YAMAHA YZF-R6 2004 Instructieboekje (in Dutch)

Page 31 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
Duozadel
Verwijderen van het duozadel1. Steek de sleutel in het zadelslot en
draai linksom.2. Houd de sleutel in deze stand vast,
trek het duozadel aan de voorzijde om-
hoog en trek dan het zadel naar voren.
Aanbrengen van het duozadel
1. Steek het uitsteeksel aan de achterzij-
de van het duozadel in de zadelbeves-
tiging zoals afgebeeld en druk dan de
voorzijde van het zadel omlaag om te
vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit.OPMERKING:Controleer of de zadels stevig zijn vergren-deld alvorens te gaan rijden.
DAU14380
Helmbevestiging De helmbevestigingen bevinden zich aan
de onderzijde van het duozadel.
Om een helm aan een helmbevestiging
te bevestigen
1. Verwijder het duozadel. (Zie pagina
3-16.)
2. Maak de helm vast aan een helmbe-
vestiging en breng dan het duozadel
stevig aan.
WAARSCHUWING
DWA11040
Rijd nooit met een helm aan de helmbe-
vestiging. De helm kan ergens tegenaan
slaan waardoor de machine mogelijk on-
bestuurbaar wordt en een ongeval nietuitgesloten is.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Duozadelslot
2. Ontgrendelen.
1. Uitsteeksel
2. Zadelbevestiging
1. Helmbevestiging
5SLD1.book Page 17 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 32 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
LET OP:
DCA11600
Door hun maatvoering of vorm kunnen
sommige helmen in aanraking komen
met de uitlaatdemper wanneer ze aan de
rechter helmbevestiging worden vastge-
maakt. Controleer of uw helm de uitlaat-
demper niet raakt terwijl deze aan dehelmbevestiging is vastgemaakt.
Om een helm los te maken van de helm-
bevestiging
Verwijder het duozadel, neem de helm los
van de helmbevestiging en breng het zadel
weer aan.
DAU14431
Opbergcompartiment Het opbergcompartiment bevindt zich on-
der het duozadel. (Zie pagina 3-16.)
Dit opbergcompartiment is bedoeld voor het
opbergen van een origineel Yamaha U-slot.
(Andere typen sloten passen mogelijk niet.)
WAARSCHUWING
DWA10961

Overschrijd het maximumlaadge-
wicht van 3 kg (7 lb)voor het op-
bergcompartiment niet.

Overschrijd het maximumgewicht
van 193 kg (425 lb) voor het voertuigniet.Om een U-slot in het opbergcomparti-
ment te plaatsen
1. Verwijder de rubber dop uit het gat in
de bodem van het opbergcomparti-
ment en berg deze op een veilige
plaats op om verlies te voorkomen.
2. Steek de uiteinden van het U-slot in de
gaten in de bodem van het opberg-
compartiment, zoals getoond.
3. Plaats het slotgedeelte van het U-slot
in de aangegeven positie.
4. Zet de slotstang van het U-slot stevig
vast en borg met de riem, zoals in de
afbeelding.
OPMERKIN
G:

Als het U-slot niet in het opbergcom-
partiment is aangebracht, moet het gat
in de bodem van het compartiment
met de rubber dop worden afgesloten.

Spullen die in het opbergcompartiment
worden bewaard moeten met plastic
worden omwikkeld om ze niet te verlie-zen.
1. Stang u-slot (optie)
2. Vergrendeling van u-slot (optie)
3. Riem
4. Rubber dop
5SLD1.book Page 18 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 33 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-19
3
DAU14761
Afstellen van de voorvork Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor veervoorspanning, stelschroeven voor
uitveerdemping en stelschroeven voor in-
veerdemping.
WAARSCHUWING
DWA10180
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
OPMERKING:Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de vork-plug.Uitveerdemping
Draai om de uitveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de uitveerdemping te verla-
gen en zo de vering zachter te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de richting
(b).
1. Stelbout veervoorspanning
1. Huidige instelling
2. Vorkplug
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
8
Standaard:
7
Maximum (hard):
1
1. Stelschroef voor uitveerdemping
Afstelling uitveerdemping:
Minimum (zacht):
10 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
9 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
5SLD1.book Page 19 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 34 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-20
3
Inveerdemping
Draai om de inveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de inveerdemping te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten in de richting
(b).
LET OP:
DCA10100
Probeer nooit een stelmechanisme voor-
bij de maximum- of minimuminstelwaar-den te verdraaien.OPMERKING:Door geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan tepassen.
DAU15051
Afstellen van de
schokdemperunit Deze schokdemperunit is uitgerust met een
stelring voor veervoorspanning en met stel-
schroeven voor inveerdemping en voor uit-
veerdemping.LET OP:
DCA10100
Probeer nooit een stelmechanisme voor-
bij de maximum- of minimuminstelwaar-den te verdraaien.
Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
ring in de richting (a). Draai om de veervoor-
1. Stelschroef voor inveerdempingAfstelling inveerdemping:
Minimum (zacht):
9 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
7 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Stelring veervoorspanning
2. Speciale sleutel
3. Positie-indicator
5SLD1.book Page 20 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 35 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-21
3
spanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelring in de richting
(b).
Uitveerdemping
Draai om de uitveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stel-
schroef in de richting (a). Draai om de uit-
veerdemping te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelschroef in de rich-
ting (b).Inveerdemping
Draai om de inveerdemping te verhogen en
zo de vering stugger te maken de stel-
schroef in de richting (a). Draai om de in-
veerdemping te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelschroef in de rich-
ting (b).
OPMERKING:Door geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan tepassen.
WAARSCHUWING
DWA10220
Deze schokdemper is gevuld met stik-
stofgas onder hoge druk. Lees en be-
grijp de volgende informatie alvorens de
schokdemper te gebruiken. De fabrikant
kan niet aansprakelijk worden gesteld Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
1
Standaard:
4
Maximum (hard):
9
1. Stelschroef voor uitveerdemping
Afstelling uitveerdemping:
Minimum (zacht):
20 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
10 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
5 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Stelschroef voor inveerdemping
Afstelling inveerdemping:
Minimum (zacht):
20 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
10 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
5SLD1.book Page 21 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 36 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-22
3
voor schade aan eigendommen of voor
persoonlijk letsel als dit voortvloeit uit
verkeerd gebruik.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.

Stel de schokdemper niet bloot aan
open vuur of aan andere hittebron-
nen, anders kan deze door de op-
lopende druk exploderen.

Vervorm of beschadig de gascilin-
der op geen enkele wijze, de dem-
pende werking zal dan
achteruitgaan.

Laat onderhoud aan de schokdem-
per altijd uitvoeren door eenYamaha dealer.
DAU15181
Bagageriembevestiging Er zijn vier bagageriemhouders aange-
bracht aan de onderzijde van het duozadel.
Om deze riemhouders te gebruiken moet
het duozadel worden verwijderd, de riemen
van de haken worden losgehaakt en het
duozadel weer worden aangebracht terwijl
de riemen eronder vrijhangen. (Zie pagina
3-16.)
DAU15300
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de motorfiets verticaal houdt.OPMERKING:De ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitlegover het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer alsde werking niet naar behoren is.
1. Bagageriembevestiging
2. Haak
5SLD1.book Page 22 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 37 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-23
3
DAU15311
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de
sperschakelaar voor de zijstandaard, de
sperschakelaar voor de koppelingshendel
en de vrijstandschakelaar deel uitmaken)
heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.

Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling ge-
schakeld is en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.

Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig, hanteer daarbij de volgen-
de werkwijze.WAARSCHUWING
DWA10250
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamahadealer het systeem te controleren.
5SLD1.book Page 23 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 38 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-24
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar aanstaat.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.
Deze controle is vooral betrouwbaar als hij
wordt uitgevoerd met een warme motor.De vrijstandschakelaar is mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de zijstandaard is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De sperschakelaar van de koppelingshendel is
mogelijk defect.
De motorfiets mag niet worden gebruikt
voordat deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
JA NEE JA NEE JA NEEOPMERKING:
5SLD1.book Page 24 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 39 of 102

CONTROLES VOOR HET STARTEN4-1
4
DAU15591
De eigenaar is verantwoordelijk voor de conditie van zijn voertuig. Vitale onderdelen kunnen bijvoorbeeld bij blootstelling aan weer en wind
vrij snel en onverwachts achteruitgaan, ook als de machine niet wordt gebruikt. Eventuele schade, vloeistoflekkage of het wegvallen van
de bandspanning kan ernstige gevolgen hebben. Het is daarom van belang om voorafgaand aan elke rit een visuele inspectie uit te voeren
en bovendien de volgende punten te controleren.OPMERKING:Voordat de machine wordt gebruikt moet telkens een korte algemene controle worden uitgevoerd. Zo’n inspectie neemt maar weinig tijdin beslag en de hiermee gegarandeerde veiligheid is die tijd alleszins waard.
WAARSCHUWING
DWA11150
Als een onderdeel uit de Controlelijst voor gebruik niet naar behoren werkt, laat het dan controleren en repareren alvorens demachine te gebruiken.
5SLD1.book Page 1 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 40 of 102

CONTROLES VOOR HET STARTEN
4-2
4
DAU15601
Controlelijst voor gebruik
ITEM CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-15
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-9
KoelvloeistofControleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het koelsysteem op lekkage.6-11
VoorremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
Stel indien nodig bij.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-24, 6-24
AchterremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-23, 6-24, 6-24
5SLD1.book Page 2 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page:   < prev 1-10 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 ... 110 next >