stop start YAMAHA XVS1300A 2007 Instructieboekje (in Dutch)

Page 19 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
LET OP:
DCA10020
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.
DAU42770
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer een elektrisch circuit dat de motor-
werking controleert defect is. Vraag in dat
geval een Yamaha dealer het zelfdiagnose-
systeem te controleren. (Zie pagina 3-5
voor uitleg over de werking van het zelfdia-
gnosesysteem.)
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Als het waarschu-
wingslampje niet een paar seconden lang
oplicht en dan dooft, vraag dan een
Yamaha dealer om het elektrisch circuit te
testen.
DAU38620
Controlelampje startblokkering
Het elektrisch circuit voor het controlelamp-
je controleert u door de sleutel naar “ON” te
draaien.Als het controlelampje niet een paar secon-
den lang oplicht en dan dooft, vraag dan
een Yamaha dealer om het elektrisch circuit
te testen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
te knipperen om aan te geven dat het start-
blokkeersysteem is ingeschakeld. Het con-
trolelampje stopt na 24 uur met knipperen,
maar het startblokkeersysteem blijft inge-
schakeld.
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem. (Zie pagina 3-5 voor uitleg over de
werking van het zelfdiagnosesysteem.)
DAU42900
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12421
Zorg dat de machine stilstaat voordat u
wijzigingen in de instellingen van demultifunctionele meter gaat aanbrengen.
Het multifunctionele display biedt de vol-
gende voorzieningen:
een snelheidsmeter (die de actuele rij-
snelheid aangeeft)

een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)

twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve/klok
U11CD0D0.book Page 5 Friday, September 15, 2006 9:29 AM

Page 23 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
DAU12347
Stuurschakelaars LinksRechts
DAU12350
Lichtsignaalschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “/”
Zet deze schakelaar op “” voor grootlicht
en op “” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “/”
Druk deze schakelaar naar “” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
1. Lichtsignaalschakelaar “”
2. Dimlichtschakelaar “/”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “/”
4. Claxonschakelaar “”
1. Noodstopschakelaar “/”
2. Schakelaar alarmverlichting “”
3.“SELECT”-schakelaar “/”
4.“RESET”-schakelaar
5. Startknop “”
U11CD0D0.book Page 9 Friday, September 15, 2006 9:29 AM

Page 24 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
terug naar de middenstand. Om de richtin-
gaanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar “/”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “”. Zet deze schakelaar op “” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU12710
Startknop “”
Druk deze knop in om via de startmotor de
motor rond te draaien.LET OP:
DCA10050
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-dat u de motor start.
DAU41700
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring gaat branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting “”
Met de sleutel in de stand “ON” of “” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP:
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU42522
“SELECT”-schakelaar “/”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de kilometerteller-, ritteller-
en klokweergave van de multifunctionele
meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
DAU42531
“RESET”-schakelaar
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de kilometerteller-, ritteller-
en klokweergave van de multifunctionele
meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-5
voor meer informatie.
U11CD0D0.book Page 10 Friday, September 15, 2006 9:29 AM

Page 32 of 86

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.
Deze controle is vooral betrouwbaar als hij
wordt uitgevoerd met een warme motor.De vrijstandschakelaar is mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de zijstandaard is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de koppelingshendel is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
JA NEE JA NEE JA NEEOPMERKING:
U11CD0D0.book Page 18 Friday, September 15, 2006 9:29 AM

Page 36 of 86

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15950
WAARSCHUWING
DWA10270

Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.

Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.

Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuurverliest.
DAU42880
Starten van de motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.

De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.WAARSCHUWING
DWA10290

Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-17.

Ga nooit rijden terwijl de zijstan-daard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “” is gezet.
LET OP:
DCA15680
De volgende waarschuwingslampjes en
het controlelampje moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieniveau

Waarschuwingslampje brandstofni-
veau

Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur

Waarschuwingslampje motorsto-
ring

Controlelampje startblokkering
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet dooft, zie dan pagina 3-3
voor een controle van het circuit van het
betreffende waarschuwings- of controle-
lampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.OPMERKING:Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer hetelektrisch circuit te testen.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken.OPMERKING:Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere startpo-
ging moet zo kort mogelijk duren om de
accu te sparen. Laat de startmotor nooit lan-ger dan 10 seconden aaneen draaien.
U11CD0D0.book Page 1 Friday, September 15, 2006 9:29 AM

Page 73 of 86

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-34
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWAT1040

Verwijder de radiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kunnen
naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.

Breng een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen
de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze links-om en verwijder de dop.
OPMERKING:Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U11CD0D0.book Page 34 Friday, September 15, 2006 9:29 AM

Page 83 of 86

INDEX
AAccu...................................................... 6-25
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-23
Achterwielophanging, smeren .............. 6-23
Afstelling remlichtschakelaar ................ 6-18
Antidiefstal-alarmsysteem (optie) ........... 3-9BBanden ................................................. 6-14
Bestuurderszadel.................................. 3-14
Bougies, controleren............................... 6-7
Brandstof .............................................. 3-13
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-10
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampje richtingaanwijzers .......... 3-3
Controlelampje startblokkering ............... 3-5
Controlelijst voor gebruik ........................ 4-2DDimlichtschakelaar ................................. 3-9
Doorbuiging aandrijfriem ...................... 6-20GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren ............................................... 6-21
Gereedschapsset ................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen........................................... 6-30
Gloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen........................................... 6-29
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen........................................... 6-30
HHelmbevestiging.................................... 3-15IIdentificatienummers ............................... 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............. 6-21
Klepspeling............................................ 6-14
Koelvloeistof .......................................... 6-11
Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-28
Koppelingshendel.................................. 3-11
Koppelingshendel, vrije slag afstellen ... 6-16LLichtsignaalschakelaar ............................ 3-9
Locaties van onderdelen ......................... 2-1
Luchtfilterelement, vervangen ............... 6-13MMatkleur, let op........................................ 7-1
Modelinformatiesticker ............................ 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon ................... 6-9
Multifunctioneel display ........................... 3-5NNoodstopschakelaar ............................. 3-10OOndersteunen van de motorfiets ........... 6-32PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-6
Parkeerlichtgloeilamp, vervangen ......... 6-31
Parkeren..................................................5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .............................. 6-2
Problemen oplossen .............................6-32
RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren........................ 6-22
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren........................................... 6-21
Remhendel ........................................... 3-11
Remhendel, afstellen van vrije slag ...... 6-17
Rempedaal ........................................... 3-12
Remvloeistofniveau, controleren .......... 6-19
Remvloeistof, verversen ....................... 6-20
RESET-schakelaar ............................... 3-10
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 3-9SSchakelaar alarmverlichting.................. 3-10
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal ...................................... 3-11
Schokdemperunit, afstellen .................. 3-16
SELECT-schakelaar ............................. 3-10
Sleutelnummer........................................ 9-1
Specificaties............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Startblokkeersysteem ............................. 3-1
Starten van de motor .............................. 5-1
Startknop .............................................. 3-10
Startspersysteem .................................. 3-17
Storingzoekschema’s............................ 6-33
Stuurschakelaars .................................... 3-9
Stuursysteem, controleren .................... 6-24TTankbeluchtingsslang ........................... 3-14
Tankdop ................................................ 3-12UUitlaatkatalysator .................................. 3-14
U11CD0D0.book Page 1 Friday, September 15, 2006 9:29 AM