YAMAHA XT1200Z 2019 Instructieboekje (in Dutch)
Page 31 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-17
3
OPMERKING
Wanneer “km” is geselecteerd, kunt u
“L/100km” of “km/L” instellen als eenhe-
den voor brandstofverbruik. Ga als volgt
verder om de eenheden voor brandstofver-
bruik in te stellen. Als u “mile” hebt geselec-
teerd, slaat u stap 5 en 6 over.
5. Gebruik de selectieschakelaar om
“km/L or L/100km” te selecteren.
6. Druk op de menuschakelaar “MENU”, gebruik de selectieschakelaar om
“L/100km” of “km/L” te selecteren en
druk vervolgens opnieuw op de me-
nuschakelaar “MENU”.
7. Gebruik de selectieschakelaar om “ ” te markeren en druk vervolgens op de
menuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het instelmodusmenu.
De items voor de pagina’s van de informa-
tieweergave selecteren
1. Gebruik de selectieschakelaar om “Display” te markeren. 2. Druk op de menuschakelaar “MENU”,
gebruik de selectieschakelaar om de
pagina die u wilt aanpassen te marke-
ren en druk vervolgens opnieuw op de
menuschakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om het item te markeren dat u wilt wijzigen en
druk vervolgens op de menuschake-
laar “MENU”.
4. Gebruik de selectieschakelaar om het item te selecteren dat u wilt weerge-
ven en druk vervolgens op de menus-
chakelaar “MENU” om de selectie te
bevestigen.
Unit
km or mile
km
km/L or L/100km
km/L
MENU
Maintenance
Time Trip
Unit
Display
Brightness
Clock
All Reset
Display
Display-1
Display-2
Display-3
Display-1
1-1
A.TEMP
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
Display-1
1-1
ODO
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
UBP8D1D0.book Page 17 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 32 of 118
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-18
3
5. Herhaal de vorige stap om andere
items te wijzigen of gebruik als u klaar
bent de selectieschakelaar om “ ” te
markeren en druk vervolgens op de
menuschakelaar “MENU” om af te
sluiten.
6. Gebruik de selectieschakelaar om “ ” te markeren en druk vervolgens op de
menuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het hoofdscherm van de
instelmodus.
De helderheid van de multifunctionele me-
ter instellen
1. Gebruik de selectieschakelaar om “Brightness” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om het gewenste helderheidsniveau te selec-
teren en druk vervolgens op de me-
nuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het hoofdmenu van de in-
stelmodus. De klok instellen
1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Clock” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Als de urenaanduiding begint te knip- peren, gebruikt u de selectieschake-
laar om de uren in te stellen.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU” en de minutenaanduiding zal gaan
knipperen.
5. Gebruik de selectieschakelaar om de minuten in te stellen.
Display-1
1-1
ODO
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
MENU
Maintenance
Time Trip
Unit
Display
Brightness
Clock
All Reset
Brightness
MENU
Maintenance
Time Trip
Unit
Display
Brightness
Clock
All Reset
Clock
555
AM
UBP8D1D0.book Page 18 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 33 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-19
3
6. Druk op de menuschakelaar “MENU”
om terug te keren naar het hoofd-
scherm van de instelmodus.
Alle weergave-items terugstellen
1. Gebruik de selectieschakelaar om “All Reset” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om “YES” te markeren en druk vervolgens
op de menuschakelaar “MENU”.
OPMERKING
De kilometerteller en de klok worden niet
teruggesteld.
DAU49433
D-mo de (rijmo dus)
D-mode is een elektronisch geregeld mo-
torprestatiesysteem met twee modusse-
lecties (toermodus “T” en sportmodus “S”).
Druk de rijmodusschakelaar “MODE” in om
te wisselen tussen de modi. (Zie pagina
3-21 voor uitleg over de rijmodusschake-
laar.)
OPMERKING
Maak uzelf vertrouwd met de werking van
D-mode en de rijmodusschakelaar MODE
alvorens het systeem te gebruiken.
Toermo dus “T”
De toermodus “T” is geschikt voor verschil-
lende rijsituaties.
Deze modus biedt een soepel rijgedrag van
het lage- tot het hogetoerenbereik.
Sportmo dus “S”
Vergeleken met de toermodus biedt deze
modus een sportievere motorrespons in
het lage- en middelhogetoerenbereik.
MENU
Maintenance
Time Trip
Unit
Display
Brightness
Clock
All Reset
All Reset
YES
NO
1. Rijmodusschakelaar “MODE”
M ODE
STOP
RUNSTA R
T
1
UBP8D1D0.book Page 19 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 34 of 118
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-20
3
DAU1234M
Stuurschakelaars
Links
Rechts
DAUM4031Dimlichtschakelaar/
lichtsignaalschakelaar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u de schakelaar omlaag naar “PASS” terwijl
de koplampen op dimlicht staan.
OPMERKING
Als de schakelaar op dimlicht wordt inge-
steld, gaan beide koplampen branden.
Als de schakelaar op grootlicht wordt inge-
steld, gaan beide koplampen branden.
DAU12461Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU54212Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-2 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU12735Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
3. Cruise-controlschakelaars
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar “ / /PASS”
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
R ES
SETPA S S
1
6
5
4
2
3
MODE
STOP
RUNSTA R
T
3
2
1
UBP8D1D0.book Page 20 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 35 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-21
3
LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU12781Cruise control-schakelaars
Zie pagina 3-6 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU59011Menuschakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de instelmodusweergave
van de multifunctionele meter.
Zie Multifunctionele meter op pagina 3-9
voor meer informatie.
DAU59001Selectieschakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de informatieweergave en
instelmodusweergave van de multifunctio-
nele meter.
Zie Multifunctionele meter op pagina 3-9
voor meer informatie.
DAU54691Rijmo dusschakelaar “MODE”
WAARSCHUWING
DWA15341
Wijzi g d e rijmo dus niet tij dens het rij den.
Met deze schakelaar kan de rijmodus wor-
den gewisseld tussen de toermodus “T” en
de sportmodus “S”.
De gasgreep moet volledig gesloten zijn bij
het wijzigen van de rijmodus.
De geselecteerde modus wordt getoond in
de rijmodusweergave. (Zie pagina 3-11.)
U kunt de rijmodus niet wijzigen terwijl de
cruise control in werking is.
DAU12833
Koppelin gshend el
De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de koppe-
lingshendel in om de motor te ontkoppelen
van de aandrijflijn. Laat de hendel los om de
koppeling te laten aangrijpen, zodat vermo-
gen wordt overgebracht op het achterwiel.
OPMERKING
Voor soepel schakelen moet de hen-
del snel worden ingetrokken en lang-
zaam worden losgelaten. (Zie pagina
5-3.)
De koppelingshendel is voorzien van
een schakelaar die deel uitmaakt van
het startspersysteem. (Zie pagina
3-39.)
De positie van de koppelingshendel kan
worden afgesteld. Om de afstand tussen
de koppelingshendel en het stuur af te stel-
len, duwt u de hendel iets van het stuur af
en draait u het stelwiel voor de positie.
OPMERKING
Zorg ervoor dat het nummer op het stelwiel
is uitgelijnd met de markering.
1. Koppelingshendel
2. Stelwiel voor afstelpositie koppelingshendel
3. Referentiemerkteken
4. Afstand
1 2 3 4
1
4
32
UBP8D1D0.book Page 21 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 36 of 118
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-22
3
DAU12876
Schakelpe daal
Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor. Beweeg het scha-
kelpedaal omhoog om te schakelen naar
een hogere versnelling. Beweeg het scha-
kelpedaal omlaag om te schakelen naar
een lagere versnelling. (Zie pagina 5-3.)
DAU4951B
Remhen del
De remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, trekt u de remhendel iets
van de gasgreep af en draait u het stelwiel.
Zorg dat het nummer van de instelling op
het stelwiel is uitgelijnd met het merkteken
op de remhendel.
Gekoppel d remsysteem (UBS)
Wanneer u aan de remhendel trekt, wordt
de voorrem en een gedeelte van de achter-
rem bekrachtigd. Voor maximale remkracht
dient u gelijktijdig zowel de remhendel in te
knijpen als het rempedaal in te drukken.
Het gekoppelde remsysteem wordt gere-
geld door een ECU die het gekoppelde
remsysteem uitschakelt en terugkeert naar
gewoon remmen als er een storing op-
treedt.
OPMERKING
Het UBS functioneert pas wanneer de
machine in beweging komt. Nadat de
machine tot stilstand is gekomen door
het inknijpen van de remhendel, blijft
1. Schakelpedaal
1
1. Remhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. Referentiemerkteken
4. Afstand
5 4 3 2 1
1
4
32
UBP8D1D0.book Page 22 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 37 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-23
3
het UBS echter nog steeds ingescha-
keld. Omdat de achterrem slechts ge-
deeltelijk wordt bekrachtigd door het
UBS, moet u het rempedaal intrappen
wanneer u stilstaat op een steile of
gladde helling.
Het UBS wordt uitgeschakeld wan-
neer u stilstaat en de remhendel los-
laat.
Het UBS functioneert niet wanneer u
het rempedaal eerder gebruikt dan de
remhendel.
Het UBS wordt alleen geactiveerd via
de voorremhendel.
Wanneer het UBS wordt ingescha-
keld, kunt u weerstand en trillingen
voelen in het rempedaal.DAU49484
Rempe daal
Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
OPMERKING
Wanneer het UBS wordt ingeschakeld,
kunt u weerstand en trillingen voelen in het
rempedaal, maar dat duidt niet op een sto-
ring.
1. Rempedaal
1
UBP8D1D0.book Page 23 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 38 of 118
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-24
3
DAU73181
ABS
De anti-blokkeervoorziening remsysteem
(ABS) van dit model bestaat uit een dubbel
uitgevoerd elektronisch regelsysteem dat
de voorrem en acht errem onafhankelijk
aanstuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertui g is uit gerust
met ABS. Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remwe gen.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte we gen of grin dweg en, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn d an zonder ABS-
systeem.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING
Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test kunt u een
“klikkend” geluid van de hydraulische
regeleenheid horen en wanneer u de
remhendel of het rempedaal licht be-
dient, kan een trilling in de hendel of
het pedaal voelbaar zijn. Dit duidt niet
op een storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem con-
tact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA16831
Hou
d alle soorten ma gneten (inclusief
ma gneet grijpers, ma gnetische schroe-
ven draaiers etc.) uit de buurt van de
voorste en achterste wielnaaf, an ders
kunnen de ma gnetische rotors van de
wielnaven beschad igd raken met een
onjuiste werkin g van het ABS-systeem
en gekoppel de remsysteem tot gevol g.
1. Voorste wielnaaf
1. Achterste wielnaaf
1
1
UBP8D1D0.book Page 24 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 39 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-25
3
DAU58954
Tractiereg eling
De tractieregeling draagt bij aan het behou-
den van grip bij het optrekken op gladde
oppervlakken, zoals onverharde of natte
wegen. Wanneer sensoren detecteren dat
het achterwiel begint te slippen (ongecon-
troleerde slip), grijpt de tractieregeling in
door het motorvermogen te reguleren tot-
dat de grip is hersteld.
WAARSCHUWING
DWA15433
De tractiere gelin g vormt g een vervan-
g in g voor verstan dig rij ged ra g dat is
aan gepast aan de omstan dig he den. De
tractiere gelin g b ie dt geen beschermin g
te gen gripverlies door te snel in gaan van
b ochten, snel optrekken bij schuin over-
han gen of door remmen, en kan we gglij-
d en van het voorwiel niet voorkomen.
Rij d altij d voorzichti g op oppervlakken
d ie mo gelijk gla d kunnen zijn en vermijd
b ijzon der gla dde oppervlakken.
Het controlelampje tractieregeling knippert
als de tractieregeling is ingeschakeld. U
hoort mogelijk kleine veranderingen in het
motor- en uitlaatgeluid wanneer de tractie-
regeling wordt ingeschakeld. Als u de machine inschakelt, wordt de trac-
tieregeling ingeschakeld en ingesteld op
“TCS 1”. De tractieregeling heeft de vol-
gende modi.
“TCS 1”
: Standaardmodus
“TCS 2” : Sportieve modus
In deze modus grijpt de tractieregeling min-
der snel in, waardoor het achterwiel vrijer
kan slippen dan in “TCS 1”.
“TCS OFF” : De tractieregeling is uitge-
schakeld. Bij sommige rijomstandigheden
kan het systeem ook automatisch worden
uitgeschakeld.
OPMERKING
Als de motorfiets vast is komen te zitten in
modder, zand of een ander zacht opper-
vlak, kies dan de modus “TCS OFF” om het
vrijmaken van het achterwiel te vergemak-
kelijken.
LET OP
DCA16801
Ge bruik uitsluiten d d e voor geschreven
b an den. (Zie pa gina 6-20.) Bij geb ruik
van ban den met een an dere maat zal de
tractiere gelin g d e wielrotatie niet nauw-
keuri g kunnen re gelen.
Tractiereg eling instellen
WAARSCHUWING
DWA15441
Zor g d at de machine stilstaat voor dat u
wijzi gin gen aan bren gt in d e instellin gen
van de tractiere gelin g. Het aan bren gen
van wijzi gin gen tij dens het rij den kan u
aflei den en ver groot het risico op een
on geval.
De modus van de tractieregeling kan alleen
worden gewijzigd wanneer de machine stil-
staat.
Druk op de “TCS”-knop om te wisse-
len tussen de modi “1” en “2”.
1. “TCS”-toets
2. Indicator tractieregeling
3. Controlelampje tractieregeling “ ”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
1324
UBP8D1D0.book Page 25 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 40 of 118
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-26
3
Houd de knop twee seconden inge-
drukt om “TCS OFF” te selecteren en
de tractieregeling uit te schakelen.
Druk opnieuw op de knop om terug te
keren naar de eerder geselecteerde
modus.
Teru gstellen
De tractieregeling wordt uitgeschakeld bij
de volgende omstandigheden:
overmatig doorslaan van het achter-
wiel
het voor- of achterwiel komt van de
grond tijdens het rijden
een van de wielen wordt rondgedraaid
terwijl de sleutel op “ON” staat (zoals
bij het uitvoeren van onderhoud)
Als de tractieregeling is uitgeschakeld,
brandt zowel het controlelampje tractiere-
geling als het waarschuwingslampje motor-
storing.
Probeer als dit gebeurt het systeem als
volgt terug te stellen. 1. Stop de machine en draai de sleutel
naar “OFF”.
2. Wacht enkele seconden en draai dan de sleutel terug naar “ON”.
3. Het controlelampje tractieregeling moet nu uitgaan en het systeem moet
worden ingeschakeld.
OPMERKING
Als het controlelampje tractieregeling na
het terugstellen blijft branden, kunt u nog
steeds met de machine rijden. Laat de ma-
chine echter zo snel mogelijk controleren
door een Yamaha dealer.
4. Laat een Yamaha dealer de machinenakijken en het waarschuwingslampje
motorstoring uitschakelen.
DAU13076
Tank dop
Openen van d e tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tank dop
Duw de brandstoftankdop omlaag terwijl
de sleutel nog in het slot zit. Draai de sleutel
1/4 slag linksom, neem de sleutel uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING
De tankdop kan alleen worden gesloten
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de tank-
dop niet correct gesloten en vergrendeld is.
WAARSCHUWING
DWA11092
Na het tanken moet d e tankdop goe d
wor den aan ged raai d. Door bran dstof-
lekka ge ontstaat b randgevaar.
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
1
2
UBP8D1D0.book Page 26 Wedne
sday, September 12, 2018 9:20 AM