stop start YAMAHA XVS1100A 2002 Owners Manual

Page 19 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
DAU01590
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht
en het parkeerlicht branden, maar alle ove-
rige elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “” te kunnen draaien.
DCA00043
LET OP:_ Gebruik de parkeerverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. _
DAU03034
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU03201
Waarschuwingslampje “” voor olie-
niveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “” en
draai de sleutel naar “ON”.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand of trek de koppelingshendel in.3. Druk op de startknop. Als het controle-
lampje niet gaat branden als de start-
knop wordt ingedrukt, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch circuit te
testen.
OPMERKING:_ Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing.
DAU00061
Controlelampje “” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
DAU00057
Controlelampje “” richtingaanwij-
zers
Dit controlelampje knippert wanneer de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar de
linker- of rechterstand is gedrukt.
1. Waarschuwingslampje “” voor olieniveau
2. Controlelampje “” voor vrijstand
3. Controlelampje “” richtingaanwijzers
4. Waarschuwingslampje motorstoring “”
5. Controlelampje grootlicht “”
U5PBD1.book Page 2 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 22 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU03890
Noodstopschakelaar “
/

Zet deze schakelaar op “” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU03898
Lichtschakelaar “
//

Zet deze schakelaar in de stand “”
om het parkeerlicht, het achterlicht en de in-
strumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “” om ook de
koplamp in te schakelen. Zet de schakelaar
in de stand “” om alle verlichting uit te
schakelen.
DAU00143
Startknop “”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-19 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
1. Noodstopschakelaar “/”
2. Lichtschakelaar “//”
3. Startknop “”
1. Koppelingshendel
U5PBD1.book Page 5 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 37 of 104

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
3
CD-01D
Met afgezette motor:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar in “” staat.
3. Draai de sleutel naar “ON”.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de
vrijstandschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
Terwijl de motor nog draait:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
12. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de zijstandaard-
schakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.Er is mogelijk iets mis met de koppelings-
schakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
NEE
OPMERKING:Deze controle is het meest betrouwbaar bij
een warme motor.
JAJA NEE
Alles in orde.
U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEE
U5PBD1.book Page 20 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 44 of 104

5-1
5
DAU00372
5-GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
DAU00373
WAARSCHUWING
_ 
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.

Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.

Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuur
verliest.
_
DAU04230*
Starten van de motor Het startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voorwaar-
den is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.

De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
WAARSCHUWING
_ 
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-20.

Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
_
1. Draai de kraanhendel in “ON”.
2. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “” is gezet.
3. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKING:_ Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen. _
U5PBD1.book Page 1 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM

Page 100 of 104

INDEXAAccu ...................................................... 6-26
Antidiefstal-alarm .....................................3-4BBagageriembevestiging ......................... 3-18
Banden .................................................. 6-13
Bougies, controleren ................................6-6
Brandstof .................................................3-8
Brandstofkraan ........................................3-9
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig..... 5-4CCarburateurs, afstellen ........................... 6-12
Cardanolie ...............................................6-9
Chokehendel.......................................... 3-10
Contactslot/stuurslot-unit..........................3-1
Controlelampje grootlicht .........................3-3
Controlelampje richtingaanwijzers ............3-2
Controlelampjes
en waarschuwingslampjes .....................3-2
Controlelampje vrijstand...........................3-2
Controlelijst voor gebruik..........................4-1GGasgreep en gaskabel, controleren
en smeren ........................................... 6-22
Gaskabel, afstellen van vrije slag ........... 6-13
Gereedschapsset.....................................6-1HHelmbevestiging .................................... 3-13IIdentificatienummers ................................9-1
Identificatienummer sleutel ...................... 9-1
Inrijperiode............................................... 5-5KKabels, controleren en smeren .............. 6-22
Klepspeling, afstellen............................. 6-13
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-29
Koppelingshendel .................................... 3-5
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen............................................... 6-17LLocaties van onderdelen.......................... 2-1
Luchtfilterelement, reinigen .................... 6-11MModelinformatiesticker ............................. 9-2
Motorolie en oliefilterelement ................... 6-7OOmrekentabel .......................................... 8-6
Ondersteunen van de motorfiets............ 6-32
Opbergcompartiment ............................. 3-14PPaneel, verwijderen en aanbrengen ........ 6-5
Parkeren.................................................. 5-5
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema............................... 6-2RRemblokken, controleren ....................... 6-20
Rem- en koppelingshendel,
controleren en smeren ........................ 6-23
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ........................................... 6-23
Remhendel ..............................................3-6
Remhendel, afstellen van vrije slag ........6-17
Remlichtschakelaar, afstellen.................6-19
Rempedaal ..............................................3-7
Rempedaalstand, afstellen .....................6-19
Remvloeistofniveau, controleren ............6-21
Remvloeistof, verversen.........................6-22
Richtingaanwijzer of remlicht/achterlicht
gloeilampen, vervangen .......................6-31SSchakelen van versnellingen....................5-3
Schakelpedaal (XVS1100) .......................3-6
Schakelpedaal (XVS1100A) .....................3-6
Schakelpunten
(alleen voor Zwitserland) ........................5-4
Schokdemperunit, afstellen ....................3-15
Snelheidsmeterunit ..................................3-3
Specificaties.............................................8-1
Stalling .....................................................7-4
Starten van de motor................................5-1
Starten van een warme motor ..................5-3
Startspersysteem ...................................3-19
Stationair toerental, afstellen ..................6-12
Storingzoeken ........................................6-32
Storingzoekschema ...............................6-33
Stuurschakelaars .....................................3-4
Claxonschakelaar ...............................3-4
Dimlichtschakelaar..............................3-4
Lichtschakelaar...................................3-5
Lichtsignaalschakelaar .......................3-4
Noodstopschakelaar ...........................3-5
Richtingaanwijzerschakelaar ..............3-4
U5PBD1.book Page 1 Tuesday, August 28, 2001 8:59 AM