YAMAHA XV1900A 2009 Instructieboekje (in Dutch)
Page 61 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
DAU44271
Controleren en smeren van rem-
en schakelpedalen De werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden gesmeerd.
DAU43600
Controleren en smeren van rem-
en koppelingshendels Remhendel
Koppelingshendel
De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten indien nodig worden ge-
smeerd. Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Siliconenvet
U5C4D3D0.book Page 19 Thursday, September 11, 2008 9:37 AM
Page 62 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
DAU23202
Zijstandaard controleren en sme-
ren De werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10731
Als de zijstandaard niet soepel omhoog
en omlaag beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer deze te controleren of te
repareren. Een slecht functionerende zij-
standaard kan het wegdek raken en u af-
leiden, waardoor u de controle over demachine kunt verliezen.
DAU23250
Smeren van de achterwielophan-
ging De scharnierpunten in de achterwielophan-
ging moeten worden gesmeerd volgens de
intervalperioden voorgeschreven in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23272
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U5C4D3D0.book Page 20 Thursday, September 11, 2008 9:37 AM
Page 63 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
LET OP
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro-leren.
DAU23283
Stuursysteem controleren Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursys-
teem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Plaats een standaard onder de motor
zodat het voorwiel los is van de grond.
(Zie pagina 6-28 voor meer informa-
tie.) WAARSCHUWING! Ondersteun
de machine zorgvuldig om omval-
len en mogelijk letsel te voorkomen.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder-
ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in-
specteren of repareren.
DAU23290
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
U5C4D3D0.book Page 21 Thursday, September 11, 2008 9:37 AM
Page 64 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
DAU33654
Accu Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabijaccu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16520
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd. Als u niet beschikt over een
acculader met constante spanning, laat
de accu dan opladen door uw Yamaha
dealer.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Positieve accukabel (rood)
3. AccuU5C4D3D0.book Page 22 Thursday, September 11, 2008 9:37 AM
Page 65 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden totpermanente accuschade.
DAU38373
Zekeringen vervangen De hoofdzekering, de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem en
het kastje met zekeringen voor afzonderlij-
ke circuits bevinden zich onder het bestuur-
derszadel. (Zie pagina 3-15.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-1. Hoofdzekering
2. Zekering brandstofinjectiesysteem
3. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
4. Zekeringenkastje
1. Zekeringenkastje
2. Zekering van gelijkstroom kabelstekker voor
accessoires
3. Zekering signaleringssysteem
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Backup-zekering (voor kilometerteller, klok
en startblokkeersysteem)
6. Zekering ECU (elektronische regeleenheid)
7. Koplampzekering
8. Zekering parkeerlichten
9. Reservezekering
U5C4D3D0.book Page 23 Thursday, September 11, 2008 9:37 AM
Page 66 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU38454
Koplampgloeilamp vervangen Dit model heeft een koplamp die uitgerust is
met twee kwartslampen. Als de lamp van
het grootlicht of dimlicht is doorgebrand,
vervang deze dan als volgt.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk- Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
25.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Zekering ECU (elektronische rege-
leenheid):
10.0 A
Circuitzekering kabelaansluiting voor
accessoires:
3.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit:
10.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
1. Gloeilamp voor dimlicht
2. Gloeilamp voor grootlicht
U5C4D3D0.book Page 24 Thursday, September 11, 2008 9:37 AM
Page 67 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-25
6
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-geschreven.
De koplampunit verwijderen
1. Verwijder de koplamphuiskap door de
bouten los te halen.
2. Maak de aangegeven stekker los.3. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
Koplampgloeilamp voor grootlicht vervan-
gen1. Verwijder de kap van de fitting door
deze linksom te draaien.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Bout
2. Koplamphuiskap
1. Kabelaansluiting
1. Schroef
U5C4D3D0.book Page 25 Thursday, September 11, 2008 9:37 AM
Page 68 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de fitting.
3. Verwijder de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.5. Sluit de stekker aan en plaats de kap
van de fitting door deze rechtsom te
draaien.
Koplampgloeilamp voor dimlicht vervangen
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder de doorgebrande gloeilamp
door deze linksom te draaien.
2. Plaats een nieuwe gloeilamp door
deze rechtsom te draaien.
3. Sluit de koplampstekker aan.
De koplampunit aanbrengen
1. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
2. Sluit de stekker aan op de koplamp-
huiskap.3. Monteer de koplamphuiskap door de
bouten aan te brengen.
4. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
1. Kap gloeilamphouder
1. Koplampstekker
2. Gloeilamphouder
1. Koplampstekker
2. Koplampgloeilamp
U5C4D3D0.book Page 26 Thursday, September 11, 2008 9:37 AM
Page 69 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAU24181
Achterlicht/remlichtunit Dit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU38382
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder het richtingaanwijzerglas
door de schroef te verwijderen en
daarna het glas linksom te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Breng het glas weer aan door het
rechtsom te draaien en daarna de
schroef aan te brengen. LET OP:
Draai de schroef niet te vast, hier-
door kan de lens breken.
[DCA11191]DAU24330
Kentekenverlichting Als de kentekenverlichting niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen of vervang de
gloeilamp.
1. Schroef
U5C4D3D0.book Page 27 Thursday, September 11, 2008 9:37 AM
Page 70 of 86
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
DAU40762
Parkeerlichtgloeilamp vervangen Dit model is voorzien van twee parkeerlich-
ten. Vervang een parkeerlichtgloeilamp als
volgt als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-24.)
2. Verwijder de fitting van de parkeer-
lichtgloeilamp (samen met de stekker)
door deze linksom te draaien.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Monteer de fitting van de parkeerlicht-
gloeilamp (samen met de stekker)
door deze in te drukken en rechtsom te
draaien.
6. Breng de koplampunit aan.
DAU24350
Ondersteunen van de motorfiets Dit model is niet voorzien van een midden-
bok, neem daarom de volgende voorzorgs-
maatregelen in acht bij het verwijderen van
het voor- en achterwiel of bij het uitvoeren
van ander onderhoud waarbij de motorfiets
rechtop moet staan. Controleer of de motor-
fiets stabiel en horizontaal staat alvorens
onderhoud te verrichten. Onder het motor-
blok kan een stevige houten kist gezet wor-
den voor extra stabiliteit.
Onderhoud aan het voorwiel
1. Stabiliseer de achterzijde van de mo-
torfiets met een motorstandaard of, als
geen andere standaard voorhanden
is, door een krik te plaatsen onder het
frame aan de voorzijde van het achter-
wiel.
2. Breng het voorwiel los van de grond
met gebruik van een motorfietsstan-
daard.
Verwijderen van het achterwiel
Breng het achterwiel los van de grond met
een motorfietsstandaard of, als deze niet
voorhanden is, door een krik te plaatsen on-
der beide zijden van het frame aan de voor-
zijde van het achterwiel, of onder beide
uiteinden van de achterbrug.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1. Parkeerlichtgloeilamp
U5C4D3D0.book Page 28 Thursday, September 11, 2008 9:37 AM