorwerpen in een plas-
tic zak alvorens deze in het op ber g-
compartiment mee te nemen om te
voorkomen dat het vocht zich door
het op ber gcompartiment ver-
sprei dt. 
Het op ber gcompartiment kan nat
wor den als d e machine wor dt ge-
reini gd, dus stop voorwerpen d ie u
wilt meenemen ter beschermin g in
een plastic zak.
 B
ewaar geen waar devolle of breek-
b are voorwerpen in het op ber g-
compartiment.
WAARSCHUWING
DWA18950
 Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 1 k g (2.2 l b) voor op ber g-
compartiment A niet.
 Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 0.5 k g (1.1 l b) voor op-
b er gcompartiment B niet.
 Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 5 k g (11 l b) voor het ach-
terste op ber gcompartiment niet.
 Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 161 k g (355 l b) voor de
machine niet.
DAU78521
KuipruitAl naar gelang de voorkeur van de bestuur-
der kan de kuipruithoogte in twee verschil-
lende standen worden gezet.
De kuipruit in d e hoge stan d zetten
1. Demonteer de afdekplaatjes van de bouten door de drukclips te verwijde-
ren.1. Kuipruit
1
UBBAD0D0.book Page 21 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 48 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-22
4
2. Verwijder de kuipruit door de bouten
los te halen.
3. Verwijder de bouten en breng de bou- ten vervolgens aan in de gewenste
stand. 4. Monteer de kuipruit in de hoge stand
door de bouten aan te brengen, en zet
de bouten dan vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
WAARSCHUWING! Een loszitten de
kuipruit kan een on geluk veroorza- ken. Draai d
e schroeven vast met
het voor geschreven aanhaalmo-
ment.
[DWA15511]
5. Plaats de afdekplaatjes van de bouten en monteer de drukclips.
1. Drukclip
2. Deksel voor toegang tot bout
1. Bout2
1
1
1
1. Bout
1. Bout
1
1
1
1
1. BoutAanhaalmoment:Kuipruitbout:8 N·m (0.8 kgf·m, 5.9 lb·ft)
1
1
UBBAD0D0.book Page 22 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 49 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-23
4
De kuipruit in d e lage stan d zetten
1. Demonteer de afdekplaatjes van de
bouten door de drukclips te verwijde-
ren.
2. Verwijder de kuipruit door de bouten
los te halen.
3. Verwijder de bouten en breng de bou- ten vervolgens aan in de gewenste
stand.
4. Monteer de kuipruit in de lage standdoor de bouten aan te brengen, en zet
de bouten dan vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.
WAARSCHUWING! Een loszitten de
kuipruit kan een on geluk veroorza- ken. Draai d
e schroeven vast met
het voor geschreven aanhaalmo-
ment.
[DWA15511]
5. Plaats de afdekplaatjes van de bouten en monteer de drukclips.
1. Deksel voor toegang tot bout
2. DrukclipZAUM1518
12
1. Bout
1. Bout
1
11
1
1. Bout
Aanhaalmoment:Kuipruitbout: 8 N·m (0.8 kgf·m, 5.9 lb·ft)
1
1
UBBAD0D0.book Page 23 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page 50 of 112

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
4-24
4
DAU46833
Stan d van het stuur Het stuur kan in twee verschillende standen
worden gezet, al naar gelang de voorkeur
van de bestuurder. Laat de stand van het
stuur aanpassen bij een Yamaha-dealer.
DAU14895
De schok demperunits afstellen
WAARSCHUWING
DWA10211
Geef bei de vorkpoten stee ds dezelf de
afstellin g, an ders kan slecht we ggedra g
en vermin der de rijsta biliteit het g evolg
zijn.Elke schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning.LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te d raaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.Stel de veervoorspanning als volgt af.
Draai de stelring in de richting (a) om de
veervoorspanning te verhogen.
Draai de stelring in de richting (b) om de
veervoorspanning te verlagen.  Zet de gewenste inkeping in de stel-
ring tegenover de positie-indicator op
de schokdemper.
 Verricht de afstelling met het afstelge-
reedschap voor veervoorspanning in
de gereedschapsset.
1. Stuur
1
1. Stelring veervoorspanning
2. Speciale sleutel
3. Positie-indicatorAfstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht): 1
Standaard: 3
Maximum (hard):
51 2345
2
1
(a)
(b)
3
UBBAD0D0.book Page 24 Wednesday, September 16, 2020 9:08 AM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 ... 120 next >