YAMAHA XT1200Z 2019 Instructieboekje (in Dutch)

Page 11 of 118

Veiligheidsinformatie
1-5
1
 Schakel een versnelling in (bij model-
len met een handgeschakelde ver-
snellingsbak).
 Zet de motorfiets vast met spanban-
den of andere geschikte banden aan
stevige delen van de motorfiets, zoals
het frame of de bovenste voorvork-
klem (en niet aan, bijvoorbeeld, het
stuur, de richtingaanwijzers of onder-
delen die kunnen afbreken). Kies de
plaats voor de spanbanden zorgvuldig
om te voorkomen dat deze tijdens het
transport schuurplekken op de lak
veroorzaken.
 Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de motorfiets tijdens het trans-
port niet overmatig kan stuiteren.
UBP8D1D0.book Page 5 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM

Page 12 of 118

Beschrijving
2-1
2
DAU63371
Aanzicht linkerzijde
35
6
7891011
41,2
1213
1. Versteller voor uitgaande demping (pagina 3-33)
2. Versteller voor veervoorspanning (pagina 3-33)
3. Tankdop (pagina 3-26)
4. Zadelslot (pagina 3-29)
5. Bagagedrager (pagina 3-36)
6. Vulplug cardanolie (pagina 6-15)
7. Aftapplug cardanolie (pagina 6-15)
8. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-16)
9. Schakelpedaal (pagina 3-22)
10.Olieaftapplug (oliereservoir) (pagina 6-11)
11.Olieaftapplug (carter) (pagina 6-11)
12.Oliefilterpatroon (pagina 6-11)
13.Versteller voor ingaande demping (pagina 3-33)
UBP8D1D0.book Page 1 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM

Page 13 of 118

Beschrijving
2-2
2
DAU63391
Aanzicht rechterzijde
1
4
58967
23
1. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-25)
2. Versteller voor veervoorspanning (pagina 3-35)
3. Zekeringen (pagina 6-32)
4. Gereedschapsset (pagina 6-2)
5. Accu (pagina 6-31)
6. Olievuldop (pagina 6-11)
7. Kijkglas olieniveau (pagina 6-11)
8. Rempedaal (pagina 3-23)
9. Versteller voor uitgaande demping (pagina 3-35)
UBP8D1D0.book Page 2 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM

Page 14 of 118

Beschrijving
2-3
2
DAU63401
Bedienin gen en instrumenten
1
9
10
2345678
1. Koppelingshendel (pagina 3-21)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-20)
3. Reservoir koppelingsvloeistof (pagina 6-25)
4. Multifunctionele meter (pagina 3-9)
5. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires (pagina 3-38)
6. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-25)
7. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-20)
8. Remhendel (pagina 3-22)
9. Gasgreep (pagina 6-19)
10.Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
UBP8D1D0.book Page 3 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM

Page 15 of 118

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-1
3
DAU10979
Start blokkeersysteem
Dit voertuig is voorzien van een startblok-
keersysteem waarmee diefstal kan worden
bemoeilijkt door de codering van de stan-
daardsleutels te wijzigen. Het systeem be-
staat uit de volgende onderdelen:
 een codeersleutel
 twee standaardsleutels
 een transponder (in elke sleutel)
 een startblokkeereenheid (op het
voertuig)
 een ECU (op het voertuig)
 een controlelampje voor het systeem
(pagina 3-5)
Over de sleutels
De sleutel met het rode bovendeel wordt
gebruikt om de twee standaardsleutels te
coderen. Bewaar de codeersleutel op een
veilige plaats. Ga als dat nodig is met de
machine en alle drie sleutels naar een
Yamaha dealer om de sleutels opnieuw te laten coderen.
Gebruik de sleutel met het rode bovendeel
niet om met het voertuig te rijden. Deze
sleutel dient uitsluitend te worden gebruikt
voor het opnieuw coderen van de stan-
daardsleutels. Gebruik altijd een stan-
daardsleutel om met het voertuig te rijden.
OPMERKING
 Bewaar de standaardsleutels en de
sleutels van andere startblokkeersy-
stemen altijd op een andere plek dan
de codeersleutel.
 Houd sleutels van andere startblok-
keersystemen altijd uit de buurt van
het contactslot, want anders kunnen
ze signaalstoring veroorzaken.
LET OP
DCA11823
ZORG DAT U DE CODEERSLEUTEL
NIET VERLIEST! NEEM DIRECT CON-
TACT OP MET UW DEALER ALS U HEM
VERLOREN HEBT! Als u de co deersleu-
tel bent verloren, kan de machine no g
wor den gestart met de bestaan de stan-
d aar dsleutels. Het is echter niet meer
mo gelijk om een nieuwe stan daar dsleu-
tel te re gistreren. Als alle sleutels zijn
verloren of bescha digd, moet het volle-
d ig e start blokkeersysteem wor den ver-
van gen. Ga d aarom zor gvul dig met d e
sleutels om.  Dompel ze niet on der in water.
 Stel ze niet bloot aan ho ge tempe-
raturen.
 Plaats ze niet in de buurt van ma g-
neten.
 Plaats ze niet in de buurt van appa-
raten die elektrische si gnalen uit-
zen den.
 Ga er niet ruw mee om.
 Pr

obeer ze niet te slijpen of te wijzi-
g en.
 Pro beer ze niet uit elkaar te halen.
 Han g nooit twee sleutels van een
start blokkeersysteem aan dezelf de
sleutelrin g.
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)
UBP8D1D0.book Page 1 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM

Page 16 of 118

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-2
3
DAU10474
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
OPMERKING
Gebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
DAU85040ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom en de voertuigverlichting wordt
ingeschakeld. De motor kan worden ge-
start. De sleutel kan niet worden uitgeno-
men.
OPMERKING
Laat om ontladen van de accu te voor-
komen het contactslot niet ingescha-
keld zonder dat de motor draait.
 De koplamp gaat automatisch bran-
den als de motor wordt gestart.
DAU10662OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit d e sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl d e machine rijdt. Hier-
d oor wor den de elektrische systemen
uit geschakel d, wat mo gelijk kan lei den
tot verlies van de controle of een on ge-
val.
DAU10696LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links of rechts.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Als het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts of links
te draaien.
P
ON
OFF
LOCK
1. Drukken.
2. Draaien.
12
UBP8D1D0.book Page 2 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM

Page 17 of 118

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680 (Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichtin g of d e richtin g-
aanwijzers lan gdurig g eb ruikt, kan dit de
accu ontla den.
DAU4939G
Controlelampjes en waarschu-
win gslampjes
DAU11032Controlelampjes richtin gaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061Vrijstan dcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11259Waarschuwin gslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is. Vul zo snel mo-
gelijk motorolie bij om schade aan de motor
te voorkomen.
1. Drukken.
2. Draaien.
12
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers “”
2. Controlelampje rechter richtingaanwijzers “”
3. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
5. ABS-waarschuwingslampje “ ”
6. Controlelampje tractieregeling “ ”
7. Controlelampjes cruise control “ ” “SET”
8. Controlelampje grootlicht “ ”
9. Vrijstandcontrolelampje “ ”
10.Controlelampje startblokkering “ ”
GEARN25A.TEMP ˚C
LoC.TEMP˚C
0:00TIME TRIP
345687910
12
ABS
UBP8D1D0.book Page 3 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM

Page 18 of 118

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-4
3
Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. Als er een
probleem wordt gedetecteerd in het circuit
van het waarschuwingslampje olieniveau,
knippert het waarschuwingslampje olieni-
veau herhaaldelijk. Als dit zich voordoet,
vraag dan een Yamaha-dealer de machine
te controleren.
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden terwijl
het olieniveau correct is (zie pagina 6-11),
laat de machine dan controleren door een
Yamaha dealer.
DAU58402Controlelampjes cruise control “ ” en
“SET”
Deze controlelampjes gaan branden wan-
neer de cruise control wordt geactiveerd.
(Zie pagina 3-6.)
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld, moe-
ten deze lampjes enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan. Laat als de lampjes niet
oplichten de machine controleren door een
Yamaha dealer.
DAU73172Waarschuwin gslampje motorstorin g
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld, gaat
het lampje enkele seconden branden en
gaat het vervolgens weer uit. Als het lampje
niet gaat branden of blijft branden, vraag
dan uw Yamaha dealer om de machine te
controleren.
DAU69892ABS-waarschuwin gslampje “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de machine wordt ingeschakeld, en gaat uit
als u begint te rijden. Als het waarschu-
wingslampje tijdens het rijden gaat bran-
den, werkt het ABS-systeem mogelijk niet
goed. (Zie pagina 3-24.)
OPMERKING
Als het lampje helemaal niet gaat branden
of blijft branden bij een snelheid boven 10
km/h (6 mi/h), vraag dan uw Yamaha dealer
om de machine te controleren.
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
uit gaat zo dra met een snelhei d van 10
km/h (6 mi/h) of ho ger wor dt g ere den, of
als het waarschuwin gslampje tij dens
het rij den gaat bran den of knipperen,
keert het remsysteem teru g naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaan de gevallen zich voor doet, of
als het waarschuwin gslampje helemaal
niet gaat bran den, rij d an extra voorzich-
ti g om te voorkomen d at de remmen in
noo dsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en d e elektrische circuits zo
snel mo gelijk door een Yamaha dealer
controleren.
DAU74082Controlelampje tractiere gelin g“”
Dit controlelampje knippert als de tractiere-
geling is ingeschakeld.
ABS
UBP8D1D0.book Page 4 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM

Page 19 of 118

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-5
3
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaat dit controlelampje branden.
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
DAU73120Controlelampje start blokkerin g“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleem
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)
OPMERKING
Als het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende.
1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten. 2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
UBP8D1D0.book Page 5 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM

Page 20 of 118

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-6
3
DAU59132
Cruise control
Dit model is uitgerust met cruise control,
dat een ingestelde kruissnelheid handhaaft.
De cruise control werkt alleen wanneer u
rijdt in de 3e versnelling bij snelheden tus-
sen ongeveer 50 km/h (31 mi/h) en
100 km/h (62 mi/h), in de 4e versnelling bij
snelheden tussen ongeveer 50 km/h
(31 mi/h) en 150 km/h (93 mi/h), of in de 5e
of 6e versnelling bij snelheden tussen on-
geveer 50 km/h (31 mi/h) en 180 km/h
(112 mi/h).
WAARSCHUWING
DWA16341
Onjuist geb ruik van de cruise con-
trol kan leid en tot verlies van de
controle over de machine met mo-
g elijk een on geval tot g evolg. Ge-
b ruik geen cruise control in druk
verkeer, slechte weersomstan dig -
he den of op b ochtige, gla dde, heu-
velachti ge of slechte we gen of
g rin dweg en.
 Wanneer u heuvelopwaarts of heu-
velafwaarts rij dt, kan d e cruise con-
trol de in gestel de kruissnelhei d
mo gelijk niet aanhou den.
 Wanneer u d e cruise control niet
g eb ruikt, moet u deze uitschakelen
om te voorkomen dat u deze per
on geluk inschakelt. Controleer of
het controlelampje voor cruise
control “ ” uit is.
Cruise control activeren en instellen 1. Druk op de aan-uitschakelaar voor de
cruise control “ ” links op het stuur.
Het controlelampje voor cruise
control “ ” gaat aan.
1. Controlelampje cruise control “ ”
2. Controlelampje cruise-controlinstelling “SET”
1. Instelschakelaar cruise control “RES+/SET–”
2. Aan-uitschakelaar cruise control “ ”
1. Aan-uitschakelaar cruise control “ ”
2. Controlelampje cruise control “ ”
12
R ES
SETPA S S
2
1
RES
SETPA S S
21
UBP8D1D0.book Page 6 Wednesday, September 12, 2018 9:20 AM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 ... 120 next >