YAMAHA XV1600A 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Page 51 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
DAU01777
Het panneel verwijderen en
aanbrengen Het hierboven afgebeelde paneel moet
worden verwijderd om sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk uit te kunnen voeren. Neem deze
paragraaf door telkens wanneer het
stroomlijnpaneel moet worden verwijderd of
aangebracht.
DAU00491
Paneel A
Verwijderen van het paneelVerwijder de bout en trek het paneel los zo-
als getoond.Aanbrengen van het paneel
Plaats het paneel in de oorspronkelijke po-
sitie en breng dan de bout aan.
1. Paneel A
1. Bout
D_5ja.book Page 6 Saturday, August 18, 2001 9:27 AM
Page 52 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
DAU01639
Controleren van de bougies Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver-
hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. De conditie van de bougies
kan daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
de machine wordt gereden), en alle bou-
gies in de motor horen dezelfde verkleuring
te hebben. De motor is misschien defect als
een van de bougies een duidelijk andere
kleur heeft. Probeer dergelijke problemen
niet zelf vast te stellen. Laat in plaats daar-
van uw motorfiets nakijken door een
Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng als dat
nodig is de elektrodenafstand op specifica-
tie.Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING:_ Als er geen momentsleutel voorhanden is
om de bougie te monteren, is het aanhaal-
moment ongeveer correct als een kwart-
slag tot een halve slag–verder dan
handvast wordt aangedraaid. De bougie
moet echter zo snel mogelijk met het juiste
aanhaalmoment te worden aangedraaid. _
a. Elektrodenafstand
Voorgeschreven bougie:
DPR7EA-9/NGK of
X22EPR-U9/DENSO
Elektrodenafstand:
0,8–0,9 mm
Aanhaalmoment:
Bougie:
17,5 Nm (1,75 m·kgf)
D_5ja.book Page 7 Saturday, August 18, 2001 9:27 AM
Page 53 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
DCA00021
LET OP:_ Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door heen en
weer te draaien en tegelijkertijd aan te
drukken. _
DAU04212
Motorolie en oliefilterpatroon Voor iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
dergrond en houd hem verticaal.
OPMERKING:_ Zorg dat de motorfiets rechtop staat bij het
controleren van het motorolieniveau. Wan-
neer de motorfiets iets schuin staat, kan het
koelvloeistofniveau al foutief worden afge-
lezen. _2. Verwijder het motorrijderzadel. (Zie
pagina 3-12 voor instructies over ver-
wijderen en aanbrengen van het rij-
derzadel.)
3. Start de motor en laat deze warm-
draaien tot de motorolie de normale
temperatuur heeft bereikt van 60°C,
laat dan nog 10 seconden stationair
draaien en zet dan de motor uit.OPMERKING:_ Om de juiste motorolietemperatuur te berei-
ken voor een precieze aflezing van het olie-
niveau, moet de motor eerst volledig zijn
afgekoeld en daarna weer een paar minu-
ten lang zijn opgewarmd tot de normale be-
drijfstemperatuur. _
1. Vuldop motorolie
D_5ja.book Page 8 Saturday, August 18, 2001 9:27 AM
Page 54 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-9
6
4. Wacht een paar minuten om de olie tot
rust te laten komen, verwijder de olie-
vuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren.OPMERKING:_ De motorolie moet tussen de merkstrepen
voor minimum- en maximumniveau staan. _5. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie, van de aanbevo-
len soort, bij tot het correcte niveau.
OPMERKING:_ Let bij het bijvullen van motorolie op dat de
motor niet wordt overvuld; vanaf de niveau-
streep halverwege de peilstok zal het olieni-
veau sneller stijgen. _6. Steek de peilstok in de vulopening en
draai dan de olievuldop vast.
7. Breng het rijderzadel aan.
DCA00027
LET OP:_ Controleer of de olievuldop stevig vast-
zit, anders kan de olie wegsijpelen ter-
wijl de motor draait. _
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van oliefilterpatroon)
1. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan
uit.
2. Zet een opvangbak onder het oliere-
servoir om de oude olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit het oliereservoir te
laten stromen.
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
3. Peilstok
1. Aftapplug motorolie (oliereservoir)
D_5ja.book Page 9 Saturday, August 18, 2001 9:27 AM
Page 55 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-10
6
OPMERKING:_ Sla de stappen 4–8 over als het oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen. _4. Zet een oliecarter onder de motor om
de gebruikte olie op te vangen.
5. Verwijder de olieaftapplug om de olie
uit het carter te laten stromen.
6. Verwijder de oliefilterpatroon met een
oliefiltersleutel.OPMERKING:_ De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren. _
7. Smeer een dun laagje motorolie op de
o-ring van de nieuwe oliefilterpatroon.OPMERKING:_ Zorg dat de o-ring correct aanligt. _8. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een filtersleutel en zet dan met een
momentsleutel vast met het voorge-
schreven aanhaalmoment.9. Breng de olieaftappluggen aan en zet
deze dan vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.
10. Giet niet meer dan 2,5 L van de voor-
geschreven hoeveelheid van de ge-
specificeerde oliesoort bij via de
vulopening, steek de peilstok in en
draai dan de olievuldop vast.
11. Start de motor, draai het gas een paar
keer open en zet dan uit.
12. Verwijder de olievuldop en voeg aan
het oliereservoir dan geleidelijk de res-
terende oliehoeveelheid toe terwijl nu
en dan met de peilstok het olieniveau
wordt gecontroleerd.
1. Aftapplug motorolie (carter)
1. OliefilterpatroonAanhaalmoment:
Oliefilterpatroon:
17 Nm (1,7 m·kgf)
Aanhaalmoment:
Aftapplug motorolie:
43 Nm (4,3 m·kgf)
D_5ja.book Page 10 Saturday, August 18, 2001 9:27 AM
Page 56 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-11
6
LET OP:_
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie dient im-
mers ook voor smering van de kop-
peling) mogen geen chemische
additieven aan de olie worden toe-
gevoegd of oliën worden gebruikt
met een hogere kwaliteitsaandui-
ding dan “CD”. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
_
13. Breng de olievuldop aan.
14. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
15. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer zo nodig. Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van
oliefilterpatroon:
3,7 L
Met vervanging van oliefilterpatroon:
4,1 L
Totale hoeveelheid (droge motor):
5,0 L
D_5ja.book Page 11 Saturday, August 18, 2001 9:27 AM
Page 57 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-12
6
DAU03395
Olie in huis van primaire
aandrijfketting Controleer het olieniveau in het huis van de
primaire aandrijfketting voordat u gaat rij-
den. Ook moet deze olie worden ververst
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Controleren van het olieniveau in het
huis van de primaire aandrijfketting
1. Plaats de motorfiets op een vlakke on-
dergrond en houd hem verticaal.
OPMERKING:_ Zorg dat de motorfiets rechtop staat bij het
controleren van het motorolieniveau. Wan-
neer de motorfiets iets schuin staat, kan het
olieniveau al foutief worden afgelezen. _2. Verwijder de olieniveaubout en con-
troleer het olieniveau in het huis voor
de primaire aandrijfketting.OPMERKING:_ Het olieniveau moet bij de rand van het in-
spectiegat staan. _3. Als de olie beneden de rand van het
inspectiegat staat, draai dan de olie-
vuldop los, vul genoeg olie van de
aanbevolen soort bij tot het correcte
niveau en draai de olievuldop weer
vast.
4. Breng de olieniveaubout aan en zet
deze dan vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.Verversen van olie in het huis van de pri-
maire aandrijfketting
1. Zet een opvangbak onder het huis
voor de primaire aandrijfketting om de
gebruikte olie op te vangen.
2. Verwijder de aftapplug en de olieni-
veaubout om de olie uit het huis voor
de primaire aandrijfketting te laten
stromen.
3. Breng de aftapplug en de olieniveau-
bout aan en zet ze dan vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Vuldop huis primaire aandrijfketting
2. Olieniveaubout in huis van primaire
aandrijfketting
Aanhaalmoment:
Olieniveaubout in huis van primaire
aandrijfketting:
7,5 Nm (0,75 m·kgf)
1. Aftapplug in huis van primaire aandrijfkettingAanhaalmoment:
Aftapplug in huis van primaire
aandrijfketting:
17,5 Nm (1,75 m·kgf)
D_5ja.book Page 12 Saturday, August 18, 2001 9:27 AM
Page 58 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
6
4. Verwijder de olievuldop, vul de voor-
geschreven hoeveelheid van de ge-
specificeerde olie voor het huis van de
primaire aandrijfketting bij en breng
dan de olievuldop aan en zet vast.
DCA00024
LET OP:_ Zorg dat er geen verontreinigingen in
het huis van de primaire aandrijfketting
terecht komen. _
5. Start de motor, laat een paar minuten
stationair draaien en controleer daarbij
het huis voor de primaire aandrijfket-
ting op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
DAU03707
Reinigen van het
luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden gerei-
nigd volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Reinig het luchtfilterelement vaker als u
in zeer stoffige of vochtige gebieden rijdt.
1. Verwijder de bouten van het luchtfilter-
huis.
1. Inspectiegat olieniveau in huis van primaire
aandrijfkettingAanbevolen olie voor huis van primaire
aandrijfketting:
Zie pagina 8-2.
Oliehoeveelheid:
0,4 L
1. Bout (× 4)
2. Luchtfilterhuis
D_5ja.book Page 13 Saturday, August 18, 2001 9:27 AM
Page 59 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
2. Draai de schroef los in de slangklem
van de luchtinlaatbuis en trek dan het
luchtfilterhuis naar buiten.3. Verwijder het luchtfilterdeksel door de
schroeven te verwijderen.
4. Maak de slangen los zoals getoond.5. Verwijder het luchtfilterelement door
de schroeven los te halen en maak
dan de afgebeelde slang los.1. Klemschroef luchtinlaatbuis
1. Schroef (× 2)
2. Slang (× 2)
3. Luchtfilterdeksel
1. Schroef (× 2)
2. Slang
D_5ja.book Page 14 Saturday, August 18, 2001 9:27 AM
Page 60 of 104
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-15
6
6. Geef een paar tikjes tegen het luchtfil-
terelement om het meeste stof en vuil
te verwijderen en blaas dan het nog
achtergebleven vuil weg met perslucht
zoals afgebeeld. Vervang het luchtfil-
terelement als dit beschadigd is.7. Plaats het luchtfilterelement in het
luchtfilterhuis, breng dan de schroe-
ven aan en sluit de slang aan.
8. Monteer het luchtfilterdeksel door de
schroeven aan te brengen.9. Sluit de slangen aan zoals getoond.
10. Monteer het luchtfilterhuis door dit op
de luchtinlaatbuis te schuiven en zet
dan de schroef vast in de slangklem
voor de luchtinlaatbuis.
11. Monteer het luchtfilterdeksel door de
bouten aan te brengen.
1. Schroef (× 2)
2. Slang
1. Slang (× 2)
D_5ja.book Page 15 Saturday, August 18, 2001 9:27 AM