YAMAHA XT1200Z 2019 Instructieboekje (in Dutch)
Page 41 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-27
3
DAU13222
Bran dstof
Controleer of er voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is.
WAARSCHUWING
DWA10882
Benzine en benzine dampen zijn zeer
b ran dbaar. Vol g de on derstaan de in-
structies om bran d en ontploffin g te
voorkomen en het letselrisico tij dens het
tanken te verla gen.
1. Zet alvorens te tanken de motor af en
zorg dat er niemand op de machine
zit. Rook nooit tijdens het tanken en
tank nooit in de nabijheid van vonken,
open vuur of andere ontstekingsbron-
nen zoals de waakvlammen van gei-
sers en kledingdrogers.
2. Maak de brandstoftank niet te vol. Steek bij het tanken het vulpistool
goed in de vulopening van de brand-
stoftank. Stop met vullen zodra de
brandstof de onderkant van de vulhals
heeft bereikt. Omdat brandstof uitzet
als deze warm wordt, kan de warmte
van de motor of de zon ervoor zorgen
dat brandstof uit de brandstoftank
stroomt.
3. Veeg uitgestroomde brandstof onmid- dellijk af. LET OP: Vee g g emorste
b ran dstof onmi ddellijk af met een
schone, dro ge, zachte doek, aan ge- zien
de bran dstof de gelakte opper-
vlakken en kunststof d elen kan
aantasten.
[DCA10072]
4. Draai de tankdop stevig vast.
WAARSCHUWING
DWA15152
Benzine is g iftig en kan letsel of overlij-
d en veroorzaken. Sprin g zor gvul dig om
met benzine. Pro beer nooit om benzine
via de mon d over te hevelen. Roep on-
mi ddellijk me dische hulp in na dat u ben-
zine heeft in geslikt, veel benzine damp
heeft in gead emd of benzine in uw o gen
heeft gekre gen. Als b enzine op uw hui d
terechtkomt, was deze dan af met water
en zeep. Als u b enzine op uw kle din g
morst, trek dan an dere kled ing aan.
DAU75300
LET OP
DCA11401
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine.
Loo dhou den de benzine veroorzaakt
ernsti ge schad e aan inwen dig e motor-
on der delen als kleppen en zui gerveren
en ook aan het uitlaatsysteem.
1. Vulpijp brandstoftank
2. Maximaal brandstofniveau
21
Aan bevolen bran dstof:
Loodvrije superbenzine (gasohol
[E10] acceptabel)
Inhou d b ran dstoftank:
23 L (6.1 US gal, 5.1 Imp. gal)
Hoeveelhei d reserve bran dstof:
3.9 L (1.03 US gal, 0.86 Imp.gal)
UBP8D1D0.book Page 27 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 42 of 118
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-28
3OPMERKING
Deze markering geeft de aanbevolen
brandstof voor dit voertuig aan zoals
gespecificeerd in de Europese voor-
schriften (EN228).
Controleer bij het tanken of het vulpi-
stool dezelfde markering draagt.
Uw Yamaha motorblok is gebouwd op het
gebruik van loodvrije superbenzine met een
octaangetal van RON 95 of hoger. Als de
motor gaat detoneren (pingelen), gebruik
dan benzine van een ander merk. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan bou-
gies langer mee en blijven de onderhouds-
kosten beperkt.
Gasohol
Er bestaan twee typen gasohol: gasohol
met ethanol en gasohol met methanol.
Gasohol met ethanol kan worden gebruikt,
mits het ethanolgehalte niet hoger is dan
10% (E10). Gasohol met methanol wordt
niet aangeraden door Yamaha aangezien
deze schade kan toebrengen aan het
brandstofsysteem of problemen kan ople-
veren met de voertuigprestaties.
DAU79161
Overloopslan g b ran dstoftank
OPMERKING
Zie pagina 6-11 voor informatie over de be-
luchtingsslang.
Alvorens de motorfiets te gebruiken:
Controleer de aansluiting van de over-
loopslang van de brandstoftank.
Controleer de overloopslang van de
brandstoftank op scheuren of bescha-
diging en vervang deze indien nodig.
Controleer of het uiteinde van de over-
loopslang van de brandstoftank niet
verstopt is en reinig indien nodig.
Zorg dat de overloopslang van de
brandstoftank buiten het stroomlijn-
paneel is geplaatst.
E5E10
1. Overloopslang brandstoftank
1
UBP8D1D0.book Page 28 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 43 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-29
3
DAU13434
Uitlaatkatalysator
Dit model is uitgerust met een uitlaatkataly-
sator.
WAARSCHUWING
DWA10863
Het uitlaatsysteem is heet na dat de mo-
tor heeft g ed raai d. Let op het vol gen de
om bran dgevaar of bran dwon den te
voorkomen:
Parkeer de machine nooit na bij
b ran dgevaarlijke stoffen, zoals op
g ras of op an der materiaal dat ge-
makkelijk vlam vat.
Parkeer de machine op een plek
waar voet gan gers of kin deren niet
g emakkelijk met het hete uitlaatsy-
steem in aanrakin g kunnen komen.
Controleer of het uitlaatsysteem is
afgekoel d alvorens on derhou ds-
werkzaamhe den uit te voeren.
Laat de motor niet lan ger dan enke-
le minuten stationair draaien. Lan g
stationair draaien kan lei den tot
oververhittin g.
LET OP
DCA10702
Ge bruik uitsluiten d loo dvrije benzine. Bij
g eb ruik van loo dhou den de benzine zal
onherstel bare scha de wor den toeg e-
b racht aan de uitlaatkatalysator.
DAU49445
Bestuur dersza del
Verwij deren van het bestuur dersza del
1. Steek de sleutel in het zadelslot en draai linksom.
2. Trek de voorzijde van het bestuur- derszadel omhoog en duw het zadel
naar voren.
Aan bren gen van het bestuur dersza del
1. Steek het uitsteeksel aan de achterzij- de van het bestuurderszadel in de za-
delbevestiging zoals getoond en druk
dan de voorzijde van het zadel omlaag
om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit.
1. Zadelslot
2. Ontgrendelen.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1
2
1
2
UBP8D1D0.book Page 29 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 44 of 118
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-30
3
OPMERKING
Controleer of het bestuurderszadel
stevig is vergrendeld alvorens te gaan
rijden.
De hoogte van het bestuurderszadel
kan worden afgesteld. Zie de para-
graaf hierna.
DAU49476
De hoo gte van het bestuur ders-
za del afstellen
De hoogte van het bestuurderszadel kan
op twee standen worden afgesteld. Af fa-
briek staat het bestuurderszadel in de hoge
stand.
Op de lag e stan d afstellen
1. Verwijder het bestuurderszadel.
2. Verwijder de afsteller voor de zadel- hoogte door deze uit te trekken.
3. Plaats de afsteller voor de zadelhoog- te zo dat het refe rentiemerkteken is
uitgelijnd met het “L”-merkteken zoals
getoond.
1. Lage stand
2. Hoge stand
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
12
1
UBP8D1D0.book Page 30 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 45 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-31
3
4. Steek het uitsteeksel aan de achterzij-
de van het bestuurderszadel in zadel-
bevestiging A zoals getoond.
Op de ho ge stan d afstellen
1. Verwijder het bestuurderszadel.
2. Verwijder de afsteller voor de zadel- hoogte door deze uit te trekken. 3. Plaats de afsteller voor de zadelhoog-
te zo dat het refe rentiemerkteken is
uitgelijnd met het “H”-merkteken zo-
als getoond.
4. Steek het uitsteeksel aan de achterzij- de van het bestuurderszadel in zadel-
bevestiging B zoals getoond.
OPMERKING
Controleer of het bestuurderszadel stevig is
vergrendeld alvorens te gaan rijden.
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
2. Merkteken “L”
3. Referentiemerkteken
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging A (voor lage stand)
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
3
2
1
1
2
1
1. Afsteller hoogte bestuurderszadel
2. Merkteken “H”
3. Referentiemerkteken
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging B (voor hoge stand)
2 3
1
1
2
UBP8D1D0.book Page 31 Wedne
sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 46 of 118
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-32
3
DAU58982
Kuipruit
Al naar gelang de voorkeur van de bestuur-
der kan de kuipruit in vier verschillende
standen worden gezet.
De kuipruithoo gte aanpassen
1. Draai de stelknop van de kuipruit- hoogte aan beide zijden van de kuip-
ruit terug totdat weerstand voelbaar
is. LET OP: Draai de knop niet voor-
b ij het punt waarop weerstan d voel-
b aar wor dt. Hier door kan d e knop
b eschad igd raken.
[DCA20211]
2. Trek de schuifplaathouders naar bui-
ten en stel dan de kuipruithoogte af.
3. Lijn de schuifplaathouders op de ge- wenste positie uit met de merktekens.
OPMERKING
Zorg ervoor dat de schuifplaathou-
ders aan beide zijden van de kuipruit
zijn uitgelijnd met de merktekens op
dezelfde hoogte.
Zorg ervoor dat het uitsteeksel op elke
schuifplaathouder in het correspon-
derende gat in de schuifplaat valt.
4. Draai de stelknoppen vast.
1. Stelknop kuipruithoogte
1. Schuifplaathouder
1
1
1. Referentiemerkteken
2. Schuifplaat
2
1
UBP8D1D0.book Page 32 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 47 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-33
3
DAU59141
De voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA10181
Geef bei de vorkpoten stee ds dezelf de
afstellin g, an ders kan slecht we ggedra g
en vermin der de rijsta biliteit het g evolg
zijn.
Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor veervoorspanning, stelschroeven voor
uitgaande demping en stelschroeven voor
ingaande demping.
LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te draaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
De afstelling voor veervoorspanning wordt
gecontroleerd door de afstand A te meten,
zoals getoond in de afbeelding. Hoe korter
de afstand A, hoe hoger de veervoorspan-
ning; hoe langer de afstand A, hoe lager de
veervoorspanning. Uit
gaan de dempin g
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de rich-
ting (a). Draai om de uitgaande demping te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelschroef op beide vorkpoten in de
richting (b).
1. Stelbout veervoorspanning
1
(a) (b)
1. Afstand A
Afstelling veervoorspannin g:
Minimum (zacht): Afstand A = 19.0 mm (0.75 in)
Standaard:
Afstand A = 14.0 mm (0.55 in)
Maximum (hard): Afstand A = 4.0 mm (0.16 in)
1. Stelschroef uitgaande demping
1
1
(a)
(b)
UBP8D1D0.book Page 33 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 48 of 118
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-34
3
OPMERKING
Draai bij het aanpassen van de veerdem-
ping de versteller in de richting (a) tot deze
niet verder kan en tel vervolgens het aantal
klikken in de richting (b).
Ingaan de dempin g
Draai om de ingaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de rich-
ting (a). Draai om de ingaande demping te
verlagen en zo de vering zachter te maken
de stelschroef op beide vorkpoten in de
richting (b).
OPMERKING
Draai bij het aanpassen van de veer-
demping de versteller in de richting (a)
tot deze niet verder kan en tel vervol-
gens het aantal klikken in de richting
(b).
Een versteller voor de veerdemping
kan mogelijk voorbij de aangegeven
minimuminstellingen klikken, maar
zo’n instelling is niet effectief en kan
schade aan de vering veroorzaken.
Wanneer u een versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
Afstellin g uit gaan de dempin g:
Minimum (zacht):
10 klik(ken) in de richting (b)
Standaard: 8 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)
1. Stelschroef voor inveerdemping
Afstellin g in gaan de dempin g:
Minimum (zacht):
13 klik(ken) in de richting (b)
Standaard: 6 klik(ken) in de richting (b)
Maximum (hard): 1 klik(ken) in de richting (b)
1
(a)
(b)
UBP8D1D0.book Page 34 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 49 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-35
3
DAU49693
De schok demperunit afstellen
Deze schokdemperunit is uitgerust met een
stelknop voor veervoorspanning en een
stelknop voor uitgaande demping.
LET OP
DCA10102
Pro beer nooit voor bij de maximum- of
minimuminstellin gen te draaien om
scha de aan het mechanisme te voorko-
men.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
knop in de richting (a). Draai om de veer-
voorspanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelknop in de richting
(b). LET OP: Draai om schad e aan de
stelknop te voorkomen niet aan de stel-
knop terwijl u op de machine zit.
[DCA20110]
OPMERKING
Lijn het toepasselijke merkteken op
het stelmechanisme uit met de over-
eenstemmende rand.
Bij het afstellen van de veervoorspan-
ning mag er geen gewicht rusten op
de achterzijde van de machine.
Uitgaan de dempin g
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop in de richting (a). Draai om de uit-
gaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelknop in de
richting (b).
OPMERKING
Draai bij het aanpassen van de veer-
demping de versteller in de richting (a)
tot deze niet verder kan en tel vervol-
gens het aantal klikken in de richting
(b).
Een versteller voor de veerdemping
kan mogelijk voorbij de aangegeven
minimuminstellingen klikken, maar
zo’n instelling is niet effectief en kan
schade aan de vering veroorzaken.
1. Stelknop veervoorspanning
2. Overeenstemmende rand
SOFT
HARD1(b)
(a)
6
5
4
3
2
12
Afstellin g veervoorspannin g:
Minimum (zacht):
6
Standaard: 4
Maximum (hard): 1
1. Stelknop voor uitveerdemping
Afstellin g uit gaan de dempin g:
Minimum (zacht): 20 klikken in de richting (b)
Standaard:
10 klikken in de richting (b)
Maximum (hard): 1 klikken in de richting (b)
1
(b)
(a)
UBP8D1D0.book Page 35 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM
Page 50 of 118
Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-36
3
Wanneer u een versteller voor de veer-
demping in richting (a) draait, kunnen
de positie van 0 klikken en de positie
van 1 klik gelijk aan elkaar zijn.
WAARSCHUWING
DWA10222
Deze schok demperunit is gevul d met
stikstof gas on der ho ge druk. Lees de
on derstaan de informatie zor gvul dig
d oor alvorens werkzaamhe den uit te
voeren aan d e schokdemperunit.
Pro beer de gascilin der niet te ope-
nen en b lijf er verder vanaf.
Stel de schokd emperunit niet b loot
aan open vuur of een an dere hitte-
b ron. Hier door kan de gas druk zo
hoo g oplopen dat de unit explo-
d eert.
Voorkom vervormin g of b escha di-
g in g van de cilin der. Scha de aan de
ci
lin der zal resulteren in slechte
d empin gsprestaties.
Werp een beschad igde of versleten
schok demperunit niet zelf we g.
Bren g d e schok demperunit voor elk
on derhou d naar een Yamaha- dea-
ler.
DAU49705
Ba gag ed ra gers
Deze motorfiets is voorzien van een stan-
daardbagagedrager en een extra bagage-
drager onder het duozadel. De extra
bagagedrager vergroot het laadoppervlak
en laadvermogen van de standaardbaga-
gedrager.
Raadpleeg voor het gebruik van de extra
bagagedrager uw Yamaha dealer.
Stan daar dba gag ed ra ger
Extra bag ag ed ra ger
WAARSCHUWING
DWA15484
Overschrij d het maximumlaadge-
wicht van 212 k g (467 l b) voor de
machine niet.
Ga niet zitten op de stan daar d- of
extra bag ag ed ra ger en neem er
nooit een passag ier op mee.
Overschrij d nooit het laa dvermo-
g en van d e standaar dba geg ed ra ger
van 5.0 k g (11 l b).
1. Standaardbagagedrager
1. Extra bagagedrager
1
1
UBP8D1D0.book Page 36 Wedne sday, September 12, 2018 9:20 AM