YAMAHA XVS950CU 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Page 61 of 88
Periodiek on derhoud  en afstelling
6-21
6
DAU23041
Doorbui gin g aan drijfriemDe doorbuiging van de aandrijfriem moet
worden gecontroleerd en afgesteld volgens
de intervalperioden vermeld in het periodie-
ke smeer-en onderhoudsschema.
DAU55773
Spanning  van aandrijfriem controleren
1. Zet het voertuig op de zijstandaard.
2. Noteer de huidige positie van de aan-
drijfriem, gebruik daartoe de merkte-
kens bij het inspectiegat.
3. Noteer de positie van de aandrijfriem als met een riemspanningsmeter een
kracht van 45 N (4.5 kgf, 10 lbf) op de
riem wordt uitgeoefend.
OPMERKINGEen riemspanningsmeter is verkrijgbaar bij
een Yamaha dealer.4. Bereken de riemdoorbuiging door vande meetwaarde uit stap 3 de meet-
waarde gevonden in stap 2 af te trek-
ken.
5. Als de riemdoorbuiging niet correct is, laat deze dan door een Yamaha dealer
bijstellen.
DAU23098
Kabels controleren en smerenDe werking van alle bedieningskabels en
de conditie van alle kabels moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd en
de kabel en kabeleinden moeten indien no-
dig worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te ver-
vangen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Scha de aan  de  buiten behuizin g van ka-
b els kan lei den tot interne roestvormin g
en storin g veroorzaken met  de  bewe-
g in g van kab els. Vervan g b eschad igde
ka bels zo snel mo gelijk om onveili ge
omstan dig he den te voorkomen.
 [DWA10712]
1. Aandrijfriem
2. Merktekens2
1
1. Riemspanningsmeter
2. Doorbuiging aandrijfriem
Door bui gin g aan drijfriem:
6.0–8.0 mm (0.24–0.31 in)
6 8 10 12 14
1
2
Aan bevolen smeermi ddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een 
ander geschikt kabelsmeermiddel
U2DED1D0.book  Page 21  Tuesday, September 1, 2015  9:19 AM 
Page 62 of 88
Periodiek on derhou d en afstelling
6-22
6
DAU49921
Controleren en smeren van  gas-
g reep en  gaskab elDe werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
DAU44276
Controleren en smeren van rem- 
en schakelpe dalenDe werking van het rem- en het schakelpe-
daal moet voorafgaand aan elke rit worden
gecontroleerd en de pedaalscharnierpun-
ten moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
Rempe daal
Schakelpe daal
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U2DED1D0.book  Page 22  Tuesday, September 1, 2015  9:19 AM 
Page 63 of 88
Periodiek on derhoud  en afstelling
6-23
6
DAU23144
Rem- en koppelin gshend els con-
troleren en smerenDe werking van de rem- en de koppelings-
hendel moet voorafgaand aan elke rit wor-
den gecontroleerd en de
hendelscharnierpunten moeten indien no-
dig worden gesmeerd.
Remhen del
Koppelin gshen del
DAU23203
Zijstan daar d controleren en 
smerenDe werking van de zijstandaard moet voor-
afgaand aan elke rit worden gecontroleerd
en het scharnierpunt  en de metaal-op-me-
taal contactvlakken moeten indien nodig
worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10732
Als  de zijstan daar d niet soepel omhoo g
en omlaa g  beweeg t, vraa g  dan een
Yamaha  dealer  deze te controleren of te
repareren. Een slecht functioneren de
zijstan daar d kan het we gdek raken en u
aflei den, waar door u d e controle over  de
machine kunt verliezen.
Aan bevolen smeermi ddelen:
Remhendel:
Siliconenvet
Koppelingshendel: Lithiumvet
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U2DED1D0.book  Page 23  Tuesday, September 1, 2015  9:19 AM 
Page 64 of 88
Periodiek on derhou d en afstelling
6-24
6
DAUM1653
Achter bru gscharnierpunten 
smerenDe achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
DAU23273
Voorvork controlerenDe conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om  de con ditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om  de werkin g te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! On dersteun  de
machine zor gvul dig  om omvallen
en mo gelijk letsel te voorkomen.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als scha de wor dt  gevon den of  de voor-
vork niet soepel b eweegt, vraag d an een
Yamaha  dealer te repareren of te con-
troleren.
Aan bevolen smeermi ddel:
Lithiumvet
U2DED1D0.book  Page 24  Tuesday, September 1, 2015  9:19 AM 
Page 65 of 88
Periodiek on derhoud  en afstelling
6-25
6
DAU23285
Stuursysteem controlerenLosse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursy-
steem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Breng het voorwiel van de grond. (Zie
pagina 6-32.)  WAARSCHUWING!
On dersteun  de machine zor gvul dig
om omvallen en mo gelijk letsel te
voorkomen.
 [DWA10752]
2. Houd de voorvorkpoten aan het on- derste uiteinde beet en probeer ze
naar voren en achteren te bewegen.
Als speling wordt gevoeld, vraag dan
een Yamaha dealer het stuursysteem
te inspecteren of repareren.
DAU23292
Controleren van wiella gersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50211
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-15.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
 Elektrolyt is  giftig  en gevaarlijk om-
d at het zwavelzuur  bevat, een stof
d ie ernstig e bran dwon den veroor-
zaakt. Vermij d contact met d e huid,
o gen of kle din g en b escherm uw1. Positieve accukabel (rood)
2. Accu
3. Negatieve accukabel (zwart)
1
2
3
U2DED1D0.book  Page 25  Tuesday, September 1, 2015  9:19 AM 
Page 66 of 88
Periodiek on derhou d en afstelling
6-26
6
ogen altij d b ij werkzaamhed en na-
b ij accu’s. Voer als vol gt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is  geweest met elektrolyt.
 UITWENDIG: Spoel overvloed ig
met water.
 INWENDIG: Drink  grote hoeveel-
he den water of melk en roep  di-
rect  de hulp in van een arts.
 OGEN: Spoel g ed urend e 15 mi-
nuten met water en roep  direct
me dische hulp in.
 Accu’s pro duceren het explosieve
waterstof gas. Hou d  daarom von-
ken, open vuur, si garetten e. d. uit
d e  buurt van d e accu en zor g voor
vol doen de ventilatie  bij accula den
in een af gesloten ruimte.
 HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om  de accu op te la den
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16522
Voor het opla den van een VRLA (Valve
Re gulate d Lea d Acid )-accu is een speci-
ale accula der (met constante spannin g)
vereist. Bij  geb ruik van een conventione-
le acculad er raakt de accu b eschadigd.Om  de accu op te  ber gen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek.  LET
OP:  Draai voor dat u d e accu verwij-
d ert  de sleutel naar “OFF” en haal
d an eerst  de neg atieve ka bel en
d aarna  de positieve ka bel los.
[DCA16303]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te installeren.  LET OP: Draai voor dat u
d e accu plaatst d e sleutel naar
“OFF” en sluit vervolg ens eerst de
positieve ka bel en d aarna de neg a-
tieve kab el aan.
 [DCA16841]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de
accupolen.LET OP
DCA16531
Hou d d e accu stee ds op gelad en. Stallen
van een ontla den accu kan lei den tot
permanente accuscha de.
U2DED1D0.book  Page 26  Tuesday, September 1, 2015  9:19 AM 
Page 67 of 88
Periodiek on derhoud  en afstelling
6-27
6
DAU57792
De zekerin gen vervan genDe hoofdzekering, de zekering voor het
brandstofinjectiesysteem (op modellen
zonder ABS) of de ABS-motorzekering (op
modellen met ABS) en de zekeringkasten,
waarin de zekeringen voor de afzonderlijke
circuits zijn ondergebracht, bevinden zich
onder het boordgereedschapskastje achter
het paneel A. (Zie pagina 6-8.)OPMERKINGVerwijder voor toegang tot de zekering voor
het brandstofinjectiesysteem (op modellen
zonder ABS) of de ABS-motorzekering (op
modellen met ABS) de afdekking van het
startmotorrelais door deze omhoog te trek-
ken.
Voor mo dellen zon der ABS Voor mod ellen zonder ABS1. Zekeringenkastje
2. Hoofdzekering
3. Kap van startmotorrelais
4. Zekering brandstofinjectiesysteem
5. Reservezekering brandstofinjectiesysteem
3
2
1
4
5
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering parkeerlichten
4. Backup-zekering (voor klok en startblokkeersysteem)
5. Koplampzekering
6. Reservezekering
2 1
3
4
5
6
U2DED1D0.book  Page 27  Tuesday, September 1, 2015  9:19 AM 
Page 68 of 88
Periodiek on derhou d en afstelling
6-28
6
Voor mo dellen met ABS Voor mo dellen met ABS
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand. 1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en schakel het betreffende elektrische
circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Geb ruik geen
zekerin gen met een ho gere ampe- ra
ge  dan aan bevolen om ernsti ge
scha de aan het elektrische systeem
en mo gelijk  bran d te voorkomen.
[DWA15132]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
1. Zekeringenkastje
2. Hoofdzekering
3. Kap van startmotorrelais
4. Zekering ABS-motor
5. Reservezekering ABS-pompmotor
3
2
1
4
5
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering ABS-regeleenheid
3. Zekering signaleringssysteem
4. Zekering parkeerlichten
5. Backup-zekering (voor klok en startblokkeersysteem)
6. Koplampzekering
7. Reservezekering
8. Zekering brandstofinjectiesysteem
9. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
2 1
4
5
6
7
789
3
Voor
geschreven zekerin gen:
Hoofdzekering: 40.0 A
Koplampzekering: 20.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering parkeerlichtcircuit: 15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering ABS-motor: Voor modellen met ABS 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep: Voor modellen met ABS 15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid: Voor modellen met ABS 7.5 A
Backup-zekering:
7.5 A
U2DED1D0.book  Page 28  Tuesday, September 1, 2015  9:19 AM 
Page 69 of 88
Periodiek on derhoud  en afstelling
6-29
6
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU63180
Koplamp gloeilamp vervan genDe koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10661
Raak het g las van de koplamp gloeilamp
niet aan zo dat  dit vetvrij  blijft, an ders kan
d e  doorzichti ghei d van het  glas,  de lich-
tintensiteit en  de levensd uur nadeli g
wor den  beïnvloed . Wrijf eventuele ver-
ontreini gin gen en vin geraf drukken op
het  gloeilamp glas we g met een d oekje
g ed renkt in alcohol of thinner.1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen. 2. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver- wijder dan de defecte gloeilamp.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1
2
1
U2DED1D0.book  Page 29  Tuesday, September 1, 2015  9:19 AM 
Page 70 of 88
Periodiek on derhou d en afstelling
6-30
6
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit dan de stekker aan.OPMERKINGZorg er bij het aanbrengen van de gloei-
lampkap voor dat “TOP” naar boven wijst.
6. Monteer de koplampunit door deschroeven aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU45226
Parkeerlicht gloeilamp vervan genVervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.
1. Verwijder de koplampunit. (Zie pagina
6-29.)
2. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
3. Verwijder de defecte gloeilamp door deze uit te trekken.
1. Gloeilamphouder
1
1. Merkteken “TOP”
1
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1
U2DED1D0.book  Page 30  Tuesday, September 1, 2015  9:19 AM