YAMAHA YZF-R6 2004 Instructieboekje (in Dutch)

Page 51 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
6
DAU18670
OPMERKING:
Het luchtfilter dient vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.

Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
29*Uitlaatdemper en uit-
laatpijpControleer of de schroefklem goed vastzit.√√√√√
30*Lampen, richtingaan-
wijzers en schakelaarsControleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.√√√√√ √ NR. ITEM CONTROLE OF ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND (× 1000 km) JAAR-
LIJKSE
CON-
TROLE 1 10203040
5SLD1.book Page 5 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 52 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
6
DAU18711
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
DAU19010
Stroomlijnpanelen A en B
Verwijderen van een stroomlijnpaneelVerwijder de schroeven, schuif het stroom-
lijnpaneel naar voren (bij A) of naar achte-
ren (bij B) en trek dan los zoals getoond.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Paneel A
1. Stroomlijnpaneel B
2. Paneel B
1. Bout
1. Bout
2. Stroomlijnpaneel A
1. Bout
2. Stroomlijnpaneel B
chapter6 Page 6 Wednesday, August 6, 2003 6:27 PM

Page 53 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
6
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel1. Breng de uitsteeksels en montage-
sleuven aan de achter/onderzijde van
het stroomlijnpaneel bij elkaar en
schuif dan het stroomlijnpaneel op zijn
plaats.2. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
schroeven aan.
OPMERKING:Controleer of de lippen vooraan beide
stroomlijnpanelen op de juiste wijze aanlig-
gen zoals in de afbeelding en of alle sleuvenen uitsteeksels in elkaar grijpen.
DAU19460
Panelen A en B
Om een van de panelen te verwijderen
Haal de bouten los en verwijder dan het pa-
neel door dit naar voren te schuiven.Aanbrengen van het paneel
1. Plaats de lippen op het paneel in de
montagesleuven en schuif het paneel
naar achteren.
2. Breng de bouten aan.
1. Stroomlijnpaneel A
2. Stroomlijnpaneel B
1. Sleuf
2. Uitsteeksel
1. Lipje
1. Bout
1. Lipje
2. Sleuf
5SLD1.book Page 7 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 54 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
6
DAU19651
Controleren van de bougies Bougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door verhit-
ting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. De conditie van de bougies kan daar-
naast veel duidelijk maken over de conditie
van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin ver-
kleurd zijn (de ideale kleur als normaal met
de machine wordt gereden), en alle bougies
in de motor horen dezelfde verkleuring te
hebben. Wanneer een bougie een heel an-
dere kleur vertoont, is de motor mogelijk de-
fect. Probeer dergelijke problemen niet zelf
vast te stellen. Laat in plaats daarvan uw
motorfiets nakijken door een Yamaha
dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt.Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
OPMERKING:Als geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slagverder te draaien. De bougie moet echter zo
snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.LET OP:
DCA10840
Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door heen en
weer te draaien en tegelijkertijd aan tedrukken.
Voorgeschreven bougie:
NGK/CR9EK,CR10EK
1. ElektrodenafstandElektrodenafstand:
0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Aanhaalmoment:
Bougie:
12.5 Nm (1.25 m·kgf, 9.0 ft·lbf)
5SLD1.book Page 8 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 55 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-9
6
DAU19930
Motorolie en oliefilterpatroon Vóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon wor-
den vervangen volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKIN
G:
Zorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het motorolieniveau. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan hetniveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan
uit.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot
rust te laten komen.
4. Verwijder de peilstok en veeg deze
schoon. Steek de peilstok terug in de
olievulopening (zonder vast te
draaien) en verwijder dan opnieuw om
het olieniveau te controleren.
OPMERKING:Het motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveaustaan.5. Als de motorolie bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de olievuldop en
vul voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
6. Steek de peilstok in en draai deze vast
en installeer dan de olievuldop en
draai vast.
Om de motorolie te verversen (met of
zonder vervanging van oliefilterpatroon)
1. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan
uit.
2. Zet een oliecarter onder de motor om
de gebruikte olie op te vangen.
3. Verwijder de olievuldop en de aftap-
plug om de olie uit het carter te laten
stromen.1. Peilstok
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
5SLD1.book Page 9 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 56 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-10
6
OPMERKING:Sla de stappen 4–10 over als de oliefilterpa-troon niet wordt vervangen.
4. Verwijder het deksel van het koelvloei-
stofreservoir door de bouten los te ha-
len.
5. Verwijder het stroomlijnpaneel B. (Zie
pagina 6-6.)
6. Verwijder de oliefilterpatroon met een
oliefiltersleutel.
OPMERKING:De Yamaha dealer kan een oliefiltersleutelleveren.
7. Smeer een dun laagje motorolie op de
o-ring van de nieuwe oliefilterpatroon.
OPMERKING:Zorg dat de o-ring goed in de groef valt.
8. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
9. Breng het stroomlijnpaneel aan.
10. Monteer het deksel van het koelvloei-
stofreservoir door de bouten aan te
brengen.
11. Breng de olieaftapplug aan en zet
deze dan vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.
1. Kap koelvloeistofreservoir
2. Bout
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
1. O-ring
1. MomentsleutelAanhaalmoment:
Oliefilterpatroon:
17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
5SLD1.book Page 10 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 57 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-11
6
OPMERKING:Controleer of de onderlegring beschadigd isen vervang indien nodig.
12. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motorolie,
monteer dan de olievuldop en zet deze
vast.LET OP:
DCA11620

Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen olieën
met een “CD” dieselspecificatie of
olieën met een hogere kwaliteit dangespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.

Zorg dat er geen verontreinigingenin het carter terecht komen.
13. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
OPMERKING:Nadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan, alshet olieniveau correct is.LET OP:
DCA10400
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje olieniveau knippert of blijft
branden en laat de machine controlerendoor een Yamaha dealer.
14. Zet de motor af, controleer dan het
olieniveau en corrigeer indien nodig.
DAU20070
Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU20111
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKING:
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschillen zijn namelijk
van invloed op het niveau.

Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutiefworden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.
OPMERKING:Het koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-niveau staan. Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van oliefilterpa-
troon:
2.40 L (2.54 US qt) (2.11 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
2.60 L (2.75 US qt) (2.29 Imp.qt)
5SLD1.book Page 11 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 58 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-12
6
3. Als de koelvloeistof bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan het deksel van het
koelvloeistofreservoir door de bouten
los te halen, open de reservoirdop en
vul koelvloeistof bij tot de merkstreep
voor maximumniveau.
LET OP:
DCA10470

Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht lei-
dingwater. Gebruik geen hard water
of zout water, hierdoor kan de mo-
tor worden beschadigd.

Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koelvloei-
stof, anders wordt de motor onvol-
doende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd tegen
bevriezing en corrosie.

Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel mo-
gelijk een Yamaha dealer het anti-
vries percentage van de
koelvloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effectiefzijn.WAARSCHUWING
DWA10380
Verwijder de koelvloeistofradiator-vuldop nooit terwijl de motor nog heet is.
4. Sluit de reservoirdop en breng dan het
deksel van het koelvloeistofreservoir
aan door de bouten te monteren.
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
1. Kap koelvloeistofreservoir
2. Bout
1. Dop koelvloeistofreservoirInhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximumni-
veau):
0.25 L (0.26 US qt) (0.22 Imp.qt)
5SLD1.book Page 12 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 59 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-13
6
OPMERKING:
De radiatorkoelvin schakelt automa-
tisch aan of uit, afhankelijk van de tem-
peratuur van de koelvloeistof in de
koelvloeistofradiator.

Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-42 nadere instructies ver-meld.
DAU20342
Verversen van de koelvloeistof
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder het paneel A en het stroom-
lijnpaneel A. (Zie pagina 6-6.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Draai de slangklemschroef terug en
maak dan het luchtaanzuigkanaal los.5. Verwijder de koelvloeistofradiator-
vuldop.
WAARSCHUWING
DWA10380
Verwijder de koelvloeistofradiator-vuldop nooit terwijl de motor nog heet is.6. Verwijder de aftapplug voor koelvloei-
stof om het koelsysteem leeg te ma-
ken.
7. Draai de slangklemschroef los en
maak dan de koelvloeistofradiator-
slang los om de koelvloeistofradiator
leeg te maken.
8. Verwijder het deksel van het koelvloei-
stofreservoir door de bouten los te ha-
len.1. Klemschroef
2. Luchtaanzuigkanaal
1. Radiatorvuldop
1. Aftapplug koelvloeistof
2. Klemschroef
5SLD1.book Page 13 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page 60 of 102

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-14
6
9. Verwijder het stroomlijnpaneel B. (Zie
pagina 6-6.)
10. Trek de brandstofslangen omhoog om
ze uit de geleider te verwijderen.
11. Verwijder het koelvloeistofreservoir
door de bouten los te halen.12. Verwijder de dop van het koelvloei-
stofreservoir en keer dan het koelvloei-
stofreservoir ondersteboven om het
leeg te maken.
13. Spoel het koelsysteem grondig door
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
14. Monteer het koelvloeistofreservoir
door de bouten aan te brengen.
15. Sluit de koelvloeistofradiatorslang aan
en zet dan de schroef in de slangklem
vast.
16. Breng de aftapplug voor koelvloeistof
aan en zet deze dan vast met het voor-
geschreven aanhaalmoment.
OPMERKING:Controleer of de onderlegring beschadigd isen vervang indien nodig.
17. Giet de aanbevolen koelvloeistof in het
reservoir tot aan de merkstreep voor
maximumniveau en breng dan de dop
van het koelvloeistofreservoir aan.
18. Monteer het deksel van het koelvloei-
stofreservoir door de bouten aan te
brengen.
19. Steek de brandstofslangen in de gelei-
der en plaats ze in de oorspronkelijke
positie.
1. Kap koelvloeistofreservoir
2. Bout
1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Koelvloeistofreservoir
3. Bout
Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)1. Tankbeluchtingsslang
2. Overloopslang brandstoftank
5SLD1.book Page 14 Tuesday, August 5, 2003 3:07 PM

Page:   < prev 1-10 ... 11-20 21-30 31-40 41-50 51-60 61-70 71-80 81-90 91-100 ... 110 next >